Super User

Super User

zaterdag, 02 maart 2013 15:39

Het briefverkeer

Communicatie

De brieven van Eida en Hok geven blijk van een urgentie om te communiceren die niet alleen uit de inhoud, d.w.z. de onderwerpen, van de brieven voortkomt. Of nu de economische situatie, de mode, een maaltijd, een autorit of een feestje wordt beschreven - ieder onderwerp getuigt van de wil om mede te delen. Daartoe dragen meerdere factoren bij, zoals de kennelijk liefdevolle relatie met de geadresseerden (de ouders van Eida), de communicatieve vaardigheden waarmee Eida en Hok als exponenten van een 'schrijfcultuur' behept zijn, evenals hun algemene ontwikkeling, nieuwsgierigheid en schrijfplezier. 

 

Wat echter vooral bepalend is voor die urgentie, is de aard van het briefverkeer zelf. De beperkte ruimte van enkele vellen papier, die vaak aan voor- en achterkant tot in de kantlijnen worden volgeschreven, de beperkte frequentie van de posttransporten en de tijd die nodig is om een brief van Java naar Nederland te krijgen, alsmede de relatieve schaarste (en dus de kosten) van andere, moderne communicatiemiddelen als telefonie en radiografie (zie ook hieronder), bepalen de 'pressie' van het geschrevene. Soms heel letterlijk:

 

Het is vervelend maar jullie moet maar denken dat de volgende vlucht de brief dan wel zal meebrengen, wanneer je niets krijgt, als je ’t verwacht. Er komt af en toe plotseling een verhindering, zodat het onmogelijk is, een brief af te krijgen en er gaan toch 3 vliegtuigen per week. Je moet niet direct denken dat we te laat posten of dat er iets is, want juist áls er iets zou zijn, zouden we wél schrijven! (Eida, 5 augustus 1938)

 

Op 1 maart 1933 kondigt Eida aan dat alle brieven voortaan op luchtpostpapier zullen worden geschreven. Dat besluit heeft niet alleen betrekking op de snelheid van het posttransport:

 

Jullie krijgen dus voortaan geen mailbrief meer. (...) Ik heb het idee dat op dit vel nog veel meer geschreven kan worden dan op bloknoot papier omdat je hierop zo fijn klein kan schrijven.

 

Niettemin neemt ze een aanvullende maatregel (idem):

 

Ik zal maar geen nieuwe alinea’s maken, maar achterelkaar doorschrijven, want anders is het zonde van het papier.

 

Het briefverkeer wordt in de brieven meer dan eens ter sprake gebracht. Hoe zag het er in de praktijk uit?

 

Mailboot

De verzameling brieven opent met een prentbriefkaart van 17 april 1929 als het pasgetrouwde paar, daags na hun huwelijk, koers zet naar Java. De reis gaat via België, Duitsland, Zwitserland naar Genua waar het echtpaar zich op ± 20 mei inscheept op het d.m.s. (dieselmotorschip) Pieter Corneliszoon Hooft.

De eerste brief uit Java van 11 juni 1929, is van de hand van Hok over het weerzien met zijn geboorteland en zijn familie, na 10 jaar verblijf in Europa. Op 24 juni 1929 gaat er nog een telegram naar Holland over de behouden aankomst, maar daarna gaat er wekelijks een brief op de post naar Eida’s ouders in Den Haag.

 

‘Mailen’ een nieuw werkwoord in onze vocabulaire! -

 

schrijft Hok in die eerste brief. Dit 'mailen' houdt in: elke week op dinsdag een brief versturen met de mailboot die naast post, ook vracht en passagiers naar Holland vervoert. Gaandeweg komen er specifieke schepen zoals vrachtschepen en passagiersschepen b.v. het DMS Christiaan Huygens waarmee Eida en Hok met hun 2 kinderen aan het einde van de verlofperiode terugbracht naar Java in april 1938. De periode tussen het versturen van een brief en het antwoord retour nam 7 à 8 weken. Op 17 november 1929 schrijft Eida:     

                                                     

Net jullie brief 2x overgelezen. Wat schrijven jullie vandaag (het is de brief van 21 en 22 okt.!) toch extra gezellig.....!

 

Luchtpost

Vanaf oktober 1930 sturen Eida en Hok naast mailpost ook wel een luchtpostblad naar Holland, om sneller antwoord te krijgen. Eida schrijft op 23 februari 1933:

 

Wat vinden jullie ervan als we voortaan alleen maar per luchtmail schreven. Het scheelt ons en jullie hoogstens ƒ 1.20 in de maand en in de berichten scheelt het zo enorm (...) – deze velletjes zijn uitstekend beschrijfbaar aan 2 kanten en dan kan er toch ook veel op. We sturen dan kiekjes e.d. per boot, en als we nu eens heel veel op het hart hebben, kan het ook overzee, maar dit lijkt me eigenlijk zo fijn, met antwoorden ook – alles duurt nu werkelijk een eeuw – (...) Als we een vliegbrief krijgen, realiseren we telkens weer, hoeveel we door de zeereis onnodig achter zijn, terwijl het nu maar 10 dagen hoeft te zijn. Wat is er eigenlijk op tegen?

 

Een maand later, op 9 maart 1933, schrijft ze:

 

We zijn benieuwd wanneer jullie ook tot de geregelde luchtpost zult overgaan – ik heb gewoon geen geduld meer om zulke oude berichten af te wachten, ik kan ze niet meer verteren, verlang verse! 

 

Eida en Hok zijn dan overgegaan op luchtpostbrieven van precies 5 gram met bij-frankering voor ingesloten foto’s. De verhouding van het aantal pagina’s Eida versus Hok is gemiddeld 3 : 1. Maar soms laat Eida slechts randjes en/of een klein reepje over voor Hok.

 

Een reepje met Hok's handschrift

 

Telegrammen

Onder bijzondere omstandigheden, zoals bij de geboorte van de kinderen, werd een telegram gestuurd.

 

Bezoek aan Indië

In juli en augustus 1931 brengen de ouders van Eida samen met hun dochter Emma een bezoek aan Indië. De laatste brief vóór dit bezoek is van 24 juli 1931 en de eerste na dit bezoek is van 2 oktober 1931. Wel zijn er foto's van dit bezoek bewaard gebleven.

 

KLM vs Postjager

Eind 1933 krijgt de KLM concurrentie van het snelpostvliegtuig de Postjager. Dit postvliegtuig wordt gebouwd door vliegtuigfabriek Pander in opdracht van de scheepvaartwereld, die beducht is voor de monopoliepositie van de KLM. De Postjager vertrekt op 9 december 1933 naar Nederlands-Indië met de bedoeling voor 31 december de retourpost in Nederland af te leveren. De Postjager strandt echter in Italië door motorpech waarna de Pelikaan, een snelpostvliegtuig van de KLM, vóór de jaarwisseling alle retourpost in Nederland bezorgt. De Postjager komt als mosterd na de maaltijd in januari 1934 terug in Nederland. Hok schrijft op 8 januari 1934:

 

De Postjager heeft de volgende bijnamen gekregen: Pestjager, Postrestante jager en Postwagen.

 

De KLM blijft stevig in het zadel, maar de regelmaat in het briefverkeer bij Eida en Hok is tijdelijk verstoord.

 

De brief van 26 december 1933 gaat met de gewone vliegmail, omdat de postlichting van de Pelikaan (KLM) net wordt gemist. Die van 4 januari 1934 wordt verstuurd per Pelikaan, en brief 1934-01-4 gaat met de Postjager maar gelukkig ook met de gewone post, constateren Eida en Hok in hun brief van 23 januari 1934. Om een postlichting niet te missen, wordt een brief ook wel naar het vliegveld Andir van Bandoeng gebracht. Het jongetje dat op de foto onder de vleugel staat en naar boven wijst is Axel. 

 

vliegveld Andir 1936

 

Postvliegtuig met Axel (wijzend), Andir Bandoeng 1936 

 

Regelmaat en snelheid

Regelmatig en relatief snel contact met het moederland is voor elke tropenganger van levensbelang. Zo krijgt het vliegverkeer al of niet van postvliegtuigen, veilig of gecrashed, regelmatig aandacht in de brieven:

 

De Emeraude met Pasquier verongelukt. Dan merkt men eerst wat een prestatie de Pelikaan heeft verricht. De K.L.M., die zo mooi is georganiseerd, dat geen Europese maatschappij haar kan evenaren (1934-01-04)

 

Het wel en wee van de Uiver komt uitgebreid aan bod: een kind dat “Uivertje” is gedoopt (1934-10-30), heldenontvangst bemanning Uiver met gezagvoerder Koene Parmentier (1934-11-06; Uiver verongelukt (1934-12-25), co-piloot van de Kerstvlucht met Pelikaan verongelukt met de Leeuwerik (1935-07-22).

 

Verlof naar Holland

Hok kan aanspraak maken op betaald verlof naar Holland indien hij gelijkgesteld is met de Europeanen (1936-01-13 en 1936-08-24). In juni 1937 schepen Eida en Hok zich voor verlof in op het passagiersschip ms (motor schip) Dempo (zie: 18 juni 1937-06-18). Voor hun twee kinderen is een zeebaboe ingehuurd (18 mei 1937). De paar brieven over familiebezoek in Holland waarover aan de ouders van Eida wordt geschreven zijn in het brievenarchief opgenomen. Over de gezamenlijke wintervakantie in Adelboden (Tirol) in februari 1938 met Eida's ouders zijn alleen foto's beschikbaar. De terugreis gaat met het passagiersschip ms Christiaan Huygens. De eerste brief uit Indië is van 1938-04-08.

 

Stagnatie brieven

In 1939 stagneert het briefverkeer van augustus t/m oktober door oorlogshandelingen van Duitsland in Europa (in september 1939 valt Duitsland Polen binnen). Hok schrijft 1 oktober 1939:

 

Ik hoop dat u onze berichten van omstreeks 1 september ontvangen hebt. De boel was door het uitbreken van de oorlog erg in de war. Vandaar dat de post waarschijnlijk niet kwam. Wellicht zijn de brieven wel ergens aangehouden geweest.

 

Een maand later schrijft hij:

 

Het is wel erg vervelend dat onze brieven door de censor geopend worden, maar het schijnt dat zeer veel berichten met onze postinstellingen in Duitsland komen, die voor de geallieerden nadelig zijn. Er wonen hier zoveel Duitsers en Hollanders wier geestelijk vaderland Duitsland is.[1] (21 november 1939)

 

Miscommunicatie

Het is bij een intercontinentale briefwisseling moeilijk om een misverstand even uit de weg te ruimen. Tussen augustus en november 1939 speelt er een miscommunicatie tussen Eida en haar moeder. Er gaan 4 maanden over heen voordat het probleem uit de weg is geruimd.

 

Post tijdens en na de oorlog

Tijdens de oorlog wordt mondjesmaat gebruik gemaakt van een alternatieve postroute via Curaçao. Eida’s zwager is daar procureur generaal. Via Eida’s zuster Anneke worden met zijn diplomatieke post nog wat brieven naar Holland doorgesluisd. In een brief van Eida uit 1941 worden namen afgekort tot de eerste letter, in de hoop dat de personen onherkenbaar zijn (1941-04-16).

Na augustus 1945 nemen Eida en Hok de draad weer op.

 

Vanaf begin december 1945 zet Eida de correspondentie voort met de hulp van Axel. Uit deze laatste periode is een klein aantal brieven vanuit Holland naar Indië bewaard gebleven.

 

Schrijfgerei

Zolang de brieven per mailboot naar Holland gaan, schrijven Eida en Hok op blanco of gelinieerd (bloknoot) papier en vanaf mei 1930 ook op Hok’s “eigen briefpapier”.

 

briefpapier-hok-1930

 

Wanneer Eida in maart 1933 “geen oude berichten, maar verse” wil ontvangen, gaan Eida en Hok over op dunne vellen luchtpostpapier waarop zij gewoontegetrouw de pagina’s dubbelzijdig tot aan de randen vol schrijven. Hok schrijft met vulpen, Eida met een kroontjespen en als ze op bed ligt met potlood. In november 1930 schrijft Eida:

 

Ondertussen word ik afgrijselijk gehinderd door een oude kroontjespen, een bewegende lessenaar en een bijna lege inktpot.

 

In december 1931 heeft ze eindelijk een vulpen:

 

Hoe vind je m’n schrift!? “De” vulpen uit Rotterdam is gekomen. Hij schrijft werkelijk heel plezierig, zijn enige bezwaar is, dat wanneer de pen weer droog is, ik hem even moet stoten om er verder mee te kunnen schrijven. Maar het is toch heel wat prettiger dan zo’n kroontjespen, die je als maar in moet dopen. (…) Ik durf de pen niet in mijn tas te dragen, Hok zegt dat hij zal lekken bij elke schok.

 

In 1932 schaft Hok zich een schrijfmachine aan van het "Petroleumgeld" dat hij als externe adviseur bij een Petroleummaatschappij verdient. Eida schrijft op 7 juli 1932:

 

Hok heeft het zo druk, zowel met de karteringen als met de Petroleum, (...) hij moet ook zelf al zijn brieven tikken want hij moet voor Holland, Madoera en zichzelf 4 exemplaren van alles hebben. We zullen nu maar een schrijfmachine kopen, dan hoeft hij niet altijd naar G.B. en kan ik me er ook in oefenen.

 

1932 is ook het jaar dat Eida actief wordt in de wereld van Vrouwenbelangen zoals VIVOS (Vereeniging in Indië van Vrouwelijke Oud-Studenten), IEV (Indo-Europeesch Vrouwenverbond), IEVVO (Indo-Europeesch Verbond Vrouwen Organisatie) en de IEVA (Indo-Europeeschen Vrouwen Arbeid). Zij heeft dan veel profijt van de schrijfmachine.

 

Foto en film

Het opsturen van foto's, en later ook film, maakt al in een vroeg stadium deel uit van de communicatie. De brieven bevatten talrijke 'bijschriften' bij opgestuurde foto's en filmpjes.

 

Radiocontact en telefonie

In 1929 is er met Java nog geen intercontinentale telefoonverbinding mogelijk. Begin 1930 horen de gezinsleden in Holland en op Java elkaars stemmen weer via radiostation Malabar. Daarover schrijven Eida en Hok op 7 januari 1930:

 

Net (...) nog even (tijd) om te juichen over ons gesprek. (...) Zoals de stemmen overkwamen, nog beter dan als je met elkaar telefoneert (...) Dat we (...) zo gemakkelijk die 10 000 mijlen kunnen overbruggen. We zaten hier kalm in prettige armstoelen om een rond tafeltje waarop een draaibare microfoon met elk een telefoon op de oren (...) De 3 minuten waren zo om hè; 7 personen waren ook eigenlijk te veel, elk niet eens een halve minuut (...) We zaten met een papiertje voor ons met de punten voor het gesprek, maar niet alles hebben we kunnen afwerken (...).

 

Een gesprek van 3 minuten via radiostation Malabar met radio Kootwijk kost in 1930 ƒ 33,-. Dit is het equivalent van € 700,- anno 2013. Op Malabar is een monument ("een soort aardbol", aldus Hok) onthuld als eerbetoon aan de stichter van het radiostation (zie: 28 januari 1930).

 

Over telefooncontact op Java schrijft Hok op 21 juli 1929:

 

Eén ding is er (...) ouderwets in ons huis, en dat is de telefoon, die wij sinds gisteren hebben. Het is een muurtoestel, van heel oude datum. Een grote kast met zwengel voor de bel. Wij hebben samen met de (buren) een nummer, maar zo dat we twee toestellen hebben, zodat wij bij elkaar niet over de vloer komen. En dat kost ons ƒ 10.50 ‘s maands elk.

 

 

 



[1] Het briefverkeer uit Batavia loopt in deze periode gewoon door. Dit blijkt uit het brievenarchief van de zuster van Eida die in Batavia woont. In Bandoeng zijn veel Indische top-posities bezet door Nazi-voelende Duitsers (Hok 1939-11-06). Die post raakt zoek of vertraagt, doordat de censor de brieven opent.

 

zaterdag, 02 maart 2013 15:37

De geschiedenis van de brieven

Koffer

Voordat de brieven van Tan Sin Hok en Eida Tan-Schepers werden gedigitaliseerd, zijn zij aanvankelijk door hun zoons Gijsbert en Axel Tan, en later door dochter Lisa Tan, in een oude bruine fiber koffer bewaard. De honderden vellen papier - sommige doorschijnend, andere vergeeld, sommige gelinieerd en andere beschadigd, maar allemaal tot aan de randen volgeschreven in twee regelmatige handschriften – hadden een lange weg afgelegd voordat ze uit hun gemarmerde kantoorklappers tevoorschijn kwamen.

 

Geschiedenis

“Je weet, er liggen mappen op zolder met brieven”, zei Eida in 1983 tegen haar dochter, een maand voor haar dood. “Zou het geschiedvervalsing zijn als ik er een paar uit zou laten?” Na haar dood werden 3 brieven verkreukeld tussen haar zakdoeken gevonden en daarbij een mapje met nog 6 brieven. Omdat Eida had gezinspeeld op het nalaten van ‘geschiedenis’ en ze bovendien deze negen brieven niet had vernietigd of weggedaan, zijn ze door haar dochter gelezen en op datum teruggelegd bij de rest van de brieven in de koffer. Hiermee was de verzameling weer compleet.

 

Post

Van de circa zeshonderd brieven die het echtpaar aan Eida's ouders (zie foto)

 

menno-sari-schepers-cohen

Sari en Menno Schepers-Cohen,

Paterswolde, 1938

 

in Nederland schreven, is het overgrote merendeel eens per week gepost in Bandoeng, waar Eida en Hok van juni 1929 tot augustus 1943 woonden. Een aantal brieven is verstuurd tijdens (binnenlandse) reizen of vanuit logeeradressen, sommige in de vorm van (prent)briefkaarten. Bij belangrijke gelegenheden, zoals de geboorte van de kinderen, werden telegrammen verzonden. De brieven werden als volgt geadresseerd:

 

De Heer en Mevrouw Dr M.A. Schepers

Papaverhof 32

Den Haag

Nederland

 

Na de bevrijding van de Japanse overheersing in augustus 1945 schreef het echtpaar vanuit hun logeeradres in Bandoeng weer brieven naar Eida's ouders die inmiddels in Amsterdam woonden. Vanaf begin december '45 zette Eida de correspondentie voort tot zij met haar 3 kinderen Indië verliet en op 16 april 1946 in Holland aankwam.

 

De tegenhangers van de zeshonderd brieven, d.w.z. hun antwoorden vanuit Nederland naar Java, zijn tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en de daarop volgende Bersiap-periode van de Indonesische vrijheidsstrijd verloren gegaan. Alleen de weinige brieven die na oktober 1945 vanuit Nederland werden ontvangen, zijn bewaard gebleven.

 

Sari Schepers-Cohen heeft de brieven van Eida en Hok gearchiveerd en wist deze ongeschonden door de Duitse bezetting heen te loodsen. Na de Tweede Wereldoorlog gaf zij de brieven terug aan haar dochter, die als weduwe met haar drie kinderen terugkeerde uit Java. De brieven lagen bij Eida thuis op zolder in Voorburg tot haar dood in 1983.

 

Digitaliseren

Het duurde uiteindelijk meer dan vijfentwintig jaar voordat haar dochter Lisa Tan in 2009 het besluit nam om de collectie te digitaliseren met het oog op eventuele publicatie. Met hulp van Axel en Gijsbert Tan, die in de aanloop naar het project voor respectievelijk de vermenigvuldiging en het stuk voor stuk scannen van de originelen hebben gezorgd, en Marijke Sterman, die Lisa’s dictaat over een periode van 106 weken heeft uitgetypt, zijn de brieven omgezet naar digitale tekstbestanden. Deze zijn vervolgens ge-upload naar deze website.

 

De originelen van de brieven zijn op 19 december  2011 door de nabestaanden van Eida Tan-Schepers aan het NIOD in Amsterdam geschonken.

 
dinsdag, 12 februari 2013 13:01

1946-03-05/03-03

                           Australian Red Cross Society

                                                (unofficial)

FOR SAFETY

In your letters do not refer to:

The name of your ship or other ships in the convoy, or its escorts;

The date of sailing, ports of call, or probable destination;

The description of troops, the location of your Unit, or any other

information which, if intercepted, would be of value to the enemy

 

EIDA

Bdg. 5 mrt ’46

Geliefden – Ik was erg gelukkig met Moeders opgewekte brief na de goed geslaagde operatie wat heerlijk – En nu is Em er ook om te helpen en om de gezelligheid te verhogen – Wat zullen jullie van elkaars gezelschap genieten – Ik heb me precies ingedacht hoe je je zou voelen, Em, vooral na Napels als de aankomst al zo dicht nabij is en Moeder toen de meneer van het vliegveld zei dat de naam Rempt op de lijst voorkwam! – Inderdaad  is de goede fee er weer geweest die het vliegtuig voor hen openstelde en Vaders operatie zo prachtig deed verlopen. En nu heeft ”zij” ook voor óns een prettig vakje van haar verrassingsdoos geopend en 4 plaatsen ook voor óns in het vliegtuig genomen! – M’n ziekterapport is al ruim een week in Batavia, dus haast ik me met de koffers want er is voor mij spoed evacuatie aangevraagd! – En nu komt Thijs juist morgen hier, heerlijk – Hij vindt Batavia zonder Em en Dirk ongezellig en komt nu maar hier voor zaken – gelukkig zullen we hem dan eindelijk eens ontmoeten – Ik mag behalve de vliegbagage nog 4 x 45 kg per boot sturen en zal 2 boekenkoffers vullen – Nico dook de koffers voor me op en nu maakt een vriendelijke meneer er sleutels op – Verder ben ik hard aan ’t naaien, wat een geluk dat Anneke al die goed passende kleren voor ons stuurde, ideaal – Vermoedelijk kom ik nr 2 aan, begin april – Moeders opgemaakte bedden zijn dan eindelijk beslapen –  Ik las dat de Indische mensen toch weer in Den Haag zullen worden ondergebracht –  dat kan doordat er een grote zending glas is aangekomen die gebruikt zal worden om de huizen te repareren – Misschien kunnen jullie dan ook terug in de loop van het jaar – Ik kreeg een brief van Willy Waterman, hij had over Hok gehoord –  over hemzelf zal hij een ander keer schrijven – [2] Jenny moet getrouwd zijn en Leni, zijn vrouw, ook Jodin, verloor in Holland ± 25 familieleden – zij heeft 1 broer over –  Hebben jullie Jan en Tine al gezien? Ze zijn 22 febr. aangekomen –  – Mam, jij mag best naar mij arm informeren –  ik ben zo opgelucht dat ik dat gips kwijt ben en nu ik merk dat ik dagelijks meer kan –  3 x in de week naar de masseur, Meneer de Jonge, hij doet het enorm prettig, Em kent hem. Ik kan het steeds beter verdragen – Om te rekken bind ik af en toe een zware zak om mijn pols, de hoek wordt steeds groter – Om hèm blijf ik liever nog een week of 2 hier – ik kan het masseren steeds beter verdragen – Ik kreeg weer een lange brief van Mia, zo genoeglijk – Ze beschrijft de diës van de Leidse Universiteit, 3 dagen van gezelligheid – onze club verscheen niet, allemaal verhinderd en Mia wilde niet alleen gaan – 7 mrt. Gister de hele dag ons op Thijs verheugd maar hij verscheen niet, zeker geen vliegtuig gekregen – De kinderen waren gister naar de film en genoten erg, maar ik vind Lisa wel te jong om zo’n film alleen te verwerken, ze leeft zo gespannen en is erg fel – ik moet haar steeds kalmeren – Nico is zo allerliefst met haar, zo echt is het aan haar besteed als hij haar op schoot neemt – Vraag Em vooral alles te schrijven over de reis wat ik moet weten en ook wat ik moet meebrengen aan levensmiddelen ook zeep en pannen? Is het waar dat het Ned. Ind. geld in Holland niet inwisselbaar is? – Zeg Mam, reserveer dat kleine kamertje dan maar voor mij en de 3 kinderen samen in de grote kamer – Zijn jullie al aan elkaar gewend?!! Inderdaad duurt het dagenlang voor het werkelijk tot je doordringt dat je bij elkaar bent, zo gaat het met alle grote gebeurtenissen – op het moment van de verandering weet je dat het zo is, maar voordat het werkelijkheid voor je hele wezen is, duurt het een lange tijd. Waar ligt Bentveld? Is het gelukt met Anne? – En nu zijn An en Dick[1] ook al haast aan. En kwam Em op tijd voor Eida[2]? Je ziet ik wil veel weten. Dag hoor, Thijs heeft het verblijf in Batavia van Em en Dirk al voor ons gereserveerd! Dag Eida.

[Randje pag. 2]

Shakespeare en Multatuli zijn er nog en vele, vele andere, heerlijk – ik breng 2 boekenkoffers mee, per boot, heb je er plaats voor?

[3]

AXEL

3-3-46

Lieve Omie en Opa,

Hoe gaat het met jullie?

Ik ben geslaagd voor de 1e klas H.B.S.

Wij hebben nu 3 dagen vakantie. Ik heb voor het eerst weer gezwommen in Tjihamplas.

Over 3 dagen komt oom Thijs bij ons. Wij hebben een pakket van Tante Anneke gekregen. Mag ik wat vragen of u veel soorten postzegels op de brief wilt plakken. Want ik heb al een grote verzameling. Ik heb mijn postzegelalbum terug gevonden tussen de boeken.

Logeert Tante Emma bij jullie? We gaan misschien ook gauw naar Holland per vliegtuig, veel zoentjes van

Axel

LISA

Lieve Omie en Opa,

Hoe gaat het met u?

Omie ik heb een goed rapport. Een acht voor spreken, en ook een acht voor Nederl. en een 8 voor rekenen, een 7 voor lezen en een 6 voor schrijven. En vlijt en gedrag is

goed. Op 11 Maart ga ik misschien naar de 5e klas. Ik vind het erg prettig om naar Holland te gaan. Maar ik herinner me er niets meer van maar wel van de film dat ik met u wandelde. Wij hebben drie dagen vakantie gehad maar omdat de zondag er nog bij was hadden we er 4. Hoe vindt u het dat wij met een vliegtuig naar Holland gaan? Fijn hè? [4]

Toen Joke[3] jarig was hebben we knipogen, stoelendans, sur qui gespeeld en we hebben taart gegeten. Weet u wat Joke toen heeft gekregen? Van Dieneke[4] 6 zakdoeken, en van mij een naai-etui en van Axel kleurpotloden en van Mammie een blik beschuiten, van Gijsbert een rol vruchtendrop en van oom Nico en tante Dien een blikje kralen en nog 2 zakdoeken. Dag veel kusjes van

Lisa



[1] Anneke (abgie) en Dick Rempt, de jongste twee kinderen van Dirk Rempt uit zijn eerste huwelijk.

[2] Eida Rempt, oudste dochter van Dirk Rempt uit zijn eerste huwelijk.

[3] Joke Beudeker: jongste dochter van Dien en Nico.

[4] Dieneke Beudeker: oudste dochter van Dien en Nico.

dinsdag, 12 februari 2013 10:14

1946-01-01

EIDA

1 januari ‘46

Dierbaren –

Jullie brief van 16-12 aan mij deed mij erg goed – ik kreeg hem op Dirk’s verjaardag. Op 1e Kerstdag werd ik uit het Ziekenhuis op mijn dringend verzoek ontslagen – ik liet het Em alleen weten en stond onverwachts voor de kinderen! Wat een vreugde! – Ik was zo dankbaar weer in een huis te zijn en wat nuttigs te mogen doen – Met allerlei kan ik helpen, tafeldekken en derg. – ook kan ik wat naaien en boodschappen doen – en van de gezelligheid genieten van de kinderen. We hebben het hier erg heerlijk en vinden het alleen jammer dat we met de feestdagen Thijs niet bij ons gehad hebben wegens zijn ambtsbezigheden. De 24e kreeg ik van de juist uit Holland gekomen chirurg Reinders een nieuw gips helemaal van m’n schouder tot aan m’n vingers – de humerus zal nu wel mooi vastgroeien en de barsten zullen alle helen –, zodat ik hopelijk aan boord al wat met die hand zal kunnen doen – Wij verheugen ons alle 4 op een verblijf bij jullie – ik zal daar weer opbloeien dat weet ik zeker, denkend aan ons heerlijk verlof – Gister was ik de hele morgen met Axel op stap om papieren te verzamelen – ik bezit niets meer van papieren: geen trouwboekje, geboortebewijzen, diploma’s – alleen liet Hok nog een brief voor me maken dat ik, met hem getrouwd was en drukte me steeds op het hart dat bij me te dragen en zo had ik hem in m’n tas die voor me gered werd; verder had ik naar het kamp “toevallig” een blikje meegenomen waarin een opsomming van alle papieren die we bezaten en o.a. staan daarop de nummers van onze polissen; dat was een bof – daar wij al onze papieren onder Nippon moesten afgeven, bewaarde ik dat blikje + Hok’s geologische hamer en andere gereedschappen, die contrabanden waren, onder de pannen boven op een muur in een klein kamertje dat wij na de 2e verhuizing (we beleefden er in ’t geheel 5!) bewoonden – Toen ik vóór 2 maanden de boel wilde gaan terug zoeken bleken Henk en Riek in dat huisje te wonen en gemakkelijk vond ik het verstopte terug. Vóór onze internering had Hok veel Ned.- Ind. geld aan de van Hoytemaweg verstopt en later vond hij alles terug, maar nu dacht ik pas weer aan dat geld toen ons huis al in vlammen was opgegaan. Voor ik naar Em ging ben ik met Jo Waal nog een keer in het puin gaan graven en we vonden 2 blikjes, 1 met zwart zilvergeld en 1 met verkoold bankpaper –  we bekeken het paper nog niet maar het is mogelijk dat er nog iets van te zien is zodat het ingewisseld kan worden. Toen ik ons huis op 1 dec. verliet dacht ik alleen aan de hulp voor Hok en ook die nacht kwam geen gedachte bij me op aan ons hele hebben en houden dat daar aan de heidenen was overgeleverd –  nu zijn ook al onze lepels en vorken die ik nog gedeeltelijk naar het kamp redde verloren, alleen de vlalepel bleef over in de pan met rijst [2] die Axel nog ophaalde – Gelukkig dat ik m’n lakens van m’n uitzet nog, die ik ook het kamp mee in nam, bij Houw achterliet + nog wat stoffen en potjes en pannetjes die allemaal niet meekonden omdat de treinen naar Bdg te vol waren– Wij verheugen ons erg op de koffer met kleren die Zuster Anne begin nov. aan ons verzond – Ik was een week geleden nog 1 hele dag bij de Tan Ping Ie’s waar ik toen je brief aan de Eidema’s  vond – Mien Tan is zo’n grote schat – zij en haar man hielden zoveel van Hok –Toen Hok zou worden vrijgelaten is hij Hok gaan afhalen en namen ze hem in huis, 2 dagen later kwam Axel erbij en toen wij allen bij Houw logeerden drongen ze erop aan dat wij snel zouden komen en zo bleven we 7 weken – zij weet het meest van Hok, tegenover haàr heeft hij zich geuit en zij kan mij veel vertellen over zijn gedachten over ons huwelijk – na zijn gevangenschap – Het was prettig voor mij te horen dat hij het achteraf eens blijkt met m’n opvoeding van de kinderen waarover hij zoveel moeilijkheden gemaakt heeft indertijd – Mien kan zo prettig over die dingen spreken, ze heeft ons uitgebreid meegemaakt – De kinderen zijn daar ook zo graag in huis geweest. Hij heeft een Chin. Roode Kruis opgericht en hij woont nog buiten het kamp, ze hebben veel 1000den Chinezen geëvacueerd uit de gebombardeerde kampongs (door de Eng. die het op de extremisten gemunt hadden, maar waaraan veel Chinezen te offer vielen.) Ben jullie ongerust geweest over Em c.s.? na het ongeluk met ons? Zij hebben steeds in het kamp gewoond omgeven met wachten, prikkeldraad en bilik  en kregen geen aanval gelukkig – Dag lieverdjes – binnen 2 maanden zijn we bij jullie – 

Omhelsd Eida –

AXEL

1-1-‘46

Lieve Omie en Opa,

Ik wens je een gelukkig Nieuwjaar. Hoe gaat met u allen. Ik had een leuke verjaardag. We kregen ieder een eendenei. Want een ei is erg duur. Mijn cadeaus waren: een rode beker, twee potloden en zakdoeken heleboel lekkers. Ik was erg blij ermee. Op 6 december was het Sinterklaasfeest, daar kreeg iedereen een cadeau. Ik kreeg een trein. We zijn nu op school. Ik ben in de 7e klas. Ik heb gelukkig erg veel uit ons huis gehaald. We hebben ook een fiets. We hopen gauw bij jullie te komen. Ik heb gezien hoe de Indonesiërs geschoten werden. En een bombardement gezien eerst kwamen een heleboel soldaten langs en tanks. Daarna kwamen er drie vliegtuigen, het waren Mosquito’s[1], eerst cirkelden ze om hun doel plotseling doken ze naar beneden en gingen bombarderen. Je kon de bommen zien vallen. Daarna drie Jagers ze lieten ieder twee los. Je kon alles in de lucht zien vliegen. Die andere bommen waren racket bommen. Het was voor eerst dat ik het zag. Tot weerziens en zoentjes •••• Axel



[1] De Mosquito of DH-98 Havilland Mosquito, de snelste bommenwerper van de Britten in WO II.

maandag, 11 februari 2013 10:59

1934-06-11

EIDA

11-6-’34.

Geliefden –

Moeder schrijft zo dringend over mijn slechte vetvertering, dat ik daar maar mee zal beginnen. Inderdaad ben ik naar Sparmann gegaan, waar ik erg blij om ben. Hij heeft me direct een streng dieet gegeven dat ogenblikkelijk zijn uitwerking had. Ik heb deze week al geen diarree meer gehad vanaf de dag van het dieet – daarnet was ik weer bij hem en hij was zeer tevreden en zei me nog 1 week zo door te gaan, dan mag ik weer méér eten en daarna misschien alweer gewoon. Maar op ’t ogenblik moet ik me rustig houden, zo weinig mogelijk heen en weer lopen. Tennissen is dus uitgesloten voorlopig – er speelt nu een ander de competitie voor mij, zeer tot m’n spijt. Maar ’t is gek hoe gauw alles went, op ’t ogenblik zou ik gewoon geen zin in tennissen hebben. Ik ga nu steeds ’s middags slapen en dan wat wandelen met Axeltje, en de hele morgen ben ik ook thuis, hoewel de IEVA examens al een week aan de gang zijn. Er heeft een keurige IEVA prospectus in de krant ingevouwen gelegen, zondagmorgen. Dus elke abonnee kreeg zo’n ding. Ik heb de inhoud opgemaakt, verfraaid door Irene, maar tot m’n schrik heeft ze bij het bestuur een ijverige commissaresse vergeten, die zeer gebelgd is natuurlijk. Hopelijk is het een fout van de drukker. – Ik zal haar morgen dat boeltje brengen dat je in ’t pak stuurde. Ja, over dat pak hebben we natuurlijk ook net niet kunnen schrijven. We zijn er weer erg blij mee en Axel niet minder. Hok [2] pakte alles voor zijn neus uit en hij greep overal naar. Vooral het A.B.C. boek liet hij niet meer los en ook de ringen waar hij de hele dag mee speelt. Enig zijn die, hij kan ze er makkelijk afkrijgen maar nog niet er weer op. Dat vindt hij trouwens ook niet nodig! – Dat groene pakje, heb ik hem al aangedaan. Maar het middel zit te laag en de pijpen zijn te lang – het is echt fijn op de groei want op ’t ogenblik heb ik voor ’s middags nog 3 pakjes voor hem en dat is voldoende o.a. dat met de konijntjes en dat wat jullie op 6 december stuurden, beige met wit, dat staat hem wel zo buitengewoon! Iedereen roept er dan over dat hij al zo’n echte jongen is. De Juliana kalender is keurig, hij hangt in de voorkamer naast de boekenkast. De koekjes doen Axel’s gezicht ook helemaal ophelderen als hij ’s middags nog half slaperig uit zijn bed tuimelt. Vanmiddag alleen was hij juist erg wakker om half  5 omdat ik hem er om 1 uur al had ingelegd. Hok dacht dat hij slaap tekort komt en daar leek het ook wel op en het kan wel omdat hij ’s morgens de hele morgen in touw is en rondsjouwt; als ik thuis ben, hoeft hij ook niet in de box, want als ik in de tuin zit, kan ik precies zien wat hij uitvoert. – Het blikje zullen we ook met smaak verorberen – ik bewaar het zeer egoïstisch tot ik het zelf weer mag eten. Misschien als Em komt. Ze schreef juist haar programma van 25 tot 30 juni bij ons, enig zal dat zijn. [3] Wat jammer dat jullie onze De Jongh niet hebben kunnen ontvangen, maar wat enig dat Baukje geweest is. Zij zelf heeft die Bandoengse ziekte heel erg gehad. Maar bij mij is het blijkbaar nog in het beginstadium, fijn. Wij hoorden nog niets van haar, ze is een heel slechte schrijfster. Gelukkig dat ze geen spijt heeft, haar man alleen te hebben gelaten. Zij had het echt nodig er eens uit te zijn, kan ook niet tegen de warmte. – Morgen is Jan Schüller jarig – wij kochten zijn cadeaus voor Annie, omdat ze niet naar Bandoeng kon komen voorlopig, pas eind van de maand. – Dit weekeinde waren Houw en Fanny hier, erg gezellig. Ze moesten naar de opening van het Chinese Clubgebouw waar Houw keurig sprak, Hok moest ook mee, maar om mijn dieet hoefde ik niet, zeer tot Fanny’s spijt. De volgende morgen zouden ze naar Malabar en toen is Fanny ook maar bij ons gebleven, ze wordt erg mager, ziet er niet zo sterk uit. Ze droeg steeds een Sjanghai-dress, erg flatteus; ik heb er ook een geprobeerd en met algemene stemmen werd het toegejuicht! Ik zie mij al zó in de Kunstkring verschijnen. Fanny heeft haar haar afgeknipt en ze draagt een bril die haar niet flatteert. – MamaMamma had 2 speelpakjes voor Axel meegegeven, heel aardig en bierstroop over veel eten waar Hok van smulde. – Het Mijnbouwdiner van zondagavond is niet doorgegaan vanwege allerlei onenigheden, ook wat. Ik weet niet wat voor ruzies dat zijn, gelukkig bemoeien we ons [4] daar niet mee. –   Morgenavond is de IEVA bestuursvergadering, net op mailavond, ik snap niet dat Irene daar niet aan gedacht heeft, want ze schrijft tegenwoordig ook altijd. Het schijnt haar ernst te zijn om in augustus met Alex weer naar de kinderen te gaan, of ‘t een kleinigheid is! Ik hoop maar dat ze dan werkelijk een goed tehuis voor de kinderen vinden. – Geef Adri Buriks de rest van de IEVA boel maar mee en als je ze eventueel zou hebben of van anderen zou kunnen vragen, boeken voor onze nieuwe IEVA bibliotheek voor meisjes van 14 tot 24 jaar. Of moet Adri haar hele uitzet e.d. meenemen. Dan zal ze wel niet veel ruimte hebben. – Ik lees op ’t ogenblik “Im Westen nichts Neues” [1], ik ben altijd een paar jaar ten achter met m’n lectuur! Goed is dat geschreven, je kunt je indenken hoe vreemd zo’n frontsoldaat weer in de gewone wereld moet staan en zich moet voelen onder mensen, die allemaal hun theorieën over de oorlog hebben, maar er zelf nooit in geweest zijn. De Sparmannen zijn net terug uit China – ze zijn overweldigd door het sprookjesachtige Peking met huizen met jaden daken en rood-lakken zuilen en goud bestoven daken, wonderlijk mooi moet dat zijn. Ze zijn nu nóg verrukter van Chinezen dan tot nu en dat was al erg! – Onze edele djongos is van mijn fiets gevallen toen hij vis moest halen op de pasar – de hele kettingkast is gescheurd, maar ’t eten is veilig aangekomen! – Daarnet kwam een Chinees meisje van de Kweekschool, padvindster, ons opzoeken, Axel was erg toeschietelijk maar wou toch niet met haar zonder mij gaan wandelen. Veel groeten van Irene.  `

Eida.

[Randje pag. 1]

Laat Adri Buriks maar al haar boeken en schriften meebrengen. [5]

HOK

G. Met Eida’s kwaal gaat het gelukkig beter. We mogen van geluk spreken, dat ze bij Sparmann is geweest ondanks dat ze tijdens Sparmann’s afwezigheid al bij Rizzi was geweest. Rizzi schijnt Eidaa’s geval niet au serieux genomen te hebben, wat ons verbaast, daar hij toch zelf patiënten heeft, die daaraan sukkelen. Nu gaat het erg goed vooruit, ze mag natuurlijk nog niet aan sport doen: de ingewanden moeten rust hebben! Sparmann was erg tevreden met de vorderingen. Het strenge dieet moet nog een twee weken worden voortgezet. – Het pak was een succes, Axel begreep alleen, dat alles wat eruit kwam voor hem is. We hebben het niet gefilmd, daarvoor moet hij iets groter zijn. Erg bedankt voor de verrassingen die ook voor de ouders mee zijn gekomen. Het kegeltje van houten ringen is het grootste succes; die avond werd al het andere speelgoed uit zijn bed gesmeten, alleen de ringetjes mochten hem in zijn slaap vergezellen. Hij begreep gewoon niet waar hij al dat moois aan te danken had. Nu, erg bedankt hoor. Axeltje begint nu al een en ander te zeggen, Pappie, Mammie, Hokkie, zijn bij zijn Eidje gekomen. Ook zoiets als: ga je mee? Waar ben je? En ook begint hij al te zingen. Het lijkt er wel nog niet veel op, maar de poging ertoe is toch duidelijk. Een mooie stem heeft hij niet, dat hebben we al ontdekt. Heel leuk vindt hij “Moriaantje, zwart als roet”, waarmee hij naar bed gaat. – Binnenkort krijgt u weer een verrassing, als dank voor Axel´s pak. – Zaterdag de opening van een Chinees Clubgebouw bijgewoond. Wat kan men toch veel bij elkaar praten. En soms zo onnodig veel. Houw laat dat alles kalm over zich heengaan en doet zeer geïnteresseerd. Ik moet meestal moeite doen om te luisteren, liever, om wakker te blijven. – Het diner ter ere van de benoeming van het Hoofd Mijnbouw gaat a.s. zaterdag door. De herries komen hier, omdat de dames der Mijnbouw niet allen op goede voet met elkaar staan. Dat komt in de beste families voor. 

Dag Hok.

 

[1] “Im Westen nichts Neues” (1929) van Erich Maria Remarque, pseudoniem voor Erich Paul Remark. In 1930 wordt dit boek verboden in Duitsland en in 1933 al zijn boeken.

maandag, 11 februari 2013 10:32

1933-11-14

EIDA

14-11-‘33

Geliefden –

Axel zit op de kinderstoel met de deksel van de pot eraf. Het lukt nogal veel dat hij het erin mikt, maar snappen doet hij het, geloof ik, nog niet. Soms wel, dan gaat hij plotseling opstaan en dan blijkt dat hij inderdaad klaar is. Soms ook duurt het erg lang en alsmaar komt er niks, ik kleed hem weer aan om het over een kwartiertje nog eens te proberen, maar dan is ’t meestal al te laat. Maar gelukkig vindt hij ’t geen straf meer erop te zitten, in ’t begin wel. Maar hij doet het liever in de kinderstoel dan in kleine po, die ik in zijn bed zet. Die is ook wankeler. – Ja hoor, hij heeft het gedaan. Als ik altijd op het goede ogenblik de plas opving, zou je hem zindelijk kunnen noemen, volgens sommige mensen. Maar ’t is toch naar mijn mening pas zó, als hij waarschuwt en wacht tot hij op de po zit. – Ik zeef nu zijn eten niet meer. Hij eet dus zachte rijst met spinazie en worteltjes – met-de-vork-fijngemaakt, en tomatensap erover. Het smaakt vrij zuur en flauw maar hij vindt het nog steeds heerlijk. Hij moet morgen weer gewogen worden. Hij komt veel minder aan tegenwoordig, nog minder in 1 maand dan Menno’tje in een week ± 200 gram. Hij is ook geen dikzak meer, heb jullie dat ook al geconstateerd? – Ik hoop zeer dat jullie de film uit Soerabaja hebt nu; jullie denkt, geloof ik, dat als we schrijven dat we hem klaar hebben, hij de volgende dag in je brievenbus moet liggen! Maar jullie zult genieten en vergeten dat je er zo lang op hebt moeten wachten! – Van Em kreeg ik een brief, de eerste na haar vertrek op 28 oktober. Het is werkelijk, zoals Em ook schrijft, dat zij en ik door haar verblijf hier, veel dichter [2] tot elkaar gekomen zijn. Zij heeft ons in de jaren dat wij weg zijn, zó weinig geschreven dat we wel enigszins van elkaar verwijderd zijn geraakt. Maar nu hebben we onze zustervriendschap vernieuwd. Het is wel druk voor  haar dat de kinderen vakantie hebben!, de ouders hebben ’t dan in die tijd juist dubbel zo druk. – Van Anneke ook bericht uit Poerwokerto. Ze vraagt of we eind december al komen en of Hok met Thijs de Slamat[1] op wil. Maar Hok kan vermoedelijk geen vrij nemen, hoogstens 2 dagen. Het zou wel enig zijn als we met ons drietjes naar hen toe konden gaan. Axel wordt nu al zo groot dat hij langzamerhand de luier kan missen en dan is de bagage heel wat minder. – Er is een meisje Chavannes geboren, haar Ma ligt in ’t Ziekenhuis en voelt zich uitstekend. Weer een vriendin voor Axel! – We hebben 11 november luisterrijk gevierd. We zijn met Jeanne naar het Residentshuis gegaan, waar we op de voorgalerij het zingen der 3000 kinderen aanhoorden. Er was één wagen in de optocht, met de Vredesengel bovenop de aardbol, belicht door een schijnwerper. Op die bol stond Genève getekend op welke plaats 50 linten samenkwamen die ieder door een meisje werden vastgehouden, die een land voorstelden door een klein aardbolletje in hun hand met de naam erop. Verder droegen de kinderen alle soorten lampions. Het zingen alleen ging af en toe ongelijk, maar ’t geheel was toch indrukwekkend. We hielden ook 1 minuut stilte. Het gewaad der Vredesengel was door Jeanne genaaid, hetwelk in de krant gestaan had, waardoor iedereen er mij op aan zag. Ze had een jurk tot halverwege het been gemaakt en men was zeker bang voor de inkijk, want de rok was samengeknoopt om de benen wat ontzettend lelijk stond. Als ik Jeanne was geweest, had ik de Engel zelf op de bol gedrapeerd want iedereen ziet haar erop aan [3] of mij!! Tek Bheng was die dag naar Tjipitier[2], een onderneming waar hij voor 8 maanden kan waarnemen als hij wil met een salaris van ƒ 250.- en alles vrij: huis, water, licht. Is het niet fijn voor hem. Het is vlakbij Buitenzorg dus de afstand is wel groot van hier, maar ik ben zo blij voor Jeanne. Tek Bheng aarzelt het aan te nemen, maar we hopen maar dat het lukt. We hebben hem al flink uitgescholden! Jeanne ziet er overigens goed uit tegenwoordig, ze is weer vrolijk en gelukkig, dus dat is alles fraai. Schrijf nog niks of zeg nog niks over Tek Bheng’s kans op die baan, want het is geheim. Als het doorgaat moeten ze al met 1 december erheen. Op 11 november kende Jeanne ook enige dames doordat ze ook geholpen heeft met het versieren van de Vredesengel wagen. Ze is er dus al zo’n beetje “in” want, voor een maand kende ze hier ongeveer alleen ons. – Het is nu 7.15 n.m. Axel ligt in bed of liever hij stond nog toen ik wegging. Ik laat het licht tegenwoordig branden, want hij houdt van veel licht om zich heen, net als Omie! Ook houdt hij veel van buitenlucht als Opa! Vanmiddag werd hij om half 6 wakker en brulde maar door onder het aankleden net zolang tot ik hem in de wagen zette! Maar daar het regende konden we niet gaan rijden, maar op de achtergalerij vond hij het best zolang hij maar naar buiten kon zien. – Ik ben weer bij de tandarts onder behandeling, vanmorgen haalde hij eerst 3 vullingen uit een kies om in plaats van een vierde maar 1 grote erin te leggen. Van de kies bestaat overigens niet veel anders meer dan de wand met een zenuw helaas! In Indië zijn de mensen kleinzeriger, ik ook! Het nieuwste is dat er een spoelworm uit me gekropen is (hij was al dood!), slechts 1, die geen spoor heeft nagelaten, dus méér krijg ik er niet. Het is net een regenworm, maar heeft geen slechte invloed hoegenaamd op het lichaam. Je krijgt het door ongaar varkensvlees of door verpulvering van rattenvuil. – Gister was een grote receptie van de directeur van G.B., De Jongh, wiens dochter trouwde [4] en die zelf met pensioen gaat. Ze hadden de Schouwburgzaal gehuurd en daar allemaal tafeltjes en stoeltjes gezet, bovendien was er een band. We hebben ook fijn gedanst en een glas champagne gedronken. Helaas was het feest maar alleen van 7-9. Daarna hebben we nog bij de Ter Haar’s nagekletst. Ik ben met nog een paar gegaan als IEVA bestuurslid omdat zij onze “ere-presidente” is en Hok met de Ter Haar’s. Ik wilde eerst 2 maal gaan, later weer met Hok, maar het was helemaal niet officieel, we werden niet eens afgeroepen, zodat ik met Hok niet weer kon gaan gelukwensen. Het geheel was zeer geanimeerd. – Vanmorgen zou ik weer plastisch dansen[3], maar Mevr. van Praag was aangekleed toen ik kwam. Ik heb toen met haar gepraat daar het samen dansen me absoluut niet bevredigde en ik gemerkt had dat zij evenmin erg enthousiast was. Ik heb toen gezegd dat ik ’t maar niet meer deed en zij was er blij om! Ik vond het toch niks prettig meer omdat zij zo’n heel andere opvatting heeft als ik en ik me er niet van kan losmaken. Ze was verbaasd over m’n zelfkennis; inderdaad het enige waar ik al een beetje knap in ben – is in het kennen van mezelf! Zo is dat dansen dus ook weer van de baan. Misschien dat ik nog eens van een ander ga les nemen. – De jonkjes van Tommy, Peter (wit) en Paul (donkergrijs) zijn al vrij groot. Ze kunnen al zelf uit de mand komen en van een bord eten. Paul heeft werkelijk een zwart gehemelte als een echte chow[4]! – Ik heb een stukje uit het Haags maandblad geknipt over “een gast” door Mevr. van Hille, ’t is enorm goed; toch een fijnvoelend mens. – Erg fijn als jullie voor Axel een pakje stuurt op 6 juni; die 6 december is wel de beroerdste dag van ’t jaar, hoewel er toen het liefste jongetje ter wereld (!) geboren werd. Dien stuurde een schattig kiekje van haar met Dieneke, ’t is heus een beeldschoon kind met bolle wangetjes. De IEVA meisjes zullen een katoenen jurk voor me maken. Ze zijn al ver gevorderd in ’t kostuumnaaien. – Ik schreef vast wel dat ik dat Hongaars houtsnijwerk erg mooi vind. Houw zal er vast blij mee zijn.

Dag Eida. [5]

HOK

G. We hebben deze week niet anders dan regen gehad. Arme Axel, die nu ’s middags zijn wandelhalfuurtje moet missen en in zijn stoeltje of in de wagen naar de druilerigheid moet kijken. Hij wordt met de dag ongeduriger van dat stil moeten zitten. Gelukkig is zijn verkoudheid nu over, zodat we met hem een eindje om kunnen rijden. Dat vindt hij meer dan prettig, zeker even prettig als in zijn wagentje. Hij zit dan ook parmantig tussen ons in en weigert elke steun, ook wanneer we een bocht om moeten. Hou je hem even vast, dan krijg je een douw van zijn elleboog, alsof hij zeggen wil: handen van me af! Tijdens onze maaltijden mag hij mee aanzitten. Tegenwoordig mag hij dan meeknabbelen; een droog korstje brood vindt hij al meer dan heerlijk. We leren hem wat lopen door hem terwijl hij tegen de rand van zijn box of bed steunt een voorwerp, bijv. mijn polshorloge achterna te laten gaan. Dat doet hij al heel aardig. Meestal wordt hij van dat niet kunnen krijgen van het begeerde voorwerp na twee of drie maal heen en weer gaan ontzettend nijdig. Schudt heftig met zijn hoofd en aan je mouw. Van tijd tot tijd lukt het zindelijk maken ook. Zijn spelletje is momenteel nog altijd het kiekeboe spel. Dat doet hij reuze aardig. Meteen een goede training voor zijn knieën. Over de rand van zijn bed hebben we een luier hangen, om te beletten dat hij de verf van zijn bed afknabbelt. Bij het kiekeboe spelen gaat hij telkens achter die luier hurken. Dit laatste doet hij al erg goed. – Bedankt voor de belangstelling in mijn gezondheid. Mijn verkoudheid is sinds de pet en mijn warmere kleding overgegaan. Vrijdag volgden we de eerste les over theosofie, getiteld: Is wetenschappelijk onderzoek van het occulte mogelijk? Wel interessant, maar nu en dan debiteerde de inleider wel bokken. Zo bijv. over de afstamming van de mens. Maar dat is hem niet kwalijk te nemen. Ik ben erg benieuwd naar de volgende lessen.

Het schijnt dat er zeer ernstige plannen zijn om bij de aanstaande salarisherziening (1 april) geen voorpraktijk meer in rekening te brengen. Dat zal ons een hoop schelen. We zullen dan erg in salaris achteruitgaan. De nieuwe regeling, waarvan nog zeer weinig bekend is, schijnt de positie van de importkrachten zeer achteruit te doen gaan. We moeten tenslotte toch maar blij zijn, dat we nog niet werkeloos zijn. Te mogen werken is tegenwoordig een gunst!

Dag HOK

Ons filmtoestel moet helaas in reparatie. De lens is ontsteld, zodat er geen scherpe beelden meer te krijgen zijn. Erg jammer. Ik hoop dat het in orde komt.

 



[1] Gunung Slamat = de berg Slamat  ten Noorden van Poerwokerto.

[2] Tjepetir vlak bij Buitenzorg. Hollandse onderneming voor landbouwkundig onderzoek voor Inlandse cultures.

[3] Elsevier juli 1929: “er wordt tegenwoordig zoveel gedilettanteerd in de Nederlands danskunst: hetzij rythmisch, plastisch en expressionistisch dansen etc. etc.”.

[4] Tommy is een Chinese keeshond of chow chow. Kenmerk o.m. zwarte tong en gehemelte.

woensdag, 05 december 2012 08:57

1945-12-19

Australian Red Cross Society
unofficial)
FOR SAFETY
In your letters do not refer to:
The name of your ship or other ships in the convoy, or its escorts;
The date of sailing, ports of call, or probable destination;
The description of troops, the location of your Unit, or any other 
information which, if intercepted, would be of value to the enemy

  

EIDA

Lieverdjes – Net hoor ik er dat geregeld vliegpost gaat, dus haast ik mij jullie wat te schrijven om ongerustheid over mij weg te nemen – Aan het schrift kun je wel zien dat ik het links presteer – met wat meer oefening zal het wel beter worden – Ja lieverdjes we staan in het leven steeds voor verrassingen – maar denk niet dat ik ongelukkig ben – Ik was na de kamptijd zo erg gelukkig dat ik Hok zo terug kreeg zoals ik mijn hele huwelijkstijd geweten heb dat hij zou kunnen zijn: zo vol werkelijke goedheid en liefde voor mij en iedereen, dat ik maar steeds bij hem wilde zijn – die laatste 9 dagen in ons eigen huis waren een tijd van intens groot geluk we waren volkomen één – en ik prijs mezelf gelukkig dat ik dit heb mogen beleven –  Geen mens kiest het tijdstip van zijn dood en is het niet mooi te mogen sterven als je gelukkig bent en volkomen gezond en recht van lijf en leden? – Als één van de weinigen kwam hij volkomen gezond het kamp uit na een interneringstijd waarin hij geen ziekte gekend heeft al sliep hij ook weken op de grond – Al die 2 jaar had hij geen matras maar lag op jutezakken – een aanbod van een matje wees hij als te luxueus van de hand! – Zijn graf is hier in de tuin van Borromeus waarop onze zaal uitkijkt – deze zelfde zaal waarin ik lag na Gijsberts geboorte – we hebben hier wel veel herinneringen! Gelukkig dat de kinderen er zo goed vanaf gekomen zijn en ik betrekkelijk ook – want ik genees weer volkomen twijfel er niet aan! De kogel ging door de humerus – er is alleen een gat, geen versplintering en in m’n hand heb ik overal gevoel –  ik masseer m’n hand uren lang per dag en nu kan ik alle vingers alweer strekken – Er zijn 4 foto’s van gemaakt [2] en het blijkt heel goed te zitten – Ik wandel al weer rond, zelfs ging ik vanmorgen even naar ons huis kijken – het is niet te geloven maar het is volledig één ruïne – ± 25 huizen – Jullie zult ook niet geloven dat deze vriendelijke bedaarde landbouwers en gewezen trouwe bedienden zich laten opzwepen tot wilde horden moordenaars en brandstichters, die elk mens dat ze tegenkomen neerleggen. Gelukkig kreeg Hok een kogel door z’n long – ik troost me maar met de gedachte dat hij niet geleden heeft – Al onze vrienden zijn zo ontzet en waren direct zo ontsteld dat ze niet gedurfd hebben onze goederen nog te redden – Die 1e december is alleen het dak + de voorkamer uitgebrand – De volgende morgen is Jo Waal de kleren van de kinderen gaan halen terwijl er in die buurt nog steeds geschoten werd – een militaire politieman redde 1 koffer van Hok, waarin gelukkig zijn laatste film van zijn tournee door Sumatra – al Hoks kleren ben ik kwijt – hij had na de kamptijd van links en rechts allerlei gekregen, het éne paste beter dan het andere, maar hij zag er altijd keurig uit meestal in khaki. Al mijn kleren zijn ook gered maar de koffer met de stoffen en allerhande naaigoed ontbreekt ook – Van ons hele zilver is nog alleen de vlalepel over, terwijl ik naar het kamp nog diverse couverts heb kunnen meenemen. Maar ook dàt is blijkbaar overbodig in het leven! 

Jullie schrijft ook over afstand doen ik kan me indenken dat jullie ook heel wat hebt moeten vernietigen en achterlaten – heb jullie onze films  nog? De onze zijn allemaal weg – Ik kreeg zo’n genoeglijke briefkaart van Mia over alle clubgenoten, alles nog bij het oude, alleen aanwinst van kinderen bij Bep en Malie – Ik verlang er steeds meer naar jullie [3] aan mijn hart te drukken – Ik hoop maar dat we bij jullie kunnen komen – Ik heb me opgegeven voor evacuatie naar Holland – Hok heeft me steeds weg willen sturen – het enige waar ik voor voelde was Holland maar omdat wij allen gezond waren,  kwamen wij niet in aanmerking, bovendien wilde Hok liever naar China, waar hij direct werk zou kunnen krijgen  – We wilden geen van beiden het kamp meer in en omdat Hok tot een ras behoorde dat bij beide partijen goed staat aangeschreven, meenden wij in een gewone straat veilig te zijn – maar juist werd die straat tot vernietiging uitgekozen – Toen de huizen tegenover ons in brand stonden heb ik nog gedacht dat ze wel verder langs ons zouden trekken – geen moment ben ik bang geweest en het laatste wat ik nog tegen Hok heb gezegd: “wees maar gerust, er gebeurt ons niets!” En toen waren ze al begonnen onze ruiten in te slaan en ging Hok voor de laatste maal van ons weg – Toen ik misschien een kwartier later ging kijken –  lag hij op de grond, naar ik meende bewusteloos, geen moment is het bij mij opgekomen dat hij dood zou kunnen zijn – Het was zowat 7 uur ’s avonds en al donker, ik heb zijn verwondingen niet kunnen zien – Ik heb nog zo wat een uur gewacht op hulp, niet denkend dat in een door de Engelsen beschermd gebied in zo’n toestand geen hulp zou komen. Ik ben toen naar het Ziekenhuis gelopen, waar 100den gezonde Hollanders met rode kruizen om, stonden òm te hangen – Ze beloofden mij Hok te zullen halen ik kon hen verzekeren dat de horden waren afgetrokken – maar de helden hebben niet gedurfd – De hele nacht wachtte ik in Borromeus op bericht van Hoks komst en – hoewel ik me Hok niet anders dan levend kon voorstellen, begon ik ook rekening ermee te houden dat hij ook wel eens zou kunnen sterven – Zo was ik volkomen rustig toen mij de volgende morgen het bericht werd verteld – Axel was eerst erg overstuur maar [4] nadat ik met hem had gepraat heeft hij het ook aanvaard en heeft hij zijn gevoelens in energie omgezet en haalde hij nog allerlei uit het huis het gevaar negerend, hij bracht manggas mee, schilde ze voor me en voerde me en was vol zorgen. Lisaatje zorgde maar steeds voor Gijsbert als een goed moedertje maar ook haar moest ik troosten steeds weer – Maar na een paar dagen bracht Tan Ping Ie ze met een auto het kamp in naar Em – Emma durfde het kamp niet uit te komen omdat het steeds onrustig was in de stad maar de 15e rende plotseling m’n drietal de zaal binnen gevolgd door Emma – ze hadden mee kunnen rijden met een auto – Wat een vreugde dat begrijp – ik kreeg veel verhalen over Sinterklaas, de kampschool, over Axels a.s. verjaardag e.d. Em heeft ze zo fijn mee laten doen met het Sinterklaasfeest en ook Axels verjaardag waarop hij zich al zolang verheugd had, heeft ze echt tot een feest voor hem gemaakt al was hij juist doodmisselijk van een wormenkuur – Ze kwamen die dag ook weer bij mij nu met Anneke R  – Ik kreeg veel bezoek van Chinese kennissen, ook Nico Beudeker zag kans hierheen mee te rijden – hij was wel verbaasd me wandelende te vinden en rustig en opgewekt – een Chin.- dame brengt me af en toe een lekker groenteschoteltje of heerlijke soep en pisang – Mien Tan Ping Ie liet me veel lekkers brengen door haar kinderen –   

19 Dec. Vandaag is het verband van m’n arm geweest. De wonden zijn mooi genezen, morgen zal de nieuwe dokter naar de stand van de arm kijken. M’n beenwond is al zo goed al genezen – Ik zit nu aan een tafeltje te schrijven en denk erover gauw ook het kamp in te gaan, Em heeft een bed voor me. Ik bof toch maar dat zij hier zit en niet Batavia – het spijt me zo dat ik Thijs nog niet gezien heb en dat hij Hok niet meer heeft meegemaakt – Ik hoorde nog niet van hem of Houw , een brief van Bat. naar hier duurt 1 tot 3 weken! – Lieverdjes tot spoedig – kreeg je m’n EX POW vliegbrief ook van begin oktober met Dirk als afzender? Wees erg omhelsd Eida.

[Randje (boven) pag. 4]

Omhelsd met Moeders verjaardag en genoeglijke Kerstdagen – Het spijt me zo dat ik jullie weer zo’n schrik op het lijf gejaagd heb, maar alles zal goed zijn, als we maar eerst weer bij elkaar zijn. Maak je vooral geen zorgen om mij want ik heb jullie gezond nodig.

[Randje (zij) pag. 4]

We kregen weer een gezellige brief van Zus Anne – ze verzond veel warme kleren voor ons, lief en attent – Van Jan Drost wist ik niet – er zijn erg veel eenzame vrouwen, maar

[Randje (onder) pag. 4]

wat een vreugd als je ouders nog in leven zijn! ••••

[Randje (boven) pag. 3]

Laat deze brief door niemand anders lezen – hij is alleen voor jullie.  Hoe is het toch met Joost en Adrienne gegaan? 

dinsdag, 04 december 2012 19:28

1939-09-08

EIDA

8 sept.’39

Geliefden –

Dit is de eerste brief aan jullie sinds het begin van deze oorlog, waarover wij ons kunnen verheugen – voor het eerst kun je dit van een oorlog zeggen. De Nazi’s zijn tegen de lamp gelopen, goddank en niets zal er van ze overblijven. Ik heb idee dat het niet lang zal duren, gezien de stemming in Duitsland zelf, waar men geen oorlog wil en nu al in ’t geheim aanplakbiljetten op de muren plakt, die onplezierig zijn voor Hitler c.s. – Wij kochten zaterdag een radio en hoorden meteen Chamberlain’s stem de oorlogsverklaring uitspreken. Vanaf toen hebben wij geregeld naar de Phohi , Zeesen  en Daventry  geluisterd, zodat we goed op de hoogte zijn van de verschillende propaganda methodes. Wat de Duitsers niet al voor doorzichtige nonsens omroepen is niet te geloven, vind je niet. Gisteravond vond ik het bepaald vermakelijk te horen hoe wreed de Polen wel niet zijn en hoe Nederland de andere neutralen en Amerika vol bewondering zijn voor hun snelle opmars zodat alle Amerikaanse kranten grote portretten van Hitler in Polen op de frontpagina plaatsten!! Hok hoorde dat de Duitsers nu koptelefoons kopen zodat men niet kan weten naar welk station ze luisteren!! Enig. Ik blijf vertrouwen op het gezonde verstand van de Duitser boven de 25 jaar, al spraken wij hier Duitsers, die zelf aan hun volk twijfelen en ons fantasten vinden dat wij denken dat enige propaganda tegen Hitler succes zal boeken. – De omroep van de Engelsen is sympathiek, rustig en humoristisch hè – wij zijn zó blij dat we alles nu van nabij kunnen meemaken: want deze tijd is wel een heel belangrijke tijd dat de mens opstijgt boven het materiële en veel voor zijn idealen overheeft – de wereld is wel geweldig vooruitgegaan sinds de Wereldoorlog  en de mensen die zeggen “ja zie je, we zijn blijkbaar nog niet rijp voor vrede”, hebben het mis, want wel wij zijn zover, maar alleen Hitler c.s. moet even [2] hardhandig zijn onrecht aan het verstand worden gebracht – Fijn dat de luchtpostverbinding dóórgaat – Met de Athenia  torpedering hebben ze het bij de Amerikanen nu al volkomen verbruit en enige malen per dag wordt vanuit Zeesen ontkend dat een Duitse U-boot de dader geweest zou zijn, alsof de Engelsen een van hun eigen boten zouden torpederen en dan nog beschieten ook! – Dinsdag luisterden de kinderen naar het kinderkoor uit Batavia en Axel haalde zijn Hollandse herinneringen op wanneer bij Omie en Opa het kinderuurtje was. Om kwart na 1 zijn altijd nieuwsberichten – ik schrijf dan alles op en geef het Hok telefonisch door, die het weer aan zijn collega’s vertelt! soms luistert er één mee aan Hok’s toestel, dat een extra luisterhoorn heeft. – Hok zit nu de hele avond aan de radio, wanneer hij niet uit moet.ππ ßHij is gevraagd in de Commissie van Onderzoek van de Loge en moet daar geregeld voor uit voor besprekingen e.d. – We hebben hier nader kennisgemaakt met een pas aangekomen geologen echtpaar Simons, waarover je ons eens schreef. Zij is aardig en fris en vindt het erg naar in pension te zitten en niets onder handen te hebben, waarop ik haar gister heb voorgesteld om de leestrommel en bibliotheek van de Vrouwenbelangen te helpen reorganiseren, wat ze heeft aangenomen, erg prettig – vanmorgen heb ik alles eerst zelf nagezien en stapels tijdschriften van Huisvrouwen-verenigingen weggebracht voor werkelozengezinnen e.d. een geweldige opruiming; huisvrouwenbladen horen m.i. niet in onze trommel, laat staan in onze bibliotheek, die overigens minimaal klein blijkt te zijn. – Met dit zaakje zit ik nu ook opgeknapt en nu zoeken we een bibliothecaresse – we hebben iemand op het oog – een meisje Rutgers met rood haar dat bij ons op het Gym geweest moet zijn, ongeveer van Em’s jaar – herinner jij je haar, Mam? – Dit meisje Simons heeft nog nooit zich met deze Vereniging bemoeid, hoewel ze in Holland 10 jaar “werkende vrouw”; ze is van de kant van “politiek [3] is rot” en, “daár bemoei ik me niet mee” en dergelijke – ik heb gister me schor gepraat tegen haar om haar van het belang van ons streven te doordringen en tijdschriften meegegeven; maar bij zulke mensen dringt het nooit zo gauw door – Ze deed in Holland veel aan Zionisme, dus ze voelt meer voor afscheiden, terwijl wij streven naar een band tussen alle rassen! Maar ik zal haar niet laten schieten! We hebben de 2 mensen die we kwijt wilden, nu uit het bestuur en kijken uit naar aanvulling. – Thea Hermans bracht me net een boek mee “Gone with the wind” – Ik had haar dringend verzocht me geen verjaarscadeau te geven, maar nu zei ze dat dit ook niet voor mijn verjaardag was, maar voor de morele steun die ik haar had gegeven toen ze erg in de put zat over een conflict met de schooljuffrouw van haar zoontje. Aardig hè! – Vanavond hebben we Kunstkring: Stotijn – Ketting –  Feltkamp (opgenoemd in volgorde van waardering!) vandaar dat ik nú schrijf – het is half één. De kinderen waren eerst naar het zwembad gegaan, maar daar gekomen merkten ze dat ze de kaart hadden verloren – tegen twaalven kwamen ze weer aangezet – gelukkig zaten er nog maar 2 op de knipkaart. Axel is anders zo precies, hij breekt of verliest nooit wat. Ik heb nu een bloes voor hem met lange mouwen en manchetknopen, die ik indertijd cadeau kreeg – ik mocht de mouwen er niet afknippen van hem en nu heeft hij hem na het bad wéér aangetrokken omdat hij hem zo mooi vindt – hij wordt steeds netter op zijn kleren, erg prettig want van al dat wassen wordt de boel niet mooier – M’n reorganisatie van de tuin is nog in volle gang – Ik heb 2 dagen met de centimeter het pad langs afgemeten, overal is het nu 1 meter, de rest wordt helemaal gras, maar eerst moet de oude kalkgrond afgegraven, dan strooien we mooie aarde en daarop de graszoden en het brede oprij pad naar de garage wordt helemaal opgehoogd – We zijn nu bezig de lelijke keien eruit te zoeken; het grint dat overblijft wordt dan aan de kant gelegd, dan hogen we het op met de lelijke keien en daarop weer grint, zodat de tuin van gelijk- [4] matige hoogte is overal; daar de tuin erg helt is het moeilijkste om de schuine lijn te krijgen, die gelijkmatig naar het huis toe oploopt – het is verbazend aardig werk, al is het langdurig – Wanneer ik zo’n hele morgen lelijke stenen heb uitgezocht, is het een genoegen op het pad te wandelen en het te bekijken, het is dan zichtbaar opgeknapt. –

Ik wens jullie geluk met jullie geridderde schoonzoon! We lazen het in de krant – ze wisten het blijkbaar zelf tevoren niet maar ze troffen het dat ze naar Sarangan gegaan zijn, anders hadden ze ook een receptie moeten houden, zoals hier het departements-hoofd – die receptie was overigens erg genoeglijk – We spraken weer eens allerlei mensen, zoals de Ortten, bij wie we gauw eens op bezoek gaan – Ze waren al bij ons vol verhalen over Europa.

Hoe is het nu bij jullie? Heb je al distributiekaarten? en wát krijg je met die bonnetjes? Wat zijn die dingen al erg in Duitsland en dan ook nog verzwaarde belastingen en wáárvóór, voor een oorlog in een land, dat de Duitsers niet eens begeren, “hoe lang nog?” zullen ze het slikken? Ik was met Thea op het Openbaar gehoor om de Resident namens de Vrouwenbelangen geluk te wensen met de verjaardag van de Koningin. We hebben erdóór gekregen dat er officieel dames “toegelaten” worden! Gelukkig hebben er meerdere vrouwen van dit voorrecht (?) gebruik gemaakt!

Hok vertelt dat die jonge Simons nú al op reis moet de rimboe in – ik denk haar onze logeerkamer aan te bieden voor die 14 dagen, want alleen in een hotel in een voor haar nog vreemd land, is minder prettig misschien – We hadden daarnet een reuze gedoe met het kalmeren van onze buurman, die 11 jongens in huis heeft, waarvan een paar met stenen gegooid hadden, die op ons huis terecht kwamen en in onze tuin – hij wilde de politie erbij halen en hun ouders op een onderneming opbellen – ik zei hem dat ik hem smeekte van een mug geen olifant te maken; gelukkig was hij op het laatst wat kalmer; ik hoop voor de jongens dat hij ervan afgezien heeft – het zijn zulke echt aardige jongens – hij mag blij zijn dat hij ze in huis mág hebben! Dag Eida. [5]

HOK

G. Ik wens u geluk met Dirk’s decoratie. Wat lijkt dat nu lang geleden! Er is zoveel in de wereld gebeurd in die tussentijd, dat we ons nauwelijks meer kunnen herinneren wat de vorige dag gebeurd is. Wij hopen dat u aan niets gebrek zult hebben en dat Holland niet in een oorlog wordt gewikkeld. Dat zou erg verschrikkelijk zijn. Gelukkig dat alles erop wijst dat zowel Nederland als Indië erbuiten zullen blijven. Eida schreef reeds dat we nu een radio hebben (een Erres KY 227[1]). We kochten hem de vorige week zaterdag, dus vlak voor de oorlogsverklaring en kunnen nu alles van nabij volgen. Ook de Radio-oorlog! Hier is het een uitzondering wanneer er iemand pro-Duits is. Ieder is blij wanneer het Nazi-gouvernement weer wat tegenslag heeft. We denken dat Engeland en Frankrijk zeer goed geïnformeerd zijn over Duitslands binnenlandse toestand door de vele Duitse vluchtelingen. – Wat lijkt Holland plotseling weer ver, toen de vliegtuigen niet vertrokken. Een tijdje werd hier gevreesd voor de Japanners. Maar dat is weer achter de rug. – Eigenlijk kunnen we ons de oorlog nog niet geloven, maar wanneer het gelukken zal het Duitse volk weer vrij te maken, dan is het offer dat de geallieerden brengen, niet te groot. We hopen op een binnenlandse ineenstorting in Duitsland en dan is Europa misschien rijp voor een vrede. Maar niet een vrede van Versailles, maar een verstandige vrede, die alle oorlog bant! – Axeltje hebben we van de verschrikkelijkheden van een oorlog verteld; hij vroeg op een ochtend: “waarom moet men oorlog voeren, wanneer men een stad niet krijgt. Dan zeg je toch: het kan me niet schelen, hou jij je stad maar, ik heb haar niet nodig”. Zo zegt hij ook, wanneer Lisa hem haar speelgoed niet wil afstaan. Axeltje vindt oorlog nu even erg als wij, en protesteert wanneer een kind op school er erg luchthartig over denkt. Ik eindig, ben met mijn gedachten ook op het Papaverhof, en hoop dat u het ideaal waarvoor de Engelsen vechten, ook deelt, zodat het gemakkelijker wordt de verschrikkingen van de oorlog, en de terugval der mensen te aanvaarden.

Dag Hok. 9/9/’39

 



[1] Erres KY 227 of een VDH’tje 227: een Van der Heem radio.

maandag, 05 november 2012 21:03

1929-06-11

HOK

Bd. 11 juni “29

G. “Mailen” een nieuw werkwoord in ons vocabulaire! – Zo zitten we dan met ons vieren in de studeerkamer en pennen. Thijs zit nu nog te springen op zijn stoel aan zijn bureau, want hij is bezig te vertellen van zijn a.s. juristencongres met zijn te verwachten diners en officiële ontvangsten waarbij jacquet verplichtend is. Drie dagen[1] zijn we reeds op tanah Djawa (= Javaanse grond); wat een boel hebben we niet meegemaakt. Maar laat ik vooropstellen, dat thuis alles prachtig is afgelopen, vooral dankzij Houw, die nu eens getoond heeft wat een mensenkennis, organisatietalent hij heeft. Een vreemde gewaarwording na tien jaar weer terug te komen[2]; hoe anders zie je alles terug. Niet alleen omdat alles veranderd is: de boompjes, de kinderen zijn gegroeid, de wegen zijn alle geasfalteerd, ..... maar ook omdat wij zelf veranderd zijn. Welk een beklemmende indruk gaf me de overdadige weelde van planten langs de wegen, precies als in Medan. Geen plaats haast is onbegroeid. Alles op elkaar gedrongen; beklemmend was het op de weg van Batavianaar Buitenzorg. Toen de Preanger, waar ik geboren en opgegroeid ben[3]. Een mooier geboorteland kan ik mij niet indenken. Niet meer die opeenstapeling van struiken en stammen, maar open velden, sawah-velden tegen de helling van de vulkanen, met veel boomgroepen, waaronder de kampongs, daarachter als afsluiting de slanke vulkanen in en blauwe waas en daarboven de lucht met zware stapelwolken. En we snelden in onze eigen auto voort – Houw als luxe chauffeur – langs mij bekende wegen, genietend van het weerzien, van de verrassende veranderingen, van het terug herkennen, ..... afstanden die in mijn herinnering zo reusachtig leken, bleken kleiner te zijn, het is net of alles dichter bij elkaar ligt, ik was toen ook veel, veel kleiner en in onze prille jeugd lijkt alles zo groot; majestueuzer zijn me de bergen geworden én omdat ze werkelijk majestueus zijn én omdat ik nu open oog ben voor de pracht van de natuur. En ons huis naderde. – Mijn moeder is oud geworden. Ze is zwaarder en grijs geworden. Ons huis, wat in mijn gevoel niet ons huis is, omdat we er vroeger nooit in gewoond hebben – het werd voltooid na mijn vader’s dood en toen waren we reeds van huis weg, en kwam in dat huis de beruchte executeur te wonen waarmee we nu last hebben, en wijzelf kwamen met vakantie steeds bij “Tante”[4] in huis – vond ik vreemd. Merkwaardig ik voelde er me niet te huis. [2] Alles was vreemd. Dank zij Houw’s zorgen, is er voor onze komst glansrijk gezorgd. De accommodatie is wel niet die wat wij in grote steden gewend zijn, maar toch stukken beter dan die van Saint Nicolas. Alle eer aan Houw, die koning is van onze kampong. Zoals hij de mensen voor zich weet te winnen. Heel hartelijk was mijn moeder, zij was heel blij, ofschoon zij het natuurlijk niet op Europese wijze uitte; hartelijk waren alle familieleden, die voor mij vroeger wat betekend hebben en nu ook zeker nog wat betekenen zullen. Moeder, die ik Baboe (= verzorgster) noem gaf Eida een mooie gouden ring met drie prachtige briljanten, mijn oudste broer gaf ons ƒ 100,- voor een cadeau. U kunt wel begrijpen hoe blij mijn moeder was, hoe zij met alles kwam aandragen, mij vertelde hoe zij haar leven had ingericht – tuinieren is haar lievelingsbezigheid; we kregen ook alles van onze eigen tuin te eten – ik ben haar lievelingszoon. Volgens Anneke en Eida lijk ik op haar en lach ik precies als zij. Een tante [EIDA: “de” Tante] van bij de 70 kwam naar ons toe, wat ik van haar ten zeerste waardeer, als u weet dat bij ons de gewoonte is, dat de jongeren naar de ouderen toegaan. Dat was de tante die ik Moeder noem. Ze was heel, heel blij met ons, de vorige dag was ze al bij mijn moeder geweest om te kijken hoe onze slaapkamer was ingericht. Zij was voor ons een en al goedheid: haar huis voelde ik aan als mijn thuis.

Merkwaardig dat ik het gevoel had van twee moeders en met u drie te hebben. Eida had precies hetzelfde gevoel [EIDA d.w.z. dat Hok daar 2 moeders had!]. – Als voorbeeld van Houw’s mensenkennis is dat hij Thijs en Anneke vóór onze komst eerst bij ons heeft gebracht, opdat Anneke, Eida op alles zou kunnen voorbereiden. Wie anders dan Anneke zou Eida kunnen voorbereiden, omdat zij immers objectiever tegenover alles staat, dan Houw of ik – We trokken toen verder naar een Tante in de buurt: de vrouw van mijn gestorven voogd[5], van wie we legaten hebben gekregen, al is het nu nog op papier; de ontvangst was natuurlijk niet hartelijk. Houw zei tegen haar zoon: “zeg je moeder, dat wij niet gekomen zijn om haar te spreken, wij komen alleen om eerbied te betuigen aan de nagedachtenis van onze voogd!” Wij moesten deze ceremonie verrichten, maar deden het tevens om haar te tonen dat wij broers niet door intrige of wat dan ook van elkaar te verwijderen zijn en elkaar nadeel zullen berokkenen, dat zij dus met ons drieën als met één persoon te rekenen hebben, en bovendien nam Houw voor dat bezoek de Tante mee, die wij Moeder noemen, om te tonen dat zij achter ons staat. En die Tante [3] wordt door ieder gerespecteerd. En Eida heeft natuurlijk de harten van een ieder gestolen. Die oude Tante vond het bijzonder aardig, dat Eida ook meedeed met “passang hioh (= wierookstokjes branden) voor het huisaltaar der respectievelijke ooms, d.i. de eerbiedsbetuiging voor de ziel der afgestorvenen. De eerste keer (dat was voor het altaar van de voogd) keek Eida alleen toe; toen zei Tante (die ik Moeder noem), waarom ze niet mee deed. Waarop ik antwoordde dat zij eerst wilde toekijken, omdat wanneer ze onhandig met de ceremonie was deze als parodie kon worden opgevat. – Bij de man van die oude Tante – een oom, die zoals uit zijn boeken gebleken is ons ƒ 18.000,- voor onze studie heeft gegeven; de voogd, die ons legaten gegeven heeft, heeft slechts de lopende zaken behandeld, maar met ons eigen geld betaald, wij hebben nu nog geen inzicht in zijn boekhouding, maar Houw denkt dat er iets niet in de haak is in zijn beheer van ons erfdeel, maar zeker is dit nog niet – en die van mijn vader heeft Eida met alles meegedaan: wierookstokjes in je handen houden, even opheffen, en dan op zijn chinees groeten, tot grote verrassing en vreugde van mijn twee moeders. – Wat een etnografische studies zijn er niet te doen. Erg veel hebben we meegemaakt: de ene middag en nacht bij mijn familie heeft zoveel nieuwe indrukken gebracht, dat die zeer lang lijkt. Maandagochtend trokken we met de auto van Tante, die ik Moeder noem, weg naar Bandoeng, beladen met allerlei proviand in de vorm van koekjes, die alle in de smaak gevallen zijn, van vruchten: pisangs vindt Eida zalig, djeroeks = mandarijnen, en allerlei goede wensen. Aardiger heb ik deze familieleden me niet kunnen voorstellen. Werkelijk zij zijn zeer breed van opvatting en gezien het feit dat we in de diepste binnenlanden wonen, dat hun schoolse ontwikkeling niet groot is, is het zeer te roemen. – Dat is onze kennismaking met thuis. Kort maar intens. Alle familieleden die ons gunstig gestemd zijn, hebben we gezien en gesproken, hebben wij voor ons gewonnen. Meer konden we niet verwachten.

Zo kwamen we in Bandoeng, alweer een nieuwe omgeving, ontvangen door Anneke, die ons haar eigen slaapkamer afgestaan heeft. Ik heb al voorspeld, dat wij Thijs en Anneke langzamerhand uit hun huis zullen verdringen. Nu zitten zij al als logé van ons, want zij slapen in de logeerkamer, over een week zijn we de baas in huis en moeten zij erg lief tegen ons zijn om er nog te [4] mogen blijven. Pénétration pacifique! Het huis is heel gezellig en keurig ingericht, sinds de boot het eerste huis dat schoon is, aldus Eida. En ik sluit mij bij die mening aan. Adi is een Soendanees, ik heb al een paar woorden Soendanees met hem gewisseld, maar veel Soendanees durf ik niet te praten, omdat ik alleen het grove ken. (= laag Soendanees). Anneke en Thijs zien er beiden patent uit. Anneke is een voorbeeldige huisvrouw. Ik zei haar, dat ze al een voorbeeldige huisvrouw was, waarop beide zusters die zeer veel met elkaar te bespreken hadden, opvlogen zeggende dat dat vanzelfsprekend was, als je [EIDA zo’n Moeder hebt] zolang bij je Moeder in de leer bent geweest. Eida krijgt van haar een hoop raad.

Gisteren ben ik voor het eerst op G.B.[6] (= Gouvernements Bedrijven) geweest om mij bij mijn hoogste chef te presenteren. Aardige mensen. Ik zal wel nooit uitgezonden worden naar de buitenbezittingen. Als ik er zelf geen moeite voor doe zal ik van Indië wel niets anders zien dan mijn bureau en mijn huis. Vandaag ook even op bezoek geweest op de bureaus der heren van de Sumatra kartering. Enkele oude kennissen gesproken. Ook zijn we op zoek geweest naar paviljoens, maar nog geen resultaat. We doen alles op ons dode gemak af; ik hoef nog niet te beginnen met  mijn werk. Ik mag wegblijven totdat we klaar zijn met alles, wat zeer prettig is. Er is nog zo’n hoop te doen. Van Bemmelen hebben wij nog niet gezien, hij zit op de Bromo.

Houw wordt administrateur van een theefabriek van de oude Tante. Ik vind Houw fantastisch dat hij dit doet, omdat het is om de ereschuld die wij aan die familie hebben, af te doen. Ik eindig met deze brief die zo weinig samenhang toont. We hebben alle vier gescheiden geschreven, over onze nieuwe indrukken.[7] Nu moet een van u maar de inhoud van de vier brieven samenvatten.

Dag Hok.




[1] Aankomst in Tandjong Priok met de Pieter Corneliszoon Hooft was op 8 juni 1929. Zie: brief 1929-06-05, p. 3.

[2] In 1919 vetrokken Hok en Houw naar Holland om te studeren. Hok is dan 17 jaar.

[3] Hok is geboren in Tjipadang, vlakbij Tianjoer richting Sukabumi, waar zijn vader Tan Kiat Tjay een rijstpellerij had. Na de dood van zijn vader in 1909, groeide hij op in Tjidjoho (ook vlakbij Tianjoer) waar zijn oom Tan Kiat Hong (oudste broer van zijn vader) een rijstpellerij had. NB Tan Kiat Tjay ligt begraven op Pasir Hayam dat ligt tussen Tjidjoho en Tianjoer. 

[4] “Tante”, ook wel “de” Tante of de oude Tante, is de vrouw van Tan Kiat Hong: Phoa Hian Nio geb.1861. Zij was in 1919 dus 68 jaar. Deze tante werd door Hok “Moeder” genoemd. Hok noemde zijn biologische moeder “Baboe”.

[5] Voogd van Hok was de jongere broer van Hok’s vader Tan Kiat Guan (Tjilakoe), die de erfenis van Hok en Houw beheerde. Zijn enige zoon was Tan Sin Liong (1915- ?, een aangenomen zoon). Zijn vrouw is de “Valse” Tante (zie brief 1929-07-02).

[6] Gouverments Bedrijven is een gebouwencomplex waarin tijdens de koloniale periode vele Overheidsinstellingen waren gevestigd. Hok werkte op de afdeling Mijnbouw (onderafdeling van de Geologische Laboratoria) in het gebouw waar nog steeds het Geologisch Museum Bandung is gevestigd (Jl. Diponegoro 57, voorheen Rembrandtlaan). Aan de overkant op nr 22 staat het gebouw Gedung Sate (torentje met saté stokje: 1917, architect J. Gerber) waarin nu het Provinciaal bestuur van West-Java zetelt.

[7] De brief van Hok is als enige bewaard gebleven.

maandag, 05 november 2012 20:28

1935-08-30

EIDA
30 aug. '35.
Geliefden – M'n echtvriend is vertrokken voor 3 dagen om de Tjeremai te beklimmen met Buck en anderen. Dit is ter ere van de verjaardag van de koningin, hoewel dat nu wel geen feestdag zal zijn door het ongeluk van Astrid, wat ontzettend! Ik hoorde dat ze ook in oktober haar baby verwachtte, wat zal die Leopold ellendig zijn en een Koning heeft nog wel geen tijd voor privé-verdriet, 't is alles wel heel erg. – Axel zit op de po!,'t is tegen half 8; over een uur begint de Vivos, een lezing over Berlage – vanwege de oude relatie mag ik die toch niet missen!, hoe vaak hebben wij zijn naam niet geschreven!, en vanavond zal Bep Einthoven ons van zijn werk vertellen. – Deze tussentijdse brief is dus door mijn verjaardag, ik vind het leuker dat ik nu over alles kan vertellen – het pak was weer geweldig geslaagd – een beeldige Liberty stof – waar alle bezoeksters ook verrukt van waren en die beeldige ketting erbij! En wat een schat van een nachtjapon, ik zal er opzij een splitje in maken want 't is zonde als ik hem in 't Ziekenhuis niet dragen kan – het is eigenlijk enorm geslaagd om zo vlak vóór de gebeurtenis jarig te zijn. Dat wollen pakje [2] voor de baby is ook zo'n engel – ik kan me voorstellen dat Immy het praktisch vindt, ik heb ook nog een roze wollen truitje toevallig, dat zou er onder kunnen bij erge kou, anders een katoenen, die ik ook bezit – Truitjes heb ik bij bosjes, 15 stuks! – ik heb overigens nog geen plaats besproken in Borromeus – De dokter Boon heeft eergister als voorproef voor mij, zijn eigen vrouw verlost. Hij heeft kans gezien om zijn zoon gezond en wel eruit te halen ondanks een te korte navelstreng, die bovendien om het halsje zat – dat is toch een prestatie, dunkt me. Maar om op het pak door te gaan: weer zulke lekkere koekjes en een engelachtig boekje, waar ik me erg op verheug, wat een vreugdevolle titel! – En een fijne ladderophaler, die al zijn diensten gedaan heeft op een broekje voor de baby bestemd. Bedank Mies van IJzeren ook vast voor haar schoentjes, beeldig zijn ze, je kunt niet geloven dat ze zelf maakte. Ik heb nu 8 paar daarvan, tenminste genoeg! – Hok en Axel hebben me ook zo verwend en Em en Henk en Riek niet minder. Hok heeft zo'n polyfoto (48 stuks) laten maken van Axel + Tommy en gedeeltelijk met Hok zelf erbij. Hij is weer erg geslaagd, alleen wou hij niet lachen, maar wel [3] z'n fijne lachje dat je kunt zien als hij iets grappig vindt maar het wil verbergen. We hebben ook nog heel veel kiekjes van Soekaboemi, die je wel per mail krijgt. – Hok gaf me verder een beeldig armbandje passend bij m'n andere bijouterieën, zilver met zwart, die Anneke zich misschien herinnert, en weer een potloodje omdat ik het mijne weer eens kwijt ben en verder zaad van Tommy, en chocolaatjes van Tommy's baby! – Axel vond het zo slecht van Hok dat hij eerst de vorige dag de cadeautjes opborg, dat hij er vreselijk om huilde en mij maar naar de kast meetrok en erg verheugd de volgende dag dat hij het me mocht brengen; later sleepte hij Emma's pak aan op zijn schouder en Hok dat van jullie, al zingende en hoera roepende – Axel vindt het ook al fijn om feest te vieren. In Emma's pak zaten voor hem 3 vliegmachinetjes van diverse kleur, waar hij enorm verrukt van was; en van Hok een portefeuilletje voor 3 kiekjes, voor zijn kroost + vrouw, enig; en voor mij ook een beeldschone nachtjapon met striksluiting op de schouders en verder allerlei voor de baby wat zij zelf maakten, de meisjes en zij; alles stalde ik [4] op de piano uit en 't was er overvol, vooral toen Henkje nog een mand vruchten + bonbons bracht en Riek een keurige tas, geweldig veel. 's Morgens kwam Julie Chavannes toevallig de goerita's brengen, die ik mag lenen, dus kon ze ook meedoen aan taartjes en slagroom. Jeanne had zich vergist en kwam zeer plechtig gister aanstappen met Tek Bheng. Kwam goed uit, want we hadden Henk en Riek te eten en gingen 's avonds naar Cor Ruys – de Bucks kwamen ook nog en Elly Linn – nu weet je al onze intiemere kennissen. Tek Bheng heeft waarschijnlijk een baan, die verdeeld is over Buitenzorg-Bandoeng en Semarang – 't schijnt echt iets voor hem te zijn, reuze fijn. Jeanne komt steeds meer bij van de kalmte, zonder zenuwopwindende omgeving en Tek Bheng is ook veel aardiger. – Hok en Henk hebben zich niet erg geamuseerd bij Cor Ruys, "Apotheek de Ooievaar" – we hebben toch erg gelachen, maar zij vonden het erg grof en aan Henk merk je alles direct, dan wordt hij stil – na afloop aten we nog de hors d'oeuvre bij ons thuis, maar Henk had reuze slaap – 't is beter om zaterdag jarig te zijn – de volgende maal gaan we 's avonds ook maar niet uit, [5] want het was een erg gehaast. – Gister aten Jeanne en Tek Bheng nog eens bij ons en vandaag is onze jongen bekaf, dat ik hem maar naar huis stuurde, hoewel ik zelf ook uit moet. Enfin, Axel slaapt altijd erg rustig. Nu geliefden – jullie worden zeer bedankt voor je bijdrage in de feestvreugde – hoe is 't in Den Haag, genieten A. en Th. van alle oude herinneringen? Pimmetje sloot weer haar ogen van zaligheid toen ik vertelde dat jullie nu weer in Den Haag was. – We waren nl. zaterdag in Buitenzorg, aten bij Mamma en Fanny en bezochten Pim en Emy en Jan. Ik vroeg Pim hun adres, dat was de handigste manier. Ze waren pas 1 dag in hun huis! En niets veranderd – We hebben zo gezellig gepraat –
Nu gegroet,
Eida.