Super User

Super User

maandag, 29 oktober 2012 13:02

1929-09-14

EIDA

14 sept.´29

Geliefden –

Nadat ik Schubert en Chopin “maakte”, d.w.z. dat ik enige oude getrouwe walsjes en mazurka’s op mijn manier vertolkte (je weet, gezien het bekende Beethoven motief, dat ik zelfs nu soms nog wel door het huis laat galmen, hoe vasthoudend ik ben aan (is “aan” Hollands, Paatje?) oude geliefde wijzen) en nadat ik daarna tot mijn vreugde mijn kas en daardoor van plezier ook mijn hart resp. zag en voelde, kloppen, heb ik me aan ”mijn” kant van ons bureau nedergezet om jullie mee te doen genieten van dit verrukkelijke meubel. Inderdaad trekken jullie voordeel van deze aanwinst in onze huishouding, want zie eens hoe netjes en duidelijk en ook groot (genoeg Paatje?) ik de inkt tot woorden doe vloeien. – Aan dit begin hebben jullie zekerlijk (Emma, weet je nog die man in Leiden zekerlijk, om zo te zeggen!) ook gemerkt dat het “over here” niet “wednesday” maar zaterdagavond is. Mijn echtgenoot tegenover me, heeft enige hele dikke boeken voor zich uitgespreid, waarbij hij extra profiteert van het uitschuifplankje, dat even onder de lijst van het bureau is aangebracht, en uitgeschoven ter vergroting van bureau – , dus boekenlegruimte dienst kan doen (ik hoef nog niet van rommelruimte te spreken) [HOK luid protest]. Het bureau is verrukkelijk groot 1.20 m x 1.60 m, meet maar na op Vader’s bureau. In gedachten betitel ik deze kamer vaak met de naam “Vader’s kamer” [HOK luid protest], omdat bureau en boekenkasten gedachteassociaties zijn – maar misschien wordt [2] hij dat nog wel eens! Hiermee bedoel ik niks hoor!! [HOK o zo Koos!]

Ardjo is weer ziek, hij is eerst 5 dagen weggeweest en nadat hij 2 dagen teruggekomen is, hebben we Moedji, kokki’s broer, weer eens laten aanrukken. Deze persoon woont nl. op ons erf en heeft geenszins wat te doen, en automatisch komt hij, als Ardjo er niet is. We hebben een dokter laten komen, iemand die ook praktijk voor bedienden doet (want dat schijnt hier een uitzondering te zijn), een Indische arts, dus in Indië gestudeerd, genaamd dr. Tumbelàka. Helaas waren Hok en ik net uit toen hij is gekomen en nu weten we niet wat hij heeft. Maar ik vermoed influenza, dat is nogal in de mode op het ogenblik. De dokter gaf 2 obats, oftewel medicijnen, want daar zijn ze hier erg op gesteld. Ze beminnen je het meest als je hun af en toe eens wat in te nemen geeft. Vooral aspirine is heel prettig, vanmorgen kocht ik wat eucalyptus-bonbons, omdat hij zo hoest, niet omdat ik zozeer in de geneeskrachtige werking daarvan geloof! – Gister hebben we wel een zeer bijzondere avond gehad of eigenlijk ik. Tegen 7 uur waren Hok en ik nog bezig (we eten nu meestal ± half 8 boterham) onze vele boeken in de boekenkast een plaatsje te geven, Hok was in pyjama (wou pas erna baden omdat alle kisten zo stoffig zijn), ik gelukkig kant-en-klaar en opeens stond er een meneer voor de deur, welke hij opende (Hok rende als een haas weg gezien de pyjama) en wie stond daar in de deur: Jan Hupkes!! Ik ben de hele avond niet van de verbazing kunnen bekomen! Lientje was ook mee, was allerhartelijkst en vlot, Jan ziet er enorm goed uit, is vrolijk, heeft het, dunkt me, erg goed met haar getroffen. Ze hebben ook een huisje hier, in Bandoeng, wat is de wereld toch merk- [3] waardig! Ze vertelden 5 dagen lang naar ons gezocht te hebben!– Ze waren heel erg verrukt van onze meubels en Hok was direct aller toeschietelijkst en hulpvaardig met het gevolg dat Hok dinsdag met ze naar de meubelmaker zal gaan om bijstand te verlenen, want Jan beweert geen Maleis meer te kennen. Is het niet fraai! We spraken elkaar niet zo lang, of liever meer over Indië en Bandoeng dan dat ik iets van zijn moeder of zo afweet. Hij is ook werkzaam op een onderafdeling van G.B. , is bij de Waterkracht en Elektriciteit, wat hij kreeg door aanbevelingsbrieven, want ze zijn maar op de bonnefooi naar hier gekomen met een Duitse boot. Hij zit zeker anderhalf jaar hier, ik ben benieuwd of we ze vaak zullen zien. – Nadat ze weg waren moesten we vlug eten, want ik had vergadering van “Vivos”, waarvan ik nu lid ben geworden (je weet toch Vereniging in Indië van Vrouwelijke oud-studerenden). Hok bracht me erheen en al van verre hoorden we aan het gekakel welk huis ik moest hebben! Het prettige is, dat er allemaal zulke gezellige gewone mensen in zitten (er zal zelfs geen gepoeierde bij zijn: dit voor Emma!!). Ik was al gauw enigszins ingeburgerd, m’n ene buurvrouw kende Hok, was van de bibliotheek van G.B., en de andere had me een keer bij Mevrouw van Vianen op de Koperen Bruiloft ontmoet (ik herkende haar niet). Dan zag ik nog iemand uit dat beroemde dispuut “Litteris Sacrum” in Leiden, zij is Dr in de Nederlandse Letteren! Wat steek ik daarbij af hè? Ze is al 2½ jaar hier: Lize Reyser-Eibrink Jansen. Ik herkende haar het eerst aan haar stem, zij mij [4] niet door mijn haar! Dan maakte ik kennis met Yfke van der Ploeg, nu Mevrouw de Haan, die Anneke ook al gesproken had. Mij herkende ze niet, zei ze, ik haar helemaal niet. Maar ze heeft een echt Fries type als Gerda Lykles e.d. – Ene Mevrouw Ultee hield een causerie over de Federation of University Women, die tot doel heeft de volkeren nader tot elkaar te brengen en zo ook oorlog te voorkomen. Ze hebben een studiefonds om in alle landen knappe mensen studieopdrachten in een vreemd land te kunnen geven en stellen nu een 1 miljoen dollar fonds in, waaraan zelfs de Vivos mee contribueert (vergelijk: de korrels zand en het wijde strand! ). Er leken me verscheiden aardige mensen zoals een Mevr. Bep Einthoven-Zeeman, Mevr. Kreyker –?, (ik vermoed een Friezin!), zij woont op de sterrenwacht als enige vrouw. Ik schijf maar namen voor het geval ze nog eens voorkomen, het is toch gezelliger al ken je de mensen niet. – Anneke en Thijs waren hier vanmorgen op visite, d.w.z. eerst Anneke alleen, met wie ik sinds gisteren elke (!) morgen wandel. We doen flink aan lenig-trachten-te-blijven (welk “blijven” soms in “worden” moet veranderen, helaas!). Ik zelf doe elke morgen Annie Rutgers oefeningen, erg leuk, op een matje in de studeerkamer (vertel het Annie maar, Emmelot) ik ben nl. onder ons gezegd en gezwegen een forse dikke dame geworden [HOK valt nogal mee], maar ik krijg het er wel weer af! Verder hielp Anneke mee gordijntjes (vitrages, pardon: glas-) door te stoppen met de groene raffia die ik bij de gordijnen kocht. Ze worden enorm leuk, maar ik geloof dat ik er zelf [HOK en Hok] het meest verrukt van ben [HOK zijn]! Dat kun je zo hebben. 

Dag hoor Eida.

[Randje (boven) pag. 1]

We hebben gemerkt dat alleen het oversturen van het levensverzekeringsgeld ons ƒ 2.50 gekost heeft. Daarom doen we dat maar niet meer, vraag maar of tante Lous het in orde maakt, want het is toch onnodig. – Heb je eraan gedacht Maatje dat we bij Fortmann nog ƒ 26.50 hadden staan, dat heb je niet op de afrekening gezet. Heel erg bedankt voor de afrekening, we hebben A. en Th. ƒ 28.75 + ƒ 52.50 (tandarts) betaald. We zullen jullie 1 januari 4 coupons sturen, voor de afrekening, dat zal wel de goedkoopste methode zijn. 

[Randje (zij) pag. 1]

We zitten nu ook al over geld te zwammen, maar op een tentoonstelling kochten we 2 schilderijen, meer dan schitterend, wacht maar op de kieken. De schilder die het ons verkocht (niet van hemzelf) is met I. Israëls naar Indië geweest, kent hem heel goed, vindt hem ellendig gierig; openhartig hè! 

[Randje pag. 2]

Het ene zijn allemaal rode bloemen van een prachtkleur rood, het andere een donkere hoek in een kathedraal met een brede invallende zonnestraal. De eerste is een litho, helemaal opnieuw beschilderd, het tweede een ets, ook bijgeschilderd b.v. de gekleurde ramen! Hoe vind je zo’n brutaliteit en durf om zoiets maar ineens te kopen! Maar we hadden van Ho ƒ 100.- gekregen en de rest hebben Hok en ik gespaard, dol!!

[Randje pag. 3]

Het eetservies is in Tandjong Priok, hoera!!

maandag, 29 oktober 2012 13:02

1929-09-09

EIDA

9 sept.’29

Lieve schatten –

Terwijl een mannetje in de tuin mijn witte linnen schoenen verzoolt, zal ik deze tijd voor jullie benutten. Enig hè, dat ook schoenmakers aan de deur komen. Ik heb “getaward” (geboden = afgedongen) tot 60 cent zolen en hakken. Volgens kokki is dat nog veel te duur. Dan maar volgende keer beter. (Toch niet, ze bedoelde de prijs per stuk!) – Wat heerlijk dat de conferentie zo goed is afgelopen, we juichen hier allemaal, dat belooft weer veel goeds. Ik kan me echt voorstellen hoe enthousiast jullie zijn en dat Vader telkens naar het Binnenhof ging kijken hoe de zaken stonden. Heb je ook genoten van al die mooie eigen auto’s Paatje!!, daarvan kregen we hier nl. speciaal een plaatje. En wat enig dat jullie zo’n pret hadden in Groningen en nu juist vandaag is er weer een heerlijke dag aangebroken, en wel speciaal voor onze Groningse nicht en neef. Ik ben verontwaardigd dat ze het bruidskostuum “uit de mode” vond! Zolang liefde en een huwelijk “in” de mode zijn, kan een bruidskostuum nooit of te nimmer uit zijn! Wij gedenken nog vaak die mooie 16e april dag, hoera!! – Jullie hebt nu al een familietuinfeest achter de rug, waarvan jullie op dit ogenblik ligt uit te slapen. Het zal zeker dol geweest zijn, als tenminste het weer heeft meegewerkt – hier is het vandaag weer het prachtigste zonneweer, in welke zon je niet eens graag wandelt! – Wij hebben deze week alweer veel achter de rug, dinsdag tot donderdag in Buitenzorg. Opeens besloten we echt te gaan, hoewel Hok eerst helemaal geen zin had om alleen voor zo’n bruiloft vrij te vragen, maar ik had enorme zin en dat gaf de [2] doorslag. Alles werd dinsdag besloten, gauw een telegram – antwoord betaald –naar de Pimmen, hetwelk ze pas om 5 uur kregen doordat Pim ’s morgens uit was. Maar tenslotte kwam alles goed. Ze hadden geen andere logés en Pim – hij haalde ons met de “Chrysler” van de trein. Dit is de auto die Meneer Massink voor zijn verblijf van ± 8 maanden hier kocht en nu aan hen overdeed, allerplezierigst hè! – Netteke was een echte schat, ze liep net los, en zwaaide zo enig met haar armpjes, terwijl ze nog geen richting kon houden, Hok kiekte haar zo, moge het gelukt zijn. – De huwelijksplechtigheid van de zoon van Tan Tek Hay (ik geloof geen familie van Tek Bheng) was woensdagmorgen na 10 uur. Dus om op tijd te zijn kwamen we er om precies 10 uur. De bruigom stond keurig in jacquet met oranjebloesem in het knoopsgat, wij spraken even met hem, tot hij weg moest om zijn bruid te halen, zijn moeder ging mee, evenals enige ooms en zusters van bruigom (zonder hoofdletter!), eveneens volgde overal een z.g. voorlichtster die zegt wat de ceremoniën zijn en ze verricht, en die blijkbaar ook het bruidspaar over het huwelijk inlicht! Toppunt, dan maar liever ondervinden, wat jullie! – De vader van de bruigom nodigde ons uit toen zijn zoon weg was, aan tafel om een kopje thee met cake, taartjes, spekkoek, wat je maar wou te gebruiken. Alles zag er even zalig uit (ons ontbijt was om 7.30 uur genuttigd, en daarna hadden we al in de Plantentuin gewandeld, dus ik had best zin). Natuurlijk Chinese thee, zonder suiker en melk, midden op de gedekte tafel stonden 3 grote nogataarten van ± een ½ meter hoog, met kleine poppetjes erin, een bruid en bruidegom, erg leuk. Verder stonden er zeker 6 grote taarten met room en andere zaligheden, hetgeen allemaal cadeaus. Verder nog schotels met kleine taartjes [3] en cakes. Dit was een doorlopend buffet; maar nee: niemand nam iets, at alleen als ze iets kregen, wat niet vaak gebeurde daar de gastheer en zijn broer het druk met converseren hadden en niet telkens iedereen wat konden aanbieden. Ik was zo gelukkig een stuk cake te krijgen, maar toen Hok aan de beurt was, kwam er juist weer een nieuwe gast binnen. Het gevolg was dat de taarten in plaats van gegeten te worden, langzaamaan smolten… in die temperatuur droeg ik mijn blauw zijdje met lange mouwen, mijn zedigste jurk! – Het is een enorm huis; als je binnenkomt een enorme voorgalerij, een vierkante ruimte, nu vol van de prachtigste bloemstukken, dan rechtdoor kwam een soort zijkamer (alles doorlopend, geen deuren) waar de cadeaus waren uitgestald, net als bij ons. Alleen waren er heel weinig cadeaus voor de huishouding, dat vinden ze niet gepast. Meest waren het vulpenhouders + eversharp voor de bruigom: de allerduurste soorten! Want ze letten erg op de hoeveelheid die je geeft, volgens Houw, die dan ook zo’n eversharp als ik Hok gaf op onze ondertrouwdag + zo’n vulpen gegeven heeft, waarover ik verontwaardigd was, daar Houw het niet breed heeft maar die jongen schatrijk is! Ze maken nl. een huwelijksreis naar Europa! – Wel was er een mokka stel van beeldig wit porselein met zilverbeslag, erg mooi; een schrijftafelaankleding van zilver (als vloeier, liniaal e.d.) ook een zilveren thermosfles en presenteerblaadje (of het allemaal echt zilver was?) wel was echt: tafelzilver puntgaaf!!! – En dat nog wel als je met je handen eet! [HOK dat zullen deze jongelui wel niet doen!] Gelukkig heb ik dat van het bruidspaar niet gezien, maar de verpleegster (Holl.) van de grootmoeder vertelde het. Zij en ik waren de enige Hollanders + een meneer uit Soekaboemi, ik weet zijn naam niet meer, ook geen sympathieke man (met ook bedoel ik niets) deed erg superieur [HOK maar met mij sprak hij toch maar liever niet, waarschijnlijk uit vrees zijn superioriteitsgevoel in het gedrang te zien komen], – steeds rechtdoor was een grote [4] zaal met 2 grote tafels voor vrouwen. Op dit terrein kwamen geen mannen, alleen de bruidegom. Dat ging allemaal automatisch, man en vrouw kwamen samen, scheidden zich, zij liep door, hij rechtsaf, opzij van de hal of voorgalerij; hier links van het huis was een speciale tent gebouwd waar onophoudelijk een strijk te spelen zat, meest krontjong muziek (de dames “dankten” blijkbaar voor muziek!!!). In deze tent zaten de heren aan tafeltjes te drinken en te gokken, later ook te eten (‘k had nog nooit zoveel mensen onsmakelijk zien eten; bij ons ben je juist op z’n netst in groot gezelschap!!). Vertel maar deze nare dingen aan niemand, want ze zullen toch maar alles overdreven verder vertellen en mij zielig vinden te midden van mijn nieuwe land(ras)genoten (en dat ben ik toch helemaal niet!). Hok voelde zich er helemaal niet thuis, vond het alleen prettig, net als ik, dat de gastheer onze komst plezierig vond, bovendien vond ik het nog leuk eens zoiets mee te maken. – Al gauw kwam het bruidspaar. Zij kreeg vóór het binnenkomen een theepotje in de hand (ik vermoed: teken van huiselijkheid, niemand wist het! vandaar de voorlichtster!) verder werden er 1 blauwe en 1 rode parasol boven hun hoofd gehouden en toen bloesems over hun gegooid, alles door de voorlichtster!; toen hielden Papa- en Mama-bruigom, een bamboe zeef boven bruidspaar’s hoofd en daaronder lopende geleidde “hij” zijn bruid naar de bruidskamer. Stel u voor: een tweepersoons bed van vergulde stijlen met parelmoer ingelegd, een kanten klamboe, idem slopen. Brede witzijden linten aan alle kanten afhangend, geplooid en gestrikt, een echt pronkbed. Het idee is toch leuk van een bruidsbed (toch is een hotelkamer niet te versmaden, wat jullie – Emma sluit haar oren en ogen!). In deze kamer lagen ook de cadeaus van bruid aan bruigom: beeldige zijden pyjama’s , sokken, sloffen, alles op de beeldigste manier opgemaakt met zijden linten op kussens. Van zakdoeken: vogels gemaakt, zeer fantastisch, [5] verder droeg hij nu op de trouwdag 3 ringen, ieder met 1 kolossale diamant. Nog nooit zag ik zoveel juwelen bij elkaar als die dag, prachtig in de zwarte haarknoeten, aan de kabaja, altijd 3 onder elkaar, soort broches (in de week veiligheidsspelden!); dan om hun hals (de bruid had 5 geweldige diamanten aan een gouden kettinkje) staat toch niet fijn; aan hun vingers, in hun oren. De zaal flonkerde! – Nog nooit ook, voelde ik me zo’n reuzin, als tussen al die kleine vrouwen, ik was daar, net als Mevrouw Patist bij Tante Masje! – Het bruidspaar werd aan een altaartje in de bruidskamer gezet, geen man mocht erbij, de vrouwen stonden op de drempel. Maar wij zagen slechts hun ruggen en weten niet wat er dat half uur is gebeurd. – Houw kwam met de Tante van Tjidjòhò (dat is “de” Tante). Ik ging hen begroeten en vond haar juist met een sirih pruim, half in half uit haar mond te midden van kletsende vrouwen (deze bijzonderheden ook alleen voor jullie). Bij haar woont Houw, het wordt tijd dat hij er uit gaat. Hok doet al pogingen, maar er is niets. - Houw stuurde thee, lekker? Hok en ik wilden ± half 12 weggaan, iedereen zat zich dood te vervelen! Maar de gastheer had op ons gerekend en we zouden Chinees eten krijgen (u eet zeker niet met stokjes zei hij), en liet voor ons met mes en vork dekken. Nog een andere vrouw, bleef bij haar man, en ging niet onder haar soortgenoten: de vrouw van de Chinese consul-generaal uit Sjanghai, wonende te Batavia. Zij sprak alleen Chinees, dus we konden elkaar slechts toeknikken, hij sprak ook Engels en converseerde, ik was net ingesteld op Maleis! Waren jullie, Engelse toeristen, er maar geweest. Met hen aten we ook aan tafel, verder met de Majoor-Chinees, een ellendige opschepper ± 50 jaar, had een lintje, sprak Engels en Hollands. Ook een hoge ome! Daar past een Dr. Ir. toch goed bij?! [6] Er was een alleraardigste jongen van ± 18 jaar, wou alles van Holland weten, was niet van ons af te slaan, hoewel razend verlegen, steeds “ja Mevrouw” (100 x). – We aten rijsttafel met kip en de heerlijkste dingen, verder een specialiteit: gevuld speenvarken – toen zo’n beetje Hollands eten: aardappels + doperwtjes + peentjes + saus. Toen vruchten. Mijn buurman was een vrindje van de consul-generaal, pratende enige Chinese Dialecten + Engels + Hollands, ook Houw en “de” Hollander zaten met ons aan. Toen zijn we weggegaan en genoten de stilte van het grote lege huis van de Pimmen, hier waren we met ons vijven, bij Tan Tek Hay met ons vijfhonderden! – We sluiten kiekjes in, tevens van de slamatan van Hok’s laboratorium. Dat is een eetpartij, voorafgegaan door een ommegang om het gebouw met een geestenbezweerder die zo’n beetje danst, eigenlijk ritmisch gebaren maakt. Achter hem aan dragen ze een karbouwenkop, die voor de ingang begraven wordt, terwijl alles en iedereen gezegend wordt. Na afloop hiervan werd er geworsteld, heel aardig, en door een paar gedanst na elkaar. Bijna alles dames-mijningenieurs waren aanwezig met hun mannen en wij kregen ook karbouwenvlees: sateh (vraag maar aan Mevr. Dommering) en limonade en hopjes. Zo maakten we met velen kennis, hoewel we ook al ± 6 visites afstaken. – 

Vanmiddag komt Hok’s bureau + boekenkast, gauw ook de lampen, dol!! Het eetservies is er helaas nog niet! Dag hoor! Pas op dat je geen gewetenswroeging krijgt als je Anneke’s tandartsenrekening gaat betalen! – Nu we jullie ƒ 100.- zonden, schieten we hun het geld maar niet voor, want we zouden het van de bank moeten halen en daar hebben zij ook het nodige. Breng maar over 2 jaar mee, wat er van ons is, Anneke heeft ook nog genoeg op de bank hoor! Van reiswezen kregen we ƒ 117,- vergoed, leuk hè? En van mijn coupons ƒ 88,-. 

Dag, wat een brief!!! 

Eida

HOK 

[Randje pag. 6]

Over de moord in het Siantarse op Mevr. Landzaat, waarover Vader het had, het volgende: men is daarvoor vooral in Deli in paniekstemming geraakt, de schuld kreeg de regering en wel omdat deze de bevolking ontwikkelt. Daardoor worden immers de Inlanders brutaal! De kranten eveneens aan het schelden op de regering (ze vergiftigen m.i. de publieke opinie). Als reactie tegen de regeringspolitiek werd de Vaderlandse Club op vele plaatsen opgericht. Doel: eens te tonen, dat men niet gediend is van de “slappe” G.G., alsof die echte “Vaderlanders” daarmee de publieke zaak dienen. Gevolg van deze Vaderlandse Club: toespitsing van de verhoudingen Inlander-Hollander. Uit alles blijkt het wantrouwen in eigen regering, het laatste wat de Hollander in Indië doen mag. We zitten aan ons nieuwe bureau.

maandag, 29 oktober 2012 13:02

1929-09-08

HOK

8 sept.’29

G. Bedankt voor de kiek van Mekel. We kennen hem van uit Holland. Een zeer knappe man, momenteel geoloog bij de B.P.M. Is opvolger van Brouwer. Hij is een jaargenoot en een dikke vriend van Brouwer. – Emma vanuit de verte kun je niet beoordelen of ik een verwende jongen ben! Foei, vraag excuses. We beiden houden van een lekker bordje soep en een lekker bordje eten; is dat zo erg! Lieve help, als je dat nog niet eens mag hebben. Stuur maar als zoenoffer een kiekje van jou in hoed en mantel! – Ja Moeder, een rijsttafel op een hongerige maag is lekker. Eida zorgt goed voor haar man, dat mag ook wel, wanneer hij elke dag om 14.15 uur in de hete zon naar boven moet trappen. – Doktoren zijn hier niet goedkoop. Ze doen van alles: specialist keel-,-oor,-neus ziekten èn algemene praktijk, – chirurg, vrouwenarts èn algemene praktijk, – tandarts èn algemene praktijk!!

Ze kennen hier alles,  doen alles… of ze alles kunnen is de vraag, maar dat ze alles doen is een feit. Dit houdt verband met het geringe aantal doktoren. En al is dat zo, ik vind het toch te erg dat zij op hun advertenties (!) – een gewoonte hier – en op naambordjes behalve hun speciale vak ook algemene praktijk zetten. Zoveel tegelijk kan toch niemand. Anders is het natuurlijk als een tandarts plotseling geroepen wordt om een blindedarmontsteking te constateren, dus algemeen praktijk moet doen, dan is het niet zijn schuld dat hij ook dàt doen moet. Maar zoals nu, is die karrenvracht van geadverteerde kundigheden er alleen maar voor om patiënten te lokken, om zo gauw mogelijk – niet 20 jaar is de termijn – maar zo kort mogelijk, liefst op de dag van morgen – binnen te zijn. Medici kunnen voor mijn part verdwijnen, als wij ze niet nodig hebben. –

Mijn werk uit Bonn is nog niet naar de drukker. Het moet op anderen wachten.

Een van de logées is al weg. Houw is er alleen nog maar, erg gezellig. Gisterenavond op visite geweest bij de adviseur van de Mijnbouw, eigenlijk het hoofd van de Mijnbouw, een heel aardige man. Hij moet zoveel visite ontvangen, dat hij om een avond zo goed mogelijk te benutten [2] meerdere mensen tegelijk ontvangt. Gisteren waren we met ons zessen (+ gastheer, gastvrouw). Aan het eind van de avond heb ik nog een pot planten omvergegooid en natuurlijk – wij houden niet van halve dingen – aan gruzelementen. Dat herinnert me aan de eerste keer dat ik op Papaverhof kwam, toen ik in de WC een flesje medicijn vloerde! Dat was ook in duigen. Gelukkig was het maar een eenvoudige aarden bloempot.

ßEida is nu bezig met een boek van Anker Larssen “Heiliging” dat we te leen hebben van de chef van de opsporingsdienst de Jongh. U ziet hieruit dat deze man Eida heel graag mag. – Houw blijft hier tot het eind van de maand. Het logeerkamertje wordt wel goed gebruikt. Het is prettig zo’n logeergelegenheid te hebben, je kunt daarmee de vrolijkheid en de gezelligheid verhogen.

Ons budget klopte de vorige maand niet, ettelijke tientallen guldens te weinig. Deze maand geeft in dit opzet ook geen kloppende perspectieven. Vendu rekening en daarbij onze schilderijen. – Vandaag ging Eida tennissen op een baan te Tjimindi, een plaatsje met herstellingsoord op ½ uur afstand (auto-ën) van Bandoeng. Ze schijnt goed gedebuteerd te hebben. – Deze week hebben we nog twee visites en daarna nog zes. Kost me een hoop auto’s, omdat het nu ’s avonds altijd regent. – Eerstdaags gaan we ook naar een Tjen, een Chinese wethouder van Bandoeng, iemand die goed op de hoogte schijnt te zijn van de Chinese toestanden alhier. Ik hoop dat hij mij hierin zal kunnen voorlichten.

Dag Hok.

HOUW

Hartelijke groeten,

Houw.

maandag, 29 oktober 2012 13:02

1929-09-02

EIDA

2 sept.’29

Geliefden –

De nieuwe maand beginnen we met een nieuw blaadje, zowel hier als in het kasboek. Van dit laatste ben ik diep vervuld; ik heb gister nl. uitgerekend hoeveel we van 23 juli tot 1 september hebben uitgegeven, dus zolang we in het huis zijn. Ik ben werkelijk tot de conclusie gekomen dat we (!) veel verdienen. Eén sept. begon ik met ruim ƒ 100.-, terwijl Hok nog ± ƒ 10.- had. Je ziet, we zullen hopelijk nooit over geldnood klagen! Omdat het mezelf zo interesseert zal ik het even opschrijven, precies uitgegeven: ƒ 896.02 (mijn fiets, gasfornuis, levensverzekering, schuld aan jullie ging per cheque), waaronder ƒ 400.- voor meubels, ƒ 53.- dokter, maar nog geen huishuur ƒ 90.- voor augustus, wat we altijd achteraf betalen. Hieronder is ook de inslag van de langganan (kruidenier) die in juli net zoveel was als voor heel augustus. Nu kan ik een begroting gaan maken, allemaal leuk werk. Eind juli kreeg Hok zijn reissalaris, ƒ 450.- en toen 1 augustus salaris waarvan ƒ 490.- voor mij, daarbij had ik nog ƒ 58.- van het 1 juli salaris. Ziehier wat mijn kasboek vertelt. – Nu kan ik zelf het woord eens nemen en op jullie brieven antwoorden, opdat ik niet van het nalaten daarvan beticht kan worden. Het is enorm prettig dat we nu een brief voor ons beidjes alleen krijgen, nu schrijven jullie veel persoonlijker en voelen we ons er veel meer bij geïnteresseerd. Alles eerst over 28 augustus: je weet dat ik me al enige dagen jarig voelde, welk gevoel in hoge mate steeg toen de dag zelf aanbrak. Inderdaad was hij nauwelijks 4 uren aangebroken of ik hoor Hok’s stem me wat in mijn oor fluisteren. Ik draaide me net om, wat hem deed concluderen dat ik al enthousiast zou zijn voor een gelukwens, maar nee hoor, ik kon net wat mompelen, maar plof daar sliep ik weer. Dit experiment herhaalde zich om half 6 en eindelijk om kwart na 6, wou het! Voor m’n bed stond “het” pak; inderdaad nog ongeschonden! En daarop een brief van Houw, meldende dat hij kwam eten en logeren en een van Henk Heyrmans met gelukwens. De wekker liep af, ik greep ernaar om hem vast te zetten, en ik haalde een bonbon op + de ring; met veel lawaai rolde er iets van de deksel van ons geliefkoosd nachtinstrument!, m’n sloffen waren opgevuld, m’n kousen, m’n tas! Overal de zaligste bonbons met de meest pedantmakende [2] als: de koningin van de Berlageweg; temster van bedienden en langganans, schitterend! Het pak werd geopend en…ons geliefd punt groef, een reuze verrassing, ik was het allang weer vergeten! Toffees – zalig, pas 2 keer van gesnoept! – Nanette, – om gevochten, verrukkelijk en vers als net gebakken! – Haagsche Beschuitjes, niet geheel vers – Verkade’s verpakking is de beste: Nanette had een extra bliksluiting onder de deksel, dus bij uitstek geschikt voor Indië – 2 vlinderzakdoekjes voor Anneke + toffee + een ½ Nanette – 1 oude tandenborstel (voor de schoenen bedoeld?) – 1 zakdoek + E., veel dank, direct in gebruik voor verkouden E(ida) – 1 kiek P.S. enorm leuk! – 1 insigne P.S. – 1 zilveren portretlijst om op te bergen – alles in de beste staat – evenals “het” boek – nú reeds verslonden – dag ongenietbaar – Hok speelt piano, zegt wat, geen antwoord – wat doe je toch??? – oóoóoóoóh, natuurlijk: dat boek!!! – Ik had het weer helemaal niet door in het begin, en op ‘t ogenblik probeert Trude haar vernuft erop, heb je het zelf al eerst gelezen voordat je het “aan” “Eid” hebt “gewijd”. – Toen aangekleed, op mijn ontbijtbord een grote bos dahlia’s, van Hok natuurlijk – ; de logé komt met een groot pak – waaruit een donker gekleurd rond naaimandje met blauw gevoerd, engelachtig!, en ik had net een grote fles Coty van hem gekregen, bovendien was hij zelf nog jarig ook, alles even gênant! Enfin, er was niets aan te doen dan: aanvaarden! Hok weg – Kappelle en ik ontbijten af – “het” fluitje en A. en Th. verschijnen met hoerageroep, omhelzing en groot kiekalbum, zalig! (onze huwelijksreis ligt nog in een doosje; gelijk Pandora de hoop overhield, hebben wij alleen de herinneringen!), Th. af, naar zitting, – Anneke borduurt 08/28, wij converseren (3 pers.); Trude komt met een kolossale bos dahlia’s, de grote zwarte pot stond te pronken evenals de witte (Ger). Toen een kiek van de jarige in haar bloemen, ook de jarigen (meerv.), alle geschenken lachen en stralen; om het hardst stralen de 23-jarige en haar ring. Twee diamantjes in schitterend goud: [tekeningetje], de ring van Mamma, onherkenbaar geworden tot ring van Hok. Ik mag hem niet elke dag dragen, dus door de week Tante Jenne’s maar weer – Kappelle vertrekt moet naar Poerwokerto – Anneke weg – Hok thuis. Samen gegeten: rijsttafel. Net op het [3] punt van naar bed gaan, stopt “de” Chevrolet, waaruit Houw + grote spekkoek (door Lenni gemaakt, je weet wel, dat nichtje) + 3 boeken: 1 over tropische groenten, 1 over tropische vruchten en 1 over tropische planten en bloemen, enig hè! Gauw zal ik erin studeren. Houw op het logeerbed gelegd – wij ook naar bed. Opgestaan, een auto met Jaap en Katy (een taxi hoor!), een fiets met Rein v. Bemmelen. Rein had Hok ’s morgens al gefeliciteerd, wat Hok verdacht vond en hem mij deed vragen: wat is er tussen jullie!, wat mij deed schrikken en blozen, en wat hem weer deed denken!! Rein bracht een orchidee met wortel en al in aarde mee, die hij uit het oerbos gehaald had, hij bloeit nog niet. Jaap en Katy brachten 2 glasbakjes + hun 3 kinderen! Ze nodigden ons uit voor vanavond op muziek-lantaarnplaatjes (al lijkt dit een tegenspraak). Toen werden A. en Th. gehaald in de auto door Hok en Houw en kreeg ik Trude en Pierre, buitengewoon aardige mensen, – toen A. en Th. – toen Marietje en Chris. Vraag Marietje maar wat ze dacht toen ze binnenkwam om alleen afscheid te nemen en Anneke en mij in avondtoilet zag. De dames en speciaal mijzelf trakteerde ik op advocaat en een pluk eiwit erop, hetgeen ons scheel deed kijken van zaligheid, het was te sterk voor de mannen!! Die dronken maar (!) jenever. – Aan tafel eerst bami – in het midden stond het pronkstuk, alweer van Hok, van de zaligste combinatie van cake – room – choc. en rhum, Hok en ik aten er nog 3 dagen van. Houw kwam steeds meer los en steeds meer in onze sfeer, zodat we telkens dubbel lagen om hem. Na tafeltorentje, een nieuwtje voor Houw, die al gauw net zo hard genoot als wij. Half 12 uit – – – –. [4] 

Nog een felicitatie gekomen van Pimmetje, Tante Leidie – Mientje ter Spil (5e clubgenoot die schreef!) ellendig dat B. Vos dood is ± 4 weken geleden schreef ik haar nog, dus waarschijnlijk te laat, wat naar. – Ik ben nog niet begonnen met pianoles, eerst de vitrages! Ik heb nog niet eens tijd om te studeren!! – Pret gehad op Emma’s verjaardag en de brief op tijd gekregen, – wat mijn speciale kwaaltje betreft, dat is werkelijk best, ’s avonds neem ik nog 1 pil, die ook afgeschaft moet worden, langzamerhand. Vaak smeer ik hem nog onder het ontbijt, maar niet eens altijd. – Wat het afwassen met zeepsop betreft weet je nu ook al. Toch zijn er blijvende krassen op het zilver, waar het over de rand van de dekschalen schuurt, dit serviesje is nl. van binnen ongeglazuurd. Maar we hopen op het nieuwe, het zal wel heel erg mooi zijn, wat je erover schrijft en verloochent inderdaad je voorouders niet, Maatje, wat betreft je redenaarstalent, heel hartelijk bedankt daarvoor. – Wij krijgen het “Vaderland” van A. en Th., maar haast alles lazen we dan al in de maileditie. Wat ons betreft, mag je de stukjes wel uitknippen die je belangrijk voor ons vindt. – De telefoon is meer dan prettig, feitelijk onmisbaar, toch zijn de meeste gesprekken voor onze buren. – De bedienden zijn best. Ardjo af en toe wat brutaal, wat ik dan meestal met 1 zinnetje beantwoord dat zo inslaat, dat hij alle pogingen doet weer in mijn gunst te komen. Wat enig dat tuinfeest op 8 sept., wat gebeurt er weer veel. Jullie logeren ieder bij een ander, Vader bij oom Jaap, wat grappig. Dag hoor Eida.

Wat enorm dat Hessel praeses van Nereus is. Ik ben blij dat zijn capaciteiten ontdekt zijn!

Maatje, als je weer eens een pakje stuurt, doe er dan mijn corsetje in, dat ik feitelijk aan Emma had overgedaan, maar waarvan ik denk dat ze het niet gebruikt. Het is roze. Ik heb het erg nodig!!



 

maandag, 29 oktober 2012 13:02

1929-08-26

EIDA

26 aug.’29

Lieve Schatten –          

“Het” pak is net gekomen en ik heb het net zo in een hoek van de kamer gezet, waar ik er steeds naar kan zien, al vind ik het dan wel veel gevergd om het 2 hele dagen daar te laten staan. Enfin, het is toch heel veel leuker om het woensdag pas uit te pakken, al voel ik me sinds gisteren al jarig met een mail van 11 brieven! Zoveel mensen hebben er aan gedacht en dat niet alleen, ook nog op tijd en dat zegt meer! Geweldig dol. Wap Smit zei, heel cynisch dat het het volgend jaar wel minder zou zijn! Maar dat zou dan ook wel aan mijzelf liggen als ik de band niet aanhoud. Van 4  P.S.-sters een brief: Dien, Bepje, Malie, Joke; dat is nog eens een club hè! Verder van Tek Bheng, Mevr. van Gilse, Jaap, tante Jenne, Mevr. Kunst, Annie de Jongh, van thuis (3 stuks hoera!). Alles heb ik al gelezen en daardoor voel ik me al zo jarig, dat ik alsmaar door het huis dans en Hok heel wat met me stellen heeft, daar ik hem er enige malen per uur aan herinner! Het lijkt wel of ik het nu prettig vind om feestvarken te zijn en toch zal er visite komen, maar daar Moeder zoveel fiducie in mijn ontvang kunst heeft, zal alles wel loslopen. Trouwens, we hadden ook al enige voorproefjes: zaterdagavond, terwijl Hok en ik, 4-handig, Peer Gynt studeerden, kwam opeens een telefoontje van Ho, meldende dat hij, zijn vrouw en dochtertje van 3 kwamen eten. – Ardjo had de tafel al gedekt, maar nu moest het blad erin geklapt, ik had, gelukkig, leverpastei [2] in huis en Hok bedacht om het in een zilveren bonbonbakje te doen!, er was nl. niets anders en dit, áls hij het zou opmerken, zou hij het zeer deftig vinden! Van Trude leende ik een paar vruchten, want er was alleen pisangs en 1 mangga (het vlees heeft de kleur van een abrikoos). En daar kwamen ze. Zij in een beeldschoon baadje (kabaja) met beeldige kant, blote voeten in slofjes, een sarong van blauw met wit: de rouwkleuren, die ze draagt voor haar Vader. Het kind oerverlegen, heeft geen woord gezegd. Ho werd door Hok ingelicht dat hij me, bij mijn naam moest noemen, hij zei nog altijd Mevrouw en ik, wel “jij”! Hij was niets in zijn schik dat ik hem bij zijn naam wou noemen, zoals Hok hem ook inlichtte. – De kokki was uit; dus maakte ik zelf een zalig soepje voor het kind (als zeg ik het zelf) en na 2 happen wou ze niet meer, helaas! Beschuit en koek vond meer ingang. – Zij, (ik weet niet hoe ze heet, ik zal haar Ensoh (zuster) noemen, net als Hok) is allerliefst en vast opgelaten met haar echtgenoot! Hij vindt het feitelijk noodzakelijk dat wij liefst een “Hudson” moesten kopen, om Hok’s stand op te houden, en deftig te doen tegenover “de mensen”! Voortdurend praat hij op die manier, wat Hok boos maakt, maar waartegen ik mopjes maakte, wat hij ook waardeerde, al begreep hij het juiste er niet van! – We hebben een uitnodiging voor een Chinese bruiloft, 4 september in Buitenzorg. Ho vond dat we er per auto heen moesten (± ƒ 100.-!!) alleen om te pronken! Voor de interessantigheid gaan we er misschien heen, lijkt me wel leuk,  komt niet zo gauw weer voor. Maar ik geloof dat we bij het trouwen zelf niet mogen zijn, als vreemdelingen – Anneke dacht er natuurlijk direct [3] aan, wat ik aan zou doen, maar dat weet ik niet, moet onze raadgever, Houw, maar zeggen. Zijn adres is: Ir. Tan Sin Houw, Tjilakoe, of nee, stuur maar aan ons, want misschien gaat hij gauw weg van die theefabriek van zijn tante; wij zijn al bezig voor een baantje, maar Hok heeft er nog geen succes mee, helaas. – Hok zal de Maleise bruiloftsuitnodiging vertalen voor jullie, hij is ook hoogst merkwaardig: de Vader geeft kennis, ook uit naam van zijn Moeder, dus de grootmoeder van de bruigom!! – Wat een enige kiekjes van Moeder en Mieke, wat afschuwelijk dat we die door moeten sturen, Moeder is er ook zo enig op. Ook onze grote dank voor de kiekjes en hun achtergeschriften, wat een dichtader heb je toch Maatje, al is het nog lang geen Sinterklaas. – We zijn begonnen ons huis te kieken, morgenavond zijn de kiekjes klaar, dus zo mogelijk sluiten we ze in. – Net hebben we weer een vloerkleed op een vendu gekocht, voor de voorkamer. Ook een Bombayer, net als de andere en een kleintje dat we hebben. – Ook kocht ik vanmorgen, na de tandarts (die mijn 3e kies weer vulde, wie volgt!) vitragestof en ik heb raffia, precies van de kleur van de overgordijnen, om door het filetwerk heen te halen voor een rand. Zal hopelijk leuk worden. – Voor ik het vergeet, voor het pakje van jullie, betaalde ik ƒ 1.93, maar dat hoef je niet te verrekenen; naar de vreugde die het brengt, is het veel te weinig betaald! – Maar nu moet ik Hok tegemoet gaan, dat doe ik altijd om 2 uur, hoe vind je zo’n modelechtgenote, doet niemand me hier na, hoor! – Wat kan er in weinig tijd toch [4] veel gebeuren. Het is nu half 8 n.m. en nu wacht ik op een logé! Hok is hem gaan halen, een studiegenoot Kappelle. Je weet wel de man van het zilveren vaasje + rode bloemetjes op de trouwreceptie. Om 3 uur een briefkaart dat hij om half 8 kwam. Ons logeerbed stond nog bij Anneke en die rustte op dat uur. Wat moet A. doen, open plaats achter de heer! Bovendien moesten 2 zware kasten verplaatst worden en Hok’s veldbed dat daar ook stond in het logeerkamertje opgeruimd. Direct na ons eten, half 4, hebben Hok en ik dat samen klaargespeeld (óók wel eens gemakkelijk een sterke vrouw, vond Hok!) en net wilden we op onze lauweren rusten of Ardjo kwam ons ophalen voor een orang tamoe (een gast).  Een beeldige nieuwe Ford voor de deur en daar komt een kennis van Hok uit Tjiandjoer, tevens Fordverkoper, ons zijn spul aanbieden en wat bleek: Ho had hem gezegd dat wij over een auto dachten! Toppunt! Dat is zijn mentaliteit: rijk doen! Ondertussen bleef dit mannetje tot half 5, ondertussen wou hij met ons toeren, maar Hok verontschuldigde mij met “een logé”, hijzelf moest eraan geloven. – Juist kwam het vloerkleed dat wij op een vendu kochten en vóór gelegd moest worden, wat Hok en ik ook samen deden, terwijl Ardjo de deleman van het bed ontlastte!

Voor morgen moest ik meer vlees bestellen, brood voor morgenvroeg kan niet meer! Dus eten we vanavond een voedzame schotel: petjil, dat ik al eens beschreef. De logeerkamer is werkelijk beeldschoon, zelfs een Bombay’s bedkleedje, een tapijt! Ze zeggen weleens dat een logé in Indië geen hoofdbrekens kost!! Dag lieve engelen, Dien is 22 sept. jarig, Annnie de J. 29 sept.; m’n zus 27!!!

Dag Eida.

Vast gefeliciteerd lieve schatten: viert vrolijk feest!!

 

maandag, 29 oktober 2012 13:00

1929-08-16 / 08-20

HOK

16 augustus ’29 [EIDA hij is een beetje achter, het is vandaag de 19e]

G. Wat hebt u genoten van de reis, ondanks de vele ponds, die in de hitte van 90° in de schaduw vervluchtigden. En wat een pracht kieken, compliment voor de fotograaf/-grafe. Alle gezonde gezichten; Emma is een waarachtige ster, vooral op de trappen van het British Museum. Op die kiek was het net alsof haar lippen gerouged en haar oogleden ge... waren. Zij is gegroeid. Hoe groot is mijn dochtertje? [EIDA trek je er niets van aan Emmelot, broers heb je nu eenmaal niet voor je plezier!]. Wat een mooi weer was het toen ook. Londen niet eens in de mist. In Torquay ben ik eens geweest, maar voor het seizoen, zodat het nog niet zo’n drukte was van Weldon’s, Tailormade zwabberbroeken etc. – De volgende week is Mevrouw Tan jarig; het is moeilijk om een cadeau voor mevrouw alleen, en niet voor de huishouding te bedenken. Haar uitzet is zo compleet! En mevrouw wil er niets van weten, om haar mooie fiets als verjaarscadeau te beschouwen, en een mooie parasol die ze de vorige week met mij kocht, wilde ze beschouwd hebben als verjaarscadeau voor haar 22e verjaardag [EIDA heeft Hok me er zelf aan herinnerd dat ik verleden jaar niets van hem gehad heb!]. Wat nu? – Zondag, dus gister, ging Eida mee geologiseren, hier in de buurt. Het moeilijke van de geologie hier in Indië is, dat alles begroeid en verweerd is, zodat je de verse en onbegroeide rots in de rivieren en beekjes moet opzoeken. En zo gingen Prof. Gerth en ik in zo’n beekje, met stenen evenzo groot als 3 grote mensenhoofden. En daar ontving Eida de geologische doop. Terwijl wij aan het zoeken waren naar fossielen – die we ook vonden – zat Eida op een drooggedeelte van de beekbedding op een kussen – wat een luxe geoloog – zich te vermaken met het ruisen van het ranke riet, tot zij plotseling in het water gleed [EIDA d.w.z. alleen m’n handen nat – de koelie vooral had reuze pret!]. De lucht was haar wat te vermoeiend. Maar dat kwam omdat we – onverstandig genoeg – de vorige nacht een wandeling hadden gemaakt van de sterrenwacht terug naar Bandoeng, ongeveer 15 km. Een pracht wandeling in de mane- [2] schijn in de stille natuur, door kampongs, waar je nu eens door gamelan muziek dan weer door geblaf van kampong gladdakkers – d.z. honden, waarvan het opmaken van een stamboom wel tot de onmogelijkheden behoort. De Indische nacht in een bos is nog ongerept, geen dreunen van voertuigen, of treinen, alleen getjirp van krekels. – Ons huis is nog niet klaar, maar reeds bewoonbaar.

[Tekeningen meubels, lampen, inrichting]

 

Ons buffet                    Garage/bediendenkamers       Boekenkasten studeerkamer

                                    Zuurzak boom, heerlijke vrucht         Gezicht op voorkamer

Lamp voor eetkamer              Wat een mooi huis                   Gezicht op eetkamer

 

Bij gebrek aan kieken, die later komen – u ziet, dat we niet veel tijd hebben – deze krabbels.

Hok. [3]

EIDA

20 aug. ‘29

Geliefden –

Om maar eerst met zaken te beginnen – Maatje lief zou je tante Lous willen vragen of wij de volgende maal, dus 1 november a.s. aan het kantoor hier zouden kunnen betalen. Het versturen kost ons nl. ƒ 1.10 en als het onnodig is, is het jammer. Er zal ook nog wel een goedkopere manier zijn hoor, maar vraag het toch maar even, als je haar ziet. Ziezo – net heb ik het zoontje van Trude’s kokki een koekje gegeven omdat hij zo vervelende muziek zat voort te brengen, net als wanneer je op een kam blaast met een dun papiertje erover, maar “nauw was de Moeder het hoekje rond”… het koekje is op en hij begint weer – misschien ter aanmoediging tot een volgende! – Wat een prachtzending uit Engeland. Ongelooflijk scherpe kiekjes, enig. Die kiek met Moeder’s onzichtbare parasol is keurig, Maatje je bent net zelf een Weldon plaatje! en het paar op de Theemsbrug enig, jullie allebei goed, en hulde Paatje, voor het kiekje van de dames-maiden. De brief achterop de briefkaarten, enig, wat hebben jullie genoten. Ik vind het toch zo dol!

Hoe vind je Hok’s tekeningen, het lijkt enorm gezellig hè? Helaas hangen nog niet alle gordijnen, maar alleen moeten nog die tussen eet- en voorkamer, die al zo beeldig op de tekening staan. Kokki heeft er al een gestreken, maar ik zal het zelf over moeten doen, want fraai is het niet. Ze moest het zelf ook al een keer overdoen, omdat ze geperst had zonder lap aan de bovenkant, zodat overal tot onze grote schrik lichte strepen waren. Hok bedacht dat [4] het er met water misschien uit zou gaan en ziet! Indeed (dat rijmt en Engels voor jullie plezier!). Kokki moest nu tot straf in plaats van uit te rusten het weer strijken. Af en toe moet ik even laten merken dat ik de baas van het spul ben, hoera! Vanmorgen kreeg Ardjo een standje omdat hij niet genoeg had uitgevoerd terwijl ik weg was. Hij deed zeer verongelijkt, maar is nu weer allerliefst. Ik denk dat hij me in zijn hart gelijk gaf! Vanmorgen kocht ik zelf, als commissionair optredend een hang- legkast, zo zeer “ersehnt”, ik bood op, een krachtprestatie, en kreeg hem vrij goedkoop ƒ 26. Zie eens hoe flink ik af en toe ben, dan voel ik al m’n energie opbruisen! – Al dinsdagavond, mailavond is het geworden –  Hok is naar de stad en nog niet terug, hij is nu echt de meubels gaan bestellen als lampen en boekenkasten, volgens bijgaande tekeningen. Ik kom net terug van een kleine thee van “Vivos” (Vereniging van Indië voor vrouwelijke oud-studerenden). Het lijkt me wel een leuke beweging en vooral nuttig om je hersens weer eens over buiten je staande onderwerpen te laten gaan en weer eens enigermate logisch te denken wat, zo thuis, niet nodig is. Tegenover je man moet je juist niet te logisch denken, dat doet hij wel; zo, kun je juist beter tegen hem op!!! De leden zijn meest ouder ± 35 jaar, een Groningse, Mej. Potjer is presidente, ze komt uit de “Staehaed”(ik weet niet hoe ik het moet schrijven), na 2 woorden weet je haar afkomst. Begin september is een lezing en dan zal ik misschien beslissen of ik echt wil!– Hok en ik zijn warm gemaakt voor een tocht naar Borneo, maar Hok zal toch niet weg mogen van kantoor; hij zou daar als veldgeoloog dienst doen voor 6 maanden en ik mee, naar de Dajaks, koppensnellers! Ze doen het alleen bij hun soortgenoten hoor! Maar het gaat toch niet door, ook wel rustig!

Dag Eida

 

maandag, 29 oktober 2012 10:59

1929-08-13

EIDA

Lieve Schatten –

Nadat ik al enige kwartieren in de stad doorgebracht heb voor vele zaken, nadat ik alweer van des tandartsenzetel ben afgestegen, één ijzerdraad rijker en wel: tussen 2 kiezen, en nadat ik ter banke ƒ 182.93  naar tante Lous dirigeerde, me zeer deftig voelend, daar zoveel geld “van mezelf” te hebben staan en gans “voor vol” te worden aangezien (!), nadat ik 4 winkels ben binnengelopen, waarvan goddank de laatste m’n horloge wel wou maken, zijnde Bandoeng blijkbaar de “stad der kapotte horloges”, geen winkelreparaties meer willende aannemen; nadat ik op de bloemenmarkt blauwe astertjes kocht, die beeldig in de witte pot (van Ger, o foei!) [HOK!!] prijken en nadat ik Anneke verliet, dewelke ter Landraad; nadat ik, thuisgekomen kokki de benodigdheden voor het menu heb gegeven, het menu zijn of liever wordende: tomatensoep – ribstuk – rijst – postelein – kroepoek – komkommer (Maleis: ketimoen of timoen), katjang goreng (hele apenootjes, gebrand in olie) en Spaanse peper voor Hok, ik nog niet dol op “pedis” zijnde, als toetje: papaya, een vrucht, het meest lijkend op meloen (karbonkel) – met port, citroensap (djeroek) en suiker (goela). Ziet hier, m’n eigen verzonnen rijsttafel!; nadat een mannetje van de gasfabriek het keukenaanrecht weer heeft vast gemetseld, stuk gemaakt bij de aanleg – nadat ik eieren heb gekocht van mijn eiermeisje, dat me met Njonjah moeda (jonge Mevrouw) of kandjeng (vorstin) betitelt; nadat ik al een buurpraatje speciaal [2]over de duurte van de doktoren met Trude heb gehouden (Hok’s angina hebbende ƒ 46.50 gekost) nadat ik m’n kas heb opgemaakt waarin te dikwijls gestoord zijnde, ik niet weet of hij uitkomt, nadat een mannetje m’n telefoon gerepareerd heeft, dit bijna elke dag voorkomend; nadat ik met Ardjo de van Anneke gekregen peterselieplantjes bewonderde, nadat ik nog een glas djeroek (kwast) verorberde, wijd ik, in een grote stoel ter neerzittend, m’n gedachten aan jullie. Hè hè, wat een zin. [HOK Duitse invloed duidelijk merkbaar]. Enfin, nu weten jullie ook ineens wat van ons. Gisteren was Jaap Kunst jarig. Er was hoog bezoek, Prof. Clay, de keizer van Bandoeng! Wat hij zegt schijnt orakeltaal te zijn [HOK tenminste voor Marietje ’t Hogehuis], hoewel hopelijk niet dubbelzinnig. Jaap is dol op Hok, hetgeen ook wederkerig, vandaar dat Jaap de laatste tijd weer eens aankomt, hetgeen hij niet meer deed, zeker omdat hij merkte dat Anneke en Thijs het niet apprecieerden. Maar gister vond ik ze ook weer zo aardig als in Holland, Katy is alleen nog ongezellig, ze moest eens bij haar schoonma in de leer!! –

Lieve Emmetje, nog steeds feliciteerde ik je niet met je diploma, dat je op zo fraaie wijze werd uitgereikt [HOK sluit me aan bij deze woorden mijner ega]. Jammer voor de school dat ze nu verstoken is van een lid van onze zo bij uitstek handige(!) familie. Aardig is J. v. Anrooy toch, ik zal haar werkelijk eens schrijven; elke week neem ik buiten jullie en Dien er nog één of 2 bij. Tante Leidie vorige week; was ze eigenlijk verontwaardigd dat we zo lang stom bleven? – Trude heeft een “paying guest”, waarover vele bladzijden vuil te maken zouden zijn. Hij is 63 jaar, zelfingenomen (heel erg sterk), schreef stukjes over: radiostation, machinekamer, bal champêtre, alles van aan boord. Gaf het mij ter kritiek, wat bij hem betekent tot verkrijging van lof. Laatst genoemd stukje was wel zo beneden peil, misselijk, grof (over mooie vrouwen, zijn vrouw zit in Holland!) dat ik het hele zaakje gauw terugstuurde, “in dank” meer niet. Uit angst dat hij zou vragen hoe ik het

[Randje (boven) pag. 1]

vond! Ik ben benieuwd of hij nog terugkomt. Hij is inspecteur van de spoorwegen geweest, burgerlijk, z’n stukjes geen stijl ook nog, slechte stuiversroman!! Dag, bedankt voor het schommelende briefkaartje van boord. Leuk voorproefje!

Ellendig zelfmoord van Hans Mol. Eida

HOK

[Randje (boven) pag. 1]

Hartelijk gelukgewenst met 28 aug. Wat we die dag zullen doen nog niet beraamd. Als dan ons huis helemaal ingericht is, zullen we al heel blij zijn. Maar we denken niet dat

[Randje (zij) pag. 1]het zo vlug klaar komt. Mijn studeerkamer nog altijd een rommelpakhuis. Een aantal visites aan collega’s en chefs reeds afgehandeld. We slapen nog altijd overdadig veel. Minstens 10 uur daags, zodat er niet veel overschiet voor tekenen van meubels en lampenkappen. Erger me nog altijd aan het A.I.D. (dagblad van Bandoeng). Gister kregen we de koning van Siam in onze buurt op bezoek (waaruit jullie wel opmaken kunt, in welk een gedistingeerde buurt we wonen!), maar dat bezoek niet mee kunnen ontvangen,

[Randje (onder) pag. 1]

omdat we nog in ons bed lagen (het was ± 17.30 uur!). Houw heeft zijn ontslag gevraagd als administrateur van de theefabriek. Ik hoop dat er in Bandoeng wat voor hem te doen is. De erfeniskwestie schijnt langs minnelijke weg niet te kunnen worden opgelost!! De paying guest van hiernaast is dol op vrouwen. Hij is eens hier geweest

[Randje (boven) pag. 2]

om zijn schetsen van boord te brengen. Verbeeldt zich een Nic. Beets, in werkelijkheid is hij in literair opzicht niet meer dan een H.B.S. jongen, die nog beginnen moet. Hij is een plakker eersteklas, heeft gummi arabicum aan zijn broek. Op mijn kantoor nog niet veel werk. Dag, Hok

maandag, 29 oktober 2012 10:58

1929-08-06

HOK

Bd. 6 aug.’29

G. Nu wij niet naar de vendu van heden avond gaan – te ver en vermoedelijk niets naar onze gading – kan ik u wat meer schrijven dan de korte gevlekte krabbel op één van de pagina’s van Eida’s brief. Nog zijn we niet ingericht: geen plant hangt er aan de muur nog [EIDA tot A. en Th.’s ergernis]; de studeerkamer is nog leeg en we missen minstens nog één hang-legkast. Zodra alles is zoals het moet zijn, zullen we ons huis vereeuwigen. De schrijftafel is gedeeltelijk al in tekening gebracht; de boekenkast is klaar op papier. De meubelmaker, of zoals ze het hier zeggen, de meubelchinees beloofde me, op al deze nieuw te bestellen meubels belangrijke korting, omdat ik hem de tekeningen voor al de meubels cadeau geef. Hij vindt deze moderne stijl mooier dan zijn Queen Anne. – U moet zich daar in de verte niet ongerust maken over de enkele pestgevallen die hier onlangs voorgekomen zijn. De buurt waar ze voorkwamen is zeer ver van ons. Besmetting heeft plaats door luizen, die de lichamen waarop ze oorspronkelijk leefden pas verlaten wanneer het dood is. Zolang het lichaam, waarop die luizen weiden, leeft zolang verlaten zij het niet. Verder bestaat er een strenge isolatie van de bewoners van besmette huizen. Vader’s opmerking over hygiënische voorschriften zijn absoluut juist. Er wordt hier heel veel gezondigd tegen hygiëne vooral door het niet-Europ. gedeelte der bevolking. Ook de Europeanen doen niet altijd zoals het hoort. Tillema[1] heeft zo’n hoop goeds gedaan in dit opzicht. Ik las net een brochure van hem over “wonen en bewoners” in Indië. Tillema is iemand die onze hoogste achting verdient.

Ik kan hier nog altijd niet wennen aan het dagblad van Bandoeng: het A.I.D. Daarnaast lees ik de mail editie van de R’dammer. Wat een verschil in degelijkheid. Het is een genoegen om de R’dammer te lezen. Dat geeft tenminste artikelen uit deskundige pen gevloeid. Merkwaardig is het verschil in toon waarin de artikelen over Indische politiek geschreven zijn. Hier propageert [2] het A.I.D. de politiek van de vuist. In de R’dammer schrijft de stercorrespondent over Indië. Bijzonder goed. Fijne psychologische analyses van de nationalistische leiders en van de toestand in het algemeen. Het koloniale probleem ligt niet in de inheemsen alleen, maar ligt voor een niet gering deel ook in de Europeanen. Hoe reageren die op de bewegingen in de inheemse samenleving? Met een vuistpolitiek bereikt men niets tegen een ontwakend nationalisme. Velen miskennen en willen dat nationalisme zelfs niet eens zien. De Javaan is te dom om iets te weten, te slap om iets goed te kunnen doen, is de leuze diergenen. Zij beoordelen ook de veranderingen die in de samenleving plaats vinden onjuist. Wordt er een vakvereniging gesticht, o, dan is dat Communisme. Dus sla er op los. Wil men de poenale sanctie[2] in Deli afschaffen, o, dat brengt Deli te gronde. Men vergeet iets, en dat is: vakverenigingen maken de arbeiders weerbaar; afschaffing der poenale sanctie betekent vrije arbeid voor Deli en dit alles wordt niet zozeer uit een gezond verstand beoordeeld, maar uit vrees dat de winsten geringer worden. Het probleem is ingewikkelder dan velen zich denken. Een politiek met de vuist bereikt hier juist het tegendeel van wat men ermee beoogt. De pers heeft nog te weinig bekwame mensen, dan wel wenselijk was voor zulk een land als dit, met zulke ingewikkelde verhoudingen.

Nu dag, de bus wordt gauw gelicht.

Hok.

EIDA

Gezien!

Eida.

Dag hoor!

We krijgen verse boter door middel van Jaap Kunst – volgende week, een feest!



[1] Tillema, Jan, studeerde Bouwkunde aan TH Delft, was van 1931-1938 Hoofd Bouw-en Woningtoezicht in Leeuwarden.

[2] De poenale sanctie, een onderdeel van de koelie ordonnantie van 1880, hield in dat een planter een koelie onbeperkt straf kon opleggen. Afgeschaft in 1931.

maandag, 29 oktober 2012 10:56

1929-08-04

EIDA

Berlageweg 3   4 aug.’29

Geliefden –

Vandaag voor het eerst ben ik om 4 uur al goed en wel aangekleed – ik zeg “ik” want Hok zit lustig in zijn pyjama, zijn geliefkoosde middagdracht, vanwege de warmte – zijn aanstaande boekenkast te tekenen. Alles in het groot met duidelijke cijfers over hoogte-lengte en breedte aan te geven. Ook de lampen zullen eindelijk een afdoende beurt krijgen, volgens onze afspraak althans. Al 14 dagen geleden heeft Hok het plan ervoor opgevat. Maar morgen zullen we “ermee heen”, vast en zeker. Wap Smit bederft voortdurend zijn ogen met in ons schelle licht te kijken! Zij hebben het zij- aanzicht op ons huis en daar hangen nog geen gordijnen. Die van vóór heb ik nu af en van binnen gezien staan ze inderdaad keurig. Passen prachtig bij de donkere meubels en bij hun lichte bekleding. Ze moeten alleen nog gestreken worden, dan zullen ze beter hangen. Het is jammer dat we nog steeds maar geen glasgordijntjes kunnen vinden. We hebben al van 2 soorten wat gekocht, het eerste komt niet uit de slaapkamer, het tweede zal in de studeerkamer blijven. Het is nl. het laatste koorddik  filetwerk, crème, precies wat we feitelijk hebben wilden, maar het hangt zo geweldig stijf, erg jammer. Vooral vóór, zijn glasgordijntjes wel nodig het blauwgroen vloekt nl. erg tegen de kleur van buiten, zoals ik al schreef, maar gelukkig ziet Hok het niet en Trude vindt het niet zo erg. Anneke heeft het nog niet gezien. Ze is nu in een tijd niet hier geweest, ik geloof een week! Wij komen haast elke dag bij hen om speciaal de nieuwste krant op vendu’s na te slaan. Thijs is in ’t geheel pas 3x hier geweest en toch is het vooral nu erg de moeite waard, [2] al is het dan niet om ons, dan toch om de meubels. Gister kwamen buffet en boekenkast, beeldig schoon beide, zie a.s. kiek. Eén kist boeken heeft zijn inhoud al afgegeven. Wij zien o.a. al “onze” Shakespeartjes zoals Hok ze noemt, een verkleinwoord als liefkozing!, verder de Christuslegenden van Lagerlöf, 2 stuks (als in een bibliotheek!). Maar er is er een voor Houw bij hoor! Verder diverse boeken over Kant c.s. en nog razend veel boeken waaraan ik zeker mijn hele leven te lezen heb. De 8 kisten van Houw zijn nu ook gekomen – je begrijpt de haast met Hok’s studeerkamerkasten! Er komen ook 3 stuks van 2 m.10 hoog en 1.25 m breed. Of het genoeg zal zijn………? Ik word al dikke vrienden met mijn kokki, ze is toch wel lief, ze koopt tegenwoordig de groenten voor nette prijzen. Ik bestel tegenwoordig ook het een en ander voor ze. Gister rijst en tabak. Als ze het zelf kopen schijnen ze nl. erg afgezet te worden door hun lieflijke landgenoten! Volgens Ardjo moest ik tabak “warening” bestellen en wat bleek, het was een pak van Van Nelle met achterop in Engels “warning”. Kostelijk! – Ter ere van Koningin Emma wandelden we vrijdag de Tangkoeban Prahoe op, waarna we nú nog met de meest fantastische sleep- en trekbewegingen ons ene been voor het andere zetten! Om half 5 ging de wekker, pikdonkere nacht, heerlijk fris buiten, boterhammen al gemaakt, veldflessen al gevuld, alles ligt al in de Haute Savoie-se rugzak. Een puntstok van Beckenried[1] staat ernaast in afwachting van wat komen zal. Kijker, kiektoestel, plaatsmeter mochten ook van de partij zijn. De auto hoeft maar 5 minuten te wachten, toch sterk!, om ons te zien aankomen: Hok in kakikleur, poeti’s[2], spijkerschoenen, vilthoed (bij gebrek aan een strooien, die vast de volgende keer komt) [3] ik in mijn winterjas, kraag op, o, zaligheid, witte hoedje – ook spijkerschoenen. De auto heeft alleen een zeildoeken bovenkap –  is verder open. Anneke en Thijs met de boterhammen bezig, wij hónen (als wij niet op tijd kwamen zouden ze niet meer meegaan!!!). De auto snelt voort, vele kilometers, het wordt opeens wat lichter om ons heen, telkens meer; na een 20 minuten komt de zon op. Schitterend! We rijden over Lembang naar Wattis. Vele hoogten op en af en een auto lijkt ons onontbeerlijk! We stijgen af, middenin het oerwoud, een koelie[3] komt eraan gesneld, draagt alles, is tevens gids. Als wij zwijgen is alles stil om ons. Het bos is te dicht om wind door te laten, alles staat onbeweeglijk. Hier en daar horen we wat vogels. We lopen langs smalle paadjes, eerst A. en Th. – dan Hok en ik, dan de gids. Het gaat over boomstammetjes, over stroompjes – voorlopig alles gelijkvloers, niet klimmen – de hemel onzichtbaar door het dichte gebladerte – een pijl naar de Kawah (krater) Domas – we vinden nog een veertje van een wilde kip voor Thijs’ tropenhelm – lopen nog een kwartier en zien rookwolken opstijgen uit een grote hoop stenen waarvan een gedeelte geel gekleurd is, alles zwavel! Al sinds Lembang roken we de zwavellucht. Het water bij de rookwolk borrelt. We branden ons aan het daar stromende water en horen een geluid als van een op vertrek staande stoomtrein. We moeten verder, naar één van de grootste kraters (er zijn  er daar 12), de Kawah Ratoes. Dat wordt een klimpartij van een klein uur, het is warm geworden maar hoe hoger we komen, hoe koeler het windje waait. We klimmen nu een eindje tegen de rotswand op, waar veel verkoolde bomen. Deze kunnen [4] nl. geen zwaveldampen verdragen. Ik klim het slechtst, mijn hart heeft nl. in tijden niet zoveel te lijden gehad, maar Hok is voortdurende helper. Anneke en Th. roepen ons al moed toe van een hoog punt en opeens staan we voor de krater, we zien een kuil waar om heen het een uur lopen is! Hok en Thijs gooien met volle kracht stenen naar de overkant die niet ver van ons onze steile kant neervallen, zo wijd is de krater. We nuttigen onze maaltijd en gaan er om heen wandelen. Wel een uur lang voortdurend steil klimmen. Wat mij betreft mocht de tocht toen afgelopen zijn! Maar ziet: nu nog 3 uren langzaam en snel dalen, steeds weer door bos, eindelijk door grasland en daar staat een auto die ons terugbrengt. De schoenen uit en het bed en de maaltijd verfrissen ons. Het is nu 3 uur en een vaste slaap haalt ons tot om half 6 we gewekt worden door het komen van ons buffet en boekenkast!! Nog zijn onze kuiten, dijen en wreven stijf en toch willen we nog wel eens zo’n gezonde wandeling. – Jaap Kunst was vanmorgen hier alleen met Jaapje heel aardig. Hok mag hem graag, ik ook, maar toch niet zo als in Holland. Hij heeft nu kans voor een regeringsopdracht, wij zijn in spanning of niet de concurrent Brandts Buys er nog tussen zal komen. Vanmorgen tevens visite van Hok’s neefje Tjoen, een kleinzoon van “de” Tante, zijn vriendje deed het woord. Hij was te verlegen om zelfs op vragen te antwoorden en zat met gebogen hoofd! – De meubels die we hebben, zijn nu betaald ƒ 397.65! + het bed en 3 kasten, we komen vast over de ƒ 1000.- , maar alles is dan ook een vreugde voor het oog! Tante Lous krijgt het stoffelijke wat haar toekomt. Vaarwel geliefden. Eida

[Randje pag. 4]

HOK

Nu nog de meubels voor onze studeerkamer, maar ze moeten nog getekend worden. Dag, Hok

Woudstra was een leraar van me op de K.W.III school te Batavia.



[1] Beckenried: wintersportplaats in Zwitserland

[2] Poeti’s: kakikleurige beenzwachtel, bescherming tegen insekten.

[3] Koelie: inheemse drager.

maandag, 29 oktober 2012 10:54

1929-07-29 / 07-30

EIDA

29 juli ’29, Berlageweg 3

Lieve schatten –

Vanmorgen ben ik alweer druk in de weer. Ik zal ook alles maar eens precies beschrijven. De wekker staat op half 7 en loopt ook inderdaad op tijd af. Met veel moeite doen we een minuut of 10 later onze ogen “op een kier” (ik) of “helemaal” (Hok) open, om voor Ardjo op zijn deur te kloppen en de deur van de eetkamer naar de achterkamer te ontsluiten, opdat hij de tafel kan dekken. Als Hok na deze gang ontdekt dat het nog vroeg is, d.w.z. ongeveer 10 na half 7, dan kruipt hij er nog even in, welk “even”, wel eens, zoals vanmorgen tot 7 uur kan duren, voordat we elkaar ertoe bewogen hebben eruit te komen. Je ziet, we zijn nog steeds niet geacclimatiseerd, we gaan toch om 10 uur naar bed, maar dat schijnt nog niet vroeg genoeg te zijn. Hok wast zich altijd eerst en als ik erg wakker ben dan ga ik me in de logeerkamer wassen, zodat we dan gelijk klaar zijn. Dit gebeurt het meeste. Als ik me er niet toe heb kunnen bewegen, schiet ik in mijn kimono om zó met Hok te ontbijten. Meestal snij ik dan brood, soms doet Hok het zelf. Dan schenk ik hem thee in uit de beeldige theepot met de gouden rand en het mooie model, in de dito kopjes. Daarna maak ik 2 boterhammen voor hem met wat “lekkers” voor de lange rek mee te nemen (vanmorgen met zure zult – ik bedenk me dol op telkens nieuwe dingen bij de boterham en nieuwe menu’s, want je weet m’n echtgenoot houdt zeer van afwisseling – we hebben nu ’s morgens jam, ontbijtkoek, kaas, chocolade muisjes van Droste, zalig maar duur! en dan voor ’s avonds komt straks (een nette hoeveelheid, vind je niet!) Terwijl Hok ± 4 boterhammen verslindt, als er tijd is, d.w.z. vóór 5 voor half 8, dan ook nog een vrucht. Ons boterhampapier is dat- [2] gene waarin elk broodje van Bogerijen verpakt wordt. Hok’s werkvoorraad is dan 2 boterhammen, 1 pisang, 1 djeroek (mandarijntje). Ardjo heeft de garage al opengezet en Hok haalt zijn “school”tas en verdwijnt na een belangrijk afscheid (!) in de garage, gekleed (slaat op Hok) als de zon schijnt, hetgeen tot nu toe bijna elke dag, in een wit pak, bij regenweer, als vandaag in een witte broek en grijze jas, hetgeen hier ook als visitepak zelfs kan gelden. Hok uit het zicht, soms door mij nagewuifd – ga ik zelf ontbijten, als ik tenminste al aangekleed ben, anders ga ik me eerst in een jurk steken, vandaag de groene katoenen (die zeer in mijn smaak valt door zijn absolute ondoorzichtigheid en dus onderjurkoverbodigheid (net woord hè!). “Over al mijn kledingstukken en hoe ze bevallen” een later hoofdstuk! Eerst zet ik nog de achterdeur van onze slaapkamer naar de achtergalerij open zodat kokki kan zien dat we daar klaar zijn en ze kan beginnen met ons bed. Hoe ze dat precies doet, heb ik daardoor nog niet kunnen zien, maar ik heb idee dat ze niet altijd of nooit de lakens er helemaal afhaalt. Ik ontbijt langdurig … ondertussen komt de slager; bestellen voor morgen, Hok is dol op lekkere dingen, dus al gehad: kalfshersenen, milt e.d. Dan de beide langganan boekjes invullen, eerlijk verdelen, bij ieder wat bestellen; en kijken wie het het goedkoopste levert; –  dan mijn kas optellen – komt vaak (vanmorgen niet!) uit – dan komen vele mannetjes, soms ook geen een als ik ze erg nodig heb!, met pisang en groenten, maar meestal hebben we genoeg groente in huis want kokki koopt soms voor 3 dagen te gelijk. Dan belt vaak Anneke op om me als kookboek te gebruiken – Hok heeft al gezegd dat ze me moet betalen aan de telefoon want ze spaart een kookboek uit! –

30 juli ’s morgens 11 u. 45. Daarnet vingerkom kleedjes voor Mevrouw van Gilse (11 aug. jarig!) naar de post gebracht – bij Anneke aangeweest, gister de “kopergroene” bruid, naar we ont- [3] dekten na het lezen van je brief, Maatje. We genieten met Emma mee in Groningen, welk feest overigens alweer haast door het 28 aug. feest aldaar zal opgevolgd zijn, als deze in Papaverhof arriveert. Maar nu verder met de dag. Kokki koopt  2 x 3 maal per week ’s morgens al heel vroeg, ± 7 uur, groenten in de warong (een winkel van alles op ± 15 minuten afstand, van welk “uitje” ze genoeglijk een uurtje of anderhalf weet te maken, hetgeen me al niet eens meer hindert. Het is hier een vrijgevochten bende, 2x ’s morgens gaan Ardjo + kokki + de dochter van Anneke’s kokki, die hier ook woont wat eten en uitrusten, ze kunnen ook niet van half 7 tot 1 werken. Maar vanmiddag geef ik haar toch wat kapotte sokken van Hok, van Trude gehoord dat ze het ook doet! – Dan ga ik soms even naar Trude als ik b.v. kleingeld moet hebben of als er een “kant-Chinees” is, [HOK hoe vindt u deze samentrekking, wat hier zelfs in mijn bijzijn, gelukkig niet vaak – gebezigd wordt! Men spreekt van babi- (=varken), bami- (u welk bekend), etc.-Chinees en dit klinkt dus de Europeaan helemaal niet raar in de oren! Stelt u voor, dat ik sprak van de fietsen-Hollander, de boeken- dito. Wat zouden ze vreemd opkijken] zoals dat hier heet, om te zien of hij wat moois heeft, of ze komt bij mij om gelijke redenen. Om niets gaan we nog niet over het muurtje, moet ook niet! Dan naai ik, zoals ik nu de gordijnen moest doen, als het geen mailtijd[1] was!, nadat Ardjo eerst de machine gehaald heeft en helemaal voor me heeft klaargemaakt, zodat ik alleen mijn knie maar opzij hoef te doen om een begin te maken. De groene indanthren[2] gordijnen vloeken geweldig tegen onze groen geverfde buitenkant – blauwgroen tegen hel bladergroen! Maar gelukkig is alles van binnen bruin dus dat staat goed – onderwijl doet Ardjo de eetkamer, gister liet ik hem de piano boenen, was wat hard van de zeelucht, maar toch maar ± 2 tonen ontstemd. Dan zeg ik kokki het menu en geef haar alles uit de goedang (wat je wel van Anneke weet), wat ze nodig heeft. Ze is nogal royaal met boter en vet en vraagt altijd wat meer als ik geef, maar dat komt ons toch ten goede. Menu bedenken valt me erg [4] mee – Bijna elke dag leer ik haar wat nieuws, wat ze gretig aanvaardt. Toetjes zijn moeilijk omdat er persé geen melksmaak aan mag zijn, je weet Hok’s antipathie! Maar het lukt toch wel. Het is merkwaardig dat het koken me nu niet moeilijk afgaat, het is net of het geleerde nu bezonken is. Hok vindt dat ik erg bof dat ik al mijn kennis voor een waarderende man kan tentoonstellen! Soms ga ik dan boodschappen doen maar het weer naar boven fietsen is ellendig warm, om 10 uur al. Naar beneden is fijn. Ik heb nu een versnelling op mijn fiets van Hok gekregen, waardoor ik vlugger kan trappen als ik wil en lang niet zo zwaar. Meestal drink ik een kopje chocola tegen de honger en eet een pisang. Dan maak ik het toetje of ga eens in de keuken kijken. Dan komt Wap Smit soms een boek lenen, daar hij al zijn eigen uit heeft. En dan eindelijk komt Hok thuis 2 uur 15! De laatste tijd ga ik hem weleens tegemoet, wat hij eigenlijk vindt dat absoluut zo hoort, toppunt! Vanmorgen ging ik even op het Paleontologisch Laboratorium aan als blijk van belangstelling. Hok leest dan de hele morgen om zich in te werken. Vanmiddag gaan we bij zijn collega Dr. Ir. Nash op visite. Het is een oude Delftse goede kennis van Hok. Ik ben benieuwd naar dit eerste officiële collega bezoek. Als ze maar niet te gauw terugkomen, want de gordijnen hangen nog niet. Overgordijnen komen in de voorkamer aan 3 wanden, alleen de muur voor de boekenkast is er vrij van. De beeldige gebeitste houten gordijnstangen hangen al met smart te wachten. – Dan eten we – Hok speelt piano – slapen – uit meestal verleden week naar Groeneveld Meyer erg gezellig – weer eten – lezen – slapen. Stop – dag – mijn gordijnen wachten!

Eida. [5]

HOK

Van huis, den 30sten juli ‘29

G. Veel tijd om te schrijven heb ik momenteel niet; straks moeten we op visite, de eerste van de grote serie die we brengen moeten aan diverse hoofden van dienst en diverse getrouwde collega’s en verdere gewone burgers. Ik zal daarom alleen over hoofdzaken praten. De lijst van de te brengen bezoeken telt ± 20 nummers: de leerschool na verloving en bij afscheid van Holland in dezen doorgemaakt, zal nu haar vruchten afwerpen. We beginnen met een oudere studiegenoot uit Delft Dr.Ir. Nash die ik heel goed ken. Deze is thuis in alle kliekjes van Bandoeng, in alle eigen-aardigheden van de echtgenotes der resp. superieuren… en het parool dat hij me meegaf is: praat niet teveel over de toestanden bij de dienst, want het wordt verder verteld met meer of minder grote toevoegingen…men doet zulks graag want de dames vervelen zich!! Wat geen wonder is, wanneer men zoveel bedienden heeft, en denkt dat handenarbeid, dat het doen van werk dat aan de bedienden overgelaten kan worden, zoals koffers dragen, fiets binnenzetten, fiets oppompen etc. beneden zijn waardigheid is. Ik moet toegeven dat de bedienden hier erop getraind zijn, de “toean” = heer of de “nonja” = mevrouw, alles uit de handen te nemen, maar ik kan er me niet aan wennen nog.

Het huis is al wat meer gevuld, de lekkere fauteuils zijn er al, verder de gordijnstangen in dezelfde kleur als de overige meubels en de knoppen die in stijl gehouden zijn. Nu moeten we nog maar het ameublement voor mijn studeerkamer hebben en lampenkappen. De gordijnen zijn in de maak. Eida zegt dat ik het getroffen heb met haar en ik beweer het omgekeerde. Zij is een prima huisvrouw, die weet wat haar man toekomst, wanneer hij puffend en transpirerend, ’s mid- [6] dags om 2 u.15 thuiskomt. Het eerste wat de bezoeker – om in de trant te schrijven van Bosboom-Toussaint of Halia van Emden – opvalt bij het binnentreden van ons huis tegen dat late middaguur, is de welvoorziene en keurig gerangschikte tafel. Het kristal dat bij de geringste aanraking een helder geluid geeft, het zilver waarin de bezoeker zich zou kunnen spiegelen en de bloemen vormen een prachtig geheel. Wie geen belangstelling heeft voor de spijzen die binnengebracht worden, zou zich kunnen vergenoegen aan de aanblik van dat prachtig geheel. Ik zou ik niet meer zijn wanneer ik alleen oog had voor kristal en zilver, want wat opgediend wordt is werkelijk des lekkerbeks. We eten een hybride keuken, de lekkerste Europese spijzen gecombineerd met de dito Indische. Veel groenten, en matige hoeveelheid vlees. In het begin van deze brief schreef ik dat ik me tot hoofdzaken zou beperken: u vindt mij zeker zeer materialistisch, Eida noemt me een gastronoom, maar een ieder moet toch toegeven dat in het leven van elk mens het eten een grote rol speelt. Maar kortom en dat is de moraal van dit verhaal: ik moet hetgeen ik de vorige week schreef over de verwachtingen die gekoesterd zouden kunnen worden omtrent zekere weddenschappen, intrekken; 10 kilo bijkomen is voor dit huis geen grote moeite!

Wat in uw brief stond over opvoeding van kinderen waarover Anneke en Thijs blijkbaar hard over nadenken, kan ik geheel onderstrepen. Er is geen algemene oplossing te geven, en eveneens is naar mijn mening de verhouding tussen ouders onderling en ouders en kinderen anderzijds doorslaggevend of de kinderen ongerept zullen blijven ondanks de ongunstige invloeden. Het is m.i. hier in Indië in dit opzicht hetzelfde als in Holland. Ook daar zijn ongunstige invloeden genoeg te vinden. Waar men ook is zijn er ongunstige invloeden immers. De vraag is alleen of het kind daartegen gewapend is en deze bewapening kan niemand beter geven dan de ouders. En m.i. is van primair belang dat beide ouders de opvoeding van het kind regelen. De volledige ouderlijke liefde weegt op tegen alle andere middelen, waar-

[Randje pag. 6]

bij het kind de steun van hun ouders moet ontberen. Eida en ik zijn daarom ook van mening dat onze eventuele kinderen pas voor hun hogere studie van huis weg moeten.

Dag Hok. [7]

De gordijnen hangen al: dankzij Eida’s naaikunst. Veel moet nog gemaakt worden: de huisinrichting zal ons ruim ƒ 1000.- kosten. Moeder zoudt u voor mij de volgende rekeningen willen betalen, beide per postgiro:

  1. Mart. Nijhoff, Lange Voorhout 9, giro 4165 ƒ 28,50 voor rekening Folio 247d. Wilt u mijn naam voluit aangeven, omdat zeer vele Tan’s klanten van Nijhoff zijn.
  2. Geist Filter & Co., Gr. Waagestr. 1, Bremen. Postcheque no. Hamburg 33756, 6,60 Mk voor rekeningen van 22/7 en 5/7 vermeldt u svp het nummer: Konto nr. 4028 (mijn bestellingen worden onder dit nummer geboekt). Mijn naam eveneens voluit [Randje pag. 7] (Für Ausgleich der Sendungen vom 5. und 22. Juli an den Herrn Dr. Ing. Tan Sin Hok Bandoeng, Konto nr. 4028).
  3. Städtische Sparkasse Bonn, Postcheque nr. Köln 11100, 7 Mk. Schrijft u op de plaats voor mededelingen: Zur Gutschrift für Naturhistorischer Verein, Jahrenbeitrag 1929 des Herrn Dr. Ing. T.S.H. Bandoeng.

Deze bedragen voor Duitsland kunt u ook per giro betalen. U moet zowel op de enveloppe voor de girocentrale – hierboven uw rekeningnummer –, als op alle drie delen van het girobiljet – rechtsboven – schrijven Buitenland. Het bedrag vult u in in Marken (het teken voor gulden op het biljet veranderen in … Mk… Pf.) Het centrale girokantoor rekent het om in guldens. Dit is de goedkoopste wijze om geld naar het buitenland te sturen.

Een maand geleden zonden we u een wissel ad ƒ 100.- . Het is zeker nauwelijks toereikend om ons debet aan te zuiveren. Stuurt u ons svp de afrekening, want anders komen we te veel in de schuld bij de Schepersbank.

Mw Leemans stuurden we deze maand ons verzekeringsbedrag. [8]

Ik snap niet dat Anneke u een boze brief heeft kunnen schrijven over het telegram. We vonden het bij ontvangst vreemd én omdat u toch zoudt weten dat u na Pt Said in weken geen bericht van ons meer zouden krijgen, en omdat het telegram zo oneconomisch was geredigeerd. Reden tot klagen heeft Anneke zeker niet, want wij betaalden dat telegram alleen, en wij deden het met alle plezier – dus verreken niets voor dit telegram – omdat wij onze Gewissensbissens[3] juist kregen, omdat wij u bij aankomst te Priok niet hadden geseind.

Anneke klaagt altijd over te weinig geld; of er werkelijk reden tot klagen is en tot uiterste zuinigheid, kan ik natuurlijk voor hen niet beoordelen. Een ding merkte ik wel op, dat A. en Th. soms over dingen een zwaar hoofd hebben, waarvoor in het geheel nog geen reden bestaat, b.v. kwestie van de opvoeding der kinderen; en ook de vrees voor diefstal. Misschien komt dit laatste omdat Th. alle dag van diefstal e.d. hoort. Toen wij de wandeling van Lembang naar Bandoeng maakten, zeiden zij ons dat zij voor de zekerheid hun geld, hun ringen – zelfs de trouwring hadden thuisgelaten [EIDA uit angst voor struikrovers!]. Ik vond dit wel wat kras. Onze logeerpartij bij hen heeft hun niet veel gekost, omdat wij hun terugbetaald hebben wat ze voor ons uitgaven. –

Eida heeft zich al goed ingeburgerd. De bedienden zijn even gewillig en eerlang zal kokki haar tot haar boezemvriendin rekenen [ EIDA kokki is allerliefst]. Moeilijkheden heeft ze niet veel meer. Maakt u zich hierover s.v.p. niet ongerust. Volgens Marietje ‘t Hoogehuis ziet ze er gezond en fris uit, evenzo ik, dankzij ons zeer gevarieerd menu en menu’s vol verrassingen. Alles gaat hier in ons huis naar wens, behalve mijn hoofdhaar: het schiereilandje dreigt van de winter al geïnundeerd te worden door het voorhoofd: eilacie[4]

Dag Hok.



[1] Mail-tijd: tijdstip waarop je de brieven op de post naar Holland doet.

[2] Indanthren: synthetische verf voor stoffen.

[3] Gewissensbissens = “boontje komt om zijn loontje”

[4] Eilacie = jammer genoeg (Vondel)