Super User

Super User

maandag, 29 oktober 2012 14:57

1930-08-05

EIDA

[Tekening schouder kimono] 

5 aug. ‘30

Geliefden.

De telefoon belt, maar ik ga net schrijven, dus laat ik me niet van m’n stuk brengen; Hok moet zich dus in zijn pyjama hijsen – gelukkig is het ook voor hem. Ik hoor hem over tochtjes spreken, en telkens tracht ik hem er weer vanaf te houden vanwege: de dure maand! Maar een vrindje van Hok moet hem er telkens bijslepen als fâcheux troisième! Af en toe moet ik ook bemiddelen, maar ik heb geen tijd. – De hele morgen naaide ik als een bezetene aan een nieuwe kimono, waarmee ik veel succes had bij Hok; maar waarin het me werd verboden buiten de slaapkamer te komen! De schouders zijn nl. opengewerkt en nu zal ik er weer netjes een stukje onder zetten vanwege de “geraffineerdheid” en dan moet je me zien met m’n puntbuikje! Overigens is het kimonomodel afkomstig van Mevr. v. Vianen en via Anneke bij mij gearriveerd – aldus verwacht je er geen “geraffineerdheid” van – maar enfin: mijn echtgenoot staat op zijn stuk en dan is het, punt. – Vanmiddag heb ik niet kunnen slapen vanwege het wiegvraagstuk. – Het is heus een ramp – al 3 maal zijn Hok en ik de stad in geweest – zonder succes. Gister wandelden we winkel na winkel af. Het vervelende is dat je hier in alle winkels moet staan, zodat ik het niet bijster lang volhoud. Wat moet daarvan worden … Ondertussen zit jullie misschien in de Harz, als de laatste berichten juist blijven. Als je maar goed weer hebt – het is nu in Europa wel een ellende, Italië is er wel het ergst aan toe, al laat Mussolini nu berichten rondsturen als was er niets te doen en alle verwoeste huizen alweer op hun plaats. [2] – Het babyraam zit ten tweede male in dezelfde muur, alleen nu enige centimeters hoger. Daar hebben we wat gezeur mee gehad – de aannemer was steeds een en al brutaliteit tegen mij, zodat Hok er een morgen voor van kantoor thuiskwam, al was ’t dan maar één kwartiertje. Vanmorgen heb ik Hok er 5 maal over opgebeld, binnen ’t halve uur! Ik moest eigenlijk een uitgebreid verslag aan Mevrouw Feher sturen, zodat ze zo’n medelijden met ons krijgt en ’t ogenblikkelijk betaalt. – Ik moet je nog vertellen dat Dirk Rempt zei dat Vader zo enorm Maleis sprak dat hij alle moeite had om het te kunnen begrijpen! Hoe volmaakt zul je over 1½ jaar spreken?! – Verder m’n gelukwensen aan het Haagse Gymnasium dat Jansen dan toch eindelijk 65 is geworden. Het is toch erg dat zo iemand zo lang daar vast zit zonder dat daar wat aan gedaan kan worden. – Ik wist niet dat Oom Johan ook al van school zou gaan, een mooi feest kreeg hij hè. Ik ben blij dat Tante Lyda ervoor overkwam, zou ze eindelijk Oom Johan gaan waarderen? Overigens is het juist ± T. Lyda’s verjaardag als je dit leest, dus alweer gelukwensen. – Emma’s beschrijving van Lily Bondam + echtgenoot is fraai – vooral dat Lily zich zonder dieren dood zou vervelen! Toch niet leuk als je vrouw zulke dingen in je bijzijn vertelt! – Wat reuze dat er zoveel mensen aan het pak voor 28 aug. meewerken – we verheugen ons er enorm op. – Er is al een aankondiging gekomen van een brief uit Groningen, maar de douane vertrouwt het zaakje niet en ik heb eerst toestemming moeten geven om het te laten openen. Aldus is onze nieuwsgierigheid nog niet bevredigd. – Het is tegen etenstijd d.w.z. ’t  is nu 7.15 uur,  en [3] dan eten we altijd zo wat boterham. Het zuur stijgt me al op uit de gronden der maag – deze beschrijving is overigens poëtischer dan de smaak van dat vocht. Het is heus ongelooflijk dat één maag, al is ’t misschien gesteund door een kleintje (!) zoveel zuur kan produceren. Ik heb enige nachten mijn rug + hoofd ondersteund door 4 kussens, d.w.z. 3+1 goeling en zo trachtte ik mij in dromenland te begeven op mijn rug liggend-zittend, waarlijk een statige houding! Overigens heeft mijn geliefd “stuitje”  daaronder geleden, zodat ik nu weer mij slechts tot één kussen moet wenden. M’n maag produceert nl. ook een soort gas, hetwelk mij niet toestaat plat te liggen. Het ergste vindt X-je het als ik me op m’n zijde gewekt heb. Ja, zo gaat het – maar als je overdag maar goed bent, n’est-ce-pas! Ik moet er overigens welvarend uitzien, Anneke verbeeldde zich een onderkin te kunnen constateren – maar wij mogen nu met ons tweetjes 2x zo dik zijn als een “enkel mens” – logisch of niet – O zo! – Ik heb voor ƒ 1.10 kranten en blikken verkocht – wat leuk is dat! Kranten zijn hier enorm veel waard 20 cent de honderd. – We zijn sinds 1 juli zelf op het A.I.D. (Algemeen Indisch Dagblad) de Preangerbode – we deden eerst tot nu toe samen met A. en Th., maar het is toch lastig, want dan krijgen we opeens van een paar dagen gelijk en zwoegen we een hele avond, en nu bij ’t ontbijt en de thee en als we tijd hebben. Alweer een riks in de maand. Wat een geldmaniakken zijn we hè! We hebben net ƒ 65.- opgeborgen in de linnenkast van rimboegelden; er komt nog ƒ 26.- bij en er gaat nog ongeveer net zoveel af aan langganan, wat Hok allemaal heeft meegenomen, dus waar het al niet goed voor is, als je man een poosje weggaat! Over dit [4] geval, denkt Katy niet zo, geloof ik. Ze praat tenminste steeds met een grafstem. Het is ook wel naar dat ze sinds Jaap weg is, nog niets van hem gehoord heeft. Er komt misschien ook maar eens per maand of zo een boot van Flores naar hier. Bovendien 8 weken is veel. Enfin, het is voorlopig maar voor 1 jaar. Heel wat geologenvrouwen hebben langer alleen gezeten! – Ik schreef nog niet, geloof ik, dat Mevrouw Ter Haar erg verrukt was van de roze schoentjes, die ik maakte. Gelukkig maar dat ze erkent wat een werk het is! Vooral om 2 gelijke voeten te maken! Dat doet me steeds denken aan jouw ongelijke poppenmouwen, Maatje! Aan Anneke Harloff  heb ik ze nog niet gebracht. Ze is nog steeds bij haar moeder en heeft plotseling een avond alle verschijnselen van een naderende bevalling vertoond, maar het bleek alleen een soort darmcatarre! Ook een mop. Gelukkig dat ze niet alleen thuis was. – We hebben net een neefje van Hok op bezoek gehad, 3e klas HBS, erg klein, nogal vlot. Hij zegt “Enko” tegen Hok: broer en u. Het mooiste is dat Hok niet eens weet hoe hij heet. Alleen zijn achternaam! Dus wij zeggen maar: “dag! en jij”. – Gister aten we zalige taart bij Lenie en Walter, er was een mooi gezelschap van A. en Th., Deetje ten Erp + man en wij. Thijs was de oudste der mannen en A. der vrouwen! Het was heel gezellig – maar ik voel me tegenwoordig helemaal niet meer thuis in converserende gezelschappen – ik kan me er moeilijk toe zetten om maar te converseren, over wat dan ook. Misschien komt het van de baby en gaat het weer over. – Onze portefeuille is deze maand al begonnen d.w.z., de tijdschriften moeten helemaal uit Holland komen, zodat we ze op zijn vroegst 1 sept. krijgen. We hebben ons voor een jaar [5] moeten verbinden. Het lijkt me reuze fijn en in februari krijgen we “opslag”. – De moeder van Marietje Jager Bruining is weer terug naar Holland – er is geen gevaar meer voor haar leven, in tegendeel ze wordt steeds levendiger, al loopt ze alleen nog maar van ’t bed naar de stoel. Maar ze heeft ook heel wat mee te dragen, van ’t liggen is ze enorm dik geworden, ze moet net als ik al haar jurken verwijden! Vanmorgen belde ze me nog op, we kunnen het heel goed samen vinden. – Als ze m’n stem maar hoort, begint ze al over de wieg – ze is erg begaan met ons kind in een kale wieg! – Moeder, zal ik staaltjes van de kant van de lakentjes insluiten, de entre-deux ± 10 cm van boven, de andere bovenaan de kant. Leuk dat er zoiets bij elkaar passends bestaat, al is het lastig dat je ’t alleen aan de deur kunt kopen. We hebben geen notie waar die kerels wonen. Eigenlijk stom van ze dat ze geen winkel hebben, dan zouden ze nog heel wat meer verkopen. – Hok is al heftig bezig over de vermakelijkheidsbelasting die morgen in de gemeenteraad behandeld zal worden. Hij zal wel niet veel tijd tot schrijven hebben – hij beweert zelfs helemaal niet. Hok hoeft overigens niet eens naar de zitting toe morgen, want zijn zittingen beginnen pas in september. Dag hoor Eida.

 

Fijn succes met de kraampjesdag! Reusachtig veel ƒ 600.-

 

Wat vinden jullie van:

Elza (naar Moeder: Elisabeth) Anthonia (naar Vader)

Elza  Aleida

Mariska, naar niemand, voor de mooiigheid

Melanie, naar niemand, voor de mooiigheid (voor mijn gevoel te Frans)

[6]

HOK

G. Bedankt voor de betalingen aan diverse boekenleveranciers in Duitsland. Voorlopig zullen we wel niet zoveel geld bij u deponeren kunnen, daar we nu zeer krap zitten of liever zullen zitten. Ten eerste de maand van de geboorte ?-je, dan belastingen. We moeten deze komende maanden onze belasting over 1½ jaar betalen – tot nu hebben we nog niets hoeven te betalen. Het geld dat ik in de 12 dagen rimboe verdiend heb, nl. ƒ 130.- is er een peulschilletje bij. Gelukkig krijg ik in het begin van het volgende jaar verhoging en ook is mijn voorschot dat ik bij mijn komst alhier ontving terugbetaald, zodat ik dan mijn salaris zonder enige korting in handen zal krijgen. Dan zullen we weer rijk zijn, weliswaar nog niet rijk genoeg om ons door een auto te laten rijden. – Morgen is een Raadsvergadering waarvoor ik uitgenodigd ben, ter kennismaking. Je maakt kennis met allerlei problemen die tot nu ver van mij lagen, maar toch zeer interessant. Ik ben maar weer Oom Izak’s boekje over economie gaan bestuderen. Je hebt er nu eigenlijk meer aan dan toen je het leren moest. –

X-je, wiens naam nog altijd niet definitief vastgesteld is – dat zullen we pas weten wanneer hij(zij) aangegeven is – is in de laatste tijd zeer roerig. Zijn wiegbekleding is er nog altijd niet. Zijn kamertje is ook nog niet klaar. Aannemers zijn grote boeven. Die ervaring hebben we nu al.

Dag Hok.

maandag, 29 oktober 2012 14:57

1930-07-29

EIDA

29 juli ‘30

G.

M’n mannetje zit weer op kantoor en tracht weer in de tredmolen te lopen, zoals Ter Haar dat noemt. Overigens was hij voor een uurtje net even thuis om me te helpen tegen de aannemer van ons babyraam op te treden. Het moet er nl. weer uit! Toppunt. – Van buiten horen nu eenmaal ramen op een hoogte te zijn en dit raam zit ongeveer 10 cm te laag. Alles was juist klaar naar des aannemers beweren en ik kon hem niet overtuigen dat hij slecht gewerkt had, hij gooide alle schuld op de timmerman, die er verantwoordelijk voor is. Want hem gaven we de opdracht. De timmerman is zo stom geweest die aannemer al te betalen, nu al, vóór het klaar is en die man heeft nu alles zo beroerd mogelijk gedaan, de verf was niet van goede kleur, de manier van verven was allersmerigst. Wat een gezeur hebben we hiermee, want nu duurt het weer minstens 10 dagen voor de kamer klaar is, reuze vervelend. – Kasan is vanmorgen net klaargekomen met het witverven van Hok’s kleerkast, die in de babykamer moet blijven en daarom ook wit moet zijn. Het begon er nu al juist leuk uit te zien, want het is er een stuk lichter geworden, door het grotere raam. – Marietje Jager Bruining, die juist weer in Borromeus ligt, maakt zich doodongerust dat de wieg niet op tijd klaar is – ik heb haar gerustgesteld met de mededeling dat het zo erg veel werk niet is, dat bekleden. Op ’t ogenblik heb ik nog  2½ lakentje te doen met kant en oprijgjes, hetgeen nog wel 2 dagen neemt. Daarna kan ik vast gordijnen maken voor de ramen, [2] al zal ik dan nog een poos moeten wachten met ophangen. Dan wil ik nog kussens van ’t zelfde maken voor in de zalige rieten “zoogstoel”, verder een tafelkleedje en een kapstokkleed, als althans de kapstok daar blijft hangen. – We hebben schattige dingen van Mevrouw van Vianen gekregen: een “complet” van heel dun wit crêpe met lichtblauw omgehaakt, een buisje (soort hempje), een overgooiertje, een keepje, allerliefst. Het is leuk zulke dingen te krijgen. De 2 paar roze sokjes of schoentjes voor Mevr. Ter Haar en Anneke Harloff zijn Goddank af. Mevrouw Ter Haar vond ze erg leuk toen we ze haar brachten. Ze verwacht de baby al ongeveer over een week. Haar man is dus net op tijd terug. Ze heeft het al een keer gehad dat de baby net kwam toen haar man pas 1 dag de rimboe in was en ze is wel af en toe bang geweest dat het nu weer zou gebeuren, want haar man helpt haar altijd erbij en trekt de baby de eerste luier aan! Leuk hè. – Ik heb plaats besproken in Borromeus, klasse II A, net waar Anneke in gelegen heeft. Het zijn 2-persoons-kamers. Anneke Harloff gaat de eerste 3 dagen 1e klas om uit te kijken wie de geschiktste is om mee samen te liggen. Het zou grappig zijn als we net tegelijk waren. Het mooiste is dat zij helemaal klaar is. – Ze maakt nu als maar beeldschone gewaadjes van roze zijde. Het kind zal werkelijk een fondantje lijken, ’t is te hopen dat het een meisje zal zijn... – De kokki heeft gezegd dat ik vast een meisje kreeg want zij heeft 3 jongens gehad en dat zat heel anders! Ze heeft ook gezegd dat ze graag wou helpen baden en kleden als ’t nodig was, want dat ze precies wist hoe dat gaat. In elk geval prettig dat ze er zich ook op verheugt. Vanmorgen was ze geschrokken, zei ze dat de toean midden in de morgen thuis was; ze dacht dat de baby [3] opeens was gekomen! Ik zie me al op een onopgemaakt bed in m’n eentje! Voor hen zou dat een klein kunstje zijn! – Wat wen je er gauw weer aan samen te zijn. Hij kwam zaterdag om kwart na 2 thuis, doodmoe en we zijn nog steeds niet bij geslapen, ik ook van de weeromstuit! Hij is pikzwart, werkelijk ongelooflijk; zijn rode kleurtje moet ook weer terugkomen. Maar verder ziet hij er best uit en ze hebben het erg plezierig gehad. Van zijn eten is zeker 2/3 over, wel 10 blikjes en 15 kati rijst (= 18 pond!). Misschien wil Westerveld het overnemen. Hij gaat alweer weg over 14 dagen. Hij en Van Raalten, die samenwonen, kwamen zondag direct kijken hoe Hok het gehad had en speciaal moesten we het verhaal van de schorpioen horen. Dat zal Hok wel schrijven. – Donderdagavond at ik bij Juffr. Potjer. Ze zegt geen “je” tegen me, maar schijnt te wachten tot ik haar permissie geef om me te tutoyeren. En ze is n.b. ± 35 jaar. Aldus wacht ik ook. Bovendien heb ik er niet eens erge neiging toe. Toen we net klaar waren met eten, om ruim 9 uur, kwam er opeens een auto binnenrijden en hoorde ik Anneke fluiten. We waren geheel verstomd en ik nog verstomder toen opeens Dirk Rempt voor me stond! In 11 jaar niet gezien. Hij is wat dikker geworden, praat Indisch langzaam, verder niet verouderd hè. Het is allergekst zoals ik daar Dirk ontving ten huizen van een ander. Maar Dirk is altijd even bedaard. Ik vind hem enig! Ook de verhalen die hij doet, een gewiekste handelsman. Hij vond het een genoegen te constateren dat hij zo familieziek was, dat hij expres voor Hok en mij over Bandoeng een nacht gekomen was, waar hij niet eens heen hoefde. – Erg jammer dat Hok er nu [4] juist niet was. Dirk vond ons huis erg leuk, vooral de donkere kleur en het model van de meubels. Hij zei: “jullie hebben nu dezelfde smaak als wij”. We zijn nl. na een kwartiertje bij Juffr. Potjer weggegaan en ik mee. Ik moet haar nog mijn excuses maken dat ik zo weggelopen ben. – Vrijdagavond is Houw gekomen. Hij is erg goed en moet zelfs tennissen van de dokter; maar daar hij zo aan kalmpjes-aan gewend is, kan hij er niet toe komen. Zaterdagavond, toen Anneke ook hier was en Houw weer kwam om Hok te zien, hebben we hem uitgescholden over zijn luiheid, maar dergelijke dingen laten hem allemaal ijskoud. – Wel gefelici-teerd met het Buitengewoon-voorzitterschap van Thijs. Hij boft maar weer. Dit hebben ze dan toch eens vlug behandeld, binnen een maand! Fijn voor Anneke dat ze voorlopig niet aan verhuizen hoeft te denken. – Morgenochtend gaan A. en ik samen in de auto van oom Ru boodschappen doen. Althans ik heb alleen goed voor de wieg nodig, maar dit is nog eens een makkelijke manier om in de stad te komen. – Ik heb jullie verleden keer vergeten met je broertjes te feliciteren. Tot dinsdag toe was ik vast van plan ze zelf te schrijven, maar ik kon niet tot zoveel brieven komen en tante Jenne is ook al jarig geweest – en ikzelf al gauw, en daarna volgt misschien X-je! Eerstdaags krijg ik een lijst van wat ik voor de baby mee moet brengen naar Borromeus. Wat een merkwaardige gewaarwording zal ik in september weer rijker zijn. – Ook kan ik me erop verheugen dat ik het merken zal wanneer ik buk en tegen fietsen niet opzie! Dag Eida

[5]

HOK

29 juli ‘30

G. Ziezo, ik ben net terug van mijn escapade. Fijne variatie op het zitten op een kantoorkruk. Jammer dat zo’n geologenbestaan niet te combineren is met een intensief gezinsleven. En bovendien, is zulk een bestaan slechts dan prettig als je gezond blijft en dat zal vanzelfsprekend niet altijd het geval zijn. Je moet veel hygiënische inrichtingen van de stad ontberen. De grootste infectiebron lijkt mij het badwater, tenminste daar waar je als badkamer of liever als badgelegenheid de rivier hebt. Voordat je het weet, heb je het water door je neus binnen. En dan te weten dat zo’n kali meteen riool is, van de hele kampong. Het enige wat we doen kunnen is, niet onvoorzichtig te zijn, waar je het in je hand hebt alle voorzorgen nemen, en dan vertrouwen op je goede gesternte en op de weerstand van je lichaam. Het lichaam kan tenslotte uit eigen kracht ziektekiemen doden. We hebben ettelijke kilometers per pedes apostolicum afgelegd. Een ander vervoermiddel was niet goed denkbaar. Langs de voetpaden zie je meestal niets. Het beste is het gesteente in de rivier te ontbloten. De geologische tochten gaan dan ook bijna zonder uitzondering door de rivieren. Voor natte kousen en schoenen moet men niet bang zijn, ook niet voor blaren of wonden aan de voeten. Deze moet je natuurlijk met de uiterste zorg behandelen. Ik heb dankzij purol, dankzij puttee’s geen last van mijn benen gehad. De anderen – we waren met ons drieën – wel. Maar dat kwam omdat ze alleen op schoenen (Ter Haar zelfs op tennisschoenen), zonder kousen liepen. Op het laatst heelden hun voetwonden niet meer, én door het smerige water en doordat het bloed niet meer de nodige heelkracht bezat. – Mijn rimboejongen behoort tot de beste van zijn soort. Mijn avondeten varieerde van kippensoep tot de fijnste kroketjes, van macaroni met spek tot de fijnste gebraden kip. Zulk een luxe is niet overbodig na een vermoeiende dag. De rimboejongens zijn zo getraind dat zij zodra je thuiskomt, je direct de schoenen uittrekken en je een jonge klapper voorzetten. En warm dat het er was, tenminste gezien de kleur van mijn huid. Heel veel van de hitte heb ik eigenlijk niet gemerkt. Je ging met het grootste genoegen in de zon [6] uitrusten. De streek is maar zeer schraal begroeid. Het is op enige bergen na geheel ontbost. Vandaar ook dat er in de droge tijd watergebrek heerst, en dat er over de rivieren bijna geen bruggen zijn, want in de natte tijd is er zoveel water, dat niet al te stevige bruggen gewoon weggeslagen worden. Meestal waren we ’s ochtends reeds op stap en thuis kwamen we meestal om 2, maar vaak ook werd het 5 of 6 uur. U kunt begrijpen dat het slapen niets te wensen overlaat, al is er nog zoveel lawaai om je heen. En lawaai kunnen ze maken! Vooral de wakers, die steeds wat met elkaar te bepraten hebben. – Ik heb altijd onder een klamboe geslapen, wat wel benauwd was. De anderen deden het niet, malaria muskieten waren er toch niet. Op de laatste nacht bleek dat een klamboe, wanneer die niet ingestopt werd, geen onschuldig ding te zijn. Mijn klamboe heb ik nl. nooit ingestopt, omdat er toch niet veel muskieten waren, en daardoor hing hij op de grond. Met het gevolg dat ik bezoek kreeg van een schorpioen, een insect dat niet tot de sympathiekste behoort. Hij steekt en geeft je meteen een giftinjectie. Het bewuste beest stak me in mijn kuit en het gevoel dat je kreeg was hetzelfde als wanneer iemand je met een sigaret brandde. Ik droomde dan ook dat iemand dat bij me deed. Natuurlijk direct klaar wakker. En direct was dat gevoel in mijn lies. Toen wist ik dat ik door iets gebeten was. Ter Haar heb ik gewekt en verzocht me te behandelen. We hebben namelijk voor beten of steken van giftige dieren een zeer probaat middel, nl. een snede met een Gillette mesje en dan kaliumpermanganaat in de wond. Daarna melk. Dit recept heb ik dan ook toegepast. En van de steek heb ik niet veel meer gevoeld dan wat stijfheid. Het beest was gelukkig niet zo groot, anders kon je er meer last van krijgen. (1 dag koorts + de nodige overgeverij). Onze terugreis werd aanvaard met ons 90-gen. Een autobus vol koffers! 

Dag Hok

maandag, 29 oktober 2012 14:56

1930-07-20

EIDA

Zondagavond 20 juli ‘30

Liefjes –

Midden in een brief aan Mevrouw van Gilse (net een mail te laat, en als Houw er niet over geschreven had, had ik het helemaal vergeten), begin ik aan jullie. Ik moet toch even me met iemand na verwant voelen! Dat ventje van mij is nu precies 7 dagen weg, we zijn nu over de top van de berg en kunnen aftellen – nog 6 dagen! Ik wen er overigens al aan. De eerste dagen zijn het saaist. Deze gedachte vertelde ik vanmiddag juist ook aan Juffrouw Potjer, je weet wel de ex-praeses van de Vivos. Maar zij dacht juist dat het in het begin “een opruiming” zou geweest zijn, daar ze dat gevoel altijd heeft als een logee weer vertrokken is! Dan is het huis weer van jezelf! Een echtvriend is toch wel wat anders dan een logee, tot die wetenschap zijn we nu dus gelukkig gekomen. – Van wetenschap gesproken: sinds vanmorgen zijn we aangesloten bij een leestrommel (Vader, is dat geen mooi Hollands woord, vertel het aan het A.N.V.), die aanspraak maakt op de naam artistiek-wetenschappelijk met enige concessies aan een andere Mevrouw en mij nl.: “het Kind” en “Leven en Werken”. Verder hebben we het niet kunnen schoppen. Ik had nl. graag ook “De Vrouw en Haar Huis” gehad, zij ook. Maar daar de 2 andere aanwezige dames o.a. Katy daar niets aan vonden, konden de mannen het met een gerust geweten negeren. Het was overigens een “heet vuur” vanmorgen, ondanks dat het juist een uurtje goot. Dat hele zaakje moest ik alleen opknappen en daarom heb ik Hok des te erger [2] gemist! Eerst had ik gister een potje met A. en Th. zitten schelden op die gewilde artisticiteit van die mensen en in het bijzonder van Katy. Katy leent zich daar nl. zeer voor. Ik bedoel voor uitschelden. Ze staat altijd onder iemands invloed en nu Jaap er niet is, logeert een Meneer Tielrooy bij haar. Hij is Neerlandicus, verder schrijft hij veel o.a. in De Groene en tegenwoordig in De Stuw. Laatstgenoemd blaadje is ethischer dan ethisch tot in het belachelijke. Maar vanwege die meneer zit het ding nu in de portefeuille. Enfin bij zoiets moet je altijd enige tijdschriften op de koop toe nemen. Over Katy schei ik maar uit, anders word ik nog kwaad, en dit is in hoofdzaak de schuld van haar slechte opvoeding van haar kinderen, jammer toch. – Een ander lid van de leestrommel is een schilder Frank, die ons aan enig beeldende-kunst tijdschriften hielp, zijn vrouw schijnt ook kunstzinnig te zijn, evenmin als Katy voelt zij voor “handwerkjes” (=Vrouw en Haar Huis; ter juiste voorstelling hale men bij dit woord neus en schouders op!). Verder een Dr. Gunning, ook leraar pas overgeplaatst uit Batavia, lijkt niet erg sympathiek. De mevrouw die het met mij eens was, was Mevrouw Van der Harst met wie Anneke eens collecteerde. – De Smitsen wilden eerst graag meedoen, maar opeens vanmorgen lieten ze me in de steek. Ze wilden ook veel anders hebben, maar Walter schijnt alleen: Panorama, Het Leven e.d. te kunnen waarderen. Het is jammer dat Lenie nu ook die kant mee opgetrokken wordt. Ik trachtte haar er vanmorgen nog van te overtuigen dat het lef was om zich nú terug te trekken. Ze was er even gevoelig voor, maar haar angst op de vergadering voor haar of liever Walter’s mening te moeten uitkomen, behield de over-[3]hand, zodat ze weer naar huis ging. Ik vind het wel prettig nu eens een ander soort portefeuille te hebben, nu ze vertelden wat die beeldende kunst tijdschriften inhouden. Ik ben erg dol op beeldhouwkunst en binnenarchitectuur. En veel mooie Hollandse dingen. De Wereldkroniek was ook een concessie buiten het “principe”. Het is voorlopig ƒ 6.- in de maand met ƒ 1.- hoofdelijke omslag. Dit komt dan in de plaats van de tennisclub waar Hok nooit heenging! – Dinsdagmorgen: ik feliciteer jullie met Houw: 22 juli. Hij schreef net dat hij vrijdagavond hier komt op zijn dienstreis naar de Bandoengse laboratoria. Dan ziet hij Hok net niet, daar Hok zaterdagmiddag ± 2 uur thuiskomt, maar hij zal nog wel tot zondag blijven. Hij komt niet logeren, dat zou ook onmogelijk kunnen, daar we ons nu niet meer om logees bekommeren, maar alleen om het X-je. Wat vinden jullie van Benno – ik weet nog niet wat Hok hiervan zal vinden. Al die tijd dat Hok weg is, heb ik hem niet kunnen bereiken, maar ik kreeg net gister m’n derde brief. En meteen meldde hij dat ik hem deze week kon schrijven “veel en gauw”. Zo heb ik gisteravond tot over tienen zitten pennen, doordat Fiet van Houten ’s middags van half 7 tot kwart voor 9 hier was. Haar man is ook de rimboe in. Ze kwam hier om samen een Maleise brief te ontcijferen van die beroemde gong-meneer: Jojodipoero. Die brief had ze al weer 3 maanden laten liggen zodat de laatste traagheid niet allen zijn schuld is. Ik hielp haar meteen een Maleise brief opstellen, het ging er nl. om dat hij eerst het geld wil hebben en dan de gong versturen, terwijl zij ’t net andersom wil. Ik heb haar nu overtuigd dat ze ’t maar moet sturen daar de gong er anders zeker nooit komt. Gelukkig lukte het. Het is ook wel veel om ƒ 80.- aan een wild-[4]vreemde te sturen, vooral ook omdat hij helemaal in Djokja zit. Maar er zit niets anders op. – Ik heb een heel dagboek aangelegd van deze dagen dat Hok weg is, want hij wil natuurlijk weten wat ik gedaan heb en ik ben dat altijd direct vergeten. – M’n gele voile jurk is af, ik hem hem al enige malen vol enthousiasme gedragen, net zo’n model als die jurk op de kiek, alleen zonder mouw. Een koele jurk heb ik nu wel nodig, ik heb het ontzettend warm gehad verleden week, maar nu het de laatste tijd weer veel regent, is het minder erg. Lenie is een heel wat nettere a.s. moeder, ze is nu al 2 ½ maand en ze fietst nog lustig en mankeert niets! Ik heb pas nog een nachtje m’n maag geledigd, die overigens al zo leeg was als ’t maar kan. Maar enfin, als je overdag maar goed bent. – Het molton dat ik gekocht had voor onderleggers is veel te grof gebleken. Ik heb mezelf al geweldig uitgescholden dat ik het aan jou bestelde omdat het op 28 aug. al zo tegen het eind loopt, maar daar is niets meer aan te doen. Ik hoop maar dat het lieverdje zich niet vervroegt! – Hoe vind je de kieken; op die duidelijke van mij, lach ik net omdat Hok zegt: lach eens, het is voor je Moesje! – We hebben een briefkaart van Emy en Jan gekregen uit Avon, ze gaan al haast aan boord nu. – Ik ben heftig aan ’t haken uit je babypatroonboek – sokjes voor Mevr. Ter Haar en Anneke Harloff, maar ’t heeft me eerst heel veel hoofdbrekens gekost, maar ik ben nu al een eind met de tweede. Ik haak elk ogenblik, b.v. als het eten te warm is en ik moet wachten! – Hok stuurde die brief gister, ik vermoed dat jullie op mij na, de enige zijn aan wie hij daar denkt. De verjaardag van Houw en Mevr. v. Gilse vergeet hij zeker. Dag geliefden. Eida

maandag, 29 oktober 2012 14:55

1930-07-19

HOK

Lahad ergens in Pekalongan[1], 19/7 ’30

G. Zoals u wel reeds van Eida gelezen zult hebben, ben ik voor de variatie op het veld gegaan. Het is natuurlijk een primitiever leven als in Bandoeng, en het ergste van al is – dat ondervindt bijna iedere karterende geoloog, vooral wanneer hij al enige tijd van huis is – het ontberen van het huwelijksleven. Dit is op geen manier te combineren met veldwerk, het is hier te primitief om je vrouw mee te nemen. Vooreerst de slaapgelegenheid. We logeren in de open voorgalerij van het kamponghoofd. De mensen vinden het een gewichtige eer om gouvernementsambtenaren een onderdak te verlenen. Zij doen ook alle moeite om ons een plekje te geven waarop we ons veldbed kunnen opzetten. Voor verlichting hebben we een carbidlamp meegenomen. Een speciale rimboejongen die ik uit Bandoeng van één van de geologen geleend heb, zorgt voor me. Hij wast, kookt én waakt over mijn geld. U begrijpt dat een rimboejongen tot een speciaal slag van mensen behoort. De mijne is een excentrieke, een beetje flierefluiterachtig. Zo’n jongen moet absoluut vertrouwd zijn, want het zou voor hem niet moeilijk zijn om met het geld er vandoor te gaan. – Met al ons opnemers personeel logeren we dan in dezelfde voorgalerij: 12 mannen. – De badgelegenheid en verdere gemakken zijn het toppunt van primitief zijn. De hele kampong, wij inclusief, gebruiken daarvoor de kali of rivier. In de kampong waar wij nu zijn, ligt de kali ongeveer op ½ km van ons verwijderd. Toevallig zijn we nu in een kampong met zeer slechte watervoorziening. Ze ligt buiten het gebied van de suiker, vandaar de waterschaarste. In het suikergebied zorgt de suikerfabriek voor een schitterende irrigatie, overal volop water. Ook de kampongs zien er welvarender uit, de suiker werpt veel verdiensten aan de bevolking af. Werkloon en verder de huur van de grond, die de fabriek nodigt heeft voor haar aanplant. Het drinkwater hier is modderwater, dat men uit putten schept die in het grint van de kali gegraven zijn. En in de kali doet ieder zijn [2] behoeften, en waar het kan, kruipen de karbouwen erin, u begrijpt dat het water niet bijzonder fris is. Bovenstrooms van deze kampong hebben we een plek die wat beter water bevat. Iedereen baadt erin, en men vindt het ook niets erg dat het water door allerlei bevuild wordt. We hebben er zo pas noodgedwongen in gezwommen. – Zwemkleding kent men niet, de mens leeft hier in volkomen natuurstaat. Maar men vindt het niets erg, een ongekleed mens te zien. – ’s Ochtends om 7 uur trekken we erop uit, vergezeld door koelies die onze toestellen en eten dragen, en die onze gesteentemonsters die we tijdens de tocht verzamelen mee te torsen krijgen. Merkwaardig zoveel als zo’n koelie dragen kan. Zeker 20 kilo draagt hij voor ons en dat de hele dag, berg op, berg af, door rivieren… en ze zijn heus niet vermoeider dan wij, wanneer we ’s avonds tegen 6 uur of eerder thuiskomen. En dat alles in de brandende zon, over velden waar geen boom te zien is. En het loon dat ze krijgen is ƒ 0.50 per dag, een bedrag waarom ze zeer graag bij ons in dienst zijn. U begrijpt dat dit leven voor het lichaam zeer goed is, alleen moet men zo goed als mogelijk is zich beschermen tegen infectieziekten. Dat dit niet altijd mogelijk is, blijkt uit het feit dat malaria en dysenterie in ons laboratorium tot de gewone ziekten behoren. Geestelijk is dit leven haast moordend. Want slechts met één zijde van de maatschappij komt men in aanraking, nl. met de landelijke bevolking. Het heeft zijn bekoring, het zijn eenvoudige onverdorven mensen, maar een modern mens heeft nog wat meer nodig. Het werk is echter zo, dat men van de schoonheid van de natuur niet veel ziet. Men is teveel in de dalen en in de bossen. Om deze eenzijdigheid van het veldgeologen bestaan en de andere specifieke bezwaren aan dit buitenleven verbonden, zou ik niet graag karterend geoloog willen zijn, ofschoon me van tijd tot tijd de lust om naar buiten te gaan, te machtig wordt.

Dag Hok



[1] Pekalongan belangrijkste havenstad Noord-kust Middden Java (het heeft een VOC fort uit 1753)

maandag, 29 oktober 2012 14:55

1930-07-15

EIDA

15 juli ‘30

Geliefden –

Het is half 5 n.m. en op dit ongewone uur schrijf ik aan jullie.Om maar met het belangrijkste te beginnen: jullie zult zonder een brief van Hok tevreden moeten zijn om reden dat ik ook zonder hem het moet stellen. Niet voor altijd hoor! Maar voor 12 dagen. Vrijdagmorgen heeft hij met Harloff uitgeknobeld dat hij nu maar op tournee moest en dat hij met Harloff mee zou gaan, die vandaag vertrok. Hok beweerde alle verschijnselen van overwerktheid weer te voelen opkomen en heeft de Jongh voor de keus gesteld óf: hij nam 14 dagen zijn vakantie, waar we nog steeds recht op hebben, óf hij wou de rimboe in, in belang van de dienst. Allicht koos de Jongh het laatste. Oppenoorth, leider Java kartering, wou niet dat Hok met Harloff meeging [EIDA “natuurlijk wilt u Meneer Tan graag mee hebben, dat wil iedereen!” Hij is erg dol op Hok!], want in Ter Haar’s afdeling Tegal was meer en belangrijker werk. Ter Haar vertrok al een week geleden met Ludwig, “de” Duitser en zo reisde Hok gistermorgen om kwart na 6 die 2 achterna; en vanavond zullen hun respectievelijke echtgenoten zich ook gedrieën amuseren! – Hok en Harloff oftewel Charles, hadden uitgeknobeld dat ik dan maar bij Anneke Harloff zou logeren in die tijd. Ze kan niet naar hier komen omdat ze niet meer in een deleman durft en het van hier te ver is om vaak naar haar moeder te gaan (die ze hier heeft, benijdenswaardig!!) en te ver naar de stad. Daartegenover heb ik nog zo ontzettend veel te naaien, vooral ook aan m’n eigen onderkleding, die ik in Holland niet praktisch koos (hoe kun je daar ook weten wat je hier prettig dragen vindt!). Verder ben ik, en waarschijn-[2]lijk zij ook, zeer gehecht aan m’n eigen huisje, m’n eigen bed, m’n piano en m’n elektrische naaimachine! Welke laatste twee zij niet bezit. Verder heb ik tot nu toe nog steeds minstens eens per week onverwachts m’n maag moeten ledigen en dan ben ik heel erg graag thuis. Zij vindt het naar om alleen thuis te zijn (haar moeder heeft haar huis vol, anders ging ze daar heen). Ik, daarentegen vind het niets. Je kunt precies de dag doen en laten wat je nuttig oordeelt (en plezierig!), eten wanneer hongerig, slapen wanneer gewenst. Hiervan is dan ook het resultaat dat ik op dit uur aan jullie kan schrijven q.e.d.![1]

Ik eet nu om 1 uur en om half 7, slaap van 2 tot 4 en van half 10 tot half 7. Zo zal ik wel gauw bijgeslapen zijn. – De buren hebben aangeboden of ik daar alleen wou slapen om ’s nachts niet alleen te zijn, maar als ik alles goed sluit, wat kan er dan gebeuren. Wanneer ik nog wil, mag ik me nog aanbieden. Aardig hè. – Op diezelfde vrijdag is Ardjo weggebleven …Hij was de vorige dag terug naar de kampong verhuisd, omdat ik niet wou dat zijn dochtertje de hele dag door m’n achtererf rende, waar ik haar betrapte op het spelen met een van onze zilveren theelepeltjes. Hij had blijkbaar al lang een reden gezocht om bij ons weg te komen en had zich zo lui gedragen dat Hok de laatste tijd voortdurend tegen hem optrad, maar wij zijn weer te goeiig geweest en stuurden hem niet weg. Hok heeft de jongen van Westerveld geleend voor de rimboe en meteen bood Hasan zijn broer aan om bij ons als jongen te komen. Deze veegt op ’t ogenblik de tuin. Hij heeft helemaal geen nette pakken, waarop we hem attent maakten [3] en nu is hij net terug van de pasar waar hij één zou kopen. Eerst zei hij gistermorgen opeens tegen me dat hij waarschijnlijk niet zou kunnen blijven omdat hij al z’n pakken al had weggedaan, daar hij de laatste 4 jaar tuinjongen was, maar nu vroeg hij opeens ƒ 5.- te leen om er maar een te gaan kopen. Overigens hebben we hem gezegd dat hij moest leren fietsen, of hij het zal doen? Of hij lang zal blijven? Hoe vind je al die consternatie. Zondag was het mooist: alles wat Hok moest nemen, alle eetwaren (voor ƒ 30.- van de langganan!) en zijn veldbed en koffer waren in de achtergalerij, waar Westerveld’s jongen alles kwam inblikken; Kasan, de nieuwe jongen, zat daar zilver te poetsen. Toen kwamen 2 timmerlui om het kleine raampje uit de babykamer te breken en er een grotere in te zetten. En de babykamer ligt ook net daar. – Gistermorgen kwam er ook nog een verver, om de babytafel nog een verfje te geven, samen met de timmerman. Dus van een leeg, stil huis viel er niet te praten.  – Hok is verrukt van zijn jongen. Deze draagt een ijsmuts, heeft een pure minachting voor vrouwen, behalve om de meest opschepperige verhalen aan te vertellen over de rimboe gevaren en om charmant tegen ze te lachen, welk laatste ook mij ten deel heeft mogen vallen. Het is een echte Soendanees en Hok praat zijn jeugdtaal weer met hem. – Gistermiddag is Frau Ludwig mij gezelschap komen houden omdat zij zelf de eerste dag dat haar man weg was zo vreselijk vond, erg aardig. En ik hield haar te eten, erg gezellig. Ze is zeer spraakzaam, vol humor, spreekt nooit van “entzückend” e.d. Ik spreek nog steeds Hollands tegen haar. Vanavond zal ik haar aan Mevr. Ter Haar voorstellen. – Vanmorgen [4] wandelde ik al om kwart voor 8 een eindje om, daarna heb ik 2 lakentjes met oprijgen en kant gemaakt, de eerste vooral nam veel tijd. Ik denk morgen nog naar de stad te gaan, omdat ik eerstdaags de naaister weer krijg. Donderdag is ze ook geweest en ze biesde m’n hele jurk om, de gele. Overigens is hij nog niet klaar. – Net kwam Annie Thijsse met 3 harer spruiten. Ik wandelde een eind mee naar boven, ze woont op het uiterste puntje van Bandoeng, bij de grens. Het is daar nog een stuk koeler dan hier. Ze zullen Hok in de tennisclub van de Technische Hogeschool introduceren, fijn vlakbij. We hebben de grote baan alweer afgezegd, ƒ 7.50 voor niks uit te geven, elke maand, is zonde. – Anneke kwam vorige week, 2 maal ’s morgens naar hier gewandeld. Ze is nu erg stijf en moet nodig haar ledematen wat meer gebruiken. – Wat een enige kiekjes in die zalige dennenbossen. Het is toch een goed toestelletje en goede fotografen niet te vergeten! Enig die van jullie samen, jammer van de broek, maar hij is toch aardig, de rest allemaal uitstekend, zeer bedankt. Hok heeft “Heiliging” nu mee, nu zal hij veel tijd tot lezen hebben, als ze althans niet teveel kletsen. – Feliciteer Mien erg hartelijk van ons, een beeldschoon verhaal, schreef je erover, Maatje. – Wat naar dat Hils gezakt is, maar dat gebeurt meestal de eerste keer. Is Ina Tendelo er door en Marie Cornelisse en Maggie Bosscha? Vraag dat eens voor mij. – Leuk voor Hans en Jetty, het is te hopen dat het waar is. – Fijn dat Em nu een kamer heeft. Ik ben benieuwd waar jullie op ’t ogenblik zitten en of Moeder haar haar nog heeft!? – Erg bedankt voor ’t babytijdschrift. Ik zal voor Mevrouw Ter Haar en A. Harloff schoentjes haken, dus ik kan ’t mooi gebruiken. Fijn een luierbroek van jade!

Dag Eida

Betaal van Halem maar, er komt een couponnetje.

[Randje pag. 1]

Zijn er bij de witte truitjes ook luierbroekjes?



[1] Latijn: quod erat demonstrandum = hetgeen bewezen moest worden.

maandag, 29 oktober 2012 14:54

1930-07-09

EIDA

9 juli ‘30

Lieve schatten –

Wat een zalig hotelletje hadden jullie daar in Maarn, om er zo heen te reizen. Dus jullie hebt nu ook eens in een kasteel gelogeerd, is er ook nog iets ouds aan? Nog een torenkamer in? Enig dat jullie daar heen gegaan zijn. – Terwijl ik schrijf, is Albertje heftig aan ’t protesteren. Hij wil niet dat ik enigszins in elkaar zit. Hok is blij dat hij zich nu al niet in een hoek laat duwen, dat belooft wat! Eindelijk zul jullie dan een kiek van m’n buikje en mij hebben. Wat lijkt hij puntig hè? We zullen me nog eens in m’n blauwe jurk, die over elkaar heen slaat nemen, daarin verbeeld ik me dat je ’t haast niet ziet. We hebben een nette lingeriewinkel van de wieg gemaakt hè?! Over de rand vooraan hangt de luier (flanel), die ik bezig ben om te haken met blauwe zij, een daverend werk overigens. Daarnaast een flanellen hempje met roze omgehaakt, dan het schortje van Mevrouw v.d. Laan om ’t hekje, aan de stang onderaan een reformstof hempje, helemaal wit; blauw luierbroekje van jullie + de 2 truitjes, nog een flanellen hempje en de speldenhanger van Anneke Harloff. Hoe vind je de grootte van de wieg, 1 m x 60 cm. Staat wel leuk dat riet hè. – Dit is m’n enige jurk zonder mouwen, waarin ik me in ’t openbaar kan vertonen, de nieuwe is bijna klaar, alleen nog omgebiesd, waarvoor ik een naaister tracht te krijgen. Vandaag had Katy Kunst me er een beloofd, maar ze heeft het vergeten helaas. – Deze kant van ’t huis kennen jullie nog niet zo goed hè. Het is de kant naar de buren toe, van wier garage je ook nog wat ziet, helemaal links. Onze garage staat uitnodigend open voor… de wieg! Het openslaande raam is van de eetkamer. Het dak daarachter is de overdekking van de achtergalerij, [2] de keuken en de goedang. Ziet het huis er niet mooi uit. Het is net helemaal opgekalkt, zo fijn, voor ƒ 10.-. Het hek is groen, elke nacht gesloten tegen inbrekers! Het is ook helemaal open klapbaar voor als er nog eens een auto langs zou moeten . – Ik hoop Maatje, dat je enige luierbroekjes stuurt met bijpassende gehaakte schoentjes, dat zou schattig zijn. Ik ben juist van plan een paar schoentjes voor Mevrouw Ter Haar te maken bij haar roze luierbroekjes. Ik ben nog dol op haken en breien. – Vrijdag at Betsy Thung hier, die opeens in Bandoeng was voor een weekend. Ze heeft me erg geholpen en een heel stuk luier omgehaakt. Ze was er ook zo “in” dat ze vergat weg te gaan, terwijl wij omtolden van de slaap. Eindelijk om 5 uur konden we naar bed gaan! (dit is ’s middags!). – Het Hongaarse Strijkkwartet was buitengewoon mooi, zulke muziek hoorden we hier nog niet eerder. Prachtig samenspel en ieder in ’t bijzonder schitterend. De viool erg fijn, nooit scherp, de cel vol vuur, heerlijk die donkere tonen. Een cel doet me altijd aan onze jeugd denken!! Allemaal even mooi. Zoiets boeiend had ik wel nodig, want ik heb sinds een tijdje last van m’n zij, zodat zitten minder prettig is. De dokter zegt dat een spier is uitgerekt en nu knijpt en masseert Hok me dagelijks, wat me erg goed helpt. Het is al erg veel beter, zodat ik weer met genoegen machine kan naaien. Vanmorgen maakte ik 5 onderlakentjes en knipte ik 4 onderleggers van molton. Ik ben nog niet geheel op de hoogte van de volgorde in de wieg van al die soorten instrumenten, maar Mevrouw Ter Haar staat me steeds terzijde. De goerita’s van haar en mij liggen al klaar, wat haar betreft zou ik nu al mogen losbarsten, maar ik wacht liever, want ik ben nog lang niet klaar! Over een poosje zal ik eens plaats bespreken in Borromeus. Ik draag sinds gister een buikband, het zaakje werd me te zwaar [3] en Hok is doodsbenauwd dat ik een hangbuikje krijg! Als ik m’n elastieken korsetje in orde maak, moet er ongelogen ½ el elastiek tussen, wat was ik vroeger slank! – Zaterdagavond aten en bridgeden de Harloffs bij ons, om half 3 pas naar bed, we hadden geen horloges! Ze kwamen om 7 uur en het was tot het eind toe gezellig, al merkte ik met hen meer dan ooit dat bridgen m’n fort niet is. In elk spel deed ik bijna minstens één slag verkeerd. Maar Charles geeft er les bij, zodat ik er nu wat meer van snap. Gelukkig voor mij, is Hok er ook niet zo vreselijk knap in,  hoewel ik het misschien nooit zover breng als hij. We aten eerst petjil, waar om we nog eens beroemd zullen worden en om 1 uur een huzarenslaatje met geroosterd brood. – Vind je ‘t nodig dat we met de geboorte gedrukte kaarten sturen? Wij weten nog niet wat we doen. Dag – ik moet Mevrouw van der Laan bedanken. Eida [4]

HOK

9 juli ‘30

G. Ingesloten een kiek van de a.s. moeder en profile, – een koninkrijk voor een japon! Haar vermageringskuur is – veel commentaar hoeft hier niet bij – reeds lang gestaakt! Emile’s krullen behoren tot het verre verleden en het mooie horloge dat vroeger aan haar pols sliep of rende, is nu op stal gezet. A.M.pje - zie de gelijkenis met de initialen van haar – schijnt het niet te kunnen velen als zijn moeder krom zit. Dan begint hij te porren, dat zelfs een buitenstaander – dat is ikke – hem ziet bewegen: de vadertrots behoeft geen stimulans meer. – Een pracht exemplaar van een wieg, vindt u niet. Waar is mijn vestje? Bescheidenheid verbiedt me er verder over te spreken. Ja toch, dit alleen nog, dat de wieg een stijl-wieg is. En aan de schone wieg hangen de stukken van de garderobe van A.M.pje, precies als aan een droogstok. Het schortje – van fam. v/d Laan Leiden, hoe komen ze erbij ons een schortje te sturen – hangt aan het hek. Het geheel staat naast ons huis: links de scheidingsmuur tussen ons erf en dat der buren. Het raam is dat van de eetkamer; beroemd om haar tafel. – Over twee dagen vieren we feest. – Mijn geloofsbrieven voor de gemeenteraad zijn reeds in orde gemaakt; vandaag ben ik voor de 2e maal geboren: alweer een acte van bekendheid. Het kost me kapitalen. Twee geologen fungeerden als mijn vader. Het heeft niet zoveel moeite gekost als in Holland. A.M.pje krijgt gelukkig een geboorteakte zodat hij (?) slechts eens geboren hoeft te worden. – Hoe staat het met de vorderingen met de Maleise krant. Roemahnja besar is persé “zijn huis is groot” en niet dat huis is groot. – Onze huisjongen begint met de dag luier – geen wonder zult u zeggen – te worden. Maar ik heb er een stokje voor gestoken en hem op al zijn luiigheden attent gemaakt. Volkomen schuldbewust is hij een minder lui leven begonnen, en heeft vandaag zelfs een tak uit de boom voor ons huis gekapt voor mijn orchidee. Kokki help door haar goede kookkunst de roem van het huis vergroten. Dag Hok.

maandag, 29 oktober 2012 14:53

1930-06-24

EIDA

24 juni ‘30

Geliefden –

Al dinsdagmorgen, en nog vond ik niet eerder tijd jullie te schrijven. Net kom ik van Anneke, het is nu 11 uur. Elke dag bezoek ik haar als Thijs er niet is. Maar de twee laatste dagen is Thijs al heel vroeg klaar. Gister om half 10, vandaag om kwart na 10. Zo’n buitenkansje heb ik nu nooit eens, dat Hok eerder thuis is dan kwart na 2. Alleen zaterdags om kwart voor 1, maar anders nooit eens iets onverwachts! De hele vorige week werkte Hok ook ’s middags nog tot half 7 op G.B. en alleen voor mijn plezier heeft hij zaterdagmorgen een paar uurtjes vrij gevraagd voor de Opening van de Jaarbeurs. We waren met ons drieën, Thijs ook mee. Alle stands waren precies hetzelfde als verleden jaar, dus er was voor ons niet veel te zien. Geen wonder dat ze juist met de Kermis mensen trekken. Als die er niet was, kon de Jaarbeurs niet uit. Ook een loterij helpt mee om het zaakje te kunnen bekostigen. Op ’t ogenblik loopt Chris’ hoofd om van de herrie, daar ieder hem alles tegelijk vraagt. Toch heb ik ’t nog gewaagd hem op te bellen om hem af te sturen op een blik zoute stengels en bollen dat wij bij de opening kochten en betaalden, maar niet thuisgestuurd kregen. Maar nog steeds geen succes: diep tragisch kijken Hok en Thijs ’s middags naar hun borreltje zonder zoutje! Gisteravond toen Thijs met oom Ru naar de Jaarbeurs was, heeft hij waarachtig vergeten om een bus te halen. Als ik er nog eens kom, neem ik er eenvoudig een mee, wat ze ook zeggen. Het is niet gering: ƒ 1.75 op ’t eind [2] van de maand! – Zaterdagavond foof Thijs ons op “Simba”. Die natuurfilm met leeuwen, olifanten, bizons, zebra’s in de vrije natuur, die Moeder met Thijs in Den Haag zag. Buitengewoon mooi, ook qua foto erge mooie opnamen. We vonden dat Jaap Kunst hier wel een voorbeeld aan mocht nemen! – Woensdagavond waren we nl. met een groot gezelschap bij de Kunsten om Jaap’s Nias film te bekijken. Je kreeg er wel een idee van hoe die mensen daar nog leven met hun eigen klederdrachten en feesten en spelen en dansen, die nu aan ’t uitsterven zijn, dankzij de geliefde Zending, die daar hen leert om “zedelijkshalve”(!) een jasje en broek te dragen. Met het gevolg dat die mensen, wier huid steeds door de zon gedesinfecteerd werd, nu met lompen en huiduitslag rondlopen. Ze zijn nl. zo onzindelijk – de Zending leerde hen blijkbaar geen hygiëne! – dat ze hun kleren niet uitdoen, tenzij ze in gaten van hun lichaam vallen! – Hun oude feestdos bij het dansen is buitengewoon mooi en moet ook kleurig zijn, naar wij zagen van enige tekeningen, die Jaap’s metgezel, de schilder Bonnet, daar gemaakt had. Hij had ook veel koppen getekend, zeldzaam mooi, met krachtige lijnen, waarover we zeer verrukt waren. De man zelf deed aan Max denken, zijn uiterlijk tenminste. Als Max tekenen kan als hij, zal hij nog veel opgang maken. De film van Jaap was erg donker; hij denkt dat filmen betekent: draaien aan een filmtoestel!, ook zijn foto’s en lantaarnplaatjes zijn niet schitterend. Maar zijn muziek, wat eigenlijk zijn afdeling is, konden we niet te horen krijgen. Alles moet, geloof ik, eerst naar Berlijn, opdat de was verhard wordt. – Vanmorgen was Mevrouw Benschop Koolhoven [3] van 10 tot half 1 bij mij op visite. Het was heel gezellig, ze is een jaar of 35 en in de oorlog was ze verpleegster in Engeland voor de Belgen, toen in Griekenland voor de Serven. Toen zou ze aan het hoofd van een Ziekenhuis (de poes maakte die vlekken met zijn zwaaiende staart!) in Indië komen, maar trouwde na een half jaar. Ze heeft zelf geen kinderen, maar voedt het dochtertje van haar man op. Alzo hadden we het ook nog over opvoeding en dergelijke. Zij is een hele tijd verpleegster geweest bij een Chinese familie, volgens haar geen echte Chinezen, maar zulke als Hok die Europees leven! – Nu moet ik eerstdaags Mevrouw ter Haar vragen hier te komen, naar zij mij verzocht heeft. Vanmiddag komt Rein op de thee, volgende week woensdag gaat hij aan boord naar Den Haag, dol! Morgenavond komt Roos Driessen op de thee. Ze zou verleden week gekomen zijn, maar toen zijn we allemaal naar de Kunsten geweest. Hok maakte haar helemaal verlegen door te zeggen dat ze haar bezoek aan ons nu niet meer moest uitstellen! Schandelijk die man van mij. – Gisteravond was ons eerste bridgeavondje met de Harloffs. Heel gezellig. Alleen mijn bridgecapaciteiten zijn wel heel gering. Zij spelen beiden namelijk goed. Gelukkig haalde ik met m’n eerste spelletje “klein slem”, maar de rest was treurig. Ik kan nooit verder denken dan de slag waar we aan bezig zijn en ik vergeet de troeven te tellen. ’t Is meer dan treurig. Harloff deed grote verhalen over telepathie en gedachtelezen en trucjes erbij. Erg leuk dat hij zo spraakzaam is. Zijn vrouw, Anneke, is net het tegenovergestelde. Ze zal ongeveer een maand verder zijn dan ik, maar ze is al zo stijf in haar heupen, dat ze helemaal haast haar bed niet uit kan komen. Ik ben benieuwd of ik ook [4] zo’n onmogelijk exemplaar zal worden. Op ’t ogenblik gaat het nog best! Zondagnacht heb ik voor ’t eerst gespookt. M’n maag borrelde nl. geweldig, zodat ik niet kon blijven liggen. Toen heb ik een flinke hap dubbelkoolzure soda genomen. Maar juist had ik, in bed gezeten, de klamboe weer achter me dichtgemaakt of ik moest me erg haasten het weer ongedaan te maken, m’n kimono aan te schieten, de deur van ’t slot te doen en naar buiten te rennen. Helaas was de afstand nog te groot en maakte ik Hok en Thijs wakker. Maar de hele volgende dag was ik best, merkwaardig! – De hoeveelheid kleine luiers beginnen zich op te stapelen. Ik maakte gister van één een zak, maar ik heb idee dat luiers wel zo handig zijn omdat je ze erin kunt rollen, en ik zal van de rest maar weer gewone luiers maken. De goerita’tjes zijn ook bijna klaar. Ik zie het meest op tegen de wieg, want ik heb nog geen notie hoe ik die zal doen. Gister zagen we die van Anneke Harloff. Ze heeft alleen tule met roze lint benaaid, waarvoor ze 53 meter gebruikte! Ik zal eens aan de Dokter vragen of hij tule alleen niet te licht vindt. – Je schreef Maatje dat dit de laatste brief is voor m’n verjaarswensen. En nu bedacht ik nog wat. Als er tenminste nog plaats is, kun je dan wat kleine badhanddoeken sturen voor het “wichie”. Dergelijk dingen zijn hier duur. Misschien zouden ze ook goed als onderleggers dienst kunnen doen, maar ik weet niet of je nog zoveel plaats hebt. Anders koop ik het wel hier, wanneer deze wens je in verlegenheid brengt. Verder geloof ik bepaald al m’n wensen kenbaar gemaakt te hebben, alleen misschien een Weldon baby nummer of zo! – Dat geschenk van kam, borstel e.d. zal me bepaald erg welkom zijn, dat lijkt [5] me enig. – Ik ben niet erg attent geweest bij jullie feestdagen als 30 juni, 11 juli, vergeef me. – Gistermorgen waren de Borgers nog een poosje hier. Hun eetpartij bij ons vrijdag, ging niet door, omdat Mevrouw “de Bandoengse keel” had. Binnen 3 dagen was ze echter geheel genezen. We zullen hen nu deze week nog een keertje moeten vragen. Gister brachten ze beeldige witte anjers voor me mee. Ze bewonderden onze schilderijen zeer. Ik vertelde hen van de zoon van Mies en Dick. Ze wisten het nog niet, want ze zouden pas morgen de mail krijgen omdat die via Hero gaat. Ze vonden het leuk dat hij al 3 jaar was. Het lijkt me wel lastig om hem eerst het Hollands helemaal te leren. Ze zullen toch voorlopig Engels tegen hem moeten praten, is ’t niet. Ik hoop ook dat ze in je buurt komen wonen. Dat zal jullie weer aan vroeger doen denken! – We moeten overmorgen iets lekkers sturen voor de Sembajang, offerfeest ter ere van Hok’s overleden Oom, die Hok ƒ 1.000 naliet, je weet wel, welk geld we nog eenmaal hopen te innen! Ze hebben ons zelf uitgenodigd daar te komen. Ik moest eigenlijk een taart bakken of zo, omdat Mamma zo dolgraag mijn prestaties op dat gebied wil bewonderen! Ik hoop er moed voor te hebben, maar ik moet donderdagmorgen juist naar de tandarts. Van tandarts gesproken, m’n gebit is in zodanige keurige staat als verwonderlijk is tijdens zwangerschap! Had je dat ooit van mij gedacht?!

Dag Eida

HOK

Nee hè? Maar ze is tot meer nog in staat. Ze is nog niet eens stijf en doet alles nog als gewoonlijk. Nu Thijs bij ons is, is de verbouwing van de babykamer nog niet begonnen. [6] Evenmin zijn we verder gekomen met de inrichting daarvan. Maar dat komt gemakkelijk in orde. – Kees van der Laan hebben we nu “Simba” (= leeuw in de Kaffertaal), maar Simba gooit zijn nieuwe naam te grabbel. Iedereen lacht wanneer we haar met Simba roepen, want Simba is het tegendeel van moedig. Voor een mus schijnt hij al bang te zijn; volgens Eida is die afkeer van mussen niet het gevolg van vrees voor z’n hachje, maar voor zijn prestige. Bang om een figuur te slaan, wanneer hij de sprong te kort had genomen. Hoe dan ook, Simba is een aardig beest, dat bij ons eindelijk zijn vlooitjes kwijtraakt. – Rein doet alle moeite ons te overtuigen dat hij zelf geld genoeg heeft, om al zijn snoepreisjes te bekostigen. Dat komt ervan wanneer men een rijk meisje trouwt. – In september willen de Bodisco’s hier in Bandoeng komen, wat zal dat gezellig!! Zijn. Als ze zich maar niet ergeren aan onze democraatsheid [EIDA fraai woord!]. – Gelukkig dat wij ze niet zullen kunnen bergen. – Houw heeft nu een zeer beminnelijke brief geschreven naar aanleiding van mijn vroedheid[1]: hij en ook mijn oudste broer vinden het hoogst noodzakelijk, dat ik wat van me laat horen, en in de Chinese samenleving wat minder onbekend word. Om dat te bereiken, is niet al te moeilijk, veel eer is er niet mee te behalen, tenminste niet, wanneer je niet iets blijvends kunt scheppen. – Jammer van de uitgeputte deposito bij Schepers’Bank, niets aan te doen, bijstorten is het enige dat helpt.

Dag Hok.



[1] Vroedschap = vroede vaderen

maandag, 29 oktober 2012 14:52

1930-06-16

EIDA

16 juni ‘30

Geliefden –

Onze dank voor het lijfje. Het ziet er schattig uit. Moeder, of liever Oma (!) heeft er alle eer van. Leuk hè Maatje, dat breien. Toen ik Mamma het patroon voor het babykeepje leerde, kreeg ik de echte breiwoede, zodat als Mamma niet in de kamer was, ik gauw er het een en ander aan deed. Als ik klaar ben met alles, heb ik misschien ook nog eens tijd voor zoiets. Voorlopig zie ik er echter geen gat in. Ik heb met schrik bedacht: nog maar 3 maanden!  De dokter zei tussen 10 en 20 september, dat schreef ik zeker al. Ik knip vanmorgen de flanellen luiers, waarvan ik een paar als zakken dicht zal naaien, op aanraden van Trude, die dat ideaal vindt. Ik heb ook een blok katoen gekocht, 26 el en een molton deken om tot onderlegger te verknippen. Nu heb ik voorlopig weer wat te doen! Ondertussen maakte ik verleden week een strijklaken, volgens het model dat ik me van de Huishoudschool herinner. Keurig gelukt, al zeg ik het zelf! Verder moet ik noodzakelijk nog  nette jurken hebben waar ik in pas. Telkens geeft weer een het op om zich rond mijn slanke (?) leden te één spannen! Helemaal netjes zitten er nu nog precies 3. Verder zijn ze me hoofdzakelijk over m’n borst te nauw, hoewel de laatste tijd steeds m’n ceintuurs wijder moeten. Weet je wat m’n grootste prestatie is van de hele dag?: het in bed stappen! Ik heb nooit gerealiseerd dat je dan je benen moet optrekken en je buikspieren geweldig nodig hebt. En verder nog een krachttoer! “Het” noodzakelijke meubelstuk in de slaapkamer is op een voetstuk geplaatst. Hok zocht een stevig kistje uit. Een waarin de oorlog kogels (handgranaten) verpakt zijn geweest. Dus die ingesteld zijn [2] op lood! Het is toch wat! Ik snap niet hoe iemand, zoals sommige mensen, zo dik worden zonder het met alle macht tegen te gaan. Je kunt je kousen niet meer fatsoenlijk aan krijgen! Trude beweerde vanmorgen, toen ze even aankwam – wat ze overigens nooit doet sinds ze onze telefoon niet meer wil gebruiken – dat ik zo weinig dik ben voor 6 maanden. Ik geloof ook wel dat het niet zo erg is, maar toch hoef ik m’n buikje niet meer expres naar voren te steken om “en profile” m’n toestand te laten zien! –  Vanmorgen is m’n “paardjeslijst” naar de commissie teruggezonden met 53 handtekeningen. Ik heb nog een extra verlengstuk er aan moeten maken, omdat de lijst niet lang genoeg was. Hok was er eerst niet voor te vinden om de lijst mee naar G.B. te nemen. Maar toen er al één collega, Ter Haar + echtgenote, op had getekend, vatte hij moed en kwam thuis met een stuk of 10. Enorm! Maar die heren daar, zijn verre van idealistisch. De een deed het omdat het “niks kostte”, een ander (Rein) omdat zijn aanstaande vrouw ook van dergelijke acties houdt! Onze lieve chef, de Jongh, tekende ook, fijn hè! Die volle lijst deed Thijs vol enthousiasme besluiten om een ieder op de Landraad op te pikken, zodat hij vanmorgen ook met een stuk of 10 aankwam. En dan had je mij moeten zien lopen voor 1 handtekening!! Je ziet als “enige schapen over de dam zijn”..... Onze logees, Thijs en Kees, maken het best. Vanmorgen was ik bij Anneke die eerst heel apathisch was, maar die zeer spraakzaam was, nadat we een belangwekkend onderwerp entameerden! Zo was direct een uurtje om, en m’n borduurwerk, een hempje, onaangeroerd. Het is reuze makkelijk dat we zo dicht bij Borromeus wonen. Tijdens de operatie[1] gingen we ook even naar huis, een half uurtje en toen terug. De blinde- [3] darm, is een groot mormel, hoe is ‘t mogelijk dat je er niets van merkt of je zo’n instrument in je lichaam hebt of niet. –Vrijdag ging ik met Herr und Frau Ludwig op zoek naar huizen. We reden 2 uur lang door de stad en ze hebben nu – natuurlijk hè Paatje – het eerste gehuurd. Het mooiste en duurste (f 90.-) dat we gezien hebben. We waren net op tijd terug, dat ik niet te beroerd was, maar ik was anders wel gammel! Zij Ludwig, ik weet haar voornaam niet – is ook heel aardig. Ze ziet er stijf, ouderwets uit, met strak achterovergetrokken haar met een toetje, en pieken, maar beiden zijn ze heel aardig in de conversatie. We converseren samen als vroeger met onze Oostenrijkse Marie. Zij spreekt Duits, ik Hollands. Hij spreekt al heel aardig Hollands, maar zij durft nog niet goed. Hij weet hier nu al de weg in Bandoeng, spreekt wat Maleis. Ze zijn werkelijk enorm flink en zelfstandig in zo’n ver vreemd land. Ze zijn al een paar keer bij ons aangelopen. Toen Anneke net geopereerd was hadden we Chris, de Smitsen[2], Thijs en hen tegelijk. Net een verjaardag op het Papaverhof! – Dinsdagmorgen. Ik ben ganselijk schor, ik ben blij met jullie zonder keelgeluiden te kunnen praten! Net zijn Meneer en Mevrouw Borger vertrokken. Zo aardig, zo gezellig, echt enige mensen. Ik was net naar Anneke gegaan omdat ik wist dat ze daar zouden komen en ze zaten er al. Anneke was buitengewoon opgewekt, zag er best uit, had ook echt pret met hen. Beiden vreselijk aardig, echt mensen waar je hier nu behoefte aan hebt, zo vaderlijk of zo ouderlijk eigenlijk. Ze zijn toen met mij mee naar huis gegaan en we zaten fijn in ons voortuintje. Het was 11 uur, dus nog geen spoor van Hok, zelfs niet van Thijs. Ze komen nu gauw eens bij ons, ik denk dat [4] we ze dan te eten zullen vragen, want dat kan moeilijk anders, dunkt me. Ik moet maar eens de verdere prestaties van de kokki afwachten, want veel kan ik niet zelf doen, dan ben ik te beroerd om gastvrouw te spelen. Ik ben vandaag overigens in de beste orde, Piekje kwam om half 10 al om afscheid te nemen, het is nog niet helemaal zeker dat ze naar Medan teruggaat, maar ze pakt haar boeltje maar vast. Ik had haar sinds de laatste Vivos avond niet meer gezien. Ze is zoveel ouder en woont te ver weg. Maar we vinden het erg gezellig elkaar zo eens te spreken. Morgenochtend komt Mevrouw Benschop Koolhoven hier, ze had ’t al een maand geleden gevraagd, maar toen kwam juist Mamma en dat ging dus niet. Overigens heb ik veel te naaien, zie boven, maar dat doe ik dan maar tussen 12 en 2, het verlengstukje van de morgen. Wat hebben Meneer en Mevrouw Borger veel gezien. Ik kan me best voorstellen dat ze door iedereen zo hartelijk zijn ontvangen. Het is nog eens aan ze besteed! Ik wou dat wij zoveel van Indië zagen als zij, ongelooflijk. Eerst Sumatra doorkruist, nu naar Djokja geweest, verrukt over de Boeroeboedoer. Maar ze zijn toch wel oersterk, geen last van de ergste storm op zee, niet van de langste, bochtigste autotocht. Ze zien er zo buitengewoon goed uit, als ik ze in Holland niet meemaakte. Dat is een fijn vooruitzicht voor jullie, die nog veel jonger zijn, hoera! – Ik schreef jullie nog niet over een bezoek van een HBS en Holland-kennis van Hok, hij Chinees, zij Hollandse. Ze zijn ± 35 jaar, en waren niets te spreken over de Chinezen in Semarang, hebben heel wat beroerdigheid meegemaakt. Geef mij maar Bandoeng! Dag Eida [5]

HOK

G. Vandaag te 13 ure ben ik Edelachtbare geworden, tenminste als Thijs me juist heeft ingelicht over de aanspreektitel van mijn nieuwe functie. Deze nieuwe functie is lid van de Gemeenteraad. Van de 27 plaatsen mogen de Uitheemse Ned. Onderdanen-  niet Nederlanders, er  drie bezetten. Deze drie zijn bij de eerste kandidaatstelling gekozen: er was maar één lijst. Wat een geringe belangstelling. Of men kan het ook zo zeggen: wat een goede verstandhouding en uniformiteit van belangen bij de Chinezen, dat ze niet tot een verkiezingsstrijd hoefden te komen, zoals bij de Ned. Onderdanen-Nederlanders. De andere 2 Chinezen zijn: Tjen, de vroegere wethouder en een Meneer Sia, die ik nog niet ken. Ze wilden me persé hebben, hoe ik ook al betoogde, dat ik absoluut geen contact heb met de andere Chinezen. Blijkbaar wilden ze me hebben om mijn titels, bij wijze van vlag. Ik heb het met genoegen aanvaard, om eens ook wat andere problemen te hebben dan zuiver wetenschappelijke. Waar uit het werk bestaat weet ik nog niet. Merkwaardig toch, je wordt hier tot vertegenwoor-diger gebombardeerd. Vertegenwoordiger van de Chinese belangengroepen hier ter stede, terwijl ik toch in het geheel niet dezelfde belangen zal hebben als mijn kiezers. De volgende maand de eerste raadsvergadering. – Tan In Hok ken ik niet, hij zit in de Bataviaanse gemeenteraad. – Jammer dat zo’n lidmaatschap niets opbrengt, vindt u niet? Dus absoluut geen bijverdiensten. – Het is een prachtige leerschool en dat is mede een der voornaamste redenen waarom ik er in heb toegestemd. – Eida verwent me helemaal niet, als er van verwennen sprake is, dan ben ik wellicht degene die verwent. Zo pas hebben we voor de rechter – we hebben hier een rechter in huis – over deze vraag gekibbeld. En de rechter heeft niet kunnen uitmaken wie het bij het rechte eind heeft. Wat plotseling met die blindedarm van Anneke. Het is maar beter zo, dan ermee gewacht.

Dag Hok.



[1] Anneke is geopereerd aan haar blindedarm

[2] Walter en Leni Smits (NB Pierre en Trude Smit)

maandag, 29 oktober 2012 14:52

1930-06-09

EIDA

9/10 juni ‘30

Geliefden –

De aangetekende brief + inhoud met grote dankbaarheid en liefde ontvangen. Welk een feest. Bij elke mail weet Albertje (zal hij zo blijven heten?!) beter dat hij zulke engelen van een familie in Holland heeft zitten. Hij heeft dan ook nu al plezier in ’t leven en schommelt er lustig op los. Soms oefent hij zijn spieren eens door zijn moeder een flinke oplawaai te geven. Vanmiddag zal ik de dokter eens zijn leeftijd laten schatten, misschien vindt hij ’t nu nodig om te onderzoeken of alles goed ligt, waarop Moeder zo gesteld is. Maar hij vindt nu eenmaal dat er zo weinig mogelijk aangekomen moet worden. – We hebben alweer een nieuwste aanwinst: een zalige rieten stoel om “hem” op mijn gemak te kunnen voeden, zalig! Hok en ik genieten er voorlopig al veel van, doordat we hem in de tuin gebruiken en er om beurten in zitten. We zullen precies opgeven wat we van de ƒ 100.- doen. De wagen zullen we dan maar achterwege laten, die komt toch pas ná de geboorte aan de beurt. En het is toch niet leuk om iets half betaald te hebben. In elk geval de babytafel en de wieg. Eerstgenoemde hebben we in de werkplaats bewonderd – hij is keurig, maar ik ben benauwd dat hij te hoog is, enfin dat is ook te verhelpen. De wieg staat nu in de garage. Het matrasje is dik opgestopt, toch met kapok, hoewel doktoren stro aanraden. We hadden eerst klappervezels, maar dat was afschuwelijk [2] hard en hobbelig. Wat zalig zalmkleurige luierbroeken, beeldschoon, lijkt me. – Waarom krijgt Lily Drost niet een baby? Of heeft ze geen geld. – Ik voel me tegenwoordig als “holle, bolle Gijs”. Het is meer dan afschuwelijk die honger voortdurend, ik kan wel aan ’t eten blijven. Het gekste is dat juist spijzen met koolhydraten het meest voeden en daar word je juist dik van. Groente is niet erg voedzaam, althans het vult niet. Ik zal de dokter ook daarover eens vragen. Ik ben nu druk bezig om iedereen af te lopen voor handtekeningen voor m’n deleman paardjes. Vanmorgen tekende Katy Kunst en de Thysse’s. Morgen moet ik weer naar Anneke toe om te kijken hoe het is en dan ga ik meteen naar Marietje Jager Bruining. Ik moet nu alle visite-schade inhalen nu Mamma weg is. Wat Anneke betreft het zou me heel erg verwonderen als ze werkelijk wat ergs had. Ze zag er gister al best uit, alweer kleur en zeer spraakzaam, terwijl ik haar haar deed en wasgelegenheid gaf. Hok en ik hebben idee dat ze ’t zelfde heeft wat Hok de vorige maand had na het ijswater. Dus gauw weer over. – Mamma is donderdagmorgen vertrokken, nadat ze de hele morgen onder mijn leiding nog had zitten breien om het maar goed te kunnen als ze weer in Tjipadang zit. Ondertussen ruimde ik de tafel af, daar Ardjo ’s morgens vroeg voor 5 dagen naar zijn geboorteplaats was vertrokken, waarvan hij vanmorgen terugkeerde. We hebben Mamma maar gezegd weg te gaan omdat Ardjo er niet was, want het is toch druk, al gaat ze haar eigen gang. Zelfs bemoeide ik me haast niet met het eten. Mamma instrueerde de kokki en maakte veel zelf klaar. Maar toch draaide m’n hoofd om, toen ik alleen was. [3] Maleis spreken kost toch voortdurend inspanning en vooral het luisteren en het trachten te begrijpen van Mamma’s verhalen. De kokki deed nu al het werk. We zijn nu erg blij met haar. Ze heeft meer begrip dan voorgangster en wast, strijkt zelfs kookt beter. Het is eigenlijk een uitkomst geweest dat no.1 weg wou. De eerste dag alleen dacht ik dat we ’t beroerd getroffen hadden: ze brak één van onze mooie theekopjes waar er maar 6 van zijn; en ze bakte rijst door het droog in een pannetje op ’t vuur te doen, zodat het alleen aangebrand was en niets van nasi goreng had! Maar verder kookt ze best, ik begrijp nog steeds die afwijking niet! – Hok had ook de zaterdag voor Pinkster vrij, zodat m’n hele kasboek in de war kwam doordat ik alles van die dag op zondag boekte! We zijn aldoor thuisgebleven, ik had steeds zo’n zin in vroeg naar bed te gaan en we hebben fijn samen in de tuin theegedronken en gelezen en hempjes “omgeflanelsteekt”, echt gezellig. – Gefeliciteerd met Dirk Schepers en Martha uit Leiden hè. Wat een kleinkinderen heeft Oom Johan nu al. Ik heb nog niets voor Tine, het is zo lastig iets te bedenken. – Van Anneke kregen we gehaakte schoentjes, erg leuk, alweer een aanwinst. Haar babymanteltje voor Tine is geweldig leuk geworden. – Paatje, gefeliciteerd met het succes van je leerling Pattist. Ik denk dat de mensen liever op ’t Gym zijn omdat ze op een Lyceum altijd een Directeur naast zich hebben en niet de baas zijn. En dat mogen mannen zo graag! [HOK slaat niet op mij!] – Wat reuze dat Emma permanent heeft. Ik ben werkelijk erg benieuwd naar de duur. Hier kun je ’t nu voor ƒ 25.- laten doen. – Maatje, wat je schrijft over de cultuur, die het men-[4]selijk lichaam achteruit helpt, is niet altijd waar. Heb ik je nooit geschreven van Mevrouw ter Haar, die haar 4e in 8 minuten ter wereld bracht! En ze deed er nooit langer dan een half uur over, ook met de 1e niet! – Dinsdagmiddag: net bij de dokter geweest. Alles ligt uitstekend en hij vindt me een soort wereldwonder dat m’n blaas helemaal genezen is. In deze tijd komt zo’n ontsteking meestal terug. Maar ’t is fijn. Ik vroeg hem ook over pap. Hij zegt: eet maar als je honger hebt, want al word je zelf dik, daarom wordt het kind dat nog niet. Dat is met statistiek bewezen in de oorlogstijd in Duitsland, toen hadden de vrouwen weinig te eten, maar het kindergewicht ging haast niet achteruit. Ik eet dus m’n pap, die zo prettig vult. Hij heeft me nu weer wat anders gegeven tegen zuur, in plaats van de magnesia, die niet meer afdoende helpt. Hij zegt dat ik kan rekenen tussen 10 en 20 sept., dus precies wat de tabel zegt. Hij zegt ook dat de ligging van ’t kind pas in de 8e maand stabiel wordt, en dus al ligt hij nu goed, morgen kan hij net andersom liggen. Aldus mooie berichten! – Zondag zijn  bij ons geweest Herr Ludwig und seine gnädige Gemälin. Ze kwamen zo van de boot en wij zijn hun enige kennissen hier. Dit is de jongen die aan Hok schreef dat hij zich op Hok’s aanraden ein Mädchen gewählt” had. Hij komt bij de Sumatra kartering en ze wonen in Bandoeng. Voorlopig zullen wij hen dus wegwijs maken. Wij spreken Hollands tegen ze om ze zo gauw mogelijk zich hier thuis te doen voelen. Zij is een echt Duits meisje, heeft enige jaren Geschichte gestudeerd, dus geschikt voor de Vivos. Zij is geen schoonheid en slecht gekleed. – De bedienden wassen heus hun goed niet met het onze, ondenkbaar hier in Indië. Hoogstens in onze teilen. – Het allervoornaamste wat ik “Albertje” toewens: goed gebit, mooie voeten en een stevige rug.

Dag Eida [5]

HOK

G. Een lang epistel kan ik niet meer klaarkrijgen, daar direct visite zal komen, die zich onverwacht aangediend heeft. De zilvervloot van Papaverhof is gearriveerd en heeft als haar roemruchtige voorganger in 1600 en zoveel, de harten van de Compagnie ten zeerste verblijd. Het kleine hartje van Albert heeft ook sneller geklopt bij het openmaken van de schatkist. Ga zo voort hebben we gedacht, het slaat op Albert. De wieg is klaar; en de babytafel komt over een paar dagen: Eida’s vrees van te grote hoogte zal niet bewaarheid worden. De voedstoel – “minderen” dan wij bezitten zo’n ding niet – wordt nu als luie stoel gebruikt. Die voedstoel is een doodgewone rotan fauteuil, heel licht, en gemakkelijk zittend. Mijn moeder, waarmee we reusachtig goed hebben kunnen opschieten, is weg met achterlating van ettelijke recepten voor de keuken waarvan Moeder later smullen zal en Vader zal ze niet naar vinden. – De dokter was over Eida zeer tevreden. Gelukkig maar. [6] Vandaag heb ik Dr. Ludwig bij de verschillende collega’s gebracht. Het heeft me de gehele dag gekost, en ’s middags half dood thuisgekomen, van het rondwandelen, vriendelijke gezichten trekken en converseren. Dit hebben we nu zoetjes aan al wel gehad. Ludwig komt voorlopig nog onder mijn vaderlijke hoede. Over een paar maanden zal hij wel bij één der karteringen geplaatst worden. – We verwachten nog 7 nieuwe mensen.

Dag Hok.

Is de Maleise krant al van achteren naar voren en omgekeerd uitgestudeerd?

maandag, 29 oktober 2012 14:51

1930-06-03

EIDA

3 juni ‘30

Lieve schatten –

Er zijn toch veel aardige mensen op de wereld. Gistermorgen, zondag, belde de man van de zuster van Tek Bheng op. Kun je ’t volgen!! Ze zouden komen tegen 11 uur. De hele dag waren we met hen, beiden buitengewoon aardig, zodat we veel pret hadden. Zij is precies Tek Bheng, in haar handbewegingen en de manier waarop ze je aankijkt als ze vol vuur iets vertelt. Ze zal misschien een jaar of 30 zijn en haar man wat ouder. Zij heeft Middelbaar Engels en was 10 jaar in Europa, veel gereisd, kleedt zich erg goed, enig. Is bepaald knap. Hij is echt genoeglijk, is van Houw’s type, behalve het stijle haar, mag graag grapjes maken, kent Wim Groeneveld Meyer goed, studeerde met hem in Rotterdam. Ze waren in Semarang al 4 jaar, kenden Annetje Rempt niet. Ze zijn met vakantie in Bandoeng, hierheen gereden in de mooiste gesloten Studebaker, waarin ze ons meenamen naar Lembang. Hok had van tevoren gezegd langzaam te rijden en had verteld van m’n “pesitie”. Maar ’t was er zo benauwd in dat gesloten ding – aan mijn kant kon het raampje niet open – dat ik halverwege vroeg te stoppen, hetgeen nog op tijd zou geweest zijn. Maar juist kwam er een auto langs zodat ik met uitstappen moest wachten. Ik heb toen de hele boel smerig gemaakt, vooral m’n hele jurk, de auto een klein beetje maar, gelukkig. Omdat ik het zo lang had moeten inhouden waren al m’n luchttoevoer kanalen als neus en keel verstopt, zodat ik het gevoel had te zullen stikken en me als een dwaas heb aangesteld, het was [2] bepaald een bezienswaardig schouwspel. – Je moet weten dat deze weg erg kronkelt[1] – ik geneerde me een ongeluk – een meneer van de villa bij die bocht liet me binnenkomen, me schoonmaken, onderhield ondertussen het gezelschap, zeldzaam aardig, voorzag me van Eau-de Cologne en toen ik absoluut hees bleek, wat eucalyptus bonbons. Overigens ben ik nu nog schor! Het was me een toestand, maar ’t zaakje was weer gezond en we gingen door naar Lembang – ik nu naast de chauffeur. We lunchten daar in ’t Hotel of we de rijkste mensen ter wereld waren en je moet weten dat ik ’s morgens net kranten verkocht had om nog vandaag ook geld voor eten te hebben – “waarom zou ik m’n vrouw verkopen, ‘k laat ze liever met kranten lopen!” – Maandag  had ik toen Hok thuiskwam met het salaris nog 5½ cent over!! – We bleven ’s middags in Lembang, wat gewandeld en gepraat en om half 7 thuis. Het geheel was toch erg geslaagd, ondanks de inzinking in het middelste bedrijf.         Dinsdagmiddag. Mamma en Hok zitten in de tuin, het is warm geweest vandaag en al is het donker (7 uur) het is nog heerlijk buiten. De wieg is net gekomen, ziet er gezellig uit. We hebben alleen de matras teruggestuurd, want die was te zacht. Jullie zult verbaasd staan over de grootte van dit geval, ikzelf ben er ook nog niet aan gewend. Hij is ook 1 m lang en 60 cm breed. Maar ’t is natuurlijk heerlijk voor Indië. Mamma was opeens van plan morgen weg te gaan. Ze is dan precies 2 weken hier. Maar toen bedachten we dat ik beter eerst nog enige spijzen van haar kon leren klaarmaken en nu gaat ze waarschijnlijk donderdag, omdat Ardjo dan voor 4 dagen weggaat om zijn eigendommen te verkopen en geld te halen. Vanmorgen heb ik met 9 gerechten m’n kookschrift van de Huish. School ver-[3]meerderd. Alles is half in het Maleis half in Hollands gesteld, werkelijk fraai. Mamma is niet gewend, theoretisch kookles te geven, zodat ik later, toen we de praktijk uitvoerden, er nog veel in heb moeten veranderen, maar het was lekker! Er is werkelijk niets zo lekker als Chinees eten en geweldig veel variatie. Ik eet nu ook met smaak elke dag rijst, maar het geheel moet nat zijn, anders krijg ik het niet door mijn keel. Maar dat is hier juist zo lekker van, de saus is niet vet, want dat bemin ik op ’t ogenblik juist niet. ’s Morgens eet ik ook al rijst, in water gekookt tot pap, in plaats van de griesmeelpap, op Moeders aanraden, die me te dik maakte. Maar m’n omvang is in hoge mate respectabel! – Zondag was Mamma weer naar Andir, zodat het juist trof dat de Djie’s die dag kwamen [HOK zuster van Tek Bheng heet Jessie Djie; man heet Dr. Djie Ting Ham]. Zaterdagmiddag zijn we bij de Harloff’s aangelopen. Volgens haar berekening komt de baby 10 sept., de onze 19 sept. Zij is nu al veel dikker dan ik, maar haar dokter beweert ook dat ze op augustus moet rekenen; net als mijn dokter-in-de-verte, hè Maatje!! Ik heb een voordeliger voorlichting gehad dan zij, want zij heeft 24 hempjes – ik 12 – en 60 luiers – ik 36! En wat ik het toppunt vind: zij heeft 30 onderleggers – ik had gedacht 8! Ik ben van plan een molton deken te kopen (ƒ 1.40) en die in stukken te knippen – dat is nog eens voordelig! We hopen erg op jullie aangetekende brief, want de timmerman hebben we tot nog toe altijd contant betaald en volgende week, zal raam en babytafel wel komen. 1 augustus krijgen we weer couponnetjes – zalig om kapitalist te zijn!! – Zaterdagmorgen bezocht ik m’n buurman die met een ontsteking van zijn been ligt. We zijn nog niet officieel bij ze geweest, maar [4] daar geven zij ook niets om. Hij is zeer conversabel, en ik bleef meer dan een uur! Hij is erg aardig met kinderen. Alweer zo iemand die er zelf juist geen heeft. –Verder kreeg ik een lijst toegestuurd om handtekeningen te verzamelen tot steun van de trekdierenactie. Alleen Hok, de Smitten + buurman staan er pas op. Anneke heb ik in zeker een week niet gezien. Ik kom zelden uit nu. Zelfs was ik in 14 dagen niet bij Marietje Jager Bruining, die zich al ongerust over me maakte en opbelde of ik niet ziek was! – Ik heb nog niet verteld van het begin van onze zondag. De kokki kwam met een andere kokki aanzetten en zei dat ze te oud was, dat alle botten haar pijn deden en dat ze maar wou ophouden. De nieuwe kokki heeft deze 2 dagen nog niet anders tegen me gezegd dan: saja. Maar ik heb idee dat ze althans beter wast en strijkt, wat wel een erg voordeel is. Ze heet Gira en was bij een Prof. in dienst – dus bepaald een aanbeveling! Vanmorgen offreerde ik de oude kokki ƒ 5.- cadeau en meteen vertelde ze dat ze over een maand waarschijnlijk weer beter was en terug wou komen. Maar we zullen eerst zien. – Wat ik graag zou willen dat je stuurde is: appels. Zou dat mogelijk zijn? De Marmite is nog lang niet op hoor! Kun je niet een mooie kam en borstel voor Albertje sturen of ben je boos dat ik dat bedenken wil, terwijl dat jouw zaak is! – Ik kan werkelijk geen blikjes of zo bedenken, die je hier niet kunt krijgen, maar alles wat lekker is, is welkom! – Hok heeft precies over dezelfde onderwerpen geschreven als ik. De waarheid ligt er dus net tussenin!

Dag Eida [5]

HOK

3/VI ‘30

G. Nog 5 dagen, dan zijn we een jaar in Indië; wat gaat de tijd snel voorbij. De dagen lijken voor mij alle sprekend op elkaar, vandaar waarschijnlijk dat alles zo snel lijkt om te vliegen. De vorige week hebben we vergeten de krant op de bus te doen. We merkten het pas toen we al goed en wel in bed lagen. Maar dit keer zullen we het niet vergeten, Vader kan er fijn in de vakantie van genieten. Vandaag is onze wieg klaargekomen, het matrasje was alleen te zacht, zodat het ter verdere opvulling terug werd gestuurd. Het is een mooi ding geworden, waarin Albertje – hoe vindt u deze naam gecombineerd aan Menno, volledig zal hij heten Albert Menno Tan – zijn eerste leven gezond en veilig kan doorbrengen. Gezond omdat het ruim en luchtig is,  zonder dat er van tocht sprake zal zijn; veilig omdat de draagkracht van de wieg ver Albert’s gewicht zal overschrijden. Hoe rond of dik hij ook mag zijn, zijn wieg zal het niet begeven. Zijn luiers zijn klaar om hem te ontvangen. – De schrale meimaand – schraal voor ons – omdat we met een tekort van ruim ƒ 100.- de maand sloten – is voorbij, het was zelfs zo erg, dat ik geen portemonné meer bij me droeg; nog nooit heb ik gedacht dat zo’n ding me overbodig kon worden. De eerste juni was ongelukkig genoeg een zondag en er was maar ƒ 0.50 in het hele huis te vinden. Wij hebben aan een voddenman onze kranten toen verkocht en er ƒ 0.16 voor ontvangen. Een visite zou komen, nl. de zuster en zwager van Tek Bheng en daarvoor moesten sigaren van Thijs geleend worden – de dag verliep echter niet in armoede, zoals we die verwachtten; in tegendeel. Het was de puurste weelde waarin we hem doorbrachten. Een prachtig gesloten auto – een Studebaker President – chauffeur in livrei, 8 cilinders, geruisloos, reukloos, zo zag een kring medici ons in Lembang verschijnen. Die medici waren er toevallig om een van hun collega’s uit te fuiven, en met schrik hebben we hun goedkeurende blikken in ontvangst genomen, want de medici richten zich wat hun rekeningen betreft naar de welstand van de patiënt. Een geluk was het, dat Eida’s dokter er niet bij was. En de lunch gebruikten we in het hotel, met wijn en koffie en sigaren. En ’s middags dronken we er thee. Grootse welda met minder dan ƒ 0.70 op [6] zak. – De zuster van Tek Bheng had ons op deze escapade getracteerd. Het zijn heel aardige mensen, die ik nog van uit Holland ken. Hij is directeur van de grootste Chinese bank in Semarang. Zelf heel rijk en zij even rijk als Tek Bheng. Dus ze hoefden niet te letten op zo’n royaal uitgangetje.

Jessie, zoals ze heet kijkt sprekend op Tek Bheng, niet alleen van gezicht maar ook in haar wijze van praten en gesticuleren, van knikken met het hoofd en slag met de vuist, wanneer nadruk op iets gelegd moet worden. Eida heeft een genoeglijke dag met haar doorgebracht. Hij, een heel eenvoudige jongen, die nog plezier had om een mooie citroen uit de tuin van het hotel in Lembang te gappen. – Volgens hem bestaat er geen kans dat de Chinezen hier wat meer zullen voelen voor maatschappelijk werk. Het is een merkwaardigheid in de Chinese maatschappij dat, zo veel geld er bij de Chinezen is, zo weinig als er door hen gedaan wordt voor het algemeen. Het houdt verband met de dorpse geest der Chinezen, beter met de familiegeest. Altijd zullen ze dit zeggen: waarom ons geld aan vreemden te besteden, waarom niet eerst de familie en u weet dat met familie bij ons niet het gezin wordt verstaan en zo begrepen is de familie een bodemloos vat, het zal nooit gevuld kunnen worden en dus zal er weinig kans bestaan, dat er van het vele geld nog wat overschiet voor maatschappelijk werk. Enige uitzonderingen zijn er natuurlijk te noemen. Zo is er bijv. een Chinees in Singapore die een stuk of 5 universiteiten in China heeft gesticht en financiert. –

Men beschouwt hier in het algemeen de actie van Gandhi als misdadig, en men is er zeer vijandig tegenover. Dit komt omdat men hem ziet als vijand van het koloniaal systeem. Zijn tegenwoordige methoden zullen hier misschien navolging kunnen vinden; zijn noncooperation actie heeft hier navolging gehad. Beschouwd uit het standpunten der kolonisten is hij natuurlijk misdadig, maar wij hebben hem te zien als zoon van zijn volk. En dan is hij een zeer groot man, iemand die van zo’n onkreukbaar karakter schijnt te zijn, dat van hem gezegd wordt, dat hij niet alleen geen kwaad zal kunnen doen, maar ook geen kwaad zal kunnen denken. Terecht wordt hij de ongekroonde koning van India genoemd; maar zijn koninkrijk is die van de geest en zijn vechtmethoden zijn niet die, welke we kennen van aardse staten. Engeland vreest Gandhi, vandaar die lankmoedigheid.

Dag Hok.

 



[1] Weg van Bandoeng naar Lembang, bijgenaamd ‘de weg met 99 bochten’.