EIDA
Maandag 25 nov.’29 - 10.30 uur
Geliefden –
Het is zalig weer met iedereen Hollands te kunnen praten, alleen met de bedienden niet natuurlijk, maar als ik jullie gister geschreven had, had ik gezegd: ik hoor, voel, denk, ben Maleis! Inderdaad, de hele morgen waren Mamma en ik samen, en je weet hoe lang hier de morgens zijn! Maar nee, zo krijg je toch een verkeerde indruk van Mamma’s logeerpartij hier. Ik zal beginnen met te zeggen dat alles zo prettig gegaan is, als we maar konden wensen. Mamma is zeer modern denkend en begreep al Hok’s en mijn ideeën heel best. Ze zei bv. “wij Chinese vrouwen zijn stakkerds, wij mogen niet eens onze eigen man kiezen” [HOK het is mij reusachtig opgevallen hoe wijde blik ze heeft]. Zaterdagavond tot 12 uur hebben Hok en zij zitten praten. Het bleek dat zij het heel naar heeft daar bij Ho, die zich zo bijzonder voelt dat hij zijn vrouw en vooral zijn Moeder de hele dag voor zich laat draven. Ho’s vrouw schijnt pas 21 jaar te zijn nu; ze is op haar 16e getrouwd en Mamma wordt daar nu als kindermeisje gebruikt, en zij is zo goeiig, ze houdt veel van haar kleinkinderen en daarom blijft ze voor ze zorgen. Het zal wel prettig voor haar zijn, als ze bij Houw in huis kan komen, alleen mist ze dan weer haar vrucht- en groentekwekerij, waar ze erg veel aan doet nu, en waarvoor ze een groot terrein heeft. – Ze houdt dol van mopjes en plagen en we hebben vaak gelachen met ons drieën. Hok spreekt z’n oorspronkelijke moedertaal weer zo vlot, als vroeger. [HOK Eida zegt het!] Ik heb ook werkelijk veel geleerd en Hok stond versteld van m’n Maleise conversatie. – Aan de kokki is ze wel heel bevallen. Steeds sprak de kokki van: [2] Njonjah besar (grote of voorname Mevrouw!). Als de Njonjah besar iets wou, dan was het wet en toen ik haar zei op een morgen wat ze voor die dag moest koken, zei ze dat ik maar eerst moest vragen of de Njonjah besar het goed vond. Toppunt, hè! Maar ik heb het me maar laten aanleunen voor die paar dagen, maar voor langer zou dat natuurlijk onmogelijk kunnen. Toen Anneke hier kwam, zei ze ook: ga zitten en wil je wat drinken; en zelfs vroeg ze zaterdagmorgen, toen Lion, je weet wel dat neefje van Hok, hier was, hem te blijven eten. Hok was er zeer vertoornd over, zodat hij direct, thuisgekomen haar zei dat ze dat niet mocht doen, zodat Hok en Mamma beiden aan tafel zwegen, beiden uit ergernis, en Lion is van nature zwijgzaam; aanzie mij tussen dit stel mensen, dan weer de een, dan weer de ander toesprekend om ze los te krijgen maar helaas geen succes! De eerste avond toen Hok was gaan werken, stak Mamma stiekem een sigaretje op om te proberen; en ze vond het net zo lekker als jij Maatje dat ze elke dag een halve oprookte. Ze zou ook wel haar haar af willen knippen, maar vond zich wel wat te oud! – Als ik ’s morgens met haar wandelde vroeg ze alles, net als een kind: wat is dat voor fabriek, als ze pijpen in de verte zag, wat is dat voor huis, ook in de verte, waar gaat dat vliegtuig heen, wat is dit voor gebouw? Vermakelijk en ik zei vaak maar wat om haar tevreden te stellen want elk antwoord vond ze best! En met genoegen vroeg ze 4x hetzelfde! – Maar om met het begin te beginnen, woensdag 20 nov. kwart voor 6 stopte een taxi hier, die ons naar Andir bracht om Mamma te [3] halen en Mamma was zo blij met ons dat ze geen minuut langer bij die Tante wou blijven, maar meteen met ons meeging. We hebben een uurtje omgereden en toen hebben we thuis boterham gegeten d.w.z. ik had eerst rijst met kerrie gemaakt, of laten maken omdat Mamma elke maaltijd rijst eet. Ze vertelde dat ze zo bang was dik te worden (!) en wij zeiden dat rijst juist dik maakte en toen wou ze direct brood! Donderdagmorgen hebben we eerst wat gewandeld, zij was altijd al om ± half 5 op en wandelde dan wat in de tuin of wat verder. Toen heeft ze 2 erg stukke onderbroeken van Hok gemaakt (ze zei tegen Hok dat ik haar zo vriendelijk bij de arm genomen had en dat ze dat al verdacht gevonden had!). Ondertussen converseerden we, ik met het woordenboek voor me, waarover we ook veel pret hadden. Ik was altijd blij als Hok, bij thuiskomst, de conversatie overnam. Mamma en ik waren beiden steeds doodmoe, zij van alles [HOK zij dacht dat het kwam van het klimaat!] bijna herhalen, ik van de voortdurende inspanning van de vreemde taal. Vrijdagmorgen togen Mamma en ik, per deleman naar de pasar, waar ik ellendig werd van de stank van de vis en andere reukjes en pas weer bijkwam in de vruchtenstalletjes. Mamma kocht veel, alles waar Hok vroeger zo van hield en thuisgekomen maakte ze het zelf klaar en onderwees kokki wat deze ook leuk vond. Mamma kon beter met haar dan met mij praten! – Vrijdagmiddag zijn we samen gaan tennissen, Hok wou zich dat niet laten ontnemen en Mamma wandelde in haar eentje. Donderdag zijn Mamma en ik ook nog samen naar de oogarts geweest omdat Mamma’s bril niet goed was, Hok vond het maar prettiger als ik met haar ging, [4] dat was ook beter. Zaterdagmorgen kwam Anneke me helpen converseren en toen kwam ook Lion en ’s middags, of liever ’s avonds, 6.45 uur gingen we naar de bioscoop van de “Stadstuin” waarvan we lid hebben moeten worden om te kunnen blijven tennissen. We mochten daar nu gratis in. Het was helaas juist een “dramma” en Hok en ik verveelden ons geweldig, later bleek dat Mamma ook liever naar huis was gegaan. Ze zei: “wat heb ik aan die verliefde mensen, ik kan beter thuis slapen” en toen “wat heb je ervoor betaald?”. Hok: niets. “O, gelukkig dat zou maar verlies geweest zijn!! Zondagmorgen kwam Lion met de auto van zijn Moeder om te zeggen dat Mamma mee kon rijden. Dit is die auto die gekocht is van de nalatenschap van Hok’s Oom, wiens geld, naar hun zeggen, op is, zodat Houw en Hok niets krijgen!! – Het is Mamma hier ook erg goed bevallen, en in die volte komend uit de bioscoop, greep ze me zo stevig vast dat we de hele tuin door hand-in-hand stapten en ieder met verbazing vervulden over de combinatie van het “stel”! – Trude kwam me net vertellen dat ze me bewonderd had; maar het viel erg mee, ik droom nu zelfs in het Maleis! – Ondertussen is onze derde jongen gearriveerd, genaamd Tanóm, no 2 is woensdagavond verdwenen, en de kokki was zodanig opgelucht dat ze in een woordenvloed van haat over Mardjo is uitgebarsten. Hij speelde ’s nachts blijkbaar kaart, vandaar zijn slaap overdag, ik ben dolblij dat hij weg is, hij vond het hier zelf te ver van zijn huis en vroeg ontslag. Deze jongen is een vriend van die van Trude dus een gezellig zaakje hier, zijn vriend en zijn schoonmama! “Driemaal is scheepsrecht”, dus ik hoop dat dit de “blijvende”, “permanente” is!
Dag Eida
[5] Dinsdagmorgen 26 nov. – Nog vergat ik je te vragen Maatje of je nog eens voor ons naar de Bijenkorf zoudt willen gaan om te zien of van ons ontbijt- en theeserviesje er nog wat is bij te krijgen. Ex-onze-slaperige Mardjo heeft ons mooie suikerpotje gebroken en zijn voorganger de broodschaal, die nu gelijmd nog in gebruik is, bovendien nog een schoteltje van een theekopje. Het is dat mooie serviesje met gouden rand, herinner je het nog goed? [HOK servies no. 6147 van Fabriek Pikken Hammer. Czechoslovakia: suikerpot van ontbijtservies, broodbak, 1 schoteltje van theekop]. Dolgraag zouden we vooral het suikerpotje willen hebben, want een ander servies erbij is zo lelijk. – Onze nieuwe Tanom heeft geen gevoel voor “esthetisch juist”. Op tafel zet hij alles kriskras door elkaar en gister heeft hij me diep ongelukkig gemaakt door de soeplepel te verbuigen. Hok heeft deze ramp gelukkig weer hersteld, maar verder is hij dunkt me wel voorzichtig. – Een van Hok’s collega’s heeft 9 jongens afgewerkt en toch “de” goeie gekregen, maar misschien zijn wij nu al klaar. Hij is wel dol op schoonmaken en dat doet hij ook erg goed en hij werkt ook veel in de tuin en luilakt niet, dat is wel fijn. – Gisteravond weer fijn getennist en door een Fordje van de familie Stoll, de neef van Juffrouw Stoll, thuisgebracht. Vanavond Sinterklaas inkopen doen met ons beiden. – Morgen Heer en Mevrouw Oppenoort op visite, hoofd van de Java-kartering of zoiets, donderdag Heer en Mevr. Tjen hier, de Chinese wethouder – vrijdag tennissen – zaterdag de oorspronkelijke visite afgezegd voor Sinterklaas. Wat is het al gauw, ik moet nodig beginnen. Dag. –
[6] Op 22 december te lezen.
Lieve Maatje – ik heb gezien dat deze brief even vóór je verjaardag aan zal komen, onze geliefde Chr. Huygens zal hem zeker vroegtijdig afleveren. – Wij hopen dat je een blijde dag zult hebben en dat weer 22 dec. de drukste dag van het jaar zal zijn zoals het altijd geweest is en dat je op die dag vele belangstellende gezichten zult zien en naar hartelust kunt vertellen van “hen in de verte” en je glinster oogjes vriendelijk kunt richten naar “hen-vlakbij”. We hopen dat je ons nog lang zulke humoristische, korte –krachtige en lange brieven met veel inhoud zult schrijven en dat jullie het met je drieën nog lang zo prettig zult mogen hebben. We hopen nog veel meer, ja alles maar niet alles kan in woorden beschreven worden. Moge je zilveren broche op je zilveren borst prijken en mijn tweelinghangertje[1] je lieve coeurtje beschermen en een lekker geurtje van de schone zakdoek afstromen en de mooiste japon zich om je leden sluiten. Dit alles wensen wij. Moge je nog vaak het teken geven dat het Voorjaar met de lengende dagen in aantocht is. Mogen Vader en Emma jou deze dag 3 maal zoveel zoentjes geven als ze van plan waren, ieder 2 personen in de verte vertegenwoordigend.
Dag lieve schat, een heel dikke extra verjaarskus van Eida en Hok.
HOK
Op deze dag zullen we uw portret, dat in een gouden lijstje is gezet, speciaal oppoetsen en er wat zonnebloemen voor zetten, die we hopen, dan reeds te kunnen plukken. Wat een idee hè, midden in de winter over bloeiende zonnebloemen te lezen. Ik zal verder Eida ordonneren, een lekkere hors d’oeuvre te maken, van schelpenragout met tomatengarnering, [7] ik hoop dat zij gehoorzaam is. Met m’n Moeder heeft zij gelukkig best kunnen opschieten, ofschoon natuurlijk bij eventueel langer verblijf het niet gemakkelijk zal zijn, omdat het hier bij oosterlingen nu eenmaal mos is, dat de schoonmoeder de heerseres is in huis. Ik heb er direct een stokje voor gestoken. Mijn Moeder heeft het bij mijn oudste broer lang niet plezierig; zowel door het karakter van die broer als doordat een schoonmoeder nu eenmaal niet in het huis van de schoondochter moet wonen. Zelf zou ze indien er geld was, graag alleen willen wonen, dat ziet ze zelf in, of momenteel bij Houw; zij acht het haar plicht om haar ongetrouwde kind te verzorgen. Ik geloof dat dat de beste oplossing is, maar Houw moet eerst een vastere betrekking hebben. Mijn oudste broer is werkelijk een hopeloze vent. Zeer met zichzelf ingenomen, zeer eigenwijs en bazig, dit laatste door de opvoeding waarschijnlijk. Hij weet niet wat orde en gezelligheid is, etc. etc. Conclusie zie boven. Hij vindt dat het bij onze stand past een auto te hebben, of wij nu ook zeggen dat wij zo’n ding niet kunnen betalen; telkens en telkens heeft hij het erover, zelfs heeft hij al eens een Forddealer naar ons toegestuurd. Ik luister dan ook maar weinig naar zijn gesprekken.
Vandaag wat Sint Nicolaas boodschappen gedaan. Een lekkerswinkel bezocht, de welbekende “Bogerijen”, waar zij een zg. Sint Nicolaas tafel hebben met allerlei chocolade voorwerpen; er is niet veel keus en het kost niet weinig. Daar toen blijven zitten, omdat er een wolkbreukje was – dat zijn hier de meeste regens. Al heb je nog zo’n goede jas aan, nat word je toch, want het water valt uit de hemel alsof er emmers worden leeggegooid. We mogen ons met St.Nicolaas wel haasten, want veel tijd is er niet meer.
Twee zaadjes van de zonnebloemen zijn opgekomen, ze groeien haast zienderogen; ongeveer 2-3 cm per dag. Nu zijn ze al 30 cm hoog. Gelukkig maar dat er van dat meegenomen zaad er twee nog kiemkrachtig zijn. De viooltjes doen het niet. Eida zegt met recht: [8] “Hier heb ik viooltjes gezaaid”. Er is absoluut niets te zien meer. – De bedienden zijn nu gelukkig goed. De kokki is haar gewicht in goud waard. De huisjongen is ijverig maar niet ordelijk. Als we niet oppassen raakt het huis hier nog wanordelijker. Het is nu toch al zo’n geweldig moeilijk probleem om het blad van de schrijftafel vrij te houden, of de boeken netjes op een rijtje te laten staan. En als de stoelen dan ook geen vaste plaatsen hebben, dan wordt het helemaal erg. We doen nu alle moeite om netjes onze bullen te rangschikken om een goed voorbeeld aan hem te kunnen geven. Gemakkelijk is het niet.
Dag, een gezellige verjaardag toegewenst nogmaals.
Hok.
[1] Eida’s tweelinghangertje ging verloren tijdens de Japanse oorlog. Zij erfde Moeder’s exemplaar in 1965.