
Super User
1930-01-28
EIDA
28-1-‘30
Geliefden –
M’n permanent is eraf, m’n haar is weer even stijl en mijn kapsel valt weer vriendelijk over m’n oren net als “vroeger”, ten tijde dat jullie m’n aangezicht geregeld zagen. De ganse familie jubelt om deez’ oude aanblik, Hok, A. en Th. vinden ’t alledrie nu leuker, en … wat wens je nog meer?! Anderen denken dat krullen me verveelden en ik m’n haar nu maar geplet heb, sommigen betreuren het! – We kregen nu pas jullie Oudejaarsbrief meldende van Emma’s operatie. Wat zijn we toch weinig telepatisch aangelegd dat we toen we om 12 uur ons glas naar het Nieuwe Jaar ophieven, niet gevoeld hebben dat Emma juist onder handen was van 2 sterke mannen plus de rest. In 1922 is dunkt me toch niet veel notitie van die blindedarm genomen, ik herinner het me althans nog vagelijk. Goddank dat hij eruit is! Wat merkwaardig dat zo’n ding opeens zo’n pijn kan doen, terwijl hij jarenlang kalm geweest is, en niets van zich heeft laten merken. – Hartelijk dank voor de woordenboeken, we hopen ze veel te gebruiken. – Weer in ’t zelfde papier gewikkeld van ons Sinterklaaspak, dat is nog eens sterk papier hè! – Ivans Mystificaties[1] is heel aardig, toch zijn de eerste boeken voor mijn gevoel boeiender. – Van Emy Kaiser kreeg ik ook een [2] brief, erg aardig vol oude herinneringen, zelfs over Van der Hagen van wie Corry Kaiser nu les heeft, en die zich heel goed ons clubje bij hem op dansles herinnerde. – Gelukkig dat Zus Schüler weer verloofd is, als je eenmaal getrouwd bent geweest, lijkt het me ellendig om weer als jong meisje te moeten beginnen. – Van Annie G. nog niet. Maar je hebt je keurig van je taak gekweten, Maatje, om die mensen op hun kop te geven dat ze me niet antwoordden! – Van Malie een brief met deze mail over ons vers op 7 december en dat de taart zo lekker was! Enig die correspondentie. Haast niemand houdt het hier vol, maar m’n club ben ik toch erg aan gehecht. – We zitten net in ’t spoorboekje te studeren hoe in Tjiandjoer te komen. 30 januari is het Chin. Nieuwjaar en we zijn nu al sinds ongeveer aug. niet daar geweest. Ik schreef je toch dat verleden week “de” Tante uit Tjidjoho hier was en de poes er goddank was om de aandacht te trekken, want ik kan allerminst converseren in het Maleis, behalve dan met Mamma alleen! Houw komt ook thuis gelukkig. Onze trein gaat om 7 min. over 7 ’s morgens, wel een beetje vroeg. Hij doet er precies 2 uur over. – Ho haalt ons dan af om ons naar Tjipadang te brengen in z’n nieuwe tuf, dat is dan nog ± 1/2 uur rijden. – Zaterdagavond ons tweede Kunstkringconcert. Ze gaven “Paulus” en vol enthousiasme [3] togen we erheen gedachtig aan ons aller geliefde Mattheus-Passion. En’t was inderdaad net zoiets, alleen ons onbekende muziek en naar ons voorkwam lang zo mooi niet. Waarschijnlijk scheelde het ook dat het in een schouwburg was, in plaats van in een kerk. Verder werden de recitatieven telkens door een andere stem gezongen, eerst sopraan, toen tenor en later de alt. En je weet hoe moeilijk vooral die te zingen zijn. De tenor was heel slecht, had helaas de hoofdrol. Het was een ingenieur en allen, op de sopraan na, dilettanten, die hun partij niet beheersten. Paulus zelf, bariton, was wel goed, prettig om naar te luisteren. Het koor daarentegen was keurig en daarvan genoten we. Toch verdwenen we maar toen het na 1 1/2 uur pauze was, half 11, en er nog evenveel moest komen. Eerst maakten we nog kennis met Rein’s schoonma, voor wie Rein in aanbidding is! Als ze lacht lijkt ze op Mieke, behalve dat alles wat Mieke natuurlijk heeft, zij aangemaakt heeft. Vuurrode lippen, kolossale ogen (misschien echt), beeldige teint. Maar ze ziet er ook niet ouder uit, haar figuur ook niet, - misschien is ze wel aardig. Rein vroeg ons in de pauze aan hun tafeltje in de Sociëteit en we converseerden, maar het was niet erg lang en zij niet erg conversabel, misschien, geneerde ze zich voor ons, misschien niet. Rein is doodsbenauwd iets te zeggen dat haar minder aangenaam zou zijn, erg grappig. – Fam. Hupkes vertrekt over enige dagen uit Bandoeng naar Buitenzorg, Hok slaakt zuchten van verlichting, want nu kunnen we niet meer [4] bij hen op visite. Ik heb alleen nog met Lientje getelefoneerd. Ze kunnen me mooi daar met “onze” meubels gaan pronken! Ze hebben werkelijk alles als wij, of bijna. Misschien een mooie vriendin voor Pimmetje! – En van Pim gesproken, gister bewonderden we voor ‘t eerst de G.G., althans op een afstand. Hij had een beeldig geel palmbeach pakje aan en is heel lang, erg plezierig. Gister werd nl. een standbeeld of eigenlijk een soort aardbol onthuld, ter ere van Ir. de Groot, die het radiostation van de Malabar stichtte, dat ons zozeer van dienst is geweest voor 3 weken! – Heel G.B. had vrij gekregen, maar we moesten allemaal in ‘t gedrang staan in de palle zon en toen De Jongh = directeur G.B. en Ir. Einthoven = medewerker van Ir. de Groot waren uitgesproken, werd het me te machtig en zijn we er snel vandoor gegaan. Voordat het doek viel, helaas! Onze lieve De Jongh was niet eens genodigd, noch andere hoofden van diensten, die (behalve De Jongh natuurlijk!) zeer gebelgd waren. Naast ons stonden enige Indische soldaten die, (hoewel zonder officier!) 2 coupletten lang van ‘t Wilhelmus in de stand stonden, in ‘t gedrang, is dat niet sterk! Ik sprak De Jongh even, ik dorst niet te vragen of hij weer eens bij ons komt, maar misschien zou hij best willen, hij ziet ons graag, geloof ik! – Hok zou ons zondag in Zweeds danskostuum gekiekt hebben, maar natuurlijk (!) kon Fiet van Houten juist weer niet, en nu is het een week uitgesteld, zolang de kiekjes alleen van mij! ’t Flatteert hè? De laatste kiek met lang haar en blote oren, Vader zal het wel naar vinden dat ik ze weer bedekt heb! Dag Eida. [5]
HOK
28-1’30
G. Hartelijk dank voor de verrassing van Dr. Fetter die we zodra mogelijk zullen doorlezen. Overmorgen is het Chinees Nieuwjaar, ik heb vrijgemaakt om acte de présence te geven. We zullen op dezelfde dag heen en terug gaan. Wegblijven zullen we maar liever niet doen. Ofschoon in China zelf officieel de Gregoriaanse kalender is ingevoerd, telt men officieus nog met maanjaren. Tegen dit Nieuwjaar nemen de Chin. die meestal geen zondagen of andere vrije dagen kennen, vakantie. Alle schulden worden betaald, er wordt veel gefoven, knalvuurwerk afgestoken, en op de 15e dag van het nieuwe jaar worden optochten gehouden, voorafgegaan door een draak van goed, die in allerlei natuurgetrouwe slangbewegingen naar een vuurbol hapt – althans die vuurbol hoort er te zijn – symbolische betekenis van de winter die het licht tracht te verslinden. – Tegen deze tijd valt toevallig ook de vastentijd van de Mohammedanen, de zogenaamde Poeasa, – men mag de hele dag tot de avond niets eten, zelfs moet de vrome Islamiet zijn speeksel uitspugen, niet roken. – ’s Avonds mag men de schade inhalen. – Men maakt in zulk een land met heterogene cultuur wel veel mee, vooral in de binnenlanden. Wij zullen er niet veel van zien, het is hier puur Hollands. De alt soliste van Paulus kreeg deze recensie – recensies moeten hier altijd welwillend zijn, ook recensies over boeken – muzikaal geluid, maar vereist nog oefening, en zeer intense en langdurige en dan hoeft zij niet onder te doen voor Ilona Durigo.[2] –
Ik moet ophouden met schrijven, mijn ega wil naar bed; zoudt u voor mij de volgende rekeningen willen betalen, z.o.z., het is altijd betalen, nooit eens een surprise!! als tantièmes of gratificatie van 10 x salaris!! [6]
1. G. Naeff – uitgever: Vos in ’t tuintje 1, Haag, ƒ 2.15 volgens nota 1125 ddo. 21/XII ’29. Gironummer 58018.
2. Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap voor Nederland en Koloniën. Instituut voor Mijnbouwkunde Delft. Gironummer 40517: ƒ 10.-
3. Geist, Filter & Co. Bremen Jr. Waagestr. 1. Mk 3.65. Gironummer Hamburg 33756 voor konto nr. 4028 ddo 4/XII ’29.
Bij voorbaat hartelijk dank
Hok
1930-01-20
EIDA
20 jan.’30
Geliefden –
In Indië geldt het gezegde 3x is scheepsrecht niet, dus we hebben sinds vanmorgen onze 4e jongen. Is het niet om te gillen! En dan zouden we hem nog de 5e kunnen noemen, omdat we 5 dagen een hulp gehad hebben, die ook wel had willen blijven, maar die het tegendeel van ijverig was. Over hem schreef ik jullie trouwens al, de jongen van de beeldschone fiets met versnelling! Het drama zit zo in elkaar: Tanom 5 dagen met verlof, de beeldschone fietser vervangt hem – Tanom blijkt ijveriger en degelijker – al ontbreken fiets en verstand, Tanom zal mogen blijven. Vrijdag: – geen Tanom – mevrouw stoft zelf af, veegt de vloer – droogt zelfs de kopjes; zaterdag: idem; zondag – meneer help bedden opmaken – afruimen – tafel dekken. De kokki vindt dat we niet op Tanom moeten wachten – krijgt opdracht naar een nieuwe uit te kijken. Maandagmorgen: een nieuwe! genaamd – schrik niet: ……….Ardjo!!! Van die naam schijnt er wat in ons huis te horen – toe dan maar! Hij werkt degelijk, dunkt me, al is hij pas 3 ½ uur hier in huis! Wat moet er van Tanom wordem? De stakker, hij heeft nog geen cent salaris voor wat hij de halve maand werkte. Maar ’t zal zeker zijn schuld niet zijn, dat hij niet terug is, want hij was graag bij ons, ook al zeg ik het zelf. – Verder is ons huis overstroomd door werklui, ons achtererfje van de bedienden wordt opgehoogd, want in de regentijd is het alleen modder, bovendien krijgen we een [2] trapje aan de achtergalerij naar de tuin, waar nu een schuine tegelen afloop was, zo steil dat je er niet gewoon op kon lopen. Er zijn 9 werklui + Ardjo + kokki, dus ik moet telkens even een oogje in ’t zeil houden. Het aannemertje is net gearriveerd en we converseerden beminnelijk. – Kokki heeft deze dagen veel moeten doen en van morgen maakte ik haar blij met een gulden. Ze is een reuze engel, en kan alles maken. Verleden week moesten de pisangs op en ik had 1 appel, en wat bourgogne en daar maakte ze een zalige pudding van. Ze is diep verontwaardigd als ik haar eens precies wil uitleggen hoe ze iets moet maken, dan valt ze direct in de rede met de woorden “soedah taoe”[1]. Wat kennen jullie al goed Maleis: Paatje: negeri of negri betekent: plaats, landstreek; een keurige vertaling: als we over niets te klagen hebben: “kalau tida ada koerang apa-apa”. – Vanmorgen kwam pas de mail, jullie verslag van Moeders verjaardag en Emma’s hoop dat we allemaal gezond zouden zijn op 31 december, stout kind; ondanks de 1, 2, 3, ging het toch niet door! – De poes ligt voor ’t laatst op mijn schoot te slapen. Toch wel saai dat hij weer weg moet. A. en Th. kwamen gisteravond vol blijdschap–weer-terug-te-zijn, hier aan – ze zullen zeker vannacht ettelijke dekens nodig gehad hebben na die smoorhitte in Batavia. – M’n ene langanan komt niet meer bij me – hij wil niet meer komen – waarom heeft hij niet gezegd, maar ik vermoed dat hij al te weinig op me verdient, maar ik zal zien dat ik hem nog een keer te pakken krijg en dan zal ik hem [3] zeggen dat hij dan maar vaste prijzen moet hebben (harga mati), en niet de ene dag zoveel, de andere dage zoveel moet rekenen. Anneke’s langanan lachte van “zie je nou wel dat die andere niet zo goed is als ik!”, bij het horen van dit nieuws en hij zal nu weer elke dag aankomen. – Woensdag kwam opeens een telefoontje van Betsy dat ze even kwam, Hok moest naar vergadering en zag haar nog net even, maar ze bleef een uurtje bij mij. Eerst zag ik haar vanachter en herkende haar helemaal niet: grote haardos, Sarong en Kabaja en vrij slank. Onder zo’n toilet dragen ze alleen een onderlijfje, meer niet – dat zou nog eens een toilet voor mij zijn! – ze was niets enthousiast over de reis, 2e klasse – burgerlijke onbeschofte tafelgenoten, al zat ze zelfs aan de tafel van de adjunct-administrateur – Madzy kwam haar halen + Kiem, haar oudste zuster, die ook in Holland geweest is en die ons dat mooie theeserviesje gaf, ± 2 kinderen. Kiem is ± 40 jaar en ik heb Mevrouw tegen haar gezegd, terwijl ze mij bij mijn naam noemde, volgens Hok was dat niet de bedoeling. Madzy was erg joviaal en vrolijk, terwijl ze toen bij ons, weet je wel, ± niets dorst te zeggen. Ze trouwt in ’t voorjaar en gaat in Buitenzorg wonen, Betsy wil naast haar een half jaartje zoet brengen en zoekt nu een baan. Betsy is gekomen omdat ze zo naar iedereen verlangde en haar zusters haar graag terug wilden zien, grappig hè?
HOK
Saja senang hati Papaverhof soedah pandai bahasa melajoe. Artinja negri, soedah di toelies pada saja poenja bini. Negri atawa negara atawa negari artinja gewest, rijk, land. Pergi ka negri ja itoe [4] artinja pergi ka negri belanda. Tentoelah, djikaloe orang beladjas bahasa asing, banjak kesoesahan, terlebih djikaloe kita tida tinggal di negri asing itoe! Sama bahasa sanskrit ada perhoeboengan; oepamanja kepala =[in Griekse letters] = hoofd. Lain toeladan saja tida taoe. Sama bahasa arab perhoeboenganja kliwat banjak; alif-bata-nja bahasa melajoe bersama alif bata-nja arab; dari itoe ortografie latin bahasa melajoe di mana < tida sama, …..
M.a.w. ik ben blij dat het Papaverhof het Maleis al kent. De betekenis van negri heeft mijn vrouw u al geschreven. Negri of negara of negeri betekent gewest, rijk, land, stad. Pergi ka negri (=gaan naar gewest) betekent naar Holland gaan.
Natuurlijk, wanneer men een vreemde taal leert, zijn er veel moeilijkheden, vooral wanneer we niet in dat vreemde land zelf wonen! Met Sanskriet bestaat er een verband, bijv. kepala = hoofd andere voorbeelden ken ik niet. Met het Arabisch zijn er talrijke gelijke woorden, het alfabet van het Maleis is hetzelfde als het Arabische, vandaar dat de Latijnse orthografie van het Maleis zo weinig uniform is: bijv. pandai = pandi, saja = saya. Fijn dat u zoveel Maleis kent.
Onze beroemde gulden – kruis of munt – heeft nu weer eens gelijk gehad. Volgens de gulden moest en zou Tanom, hij heet precies Santanom weg, en dat was toen hij onze Soekyam hadden en toen we nog tevreden met hem waren, omdat hij een fiets heeft en weet waar de straten zijn en lezen kan. Dus dachten we dat we Soekyam zouden houden. En na een paar dagen waren we echter overtuigd dat Tanom met zijn trouw en degelijkheid beter was dan alfabetisme en fiets en [4] vooral door voorspraak van kokki waren we – ondanks de gulden – vast besloten hem te houden. Maar ziet Tanom is nog niet terug en we hebben nu Ardjo die geconditioneerd heeft dat hij blijven zal ook al komt Tanom weer, natuurlijk onder beding dat wij tevreden zijn. De gulden zal wel gelijk hebben, want Ardjo II heeft een fiets, is degelijk en niet dom. – Nogmaals, het duo Ardjo en kokki, laten we hopen dat er aan de mutatie een eind gekomen is. – Zulk een uitgebreid en intens familiebezoek als A. en Th. volbracht hebben, zullen wij wel niet presteren. De auto van Jo Olivier kost ƒ 100.- dat weet u zelfs al, … en de sfeer van Bodisco-Tervaart is ons te zeer van lokale om niet te zeggen van burgerlijke kwaliteit. Ze hebben me wel meer verteld van die coterieën in Indië’s hofstad. We leven stijf en officieel: de ambtelijk hiërarchie viert hoogtij, de dames met pruimenmondjes naar de laatste mode! Het is nergens goed behalve in je eigen huis, … maar waar nu een leemte is, omdat mejuffrouw Kees v.d. Laan, ons logeetje niet meer op ons bladpapier snort. Er moet bij ons gauw een katertje, een jhr. Tan komen!! Ik zal maar ophouden, omdat het al zo laat is. Moeder, zoudt u misschien voor me willen gireren aan “Mijnbouwkundige Vereniging Delft”, penningmeester J. van Heek, gironummer 139855 het bedrag van ƒ 5.20 (contributie 1930). Bij voorbaat bedankt.
EIDA
Hierbij het Certificaat van de Veendammer. Houden jullie het geld en zet het op ons krediet, dan hebben we nog wat over, is het niet Maatje. – M’n huis loopt over van de werklui en ik heb met Trude afgesproken Italiaans te doen. Liever deed ik Maleis, ik vind het waanzinnig om nu zo’n taal als Italiaans te doen en het Maleis waarin je zit te [5] laten schieten.
Vanmorgen kwam inderdaad Tanom en nu konden we hem met fatsoen zeggen dat we al met deze jongen hadden afgesproken dat hij mocht blijven en dat het ons speet tegenover hem, maar dat we er niets aan doen konden. Deze jongen is pienter en toch bescheiden! Moge hij zo blijven – Amen.
Dag Hok en Eida
1930-01-12
EIDA
[gefeliciteerd met Anna II de Ranitz]
Zondag 12 jan.’29
Geliefden –
Ik heb het gevoel dat ik jullie in lang niet geschreven heb. Dat komt zeker door m’n kort briefje van de vorige week, toen Hok zo volmaakt me vervangen heeft. Ook aan Dien schreef hij een lange brief. Ik heb weer zelden zulke drukke dagen gehad van:
’s morgens dans repeteren, kostuums ervoor maken, een ABC in elkaar draaien, dit alles in 4 dagen. Onze dansjuf, een aardig meisje Roos Driessen (!) genaamd, was uit de stad tot dinsdagavond en toen konden we pas met repeteren beginnen. Van tevoren hadden we al het een en ander aan de kostuums gedaan, nagemaakt naar foto’s. Meestal repeteerden we ’s morgens mij Mevr. Ultée (die ik nu tante Piekje of Piekje alleen noem!) en ’s avonds bij ons. Hok had voor Piekje een spiegel aan de piano vastgemaakt opdat ze ook wat van het dansen kon zien. Woensdagavond was ons eerste Kunstkringconcert, een Franse pianist Schmitz (klinkt niet erg Frans!) buitengewoon knap en vooral Chopin ook mooi. Die morgen begon ik pas met het ABC. M’n bedoeling van ’t ABC was dat we dat met een paar zouden maken en voordragen, maar tenslotte is beide op mij alleen terechtgekomen. Het slaagde gelukkig nogal goed en het had ook succes. Op ’t laatste ogenblik trachtte ik Trude nog als partner te winnen, maar ze beweerde dat nu de hele avond voor haar bedorven was. Maar ik vond het zo op de voorgrond dringerig als ik daar in m’n eentje zou staan, maar [2] de bowl gaf me daarvoor moed! En ons succes bij de dans, al ging die allerminst volmaakt. De muziek was lastig en Piekje vergiste zich nogal eens en dan zong Roos Dr. de wijs maar zolang, zodat men dacht dat dat erbij hoorde!! Roos Dr. was mijn man, die ik een keer danig in de war gebracht heb, zodat ze door mijn schuld de goede pas die ze wou doen niet kon presteren. Maar ook een keer hielp ik haar op het goede pad! – Vooral de laatste dag, vrijdag, had ik geen minuut te vergeven en juist kwam die dag Mevr. F[1]..... de huisbazin tweemaal! – Het vriendelijke: ik houd u toch niet op, werd door mij à la Moeder met een even vriendelijk o nee! beantwoord, hoewel het toch gelukkig niet zo overtuigend klonk, zodat ze na een korte poos verdween. ’s Middags arriveerde ze weer om 6 uur en bleef een vol uur om herstellingen aan te geven aan een aannemer. Ik bleef er eerst bij – ze is erg lang van stof – ondertussen denkend: “T is de twintigste van de maand met zijn thee” – waarop ik na lang denken opeens een mooie zin had: “en ook het trouwen dat pas nog een Vivos-lid dee” waarop ik veel gelach oogstte. Om half 8 was ’t ABC af en om half 9 begon het feest. Het moest overgeschreven, ik mij verkleden en koffer pakken voor de dans. Hok schreef het over en ik trachtte wat te eten, maar schon wieder ging ik met omgekeerde maag ten feeste! Dan voel ik me juist op z’n best – veel beter dan wanneer ik niet gegeten heb! Piekje stuurde haar auto om Trude en mij te halen. Zelfs als tegenprestatie daarvoor kon ik Trude niet tot het alfabet bewegen, misschien wel goed ook, want ze draagt niet goed [3] voor. – Het souper was helaas lopend, besloten door het bestuur, zonder raadpleging van de feestcommissie! Het is niet zo gezellig als een tafel met bloemen gedekt, maar wel gemakkelijk omdat dezelfde kamer eerst voor vergadering gebruikt kan worden. Er was een zeer ingrijpend voorstel van een lid ingekomen om ballotage in te voeren en minstens 1 jaar van studie, anders is het begrip “oud-studenten” niet op zijn plaats. Ik zou er dan uit moeten gaan. Maar het is niet van terugwerkende kracht. Maar ik heb bij de stemming gezegd dat ik het er wel in principe mee eens ben, maar niet precies met deze opstelling. Fiet van Houten is bij de discussie in m’n achting gestegen omdat ze keurig haar bedoelingen kon formuleren! Maar verder heb ik ontdekt wat haar ontbreekt: gevoel voor humor! – Toen we ons aan zouden kleden voor de dans, ontdekte ik dat m’n blouse er niet was. Ik gauw m’n mantel over m’n onderjurk in Piekje’s auto – “naakt onder hare mantel” naar huis, naar binnen gerend, Hok wakker gemaakt (het bleek ± 11.30 uur), terug naar buiten gerend: de auto was alweer terug, dacht dat hij mij alleen moest afzetten! Ik naar de telefoon om de auto weer terug te laten sturen, gelukkig was het feesthuis vlakbij! Wat een drama!! –
Ondertussen hebben we nog een huiselijk drama, oftewel een bediendelijk natuurlijk!! zul je zeggen. – Hok kreeg bij ‘t zien van een kopje met een stukje van onderen eraf een woedende bui (2 dagen tevoren had hij = Tanom, de Sinterklaas thermosfles aan stukken gegooid!) en wou hem eruit hebben. Ik opgebeld naar 2 kanten – geen succes. Maar toch besloten wij hem eruit te zetten, stevenden plechtig op hem af. Maar hij wist zozeer ons goed hart [4] te treffen, dat we onze woorden maar weer introkken. Hij is meer dan goeiig en zeer aan ons gehecht. Maar nu belde Jet Gruys op dat ze er toch een voor me had en juist had Tanom 5 dagen verlof gevraagd om zijn vrouw + 5 kinderen weg te brengen naar haar huis. Dus ik verzocht die jongen, Soekijan genaamd, 5 dagen te willen komen en nu blijkt dat deze: een fiets heeft, pienter is, zodat Tanom weer in de knel komt. Afgrijselijk gewoon, want we hebben Tanom gezegd dat hij terug mocht komen. Wat te doen! Enfin, vandaag is het pas de eerste dag van Soekijan. Het is een keurig nette jongen, beeldschoon om te zien, en een tegen wie ik niet kan snauwen, zoals mijn toon tegen Tanom geworden is. – Hij heeft zelfs een versnelling op zijn fiets, is schatrijk. Terwijl ik dit schrijf, zit onze logé (het is een “zij” geloof ik) met m’n vulpen te spelen, en bij voorkeur gaat hij op m’n laatste regel zitten. Keesje is allerliefst maar erg verwend. Hij gilt als hij pas gegeten heeft en niet op m’n schoot mag slapen, na het ontbijt b.v. dan heb ik eerst veel dingen te doen. Maar hij went hier nu al en speelt verwoed met propjes papier, een klosje aan een touwtje en met vermeende vijanden. Hij had een kakkerlak doodgeslagen en die heeft hij = Kees met smaak verorberd – met het gevolg dat hij voor melk zijn neus optrekt! – We hoorden net van Jaap Kunst dat het goed is met Emma, prettig toch die telefoon. Mevr. Kunst was zeker ook verrukt en vooral van Jaap’s benoeming denk ik. Geweldig fijn, alvast voor één jaar een standplaats Bandoeng, kon niet mooier! – Leuk dat het Sinterklaaspak bevallen is – de poef was ook als poef bedoeld, niet als kussen – lees het vers nog maar eens! – En wat heb je dat tafeltje mooi gesymboliseerd van 4+3. Ik hoop dat je dat kleverige goedje intussen ook tot Indisch “delight” gemaakt heb. – Wij hebben net gister de speculaas – oftewel “de lekkere brokken voor Eid en Hokken” – geopend en er een eenzame meneer, die we plus vrouw verwacht hadden, op gefoven. De banketletter wacht nog op zijn beurt! Gister was ik erg melig van het Vivos feest en nog is het niet over. – Ik ben penning- en ceremoniemeester van de tennisclub geworden en Hok mag de nodige standjes uitdelen. – Op de Kunstkring gebruikte ik m’n sjaal als cache-misère: al m’n jurken zijn me nu veel te nauw over de boezem, Piekje zal me met vermaken helpen. – Van bevallen gesproken, Nora Bessem is er ook gauw bij (“ook” is hier niet juist geplaatst!!). Dag Hok en Eida
[Randje pag. 1]
Net belde een mevrouw op van de Vivos of ze m’n ABC mocht lenen om haar man voor te lezen en over te schrijven om een oud lid in Holland te sturen! Hoe vind je dat succes. Op de avond zelf had ze me al gezegd: “Mevr. Tan, u hebt ons vanavond buitengewoon geamuseerd” en drukte m’n hand krachtig. Ik zag haar die avond voor het eerst. Ze heet Mevrouw Hasenstab. Grappig hè! – Is Emma weer de oude?
Heleentje Rauws heeft al plaats besproken [aan boord] voor 4 aug. – Trude is erg blij!
1930-01-07
EIDA
7/1 ‘30
Geliefden.
Net heb ik nog even, in afwachting van m’n danspartners voor de Zweedse Volksdansen voor het Vivos-feest van a.s. vrijdag, om te juichen over ons gesprek. Is het nu geen waarheid geworden dat we niet ver van elkaar zijn! Zoals de stemmen overkwamen, nog beter dan als je met elkaar telefoneert. Is het niet om de smaak van beet te krijgen?! Aan de ene kant jammer dat we Emma’s stem niet konden horen, maar dit leek ons toch het geschiktste ogenblik om jullie onze liefde te betuigen! Werkelijk, het was niet anders dan een wonder te noemen dat we
HOK
zo gemakkelijk die 10 000 mijlen kunnen overbruggen. We zaten hier kalm in prettige armstoelen om een rond tafeltje waarop een draaibare microfoon met elk een telefoon op de oren, het geheel in een rustig gedrapeerde kamer aan de Oude Hospitaalweg in het centrum van de stad. – Tussen twee haakjes, voor de “vriendinnen”, liever clubgenoten van Eida, ben ik lucht. Ze maken me teveel kabaal, wat kun je anders verwachten wanneer de Vivos bij elkaar komt, ik hoop niet dat de brief onder de Vivos en daarbij het begeleidend pianospel lijdt. – En te bedenken dat het bij u op dat ogenblik in het begin van de middag was, buiten triestige koude met nevel, kale bomen, koude trams, terwijl hier bij ons het zwoel was van de opkomende regen. De stemmen kwamen volgens Eida zeer goed over; ik kon Vader’s stem vooral goed herkennen, daar mankeerde niets aan. Dames stemmen zijn door de hoogte minder duidelijk. [EIDA Hok en Thijs waren zeker ook beter dan wij?] Willen de stemmen goed overkomen, dan moet men rustig en niet al te luid [2] spreken; de woorden goed articuleren. Mevr. v.d. Laan was in het geheel niet te verstaan, tenminste voor mij. De 3 minuten waren zo om hè; 7 personen waren ook eigenlijk te veel, elk niet eens een halve minuut. Een andere keer doen we het beter, niet meer dan 2 personen aan elke kant; dan kunnen we elkaar meer vertellen en kunnen we tot een geregeld gesprek overgaan. Nu was ’t hoofdzakelijk een horen van elkaars stem [EIDA waar het ook alleen om te doen was] wat toch ook zijn waarde heeft. We zaten met een papiertje voor ons met de punten voor het gesprek, maar niet alles hebben we kunnen afwerken, zelfs de groeten aan Emma [EIDA en die aan fam. Rauws van de Smitten] vergaten we.
Ze zal nu wel weer in haar eigen kamertje zitten met glas in lood, met kleine gaatjes op de vloer, zoals Sint Nikl. het ons beschreef. Van Hanneke Hijmans die met Oud en Nieuw bij de Sloosjes logeerde, hoorden we dat Emma geopereerd was. En Hanneke had dat bericht ook per telefoon gekregen. - Heel aardig die Sint Nikl. gedichtjes; Vader’s woede over het te laat zijn van ons pak zal wel bekoeld zijn, eveneens Moeder’s woede over millimeter-letters op het slechte papier, wanneer zij nu merkt hoeveel moeite schrijver dezes doet om de meer dan 1 mm grote letters te tekenen en hoe langzaam de pen over dit mooie linnen papier kruipt.
Hier is het momenteel heel lang licht – tot 7 uur ongeveer duurt de schemering, we zijn hier te dicht bij de equator. Maar prachtig is de zonsondergang waarop we ’s avonds – gesteld dat we dan reeds ons bedje verlaten hebben [EIDA erg overdreven, we zijn nu nooit meer zo laat]– pal op kijken. De zonsondergangen zijn nu vooral heel mooi, nu de lucht zo dikwijls betrokken is. Het zijn hier fellere kleuren dan in Holland. – Nu kunt u toch niet zeggen dat ik na drie regels afgedaald ben tot 1 mm boven de regel. – De regens zijn hier kort en krachtig, precies als een echte vloek. [3] Geen tien dagen lange miezerigheid;even een betrokken lucht, soms tot zwart toe, zodat de lampen op moeten, daar zijn we eigenlijk op het bureau niet op ingesteld, want het licht is dan zo slecht en gemeen, dat van microscoperen toch geen sprake kan zijn. En dan plotseling een halve waterval, alsof ze daarboven vaten omgooien, iedereen en alles op straat nat, een regenjas helpt niet; het probaatste middel is een dichte auto – alweer een reden meer om zo’n vehikel te kopen. Onze two-seater pot is helaas leeg en mijn eerste verhoging komt over 15 maanden. – De vorige week werden we verrast door de huiszoekingen bij de leiders van de Perhempoenan = Vereniging Nasionalis (zonder t, want Indische mensen laten de korte en krachtige Hollandse uitgangen meestal weg, behalve de n’s, dat is zo gemakkelijk, want de mond hoeft niet gesloten te worden) Indonesia (P.N.I.) Of die aanhoudingen werkelijk gemotiveerd zijn, of er een reden is voor een dergelijk drastisch optreden, moet nog blijken, ... hoe het ook zij, ons “onvolprezen” [Platgeslagen muskiet met tekst: d.i. is een muskiet!] A.I.D. Preangerbode juicht, voor dat schandblaadje is de opstandspoging nu al bewezen. De wethouder van Batavia Thamrin werd gepasseerd bij de benoeming voor loco-burgemeester, omdat naar de woorden van de vroedvader van Batavia, het instituut van burgemeester, van gemeentelijke decentralisatie een specifieke westerse is en dat daarvoor geen plaats is voor Oosterse krachten, m.a.w. de Oosterse raadsleden en wethouders vervullen eigenlijk een sinecure, … ofschoon het volmondig toegegeven wordt dat de Hr. Thamrin één van de weinige wethouders is, die zijn taak goed verricht, die bij alle gemeente kwesties geraadpleegd wordt. Een fout beging de inlandse fractie dat ze daarna hun mandaat [4] neerlegden; maar hoe het ook zij, … het A.I.D. laakt vooral de houding van Thamrin, terwijl de houding van de burgemeester, min of meer vergoelijkt wordt. De uitspraak van die vroede vader is gelukkig weer ingetrokken, maar niet de passering. In dit opzicht is Bandoeng onbevooroordeeld: Tjen, een van onze goede kennissen is degene die in Bandoeng Chinese wethouder is en een blauwe maandag loco-burgemeester was. Alles is hier verpolitiseerd en alles wordt teruggebracht – hier m.i. terecht – op de superioriteit van de Europeaan. Men leest veel over cultuursynthese, mooi, maar voor een synthese zijn de onderdelen van gelijke waarde, en mag er geen plaats zijn voor vooroordeel. Daar zijn we in sommige delen van de Archipel nog ver vandaan: b.v. Deli, het bolwerk van Angelsaksische verwaandheid. De stercorrespondent van de Rotterdammer geeft er hele goede beschrijvingen van, als zijn reisbrieven uitkomen moet u ze zeker lezen. – Betsy komt de 11e dezer, het zal me benieuwen wat ze gaat doen. Er is zoveel onverstand in de Chinese gemeente te verzinnen.– Onze Papaverhovische zonnebloemen bloeien, maar het zijn geen fikse en krachtige bloemen, niet van die robuuste polderknapen, maar tere, fijne en welriekende bloemen; misschien hebben we ze te weinig mest gegeven. Onze radijsjes beginnen al knollen te vormen… De aanblik op ons perkje voor het huis is wonderbaarlijk, veel groen, hier dahlia’s daar andere planten, maar vooral veel radijs…. Kortom heel schoon. Het is volgens Eida een groene moestuin. – Neen, goede vrienden hebben we nog niet ontdekt; momenteel heeft Eida een oudere dame (40 j.) als boezem-kennis, Mevr. Ultée, een doktersvrouw van de Vivos, met wie ze in de feestcommissie zit van de Vivos. Het derde lid van die commissie is Mevr. v. Houten (Fietje Hannivoort), [5] die waarschijnlijk niet minder is dan een kat en met wie Eida vooral per telefoon allerlei experimenten verricht: hoe men haar ergeren kan. Nou dat is zeer gemakkelijk, want ze wil van alles de eer hebben, ofschoon ze meedraait met de luidste mond. Bedankt voor de P.S. chipolata. – Emma heeft goed gezien, u alvast met slamet djalan boekomslagen te bedenken, en haar krokodillen, slangen, kakkerlakken boutade is meesterlijk. Uw Indië potje is groter dan ons two-seater dito, over twee jaren verwachten we er de zichtbare resultaten van, van beide bedoel ik; kita (=wij) djandji (=afspreken) sekarang (=nu), boekan (=hè)? [EIDA Begrijp je dat?]
Eida heeft een surrogaat gevonden voor abrikozen pudding. In plaats van abrikozen, verse papaja, en ze smaken absoluut naar abrikoos met pruim. Vanochtend kreeg Eida visite van een vriendin van A. de Jongh, Mies van Eerden uit Den Haag, die haar allerlei vertelde van Annie’s verloving en tragisch auto-ongeluk, en dat in de tijd van het kostuumnaaien voor het feest van de Vivos.
Onze jongen wordt over enkele dagen aan kant gezet: hij is te stom, te onhandig – ons servies gaat zeker binnen het jaar onder z’n handen aan kant – maar zeer goedig. Het gaat me aan het hart iemand op straat te moeten zetten, - te ethisch zouden ze zeggen.
Bij ons op het bureau zit een politiespion, … dat kregen we te weten bij de jongste aanhoudingen, want hij moest natuurlijk mee aangehouden worden, want anders zouden zijn makkers het in de gaten krijgen. Wat een mentaliteit moet zo iemand hebben. De recherche heeft natuurlijk zulke individuen nodig, maar toch een naar idee onder je naaste ondergeschikten zo’n spion te hebben. Hij gaat bij het minste vergrijp eruit, dat heb ik mezelf [6] beloofd.
Nu dag, mijn ega zal wel verder schrijven. Hok
EIDA
We zijn klaar met springen. Het is een verbazend leuke dans met 13 (natuurlijk!) figuren. We schijnen goedleers te zijn en nu mogen we nog een leren van de Juf! (een meisje van ± 25 jaar!). Deze Roos Driessen is mijn heer – ik ben een beeldschone boerin - Hok zal mij en misschien ons kieken. Ik heb zware spierpijn, vooral in het onderste deel van mijn rug, netjes uitgedrukt. Mijn benen zijn enigermate stijf. Het is echt dol je weer eens te kunnen “uitleven”!!! Morgenochtend om 9 uur weer.
Dag Eida
1930-01-01
EIDA
Geliefden –
“Laat elke dag een feest zijn” en “Wees de smid van uw eigen geluk”! Vind je dit geen mooie woorden om op een trouwdag gesproken te worden. Hok en ik zijn gister nogmaals getrouwd, ditmaal in de kerk, en we konden met genoegen constateren dat we inderdaad hard aan ons geluk gesmeed hebben en tevens dat elke nieuwe dag een feest voor ons is. Hoe prettig is het toch als iemand in mooie gloedvolle woorden je gedachten vormt. – Gister trouwde een geoloog, een Duitser: Dr. Stehen met een Hollands meisje – Binkhorst; en het hele corps “mijnbouwers” was in Jacquet aanwezig een groot gedeelte met vrouwen, we waren in de kerk en toen op officieuze receptie voor de Mijnbouwers. Het is toch prettig om op die manier, als vermeld, toegesproken te worden; alleen een dominee is, geloof ik, tot zoiets in staat. Deze Ds. Jansen, speciaal uit Batavia overgekomen, was erg vrijzinnig. Hier in Bandoeng zijn nl. alleen 2 orthodoxen, geen vrijzinnigen. – Keurig in een gesloten taxi (die hier net eigen auto’s zijn vanwege de Indische “schijn”) werden we erheen gereden, na afloop bracht men Fiet van Houten en mij naar Mevr. Ultee, alwaar de “Feestcommissie” vergaderde over het “Vivos-souper”. Er zullen ook Zweedse Volksdansen gedanst worden [2] waaraan ik ook hoop mee te doen en dan zullen we trachten een ABC in elkaar te zetten – gedachtig aan de successen in onze familie steeds met zoiets behaald. Het is waarschijnlijk bij Mej. Potjer aan huis (onze presidente, zeer actief, natuurlijk! ze is een Groningse!!). Hier worden soupers uitgezonden met tafels, tafelgoed, servies, zilver (of anders wat!), bedienden (kelners), zodat degene bij wie het feest is, er helemaal niets mee te maken heeft. Makkelijk hè. We hebben een menu in elkaar gezet met hors d’oeuvre + 6 gangen voor ƒ 5.- p.p. Toch niet duur met alles inbegrepen! – De dag was toen nog lang niet afgelopen! – we sliepen – en toen zou ik een nieuwe voering in m’n Indische hoedje zetten, dat ik heb laten stomen en weer “als nieuw” is – maar opeens verscheen een auto met Mamma + “de boze Tante” (van de erfenisgeschiedenis) + 2 dochtertje en daar ging het weer aan de conversatie. Mamma wilde die Tante alles laten zien en de elektrische naaimachine moest vertoond, ook die blauwe gebreide trui, die ik nog eens voor de Huish. School heb moeten maken en waarmee ik Mamma’s hoge bewondering veroverd heb! – Ze bleven maar een half uurtje en toen moest de tafel gedekt, want om kwart voor 8 zou de auto komen om ons naar de fam. Benschop-Koolhoven te brengen, waar we op een bowl-fuif gevraagd waren. Hij is een collega van Hok, zij is een klein beetje ordinair, maar het geheel is toch aardig. We waren hier met ons veertienen (allemaal collega’s), waarvan maar 5 dames, dit: met het oog hierop dat dames het dansen langer volhouden dan heren! We werden keurig neergezet, Hok ver van mij, maar ik had de ereplaats naast de gastheer, aan m’n andere kant iemand die we op het officiële bezoek stampend[1] vonden en die ik aan ’t eind van de avond zelfs aardig vond! Wat wijn en vrolijkheid al niet doet. We hadden echt veel plezier, hoe weinig we er ook van verwacht hadden. – Er was ook een echtpaar Harlof. Net getrouwd – zij van mijn leeftijd – leek me erg aardig – al spraken we weinig woorden met elkaar – lachten elkaar vriendelijk toe – ze houdt ook dol van gekheid geloof ik. Ik heb Hok voorspeld dat we over een jaar stikken in de kennissen omdat we ze zo van alle kanten krijgen. [3] Het hoogtepunt van de avond was: de roulette. Een hele echte hadden ze en we hadden veel pret, Hok won de derde prijs – hij had nl. ƒ 2.- gewonnen. – De eerste prijs won ƒ 11.-, de tweede ƒ 6.-. We kregen allemaal een bakje met ƒ 2.50 – ik had aan het eind precies 5 cent over! – Maar er waren er ook met ƒ 1.25 schuld. Het is werkelijk enig opwindend. – Hok kreeg een beeldig asbakje, met de hand geschilderd, juist hoognodig want we hebben voor visite alleen één voor de heren, terwijl er vaak ook één voor dames nodig is! Gisteravond heb ik helemaal niet gerookt, niet dat ik het anders zoveel doe! – Ik droeg m’n blauwe zijden jurk zonder mouw waarmee ik Hok’s hart op ’t eerste gezicht deed ontvlammen, wat ook ten tweede malen lukte!! [HOK en ook een ander] dit schreef Hok mij in de rede vallend, en je begrijpt natuurlijk dat er niets van waar is! –
Maandagmorgen. Over Kerstmis moet ik het ook nog hebben. Beide dagen vierden we bij Anneke, waar de kerstboom was, waaraan wij ook een paar dingen gehangen hebben omdat hij ook van ons zou zijn. Het is feitelijk niets gedaan om in Indië kerstmis te vieren, in de allereerste plaats heb je geen hulst en dan geen sneeuw. Verbeeld je dat je na het eten even een eindje omloopt en zo in je voile jurk kunt gaan! Dat kan toch geen echte Kerstmis zijn! Verder stond bij ons nu geen boom, zodat we thuis zijnde de hele Kerstmis konden vergeten, maar dan speelden we maar kerstliedjes uit Trude’s bundel Nederl. liederenboek. Bij Anneke aten we gans en nog eens gans, beide dagen. Vooral de ragout was lekker, maar daverend vet. Ze had ook zalige compote, echt [4] “feest-eten”. Anneke had beeldig de tafel versierd met rode biezen en kaarsjes en natuurlijk aten we bij ’t licht v.d. kerstboom. ’s Avonds las ik Anneke voor uit de Bijbel, terwijl onze mannen kastanjes poften op het houtskool brandertje, later zongen we vol enthousiasme van: “de witte vlokken zweven” terwijl alle ramen open stonden en Hok vanwege de warmte in de tuin op het muurtje zat! – Morgen is ‘t “Oudejaar”, feitelijk de maildag, maar dat zal niet erg mogelijk zijn! –
Gister vroeg het echtpaar Tjen ons mee te tennissen bij Mr. Liem. We gingen vol enthousiasme in een beeldige auto door een zoon gehaald. Deze zoon is 17 jaar en tennist keurig. Hok en ik daarentegen konden eerst helemaal niet wennen aan die baan buiten, nu we de overdekte gewend zijn. We verloren direct met 6-0 en we ergerden ons dood. Het was ook geen mooie baan althans een erg slechte uitloop. Hok speelde later vrij behoorlijk in een heren double, maar ik presteerde vrijwel niets. En dat terwijl de verwachtingen over ons hoog gespannen waren. Ze hebben vast gedacht dat we erg opgeschept hebben, toen we zeiden dat we geen beginnelingen waren!! Maar enfin, een ander keertje beter. Mevr. Tjen stelde voor naar Lembang in het Grand Hotel te gaan spelen de volgende week, maar Hok moest natuurlijk naar kantoor - we zullen zien. –
M’n dieet gaat schitterend – dagelijks houden we veel brood en boter over, maar ik kan niet genoeg vruchten en groenten kopen. Ik doe mijn best Hok niet in mijn kuur te laten delen, want hij heeft het nog steeds niet nodig! – In tegendeel – hij moet melkzure kalk [HOK NB. Een middel voor voedende moeders!!!] eten om meer haar te krijgen – Hok’s haar moet dik en ik slank: dat is het verschil tussen Hok en mij! – Dag Eida
Ik herinner me nog goed dat ik, toen we nog bij Anneke logeerden, bang was dat ik ’s morgens als Hok weg was, niets te doen zou hebben! En nu kom ik nog tijd tekort, ondanks de morgen van 6 uurtjes! Kapot is alles steeds, ik kan heus aan de gang blijven! Noodzakelijk moet ik m’n jurken verwijden!
HOK
1 januari: vol lekkere spijs en goede drank. Anneke en Thijs net weg, het nieuwe jaar tegemoet. We hebben aan het middaguur, om 5 uur, aan Holland gedacht, morgen vrij. Dag Hok.
[Randje pag. 1]
EIDA
Gelukkig Nieuwjaar! Het is hier 1 januari 1930, 1 uur ’s morgens – en we hebben om 12 uur op jullie geklonken met oude bourgogne.
HOK
G. 1-1-’30 1 uur. Een zalige kreeft, kip en wijn en goede stemming, terwijl buiten voor duizenden guldens in de lucht knalde. Leve de huiselijke haard. Asjeblieft. En nu gaan we slapen om fris aan Nieuwjaar te beginnen. Moge ’t geluk evenveel sturmen als ’29 en een beetje boffen. O zo! Dag Hok
1929-12-17
EIDA
Dinsdagmorgen 17 dec.’29
Schatten –
Allereerst onze gelukwensen met Tante Eefje (die ik nog steeds niet schreef), Marietje Borger (wel geschreven), en Joke (te laat geschreven) + de een en de ander die we niet meer weten! Hier is niemand jarig voor zover we weten, maar gister daarentegen, offreerde Hok me 8 morgenkusjes en mocht ik raden wat dat betekende, weten jullie het? Ik wel! Ook in andere opzichten was gisteren een veelbewogen dag, waaraan een kale vooravond voorafging. Op die vooravond, dus zondagavond hadden we om 7 uur een beeldige gedekte tafel voor 3 personen. Bong (je weet wel uit Batavia die hier laatst met Houw logeerde, ook mijningenieur, maar leraar) had gevraagd hier te mogen overnachten zonder meer. Wij ontvingen de briefkaart te laat om te antwoorden, maar wie er kwam – geen Bong. We aten maar samen aan de grote tafel met een grote schotel “petjil” en om kwart na 10 zijn we bedwaarts getrokken, terugkijkend naar ons beeldig opgemaakte veldbed beschermd door een, aan touwtjes zeer vernuftig door Hok opgehangen, klamboe in ons logeerkamertje, waarin een zilveren vaasje een klokjesorchidee prijkte! – Je denkt nu misschien dat ons logeerbed in rook was opgegaan – maar nee – daar rustte Jan Albert in bij Anneke, waar hij 2 x een weekend doorbrengt. – Bong was hier met z’n leerlingen en Hok leidde gister, dus maandag, de helft daarvan door zijn paleontologisch museum en toen ik thuiskwam om half 2 zat me daar dat [2] stel samen te eten: Bong en Hok. Je ziet hoe ingewikkeld het leven hier is, want die morgen, dus gister, dus maandag – toog ik al om half 10 stadwaarts, per fiets natuurlijk, om allereerst ƒ 11.- aan de waterleiding te betalen, die een stuk nieuwe leiding zullen maken, zodat de bedienden ook een kraan voor zichzelf hebben. Dit gedaan zijnde, was ik een kwartier te vroeg in de stad = op Braga (dé winkelstraat), alwaar ik met Fietje van Houten-Hannivoort (over wie Anneke misschien al schreef in ongunstige zin, vanwege het jaloerse hart omdat deze jonkvrouw vroeger op Thijs verliefd was {naar zijn zeggen althans} en het nu nog is {naar haar = Anneke althans}) die in Leiden met Thijs op ’t Gym was. Deze jongedame is getrouwd met een collega van Hok, en zaterdagavond waren we bij hen op bezoek. Verder is deze Fiet “Vivos”-lid en noemen wij elkaar bij de naam, hetgeen een uitzondering hier te lande, daar een ieder die Mevrouws-titel zo fraai schijnt te vinden dat hij door niemand over het hoofd gezien mag worden! Met deze Fiet dan, sprak ik af te half elfder ure een cadeau voor de V.V.S.L. te kopen, dat eind januari lustrum viert – dus wel te elfder ure, daar dit cadeau zeker te laat komt, maar in dit geval de schuld aan Semarang, dat zijn oud-V.V.S.L. bijdrage maar niet wil sturen.– Aldus ik was een kwartier te vroeg ter plaatse, welke tijd ik te baat nam om in de smorende zon de “mail” te lezen, de welke net die morgen gearriveerd was en waarvoor ik nog geen tijd gehad had. – Eindelijk verscheen zij + ene Mevrouw Ferguson, een tijdgenoot van Fiet, die tegen mij “Mevrouw” zei (zie boven). Deze dame is mij in die mate onsympathiek als mogelijk is, dus echt geschikt voor het samen uitkiezen van een cadeau van ƒ 105.-!! We waren in een Javaanse kunstwinkel en ik zette direct mijn zinnen op een grote gong van ± 1 m hoogte [Tekening gong met tekst: versierd houtwerk en koperen gong] dewelke door de V.V.S.L., [3] voor vele doeleinden gebruikt kan worden bv. wanneer een voorstelling begint of het diner! Mevrouw Ferguson wilde een compagnie’s kist of antieke bank – Fiet ging mee met haar die ‘t meest overwicht had – en de weegschaal helde naar mijn kant maar nu: hij kostte ƒ 110 .- en dan de verpakking + vervoer!! Ik dacht direct aan Jaap Kunst, die alle soorten muziekinstrumenten weet te vinden en na redeneren van ± 1/2 uur werd Jaap opgebeld. Hij kon ons misschien helpen aan een van ƒ 80.- dus net goed voor onze beurs. Wij togen naar hem toe op G.B. en spraken met hem af, (dit alles onder zijn kantooruren!) en alles zal wel goed komen. Een expert moet je in zoiets raadplegen, anders koop je een kat in de zak. Van Jaap vandaan zouden we nog even naar Hok, die niet te vinden was. Alle ingenieurs stormden door het gebouw om Fiet’s en mijn man te zoeken. Thuisgekomen vond ik dat stel aan tafel (zie boven). Intussen hadden we nog een stortbui gehad op het blote heuft zodat ik nu aan de verkouden kant sta. – Als je soms dacht dat de week verder gewoon liep, had je het mis. Allereerst woensdag “Vivos”, alwaar ik met gejuich begroet werd vanwege de “Izal”, je begrijpt, allemaal huisvrouwen. Voorts werd ik in de Feestcommissie benoemd tot viering van de jaarvergadering in januari, met Mevrouw Ultée, over wie ik al schreef, die ik in hoge mate vereer, voor wier vriendschap ik veel zou geven (m’n bakvisnatuur is nog niet geheel afgelegd!) + Fiet van Houten meergemeld. Ik weet nog helemaal niet wat te doen; maar eerstdaags ga ik naar Mevrouw Ultée, die mij daartoe uitnodigde (hoe gelukkig ben ik!!) om haar meteen “The love-letters of a Chinese lady” te brengen, waarvoor ze zich [4] interesseert. – Verder stopte ik donderdagmorgen 11 paar sokken van Hok, er zijn er nu nog 2, Goddank! – Zaterdagmorgen 6 paar kousen van mezelf (en er zijn er nog meer, niet veel!), waarin ik gestoord werd door een automeneer die me een trouwkaart in de hand stopte, waaruit bleek dat een zekere Dr. Thio, reeds vier dagen in het huwelijk getreden, die avond om 7 uur hier receptie hield in Bandoeng. – De heer Tjen, vertelde dat we daar moesten eten, maar (“ieten ken ‘k thuus wol!” hoe schrijf je dat?) en wij aten vooraf, hadden bovendien met Van Houten afgesproken, welke afspraak hernieuwd werd en gesteld op “vóór elf uur”! In een keurige huurauto (die hier niet van “eigen” auto’s te onderscheiden zijn in dit land van “schijn”) togen wij erheen en kwamen in een heel verlicht, versierd huis, stikvol bloemstukken, zeker een 100 keurig opgesteld door de voorgalerij en binnen. De broeder van de bruigom bood me de arm (ik was zeker een hoofd langer dan hij) en voerde me voor het bruidspaar: hij in rok, een aardig gezicht – zij in ’t wit – een lelijk meisje (een wonder want er bestaan vele mooie of lieve Chinese meisjes). Ieder die het bruidspaar gefeliciteerd had werd aan een tafel gezet, links de Chinezen, rechts de Hollanders (er waren er veel!), Hok mocht met mij mee!! Mevrouw Tjen kwam ook, nam me mee naar de vrouwen, die altijd binnen in de warmte zitten! Een Engelse dame, gouvernante van een Chinese mevrouw sprak me direct aan en hield hele verhalen tegen me, die ik grotendeels wel verstond, maar die ik telkens in ’t Maleis wou antwoorden, daar m’n andere buurvrouw Maleis sprak, ik moest enige minuten op een antwoord zinnen, maar ze waren allemaal zo jolig, speciaal deze Engelse en Mevrouw Tjen, zodat ik niet bang was voor fouten. Mevrouw Tjen spreekt vloeiend Engels-Maleis en Hollands en een beetje Chinees! – ook nog Soendanees. Met champagne klonken we op het bruidpaar en toen wou ik weer naar Hok gaan, die buiten was bij de “mannen”. Enige dames trokken mee en we vormden een heel gezelschap, let wel: gemengd! – Maar als Chinese heren alleen Hok en Tjen – verder Hollanders en Hollandsen. [5] Meneer Tjen had al vele glazen champagne op en een ieder was even jolig! Toen kwam de schildpadsoep, maar toen moesten Hok en ik toch naar de “Van Houten’s”. We vonden het werkelijk jammer en Hok wou het zelfs telefonisch afzeggen! Maar de auto van Tjen bracht ons, heerlijk! – Gister trouwde een neef van Betsy: Thung met een meisje Tan, ook daar moesten we heen. De Tjens gingen zondag, wij dus(!) ook; hoewel Hok voor maandag al vrij gevraagd had! Mevrouw Tjen ging in Sarong en Kabaja, want hier was men niet zo Europees als op bruiloft I. Op bruiloft I werd niet gedobbeld (er waren haast geen vrouwen!), op bruiloft II werd bijna door ieder gedobbeld (niet door de mannen – er waren heel veel vrouwen!). Op Bruiloft II was 1 Europese (behalve ik) die zeer ongegeneerd van alle lekkernijen op tafel at en toen nog de auto wou hebben om thuisgebracht te worden. Dus van ‘t genre “onaangename Europeanen”, bovendien bij ’t afscheid gaven ze de bruid, Mevrouw Tjen en mij de hand, de rest niet! – De bruid was in ’t Saumon satijn gekleed met schoenen en kousen van ’t zelfde – ik weet niet of ze hier ook in trouwde – het bruidsbed was weer als dat in Buitenzorg, alleen als het kan nog “rijker”, nog meer tullengordijnstof, 3 soorten gordijn over elkaar, alleen aan de kant waar men instapt, anders zouden ze zeker van de hitte sterven! Verder cadeautjes waaronder: 4 poederdoosjes van zilver = 3 teveel!, verder gebaksvorkjes en theelepeltjes, geen eetzilver! Een verlanglijst is toch maar je ware, dan krijg je niks dubbel (hm! hm!) maar dan krijg je tenminste nuttige dingen! Een nichtje van Betsy, dat [6] al even knap en vooruitstrevend is, amuseerde daar een ieder, ze was erg jolig, sprak vloeiend Maleis, Hollands, Engels en Chinees, hetwelk ze om de beurt tegenover ons demonstreerde, er waren nl. 2 Chinese leraressen. – Ze was alleen met haar zusje in China geweest en Mevrouw Tjen wil niet eens haar dochter van 18 jaar alleen ’s morgens door Bandoeng laten gaan!!! naar een bruiloft!! Haar moeder was 3 maanden geleden gestorven en nu droeg zij een lichte jurk en zei: “ik rouw niet om de mensen”, ze droeg een verlovingsring en had zich verloofd voordat ze van elkaar wisten “hoe rijk ze waren”, puur uit liefde. Ze is 23 jaar, jammer dat ze niet gaat studeren; Hollands heeft ze alleen van “horen” geleerd, nooit op een Hollandse school geweest. Ze doet jolig, want ze vindt dat het niemand aangaat, hoe ze van binnen is. – Met haar en de Bruid zaten Mevrouw Tjen en ik voor het bruidsbed te converseren, we zouden blijven van 10 tot 12 v.m., heel erg lang hoor – ik droeg lange mouwen, het was er warm – toen we weg waren, heb ik Hok voorbereid dat ik er voorlopig genoeg van had van dergelijke feestjes. – Ze verwachten dat je daar de hele dag van 8 v.m. tot 12 n.m. daar zult blijven! En waren diep verontwaardigd dat wel al (!) weggingen. Goddank moesten de Tjens de trein halen en deden wij alsof we mee moesten. We aten nog even een bakje laksa (vraag Tek Bheng maar), ongelofelijk lekker. Aldus presteerde wij. – Gister zijn we lid geworden van de Bandoengse Kunstkring: waarvoor ik mijn blauwe zijde met lange mouw moet veranderen. Korte mouw mag ook wel denk ik. – Het plateautje van Hoying is gekomen, zij betaalden er ƒ 1.07 ½ voor en wij 61 cent! – Fijn dat onze schuld bij jullie, dankzij P.S. zo verminderd is. Deze maand, ondanks de tandarts ƒ 50.-, zullen we ± ƒ 100.- overhouden dankzij Izal ook!, maar wij sturen jullie: couponnetjes. – Dien schrijft ook enthousiast over Bep’s en haar bezoek aan jullie. Hoe kwam Paul Lange die Prof. Antoniades toe te spreken?
Wanneer is Mevrouw Kunst jarig? En tante Jenne? Wanneer is hun trouwdag?
[Randje 1 pag. 1]
In jouw Chopin album staan andere stukken dan in de onze, gelukkig. Ik ben benieuwd of je nog een bontjas kocht? Als zo een je maar niet te zwaar is. Zijn je ogen al wat beter? Wat voor concertabonnement hebben jullie? Ik herinner me de naam Bep v.d. Harst wel, maar ik weet niet meer hoe en wat.
Eida
[Randje 2 pag. 1]
Ik hoop dat jullie “Mooi Bandoeng” ook te zien krijgen. Laatste mop van Jaap Kunst: waarom weegt een postzegel geen 25 gram? Probeer dan maar een brief goed te frankeren? Flauw! – De Koloniale School[1] mag zeker haar uitzet-opgaven herzien – wij hebben nog lang niet zoveel gekocht als daar werd opgegeven. Slopen heb ik niet teveel – handdoeken valt misschien ook mee. We zijn hier pas 1/2 half jaar hè. Onze zonnebloemen zijn van jouw zaad, de kiek ervan mislukte helaas. [7]
HOK
G. Bij al die fuiven, die hoogst vervelend en druk zijn, werd ik door Heer Tjen aan de verschillende vooraanstaande Chinezen voorgesteld. Zo goed en kwaad als het ging, Maleise conversatie gehouden. Bij de eerste bruiloft – Dr. Thio, is een grote vriend van Loe Ping Kian, die nu arts is – vele niet Hollands sprekende rasgenoten, die in een apart hoekje zaten, mekaar aan te kijken. Bij de tweede vele wel Hollands sprekenden.
Op zo’n fuif, al mogen ze de naam receptie alleen dragen, wordt steeds gegeten. Een receptie, zoals wij die bij ons trouwen gehouden hebben, zou hier onder Chinezen gewoon onmogelijk zijn. Zij zouden zo’n ontvangst zeer ongastvrij vinden. Hier kan zowat een ieder komen meefuiven, u begrijpt wat dat aan de gastheer zal kosten. – Zaterdagavond werd ter fuifplaatse het eten bij vrachtauto’s vol bezorgd; alles van Maison Bogerijen – het bekendste restaurant van schoon Bandoeng. Bediening eveneens door djongossen van Bogerijen. Jammer dat we niet langer blijven konden dan de Turtlesoep die volgens Eida te vet was, volgens mij desondanks heel lekker.
Weggaan van een fuif voordat die verloopt of eindigt, is bij de Chinezen een zeer moeilijke kwestie. Je kunt er haast niet vandaan komen, omdat men dat niet verwacht, en men moet allerlei schone zinswendingen gebruiken, om niet de indruk te wekken dat de fuif je niet prettig is geweest. [EIDA Ze zijn lastig van hartelijkheid!]
Een Chinese bruigom – om maar niet te spreken over de bruid – is niet te benijden, in Holland wordt hij slechts een enkele maal befoven en recipieert hij gedurende 2 uur maximaal. Maar hier, ach arme echtgenoten in spé, …. vader en moeder geven een fuif, schoonvader en schoonmoeder geven er daarna of daarvoor nog een, [8] want ze willen niet voor elkaar onder doen. Meestal eerst bij de ouders van haar, dan trouwen ze, en daarna een fuif van de ouders van hem [EIDA soms tot 10 dagen aan een!] En daarna huwelijksreis. Ze trouwen sinds 1919(?) ook voor de Burgerlijke Stand. Voordien was er voor vreemde Oosterlingen, waartoe Chinezen behoren geen Burgerlijke Stand. Maar dit wordt als formaliteit beschouwd, evenals bij de Katholieken. De hoofdplechtigheid gebeurt voor het voorouderen altaar. De bruid wordt voorgesteld aan de zielen van de voorvaderen en dan pas is het huwelijk geldig. Het komt nog wel eens voor dat men het verschijnen voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand achterwege laat, omdat men dat als iets overbodigs vindt. Dit gebeurt vooral bij de niet-ontwikkelden. Natuurlijk tot groot nadeel van de vrouw bij eventuele echtscheiding, omdat zij voor de wet dan als niet getrouwd geldt.
Overigens is het huwelijksfeest een mengsel van Chinese en Europese gewoonten, waarbij gewoonlijk het Europese niet volkomen begrepen wordt.
De fuiven zijn duur, het komt voor, dat men zich daarvoor in de schulden steekt, dit alles is om stand te tonen. In de Gids van oktober 1929 komt een artikel voor over de karaktertrekken van de Oosterling. Als een der hoofdeigenschappen wordt vermeld: sterk ontwikkeld waardigheidsgevoel, bij de niet-ontwikkelden natuurlijk slechts uiterlijk. Het maakt dikwijls een protserige indruk.
“Zul je weer eens schrijven”, aldus schreef Emma aan mijn adres. Aan mijn lankmoedigheid heb je het te danken, dat ik je met die woorden niet vóór ben geweest, Em. Ik zal nog drie brieven afwachten en als het aantal woorden wat jij ons – nog wel met je nieuwe vulpen, vroeger was het nog te vergeven – schrijft nog altijd minder is dan 250, dan krijg je er geweldig van langs, dat is afgesproken?
Op het bureau geweldig druk, zie Eida’s brief, waar ze schreef over mijn afwezigheid. Dag Hok
[1] Koloniale School voor meisjes en vrouwen, werd opgericht in 1920 met als doel vertrekkende meisjes naar Indië een opleiding te verschaffen.
1929-12-07 / 12-09
EIDA
Diës P.S[1]. Hoera!!!
7 december ‘29
Geliefden –
Op staande voet moet ik jullie even iets belangrijks vertellen: ik heb ƒ 50.- gewonnen met een prijsvraag!!!! Op ’t ogenblik is het tot ƒ 46.- gereduceerd, want we zijn direct per auto met onze buren naar de bioscoop gereden om onze vreugde te luchten. Ik geloof dat ik al schreef over de Izal-prijsvraag, Izal = een desinfecteer middel dat creoline, carbol e.d. vervangt en goedkoper schijnt te zijn. Er werd nu een prijsvraag uitgeschreven: hoe dit het best onder de huisvrouwenblik te krijgen en ik heb een heel verhaal geschreven en Hok heeft erbij gemaakt: “wees niet mal, gebruik Izal” en verder geïllustreerd. Vanavond waren we aan het zingen van “Dalcroze” liedjes[2]: Trude en wij, en opeens kwam Pierre binnen stuiven met: Eida ik feliciteer je. En daar liet hij zien in de krant bijgaand knipsel. Je ziet, het lot besliste voor mij, enig hè! We waren zo uitgelaten, en dansten door de kamer en meteen nodigde ik ze mee uit. Pierre moest eigenlijk proefwerken nakijken maar hiervoor had hij alles over. We belden een auto op en zouden langs A. en Th. maar die bleken uit. Ik weet niet wat ze gedaan hebben, ze hebben zeker mijn succes niet gelezen. Je weet we zijn lid v.d. Stadstuin vanwege het tennissen en daar gingen we heen en zagen een echte draak, maar toch niet vervelend, we amuseerden ons wel. [2] Pierre zei: dadelijk komt je naam bij de reclames op het doek. We hebben er voortdurend gekheid over gemaakt en toen we pas om 10 uur klaar waren met alles en Pierre niet meer kon werken: “Izal is de schuld van al!” Thuisgekomen hebben we ook maar samen gegeten, wij haalden onze soep, ons brood, de boter. Het was echt enig. Net thuisgekomen, want we aten bij hen (zij hadden in onze bioscoop gezeten!), moet ik jullie even alles schrijven. Trude zegt dat iedereen die geen raad met een artikel zal weten, bij me zal aankloppen, we zullen er heel wat over te horen krijgen. Maandag wordt het geld gebracht; gaat dat zien. Ik zal de mensen maar meteen als proef de vloer laten dweilen! Eigenlijk moest ik champagne schenken maar dan gaan de ƒ 46.- er ook nog aan!! – Wie weet: vragen ze me voor een reclamebureau. Trude zegt dat ze nog wat van me ziet worden! – Hoe vind je m’n naam met zulke koeienletters in de krant – Zou Juffrouw van Anrooy trots op me zijn! De raadgevingen waren anders helemaal niet huishoudelijk! Om je dood te lachen hè liefjes, je ziet, ik ben in een dolle bui. Daarnet hebben Hok en ik de Smitten-tuin omgedraafd uit pure gekheid. – 30 nov. las ik in de krant dat 1 dec. de prijsvraag sloot en toen kreeg ik de geest!! Het laatste nippertje is toch ergens goed voor!! –
Maandagmiddag (9 december): vanmorgen is de ƒ 50.- gekomen zonder enige poëzie, zonder een flesje Izal, zonder bloemen of bedankje, alleen een loopjongen die me een rekening liet kwiteren! Saai toch! – Maandagavond: alweer [3] getennist. We waren maar met ons vieren, fijn gesingled, Hok speelt reusachtig tegenwoordig, we zouden al best naar de “grote Club” kunnen gaan, maar het regent zoveel, zodat je ’s middags toch maar zelden kunt spelen. ’s Morgens regent het nooit, hoogstens begint het om half 11, maar meestal gelukkig half 3, dan is Hok net droog thuis. – Maar nu moet ik nog van het “avondje van Sinterklaas” vertellen – we begonnen met jullie pak midden op tafel en knipten ieder een touwtje door. Voordien zongen we nog eens van “Zie de maan schijnt door de bomen”, uit het Nederlandse Liederenboek van Trude geleend die toch geen piano heeft. Jullie verzen zijn meer dan schitterend, de glanspunten van de avond, zoals steeds, we zijn erg blij met het klein couvert, al zullen we niet meer eten met Gerth, maar hopelijk zullen A. En Th., de Smitten wel vaak met ons aan tafel zitten!! – Ja bespot me maar met Tek Hin Ho maar ik heb hem nu al zover gekregen dat ik deze keer maar 3 cent hoefde te schrappen!! Dit om hem te laten zien dat het me om de juiste prijzen te doen is. Hij had er reuze pret om. Was het maar waar dat het zilver niet wordt bekrast, het nieuwe stel van jullie heb ik tijdelijk opgeborgen in ’t etui opdat er nog één heel fraaie is voor als er hoog bezoek komt zoals jullie!! – Om met mezelf te beginnen, ik kreeg daverend veel, vooral van Hok – alles wat er voor de huishouding ontbrak hadden we afgesproken elkaar te geven, dus ik kreeg: een roestvrij aardappelmesje, messenaanzetter (een staal, groter dan [4] dat van jullie, die andere aanzetters deugen niet, dit is heerlijk, helaas niet met hertshoornen heft verkrijgbaar, is zwart), een kalender (die ik vanmorgen net ruilde voor “Hinne Rode” van Van Genderen-Stort; vanwege Emma’s prachtstuk!) m’n tas in orde gemaakt het slot was rap en de spiegel stuk (de tas was die avond nog niet klaar en ik kreeg een lege doos mee:
Ach was de tas er maar
Leeg zou deez’doos niet wezen
Zaterdag niet eerder is hij klaar
Zo er geen moeilijkheid is gerezen!
Verder een houten bakje voor in de keuken voor messen, vorken, lepels, kurken-trekker enz. – dan een paar dieren als koe en vogel, die toch heus geen kakkerlakken zijn!
“Geen vrees! al heeft het dier een kop
En poten en daar een lijf nog op
Doe straks gerust je ogen toe
’t Is maar een chocoladen koe!”( gemeen hè, is die man van mij!)
Verder een groot chocolade horloge omdat het mijne te klein is om op te kijken! Ik ben diep beledigd want het loopt juist heel behoorlijk de laatste tijd en elke dag beschouw ik hem weer liefdevol. – Van Anneke en Th. alles voor ons samen: een beeldig veger en blikje van geslagen brons, een doos zeep – een veger en blik + horloge van choc., enigermate afgezaagd onderwerp, maar werkelijk prachtverzen… – Voor Hok maakte ik een zwempak van zwart katoen tricot, rondgeweven en borduurde de boekomslag die ik hem op zijn vorige verjaardag nog onbegonnen gaf. Hij is nu gevoerd en wel en heel geslaagd vindt Hok, al ziet hij helaas het [5] paars en groen niet erg; verder kreeg hij een thermosfles om mee naar kantoor te nemen voor de lange morgen, een rood boekje voor 1930 (dat helaas bruin was) met een geslaagd vers al zeg ik het zelf: van
Heerlijk ’t is alweer december
De laatste bladzij is nabij (bis)
Van dat heerlijk rooie boekje
Van dat van jou en dat van mij enz.! –
Dan een eierrekje – toppunterig hè! – een choc. hondje wat hij zo graag wil hebben, al is hij de hele dag uit!! waarom ik protesteer! – een pisang omdat hij het zo erg vond dat ik de Holl. pisangs lekkerder vond dan hier! – een sigarenpeukje dat hij, net als Vader graag in de asbak laat liggen. – Je ziet we hielden ons niet aan 2 stuks voor elk; en om 10 na 11 waren we dan ook pas klaar. – Wat jullie pak betreft: zulke marsepein is een droom!, die van hier is louter suiker; de choc. S zalig, pas een klein stukje op (Hok eet haast geen zoet en ik ook niet om de slanke lijn!), de banketletter is nog dicht, die van Anneke opgegeten omdat zij er nog een had; heel lekker, hoewel het deeg al oud. De mijne leg ik even in de oven voor we hem zullen eten, dan zal hij wel erg lekker zijn, idem de speculaas of liever de lekkere brok! Fijn dat je dat alles stuurde en de kalender van Emmelot, heel erg bedankt, we verlangden juist naar een. Het vers is zeer bijzonder knap, wat een dicht-familie zijn we toch. We hadden na afloop net zo’n pijn in de wangen als altijd, [6] we hebben enorme pret gehad. Ons raam stond open naar de Smitten kant, wat zij ook gedaan hebben. En ze genoten van ons pianoliedje eerst en daarna inspireerde ons lachen, vooral dat van Thijs, hen tot dichten. –We vonden het alleen een naar idee dat jullie nu niet van ons pak genoten. – We kregen een brief van Hoying dat het bord onderweg is, erg bedankt, verder een brief van Co ten Bokkel H. dat ze nog leeft, eindelijk. Nu heb ik alleen van Stans nog nooit wat gehoord, dus bijna compleet, erg plezierig. –
Dag geliefden – we beminnen jullie. –
Nog even vertellen dat we zondagavond met A. en Th. naar Douglas Fairbanks, alles vanwege de Izal. “Het teken van Zorro”[3] had ik al in Doetinchem gezien, dankzij “Oom Kees” weet je wel. Maar voor de tweede maal is het even reusachtig. Na afloop trachtten we Holland-België te volgen, de voetbalmatch, maar geen stom woord verstaan, wel gehoord! – Nog even een vers van Hok, een couplet uit zijn “keukengedicht”:
Knielen doet men voor den altaar
Juichen voor een heldenschaar
Alles heeft zijn eigen riten
Zo bij vis gekookte bieten!
Is het niet om te gillen!! – De prijs van pisangs is hier per “sisir” d.i. per tros van ongeveer 15 stuks voor 7½ cent, maar je hebt ze ook in soorten, meer dan 1½ cent is duur. Bij Mamma “op het land” kosten ze een halve cent! – We hebben van haar ook alweer koekjes gestuurd gekregen: die toetertjes die zo zalig zijn. Je ziet: ik zal blij zijn als er iemand op visite komt, aan wie zoetigheid besteed is. Dag – wat een brief! Eida
HOK
Wilt u Sinniklaasje voor Dikkie en mij hartelijk bedanken, reuze pret gehad; onze
magen bedorven, dat hoort er zo bij. Vader vroeg laatst wat soetji betekent: d.i. zuiver, rein, schoon, heilig, oprecht. Mahasoetji: grote oprechtheid etc. –
Uit Emma’s kalender verdient bij ons in het laboratorium opgehangen te worden: “c’est une grande misère de n’avoir assez d’esprit pour bien parler, ni assez de jugement pour se taire”. Een beetje scherp maar heel duidelijk!! Dit zullen we onder glas zetten.
[1] P.S. = naam Jaarclub Eida met Dien Burgersdijk als praeses in Leiden . Eida lid in 1927/1928?
[2] Emile-Jacques Dalcroze, 1865-1950. Zwitsers muziekpedagoog, ontwikkelde “eurhythmics”, een methode van leren en ervaren van muziek door bewegen.
[3] “Het teken van Zorro”, film uit 1920 met Amerikaans acteur Douglas Fairbanks Jr.
1929-12-03
HOK
Geluk en Zegen in het nieuwejaar,
wenst u van harte het Berlagepaar,
vandaag zijn we maar kort van stuk,
want een Dichter zit in droeven druk.
Hok
EIDA
3 dec.’29
Lieve schatten –
Vlak voor Sinterklaas, goedheiligman, gezeten moeten we jullie alweer “Zalig Uiteinde” wensen. Geliefden, als we dit keer een terugblik op het Jaar werpen, kunnen we niet dan enthousiast zijn, al zette het Jaar in met de ziekte van A. en Th., toch herstelde eind januari alles weer. En al hebben jullie ook die tijd nog zorgen over mij gehad, half februari was ook dat opgelost. [HOK quel souvenir, quelle bonheur] En, nu, elke dag meer, besef ik hoe gelukkig alles toch gelopen is, en dat het geluk me onmogelijk meer had kunnen begunstigen en Anneke zal het op dit punt met me eens zijn, onze echtgenoten niet te vergeten, al zeg ik het zelf! Jullie zelf had met je drieën een heerlijke Zilveren Bruidstijd, extra prettig door het reisje, al was ook het diner-dansant een hoogtepunt!! In deze maand zullen Hok en ik al 8 maanden getrouwd zijn, en Anneke haast een jaar; “de tijd gaat snel, gebruik hem wel” trachten we hier na te leven, vooral deze dagen voor sint, nu elke minuut benut moet worden. Gelukkig heb ik die lange ochtenden, die ik dan ook nuttig besteed, die arme echtgenoot van mij, is nu (het is half 8 n.m.) naar de stad om zijn inkopen te doen. Andere ingenieurs knijpen wel uit voor boodschappen, maar Hokje is daar te [2] ijverig voor! Al is hij wel gister de hele dag op stap geweest met Meneer Tjen naar Garoet om de nieuwe regent te zien geïnstalleerd worden. Van 7 vm. tot 7 nm. zwierden ze in de auto en lieten Hok alles zien wat er daar te zien was. Ze hebben gevraagd of we ook eens meegaan picknicken als zij gaan met hun kennissen in 5, 6 auto’s, in vrolijke troep, zoals hij zei. Dan komen we in de Chinese chique! – Maar wat m’n speech verder wil beweren is de hartenwens uit te spreken voor nog zo’n gelukkig – mooi eindend Nieuwjaar. – Op jullie gezondheid!! [Tekening champagne glas]. Het sinterklaaspak is al naar hier getransporteerd, Hok vond het gezelliger om het hier te vieren – ikzelf heb nogal veel gekocht, het zal wel weer laat worden. – Wat saai dat voor jullie het pak veel te laat komt; ik kan me er nog steeds over ergeren, maar wat doe je eraan [HOK eerder verzorgen!]. – Onze Tanom blijkt enigermate doof en suf bovendien; alles vertel ik hem niet overdreven 10 keer en elke dag is het weer verkeerd, toch leert hij al iets. En het voordeel van hem is, dat hij elke dag zich door mij 1000 keer laat roepen voor alles wat hij fout deed, met het vriendelijkste gezicht. – Dag geliefden, ik moet m’n dichtader [HOK Tekening fles met tekst: à propos, heeft u nog een wijnkelder?] aan ’t vloeien zien te krijgen. – Eida
Gelukkig Nieuwjaar ●●▪
PS. Bedankt voor het zorgen voor vuurvaste bord en ander bord, erg bedankt. – Ik heb meegedaan aan een Prijsvraag: hoe een artikel “ter vervanging van creoline voor de grond e.d.” het best onder ogen van een huisvrouw te brengen!! Honderd gulden en 50 gulden beloning voor de beste antwoorden.
[3]
HOK
Veel heil en zegen met het nieuwe jaar. Alweer één minder van de 3, het zijn er nu nog maar 2 . De voorbereidingen voor uw komst worden reeds getroffen. We zijn druk aan piekerend of we een egoïstenauto dan wel een grotere kennissenauto zullen nemen. Dit nieuwe element in de huishoudelijke gedachte komt door de Izal…… Ik zal! Dikkie en ik waren zwaar uit ons doen. Het heeft bijna 20% van onze nieuwe inkomsten gekost. Op het kantoor hebben me nu allen gelukgewenst met m’n kloppend budget. Eida moet maar advertentieredactrice worden. Sinterklaas heeft heerlijk met me de draak gestoken.
Na het eten, even kijken
of hij (= de hond) wat heeft gehad
zelf kan ‘k hem geen eten brengen
ik kan niet alles, ieder wat!
Daarna wil ik wel gaan slapen
Nee! de zonnebloem staat scheef
als ik niet steeds voor hem zorgde
hij geen dag meer in ’t leven bleef.
De zonnebloem is al een halve meter hoog! Hij groeit als kool, evenals onze radijsjes die al een beetje rood beginnen te worden.
Nu moet er nog zaad de grond in
radijsjes krijg ik nooit teveel;
omgewoeld moet d’aarde worden
dankzij mij groeit zo ’t geheel.
Daarna maar weer vlug- vlug eten
steeds visite hier of daar
hé wat teut je weer reusachtig
ben je nooit op tijd eens klaar!
[4]
’s Avonds laat komt ’t weer naar huis toe
slaapt de hond al? Kijk jij nou.
Vermoeiend toch een hond te hebben,
’k loop hem na steeds, wat dunkt jou?
Nu dag tot volgend maal. Hok.
1929-11-25 /11-26
EIDA
Maandag 25 nov.’29 - 10.30 uur
Geliefden –
Het is zalig weer met iedereen Hollands te kunnen praten, alleen met de bedienden niet natuurlijk, maar als ik jullie gister geschreven had, had ik gezegd: ik hoor, voel, denk, ben Maleis! Inderdaad, de hele morgen waren Mamma en ik samen, en je weet hoe lang hier de morgens zijn! Maar nee, zo krijg je toch een verkeerde indruk van Mamma’s logeerpartij hier. Ik zal beginnen met te zeggen dat alles zo prettig gegaan is, als we maar konden wensen. Mamma is zeer modern denkend en begreep al Hok’s en mijn ideeën heel best. Ze zei bv. “wij Chinese vrouwen zijn stakkerds, wij mogen niet eens onze eigen man kiezen” [HOK het is mij reusachtig opgevallen hoe wijde blik ze heeft]. Zaterdagavond tot 12 uur hebben Hok en zij zitten praten. Het bleek dat zij het heel naar heeft daar bij Ho, die zich zo bijzonder voelt dat hij zijn vrouw en vooral zijn Moeder de hele dag voor zich laat draven. Ho’s vrouw schijnt pas 21 jaar te zijn nu; ze is op haar 16e getrouwd en Mamma wordt daar nu als kindermeisje gebruikt, en zij is zo goeiig, ze houdt veel van haar kleinkinderen en daarom blijft ze voor ze zorgen. Het zal wel prettig voor haar zijn, als ze bij Houw in huis kan komen, alleen mist ze dan weer haar vrucht- en groentekwekerij, waar ze erg veel aan doet nu, en waarvoor ze een groot terrein heeft. – Ze houdt dol van mopjes en plagen en we hebben vaak gelachen met ons drieën. Hok spreekt z’n oorspronkelijke moedertaal weer zo vlot, als vroeger. [HOK Eida zegt het!] Ik heb ook werkelijk veel geleerd en Hok stond versteld van m’n Maleise conversatie. – Aan de kokki is ze wel heel bevallen. Steeds sprak de kokki van: [2] Njonjah besar (grote of voorname Mevrouw!). Als de Njonjah besar iets wou, dan was het wet en toen ik haar zei op een morgen wat ze voor die dag moest koken, zei ze dat ik maar eerst moest vragen of de Njonjah besar het goed vond. Toppunt, hè! Maar ik heb het me maar laten aanleunen voor die paar dagen, maar voor langer zou dat natuurlijk onmogelijk kunnen. Toen Anneke hier kwam, zei ze ook: ga zitten en wil je wat drinken; en zelfs vroeg ze zaterdagmorgen, toen Lion, je weet wel dat neefje van Hok, hier was, hem te blijven eten. Hok was er zeer vertoornd over, zodat hij direct, thuisgekomen haar zei dat ze dat niet mocht doen, zodat Hok en Mamma beiden aan tafel zwegen, beiden uit ergernis, en Lion is van nature zwijgzaam; aanzie mij tussen dit stel mensen, dan weer de een, dan weer de ander toesprekend om ze los te krijgen maar helaas geen succes! De eerste avond toen Hok was gaan werken, stak Mamma stiekem een sigaretje op om te proberen; en ze vond het net zo lekker als jij Maatje dat ze elke dag een halve oprookte. Ze zou ook wel haar haar af willen knippen, maar vond zich wel wat te oud! – Als ik ’s morgens met haar wandelde vroeg ze alles, net als een kind: wat is dat voor fabriek, als ze pijpen in de verte zag, wat is dat voor huis, ook in de verte, waar gaat dat vliegtuig heen, wat is dit voor gebouw? Vermakelijk en ik zei vaak maar wat om haar tevreden te stellen want elk antwoord vond ze best! En met genoegen vroeg ze 4x hetzelfde! – Maar om met het begin te beginnen, woensdag 20 nov. kwart voor 6 stopte een taxi hier, die ons naar Andir bracht om Mamma te [3] halen en Mamma was zo blij met ons dat ze geen minuut langer bij die Tante wou blijven, maar meteen met ons meeging. We hebben een uurtje omgereden en toen hebben we thuis boterham gegeten d.w.z. ik had eerst rijst met kerrie gemaakt, of laten maken omdat Mamma elke maaltijd rijst eet. Ze vertelde dat ze zo bang was dik te worden (!) en wij zeiden dat rijst juist dik maakte en toen wou ze direct brood! Donderdagmorgen hebben we eerst wat gewandeld, zij was altijd al om ± half 5 op en wandelde dan wat in de tuin of wat verder. Toen heeft ze 2 erg stukke onderbroeken van Hok gemaakt (ze zei tegen Hok dat ik haar zo vriendelijk bij de arm genomen had en dat ze dat al verdacht gevonden had!). Ondertussen converseerden we, ik met het woordenboek voor me, waarover we ook veel pret hadden. Ik was altijd blij als Hok, bij thuiskomst, de conversatie overnam. Mamma en ik waren beiden steeds doodmoe, zij van alles [HOK zij dacht dat het kwam van het klimaat!] bijna herhalen, ik van de voortdurende inspanning van de vreemde taal. Vrijdagmorgen togen Mamma en ik, per deleman naar de pasar, waar ik ellendig werd van de stank van de vis en andere reukjes en pas weer bijkwam in de vruchtenstalletjes. Mamma kocht veel, alles waar Hok vroeger zo van hield en thuisgekomen maakte ze het zelf klaar en onderwees kokki wat deze ook leuk vond. Mamma kon beter met haar dan met mij praten! – Vrijdagmiddag zijn we samen gaan tennissen, Hok wou zich dat niet laten ontnemen en Mamma wandelde in haar eentje. Donderdag zijn Mamma en ik ook nog samen naar de oogarts geweest omdat Mamma’s bril niet goed was, Hok vond het maar prettiger als ik met haar ging, [4] dat was ook beter. Zaterdagmorgen kwam Anneke me helpen converseren en toen kwam ook Lion en ’s middags, of liever ’s avonds, 6.45 uur gingen we naar de bioscoop van de “Stadstuin” waarvan we lid hebben moeten worden om te kunnen blijven tennissen. We mochten daar nu gratis in. Het was helaas juist een “dramma” en Hok en ik verveelden ons geweldig, later bleek dat Mamma ook liever naar huis was gegaan. Ze zei: “wat heb ik aan die verliefde mensen, ik kan beter thuis slapen” en toen “wat heb je ervoor betaald?”. Hok: niets. “O, gelukkig dat zou maar verlies geweest zijn!! Zondagmorgen kwam Lion met de auto van zijn Moeder om te zeggen dat Mamma mee kon rijden. Dit is die auto die gekocht is van de nalatenschap van Hok’s Oom, wiens geld, naar hun zeggen, op is, zodat Houw en Hok niets krijgen!! – Het is Mamma hier ook erg goed bevallen, en in die volte komend uit de bioscoop, greep ze me zo stevig vast dat we de hele tuin door hand-in-hand stapten en ieder met verbazing vervulden over de combinatie van het “stel”! – Trude kwam me net vertellen dat ze me bewonderd had; maar het viel erg mee, ik droom nu zelfs in het Maleis! – Ondertussen is onze derde jongen gearriveerd, genaamd Tanóm, no 2 is woensdagavond verdwenen, en de kokki was zodanig opgelucht dat ze in een woordenvloed van haat over Mardjo is uitgebarsten. Hij speelde ’s nachts blijkbaar kaart, vandaar zijn slaap overdag, ik ben dolblij dat hij weg is, hij vond het hier zelf te ver van zijn huis en vroeg ontslag. Deze jongen is een vriend van die van Trude dus een gezellig zaakje hier, zijn vriend en zijn schoonmama! “Driemaal is scheepsrecht”, dus ik hoop dat dit de “blijvende”, “permanente” is!
Dag Eida
[5] Dinsdagmorgen 26 nov. – Nog vergat ik je te vragen Maatje of je nog eens voor ons naar de Bijenkorf zoudt willen gaan om te zien of van ons ontbijt- en theeserviesje er nog wat is bij te krijgen. Ex-onze-slaperige Mardjo heeft ons mooie suikerpotje gebroken en zijn voorganger de broodschaal, die nu gelijmd nog in gebruik is, bovendien nog een schoteltje van een theekopje. Het is dat mooie serviesje met gouden rand, herinner je het nog goed? [HOK servies no. 6147 van Fabriek Pikken Hammer. Czechoslovakia: suikerpot van ontbijtservies, broodbak, 1 schoteltje van theekop]. Dolgraag zouden we vooral het suikerpotje willen hebben, want een ander servies erbij is zo lelijk. – Onze nieuwe Tanom heeft geen gevoel voor “esthetisch juist”. Op tafel zet hij alles kriskras door elkaar en gister heeft hij me diep ongelukkig gemaakt door de soeplepel te verbuigen. Hok heeft deze ramp gelukkig weer hersteld, maar verder is hij dunkt me wel voorzichtig. – Een van Hok’s collega’s heeft 9 jongens afgewerkt en toch “de” goeie gekregen, maar misschien zijn wij nu al klaar. Hij is wel dol op schoonmaken en dat doet hij ook erg goed en hij werkt ook veel in de tuin en luilakt niet, dat is wel fijn. – Gisteravond weer fijn getennist en door een Fordje van de familie Stoll, de neef van Juffrouw Stoll, thuisgebracht. Vanavond Sinterklaas inkopen doen met ons beiden. – Morgen Heer en Mevrouw Oppenoort op visite, hoofd van de Java-kartering of zoiets, donderdag Heer en Mevr. Tjen hier, de Chinese wethouder – vrijdag tennissen – zaterdag de oorspronkelijke visite afgezegd voor Sinterklaas. Wat is het al gauw, ik moet nodig beginnen. Dag. –
[6] Op 22 december te lezen.
Lieve Maatje – ik heb gezien dat deze brief even vóór je verjaardag aan zal komen, onze geliefde Chr. Huygens zal hem zeker vroegtijdig afleveren. – Wij hopen dat je een blijde dag zult hebben en dat weer 22 dec. de drukste dag van het jaar zal zijn zoals het altijd geweest is en dat je op die dag vele belangstellende gezichten zult zien en naar hartelust kunt vertellen van “hen in de verte” en je glinster oogjes vriendelijk kunt richten naar “hen-vlakbij”. We hopen dat je ons nog lang zulke humoristische, korte –krachtige en lange brieven met veel inhoud zult schrijven en dat jullie het met je drieën nog lang zo prettig zult mogen hebben. We hopen nog veel meer, ja alles maar niet alles kan in woorden beschreven worden. Moge je zilveren broche op je zilveren borst prijken en mijn tweelinghangertje[1] je lieve coeurtje beschermen en een lekker geurtje van de schone zakdoek afstromen en de mooiste japon zich om je leden sluiten. Dit alles wensen wij. Moge je nog vaak het teken geven dat het Voorjaar met de lengende dagen in aantocht is. Mogen Vader en Emma jou deze dag 3 maal zoveel zoentjes geven als ze van plan waren, ieder 2 personen in de verte vertegenwoordigend.
Dag lieve schat, een heel dikke extra verjaarskus van Eida en Hok.
HOK
Op deze dag zullen we uw portret, dat in een gouden lijstje is gezet, speciaal oppoetsen en er wat zonnebloemen voor zetten, die we hopen, dan reeds te kunnen plukken. Wat een idee hè, midden in de winter over bloeiende zonnebloemen te lezen. Ik zal verder Eida ordonneren, een lekkere hors d’oeuvre te maken, van schelpenragout met tomatengarnering, [7] ik hoop dat zij gehoorzaam is. Met m’n Moeder heeft zij gelukkig best kunnen opschieten, ofschoon natuurlijk bij eventueel langer verblijf het niet gemakkelijk zal zijn, omdat het hier bij oosterlingen nu eenmaal mos is, dat de schoonmoeder de heerseres is in huis. Ik heb er direct een stokje voor gestoken. Mijn Moeder heeft het bij mijn oudste broer lang niet plezierig; zowel door het karakter van die broer als doordat een schoonmoeder nu eenmaal niet in het huis van de schoondochter moet wonen. Zelf zou ze indien er geld was, graag alleen willen wonen, dat ziet ze zelf in, of momenteel bij Houw; zij acht het haar plicht om haar ongetrouwde kind te verzorgen. Ik geloof dat dat de beste oplossing is, maar Houw moet eerst een vastere betrekking hebben. Mijn oudste broer is werkelijk een hopeloze vent. Zeer met zichzelf ingenomen, zeer eigenwijs en bazig, dit laatste door de opvoeding waarschijnlijk. Hij weet niet wat orde en gezelligheid is, etc. etc. Conclusie zie boven. Hij vindt dat het bij onze stand past een auto te hebben, of wij nu ook zeggen dat wij zo’n ding niet kunnen betalen; telkens en telkens heeft hij het erover, zelfs heeft hij al eens een Forddealer naar ons toegestuurd. Ik luister dan ook maar weinig naar zijn gesprekken.
Vandaag wat Sint Nicolaas boodschappen gedaan. Een lekkerswinkel bezocht, de welbekende “Bogerijen”, waar zij een zg. Sint Nicolaas tafel hebben met allerlei chocolade voorwerpen; er is niet veel keus en het kost niet weinig. Daar toen blijven zitten, omdat er een wolkbreukje was – dat zijn hier de meeste regens. Al heb je nog zo’n goede jas aan, nat word je toch, want het water valt uit de hemel alsof er emmers worden leeggegooid. We mogen ons met St.Nicolaas wel haasten, want veel tijd is er niet meer.
Twee zaadjes van de zonnebloemen zijn opgekomen, ze groeien haast zienderogen; ongeveer 2-3 cm per dag. Nu zijn ze al 30 cm hoog. Gelukkig maar dat er van dat meegenomen zaad er twee nog kiemkrachtig zijn. De viooltjes doen het niet. Eida zegt met recht: [8] “Hier heb ik viooltjes gezaaid”. Er is absoluut niets te zien meer. – De bedienden zijn nu gelukkig goed. De kokki is haar gewicht in goud waard. De huisjongen is ijverig maar niet ordelijk. Als we niet oppassen raakt het huis hier nog wanordelijker. Het is nu toch al zo’n geweldig moeilijk probleem om het blad van de schrijftafel vrij te houden, of de boeken netjes op een rijtje te laten staan. En als de stoelen dan ook geen vaste plaatsen hebben, dan wordt het helemaal erg. We doen nu alle moeite om netjes onze bullen te rangschikken om een goed voorbeeld aan hem te kunnen geven. Gemakkelijk is het niet.
Dag, een gezellige verjaardag toegewenst nogmaals.
Hok.
[1] Eida’s tweelinghangertje ging verloren tijdens de Japanse oorlog. Zij erfde Moeder’s exemplaar in 1965.
1929-11-17
EIDA
Zondagmorgen 17 nov.’29
Lieve Schatten –
Net jullie brief 2x overgelezen. Wat schrijven jullie vandaag (het is de brief van 21 en 22 okt.!) toch extra gezellig, dat danken we zeker aan jullie gedachten aan je Sunny Boy!. – Hok en ik hebben onze zondagmorgenwandeling al achter de rug, die ik nu vanmorgen heel lekker vond, omdat de zon niet scheen en er alleen maar weldadige warmte om je heen was, niet overdreven gloeiend, maar net lekker. We zijn ondertussen weer even de tennisbanen van de Technische Hogeschool binnengelopen, waar juist gewedstrijd werd, en we constateerden dat wij het nog zo slecht niet doen! [HOK al zeggen we het weer zelf]. Jullie bent misschien verbaasd dat ik nu pas jullie brief las, maar de laatste dagen, ben ik ’s morgens daverend misselijk en ga ik liefst zo gauw mogelijk wat eten. Vanmorgen bracht Hok me boterhammen op bed, lief hè! Jullie hoeven niets achter die “misselijkheid ’s morgens” te zoeken, alhoewel Hok me er graag mee plaagt; maar vandaag is net m’n 5e p.f. dag, dus geen kans!, beweer ik. – Wat dol dat Emma mee heeft gedaan met de “12 pound look”[1]!, ik kan me voorstellen dat net iets voor Emma is! Wat Annie Gerritsen betreft, ben ik niets tevreden. Haar en Emy schreef ik van boord al op hun verjaardagen, hetgeen ik zelf erg attent vond. Het zou toch wel gek zijn, als ze geen van beiden die briefkaart gekregen hadden!, maar in elk geval antwoordden ze geen van beiden, zelfs niet op mijn verjaardag!, dus zullen ze niets meer van mij horen, ik heb heus genoeg mensen om mee te corresponderen! Wat leuk om Euridice voor te stellen, als ik er was, kon ik mooi als Athene meedoen met mijn Griekse neus! Of komt die er niet bij te pas? – Jullie brief aan Houw, zullen we doorsturen, is die thee lekker? Ik heb op ’t ogenblik erge nare, alhoewel ƒ 1.10 per pond. Die Anneke jou stuurt is een stuk lekkerder. – Nu ik toch over niet-schrijvers bezig ben: Jo zal wat, nooit iets gehoord! Schreef haar 2x! Vanmorgen een brief van Nora Bessem, erg enthousiast over haar huis, [2] ze zal als ze hier komt ons huis net als antipode ontmoeten! Zij Queen Anne, wij onszelf!!! Wat ellendig van die a.s. schoonvader van A. de Jongh, – ik hoorde nog steeds nooit iets van hen, zelfs geen kaartjes. Ze zullen wel erg van hun stuk zijn, wat een begin van hun verloving, ellendig! –
Houw kan heel best tegen het klimaat. Hij schrijft erg opgewekt over zijn werk maar verder nog niets; hij is nl. knap in korte brieven [HOK en in het niet beantwoorden van vragen]. – Ja, je moet “Heiliging” van Anker-Larsen[2] vast lezen. Vooral het begin is weer buitengewoon, over verhaaltjes aan kinderen. – Van boeken gesproken: de presidente van de Vivos, heeft me gevraagd of ik mee wou doen aan het met-een-paar-mensen (5 of 6), lezen van een boek en erover praten. Dit alles vanwege van mijn 1 jaar Nederlandse Letteren!! (dit is toch geen verknoeid jaar geweest!). Ik heb er eerst over gedacht, maar het lijkt me feitelijk erg plezierig en toen heb ik ja gezegd. Nu blijkt dat ze allemaal ongeveer afgestudeerd zijn, 3 Engels, 1 Arts!, en ± 35 jaar. Wat een eer, n’est-ce pas, voor zo’n kuiken als ik! Ik heb gezegd dat ik wel erg af zou steken, omdat ik niet veel literair inzicht heb, maar Mej. Potjer, praeses, zei dat ik juist zoveel tijd zou hebben voor het lezen omdat ik geen “werkende vrouw” ben! Ik ben erg benieuwd; we zullen eerst kennismaken, ik weet alleen ene Mevrouw Grondijs, wie ik zal vragen of haar kinderen bij Merema in huis zijn. – Als je Merema eens spreekt, doe dan onze groeten, ook aan de Dommeringen, aan wie ik heus eens zal schrijven! Al duurt het misschien nog heel lang. Ik heb me doodgelachen om je “Grijze Pieten” Maatje, als waardige plaatsvervangers van de “Zwarte Piet”! – Wat leuk dat Anneke Goudsmit zo goedig is, en zo enig wat haar kinderen zeggen, het zijn zeker wel leuke? Zijn ze niet zo wild als die van Jet? – Wij lezen vaak(?) stukken van Mr. W. van Balen, dat is Wim toch? Over stierengevechten, erg goed. Hij schrijft erg vlot. Hij schrijft in “de Aarde” en dat tijdschrift is in de portefeuille, die we elke week van de Smitten krijgen en [3] waarvoor we ook een kleine bijdrage bedongen hebben. Maar meestal kom ik er niet eens aan toe! Je ziet dat niets doende leven van een Indische huisvrouw, valt bij mij wel mee! – Ik heb werkelijk veel te doen, van half 9 tot 2. Om half 9 ben ik nl. pas aangekleed. Dat komt doordat ik ’s morgens terwijl Hok zich aankleedt, gymnastiek doe, waarvan het gevolg b.v. is, dat ik van tennissen nog stijf word. Ik ontbijt dan in kimono, terwijl Hok eet maak ik z’n 3 boterhammen en schenk thee. Daarna eet ik alleen, zalig rustig, Maatje, dat kan ik met je meevoelen! Tegenwoordig geef ik elke morgen schone doeken voor de smakelijkheid, want je weet nooit wat ze ermee doen. B.v. Mardjo was gister in de zuurzakboom[3] geklommen om er 2 grote zuurzakken uit te halen en werd zo gebeten door mieren dat hij met de stofdoek, die hij over z’n schouder had (zonder zo’n doek ben je hier niets!) zijn gezicht schoonveegde. Hij is overigens niet erg schoon en net, en ik zal proberen een andere erg goede te krijgen. Want het is ellendig mensen in je huis te hebben, die eigenlijk niets voor je voelen. De kokki is vandaag naar hier verhuisd, zij is heel prettig, echt beschaafd, spreekt b.v. altijd met 2 woorden!! Door zo iemand als Mardjo word ik snauwerig en optrederig, terwijl ik, juist van de kokki vriendelijk en vrolijk word. Ik weet ook zeker dat Mardjo b.v. in alle trommels en laadjes kijkt. Hij zal niets wegnemen – tenminste nu niet – omdat ik hem betrapt heb, dat hij de halve suikerpot voor zijn eigen gebruik reserveerde. Ik heb toen gezegd het hem te zullen geven, maar hij vond dat beneden zijn waardigheid en bedankte. – Misschien komen A. en Th. ook in de tennisclub. We zijn nu nl. nog maar ons zessen over omdat we ƒ 3.- extra uit moeten geven voor het lidmaatschap van de tennisclub, waardoor je snel en gratis bioscoopkaartjes kunt krijgen. We zouden het liever niet doen, maar die tennisbaan is dol. – We kregen ook de kiek van Annetje met Mund, welke de 25e briefkaart was. Echt iets voor [4] Mund om voor het tellen een administratie bij te houden. – In de trommel zouden we ook graag terug ontvangen, zo mogelijk, 1 ...... en 1 Latijns woordenboek. Als Vader dat tenminste heeft (en Eida’s corsetje daar tussen in geplaatst!!). – Fijn dat Roelofje nu in de dansclub zit Maatje, gelukgewenst! – Deze week dichtte ik 30 coupletten voor de P.S. diës op 7 december, op de wijs van ons clublied. Het gaat met deze luchtpost. Het is werkelijk erg geslaagd geworden. Het zijn de analen van P.S. van haar ontstaan af, tot nu toe. Hok heeft het geïllustreerd voor zover we geen kiekjes hadden. Ik heb nl. ons Pierkiekje, onze verlovingsbloemen kiek, onze ondertrouw kiek en 2 kiekjes van hier, naast de passende coupletten geplakt. Het kiekje van “Boon en Erwt” aan tafel en van de vinger van Hok wijzend naar ons naambordje. Ik heb er zelf al veel pret om gehad en Anneke vond het ook erg geslaagd, natuurlijk Hok ook. – Het eetservies bevalt elke dag beter, werkelijk een beeldige kleur blauw, het staat inderdaad kostelijk en vorstelijk op tafel. Helaas heeft Mardjo net van een oor van de dekschaal een stukje afgestoten. Gelukkig niet zo erg zichtbaar, maar toch jammer. We gebruiken nu dagelijks een dekschaal voor de soep, want de soepterrine is zo kolossaal. – Ik stuurde Dien ook een lapje van ons lampenkappen, dat ze nu op haar “series” geprikt heeft. De Jongh hebben we helaas niet meer gesproken sinds Brouwer weg is, althans ik niet.
HOK
Gisteren (maandag) toen we al op weg waren voor tennissen, mijn broer’s auto tegemoet gekomen. Omgekeerd zijnde (wat een stijl! maar niks aan te doen, over enige minuten verwachten we visite, dus telegramstijl) vonden we in de auto behalve m’n oudste broer nog m’n moeder, die op weg waren naar ons. M’n moeder was nog nooit bij ons geweest. Wij onverrichterzake terug, ontvangen, keurig geglimlacht en vriendelijk gekeken. M’n moeder vond ons huis schoon (in de betekenis van niet vuil). Haar plan was bij ons te komen logeren, wat echter niet convenieerde, daar we niet af te zeggen bezoek zouden krijgen nl. vandaag. Dus zal mijn moeder woensdagavond terugkomen.
Ze zijn niet gewend om vooraf te schrijven wanneer ze zullen komen, weliswaar heeft [5] mijn moeder haar bezoek aangekondigd, maar daarbij alleen vermeld dat zij t.z.t. zou komen [EIDA graag komen wou]. – Het bezoek is weer weg, van de eerste en enige vrouwelijk hoofdambtenaresse in Nederlands-Indië, Mevr. van Dewall, met haar man, die reeds gepensioneerd is. Reusachtig aardige mensen, die onze ouders zouden kunnen zijn. Dit zijn wel de enige mensen behalve de Jongh, die we aardig vinden. – Het zal deze week wel een drukke en moeilijke week zijn voor Eida: ze moet de hele dag Maleis praten om mijn moeder bezig te houden. Het is zeer zielig eigenlijk voor mijn moeder – ze zal het ook wel voelen – dat we al zover van haar af zijn. Maar que faire? Het is nu eenmaal de tragiek van ouders die hun kinderen een betere opvoeding gegeven hebben dan zij zelf genoten hebben, – die hun kinderen uit hun wereld laten trekken. De kinderen komen terug vervreemd van hen die hen nog liefhebben en die kinderen moeten iets geven wat niet meer in hun gevoel ligt. Enfin, tot de volgende keer. Hok.
EIDA
Weet je waar een Chinese moeder het eerst naar kijkt als ze het huis van haar zoon en schoondochter binnenkomt? … naar de “buik” van haar schoondochter! Achter de mijne zocht ze wat, wat er niet is!
Eida.
[1] Twelve Pound-Look: eenacter 1920.
[2] Johannes Anker Larsen (theoloog, jurist), Deense schrijver beïnvloed door Kierkegaard, als ook door Indische en Chinese mystici. “De steen der wijzen”, 1923; “Heiliging” 1928.
[3] Zuurzak is de verzamelvrucht (vruchten die tot één vrucht zijn vergroeid) van de zuurzakboom; 20 tot 35 cm groot, peervormig en licht afgeplat. Donkergroen, wittig-groen gespikkelde schil met ruitjespatroon; met op elke ruit een zachte stekels. Het sneeuwwitte vruchtvlees is zacht, sappig en zoetzuur van smaak. De vrucht heeft vele grote donkere zaden of pitten.