HOK
Bd. 6 aug.’29
G. Nu wij niet naar de vendu van heden avond gaan – te ver en vermoedelijk niets naar onze gading – kan ik u wat meer schrijven dan de korte gevlekte krabbel op één van de pagina’s van Eida’s brief. Nog zijn we niet ingericht: geen plant hangt er aan de muur nog [EIDA tot A. en Th.’s ergernis]; de studeerkamer is nog leeg en we missen minstens nog één hang-legkast. Zodra alles is zoals het moet zijn, zullen we ons huis vereeuwigen. De schrijftafel is gedeeltelijk al in tekening gebracht; de boekenkast is klaar op papier. De meubelmaker, of zoals ze het hier zeggen, de meubelchinees beloofde me, op al deze nieuw te bestellen meubels belangrijke korting, omdat ik hem de tekeningen voor al de meubels cadeau geef. Hij vindt deze moderne stijl mooier dan zijn Queen Anne. – U moet zich daar in de verte niet ongerust maken over de enkele pestgevallen die hier onlangs voorgekomen zijn. De buurt waar ze voorkwamen is zeer ver van ons. Besmetting heeft plaats door luizen, die de lichamen waarop ze oorspronkelijk leefden pas verlaten wanneer het dood is. Zolang het lichaam, waarop die luizen weiden, leeft zolang verlaten zij het niet. Verder bestaat er een strenge isolatie van de bewoners van besmette huizen. Vader’s opmerking over hygiënische voorschriften zijn absoluut juist. Er wordt hier heel veel gezondigd tegen hygiëne vooral door het niet-Europ. gedeelte der bevolking. Ook de Europeanen doen niet altijd zoals het hoort. Tillema[1] heeft zo’n hoop goeds gedaan in dit opzicht. Ik las net een brochure van hem over “wonen en bewoners” in Indië. Tillema is iemand die onze hoogste achting verdient.
Ik kan hier nog altijd niet wennen aan het dagblad van Bandoeng: het A.I.D. Daarnaast lees ik de mail editie van de R’dammer. Wat een verschil in degelijkheid. Het is een genoegen om de R’dammer te lezen. Dat geeft tenminste artikelen uit deskundige pen gevloeid. Merkwaardig is het verschil in toon waarin de artikelen over Indische politiek geschreven zijn. Hier propageert [2] het A.I.D. de politiek van de vuist. In de R’dammer schrijft de stercorrespondent over Indië. Bijzonder goed. Fijne psychologische analyses van de nationalistische leiders en van de toestand in het algemeen. Het koloniale probleem ligt niet in de inheemsen alleen, maar ligt voor een niet gering deel ook in de Europeanen. Hoe reageren die op de bewegingen in de inheemse samenleving? Met een vuistpolitiek bereikt men niets tegen een ontwakend nationalisme. Velen miskennen en willen dat nationalisme zelfs niet eens zien. De Javaan is te dom om iets te weten, te slap om iets goed te kunnen doen, is de leuze diergenen. Zij beoordelen ook de veranderingen die in de samenleving plaats vinden onjuist. Wordt er een vakvereniging gesticht, o, dan is dat Communisme. Dus sla er op los. Wil men de poenale sanctie[2] in Deli afschaffen, o, dat brengt Deli te gronde. Men vergeet iets, en dat is: vakverenigingen maken de arbeiders weerbaar; afschaffing der poenale sanctie betekent vrije arbeid voor Deli en dit alles wordt niet zozeer uit een gezond verstand beoordeeld, maar uit vrees dat de winsten geringer worden. Het probleem is ingewikkelder dan velen zich denken. Een politiek met de vuist bereikt hier juist het tegendeel van wat men ermee beoogt. De pers heeft nog te weinig bekwame mensen, dan wel wenselijk was voor zulk een land als dit, met zulke ingewikkelde verhoudingen.
Nu dag, de bus wordt gauw gelicht.
Hok.
EIDA
Gezien!
Eida.
Dag hoor!
We krijgen verse boter door middel van Jaap Kunst – volgende week, een feest!