EIDA
14-4-‘39
Lieverdjes –
De woensdag ging voorbij zonder dat ik kon schrijven – Vanavond animeerde ik Julie uit eten te gaan bij vrienden, waar ze toch heen moest. Maar nu is Jo Waal gekomen – ze zit hier met Hok te kletsen maar ik heb de pen intussen opgenomen met een blik op jullie portretten – Julie Chavannes en Beatrijs logeren hier sinds 3 dagen. Het is echt genoeglijk om weer zo’n oude vriendin bij je te hebben. Beatrijs kan het goed vinden met de kinderen. Ze baden gedrieën in de tuin en maken ook ruzie – Vanmorgen waren we met 5 kinderen in de dierentuin – ik ben echt moe van hen en van het geklets. Julie is aardig maar vermoeiend. Gister zaten we de hele morgen in het Jubileumpark, direct na thuiskomst moest ik nog enige rollen tikken voor het toneelstuk van de Vrouwenbelangen – ik doe maar zelf niet mee – ik zie tegen al die repetities op – ik heb er erg veel moeite mee gehad 14 mensen bij elkaar te zoeken. Het is me ook aardig mislukt door 3 heren die opeens toch niet wilden. De vrouwen bleken in die dingen degelijker er bleef er maar één weg. Ik zit echt over die avond in. Morgen moet er al een advertentie geplaatst worden in het Huisvrouwenblad – we moeten kaarten laten drukken, allemaal dingen waar ik nog geen ervaring in heb – we moeten winkels bezoeken voor advertenties in ons programma. – Hok gaat dinsdag nu heus de Australische ontmoeten in Batavia. Ze gaan samen naar Palembang. Hok wil maar 2 dagen wegblijven. – Op Goede Vrijdag ging Hok naar kantoor. De kinderen en ik naar Tjioemboeloeit en daar wandelden we gezellig met Jan en Tine en hun gastvrouw. Opeens reed ons een auto achterop en daar stapten Julie en Wil Chavannes uit, erg enig. Zijn moeder is net gestorven de dag dat ze naar Bandoeng gingen. Je herinnert je haar wel. Ze kwamen nog even aan de trein toen wij weggingen – Hok en Wil gingen samen naar de Loge vrijdagavond, op een grote bijeenkomst van afgevaardigden van heel Java. De Schüllers waren er ook. De volgende avond hadden ze een groot diner met al die mensen. Ik ging die avond met 7 anderen bridgen (!) en later dansen in Homann. Ik heb me zo geweldig geamuseerd – ik genoot er echt van weer eens in een groot gezelschap van mannen en vrouwen uit te zijn. – Ik ontmoette daar opeens Jan Schüller die me meenam naar Therus – het was enig om hem weer te zien na een scheiding van ± 15 jaar! Ik verbaasde me er alleen over dat hij zo klein was. Wij zagen vroeger tegen hem op! We hadden direct contact en ik ging pas na een hele tijd weer naar mijn tafeltje terug en zocht op die manier de Schüllers nog een paar maal op. Rienie [2] ontmoette ik ook voor het eerst – ze beviel me ook goed al kan ik me indenken dat Annie haar te braaf vindt. Ze is een beetje een “vijg” ! Ik kreeg sterk de indruk dat dat Annie prikkelde tot het andere uiterste, ze was enorm opgewonden en dwaas – ik heb geprobeerd Annie voor hen van haar beste kant te belichten – ik hoop met succes. – Ik kom hoe langer hoe meer tot de conclusie dat de mensen elkaar veel kwaad doen met onnodige afbrekende kritiek. Voor zichzelf heeft een mens altijd duizenden excuses maar een ander wordt alles aangerekend – en waarvoor zichzelf op een dergelijk standpunt stellen – ik word er diep weemoedig van. Julie doet het ook zo sterk, ze weet van iedereen vreselijke dingen: wat heb je eraan – het brengt je niet omhoog, het haalt een ander alleen maar naar beneden voor de ogen van een derde. Dit is tenslotte niet de ware kritiek, die opbouwend moet zijn en begrijpend. Je zou iedereen Kojc in de handen willen duwen – het is zo eenvoudig, maar toch voor iedereen dunkt me, begrijpelijk. – Bij ons gezelschap zaterdagavond was er ook een jonge Mr, die gelijk met mij was aangekomen – we hadden veel gemeenschappelijke kennissen en boomden genoeglijk bij een glaasje ajer djeroek zittend op een bar-kruk! Van puur enthousiasme ben ik zo’n avond zo vrolijk en jolig dat ik geen alcohol nodig heb! Ik kwam heel laat thuis, Hok heeft zitten werken zo lang, de stakkerd – maar enfin, zo hadden we ieder die avond wat we prettig vonden. – Zondag kwam Hok met zijn werk klaar en maandagmorgen gingen we Paaseieren zoeken in het Jubileumpark – ik had [3] hardgekookte eieren in 3 kleuren geverfd en we hadden ook chocolade eitjes. Hok had ze allemaal verstopt en vertelde dat hij de Paashaas net had zien weglopen. – Later bedierf Beatrijs het verhaal door te vertellen “nee, je Moeder verstopt de eitjes”. Axel wist niet goed wat hij moest geloven. Maandag kwamen Jan en Tine nog even langs – afscheid nemen, ik moest voor Tine nog schoenen ruilen – en zijn we over 2 dagen 10 jaar getrouwd, merkwaardig lang, onbegrijpelijk. We vertelden het aan niemand – alleen Julie weet het, waarvoor ook – Zoiets is gezellig met familie te vieren, maar anders is het beter onder elkaar. – Gisteravond hoorden we Stefan Askenase weer – Hok en ik genoten het meest van Beethoven en van de aller modernsten als Badings e.d. – Fijn dat Anneke zo’n aardig meisje heeft gevonden om mee te nemen. Maak je een contract met haar [4] of hoe gaat dat? En Anneke ook moderne krullen, wat enig – Em schreef me waarom zij m’n revue niet kreeg – stuur jullie hem haar als je ‘m uit hebt – ik heb maar één exemplaar. Grappig dat Tante Masje het gedicht meenam – ik vond het zelf ook een geslaagd vers. Misschien kan ik het op onze propaganda-avond in mei nog eens gebruiken. Morgen is ’t Anneke’s verlovingsdag – gelukgewenst, ook alweer 11 jaar geleden. –
Dag lieverdjes, wees dierbaar omhelsd door
Eida. [5]
HOK
G. Sinds enige dagen logeert Julie Chavannes bij ons. Erg prettig, zij is één van onze vroegere goede vrienden; we woonden beiden aan de Van Ruysdaelweg. Aanstaande dinsdag vlieg ik naar Palembang met de Australische vakgenote. Het is eigenlijk wat overbodig, maar omdat we het nu eenmaal beloofd hebben, moet het gebeuren. Ik blijf er zo kort mogelijk, misschien vlieg ik de volgende middag weer terug. Palembang is een erg onplezierige warme plaats. Vooral in onze kenteringtijd. – Mijn artikel is gelukkig klaar. Een hele opluchting. Maar nu heb ik van Californië een verzoek gekregen om een bijdrage voor een Congres. Ik kan, gezien de wijze waarop zij proberen mij voor dat congres te interesseren, me er moeilijk aan onttrekken. Ik zal eraan moeten geloven. –
Dag Hok.