1930-02-11

HOK

11/2’30

G. Wat fijn voor Emma dat ze weer thuis is. “Voor wat hoort wat”, geldt blijkbaar ook bij het afstaan van zo’n onooglijk stukje darm tenminste gezien de balen bonbons. – Ons Veendammertje hebben we u enige weken geleden per aangetekende brief opgestuurd, de opbrengst zal net voldoende zijn om onze lopende schulden te vereffenen. De rest – mocht er wat van overblijven – is dan voor de vele nog te vereffenen rekeningen in de naaste en verdere toekomst. Anneke en Th. zullen we de volgende maand het geld geven. Het spijt ons om te moeten constateren dat onze schatbewaarster zich te vroeg gedechargeerd heeft. Ze stelt zich toch wel herkiesbaar nog? Belastingen en pensioencontributies – daar zijn we blijkbaar nog te jong voor. Van  beide nog geen last, ’t zal nog wel komen.

Vandaag deelde Anneke Eida mede, dat het pakje voor Holland verzonden is, zodat wij er niets bij ingepakt hebben. We sturen u per drukwerk een stukje van de stercorrespondent over de Chinezen in Indië. Ik vind het goed geschreven. In dezelfde geest – maar vollediger – werd door Bruineman over de Chinezen geschreven in het verzamelwerk Neerlands Indië – een zeer lezenswaardig populair bedoeld werk, uitgegeven door Prof. Stibbe. Het is alleen wat duur. Hier kosten de 2 delen ƒ 25.-

Economisch hebben de Chin. dezelfde belangen als de Europeanen hier: zij zijn de werkgevers. Hun staatkundige positie is echter nog een aan de Europeanen minderwaardige. Er zijn plannen voor een volledige gelijkstelling, maar deze zal wel nog enige jaren, op zich doen wachten, omdat de reorganisatie van de rechterlijke macht veel geld kosten zal en bovendien er zit politiek achter. De inlanders zullen zich achtergesteld voelen, omdat ze sinds decenniën dezelfde positie hebben gehad als de Chinezen. [2] Cultureel zijn ze de Chin. natuurlijk geen Europeanen ook al zijn ze jarenlang in Holland geweest. Men vergeet niet en verwerpt ook niet zo gemakkelijk wat men in zijn prilste jeugd heeft geleerd. En bovendien: het rassentiment is in een kolonie zeer geaccentueerd. Het minderwaardigheidscomplex dat vrijwel elke niet-Europeaan in Indië heeft, slaat bij een verdere intellectuele ontwikkeling over in een meerwaardigheidscomplex, hetgeen in het beste geval leidt tot een intensivering van eigen cultuur, in het slechtste geval tot een “hoera psychose” voor eigen gebruiken.

De cultuur van onze chin. intellectuelen staat zeer ver af van de Chinezen: de ontwikkelde Chinese familie spreekt thuis Hollands. De kinderen zingen Hollandse volksliedjes, men leest Holl. boeken. Hiernaast echter een generatie nog en natuurlijk de overgrote massa die Chinees denkt, maar veelal Maleis spreekt. – Als reactie wordt het Chinees als spreektaal gepropageerd, en de praktijk leert dat zij, die hun kinderen een goede opvoeding willen laten geven, deze een op en top Hollandse opvoeding geven, omdat het nu eenmaal menselijk is, dat de toonaangevende klasse de opvoedingsidealen van de massa leidt. En bovendien Chinees leert men niet een twee drie. – Betsy vroeg of ik mijn kinderen Chinees zal opvoeden. Mijn antwoord was, dat zij zo worden opgevoed zoals dat strookt met mijn ideeën. Zij kunnen over 10 jaar anders zijn dan nu, maar ik zal datgene leven, wat uit mijn overtuiging komt. Een aan die overtuiging vreemde opvoedingsmethode is onmogelijk. En bovendien worden de kinderen niet door de man alleen, maar in de eerste plaats door de moeder opgevoed. De man vervult een bijkomstige rol dikwijls. Betsy heeft dit nooit overdacht. Ik geloof dat zij mij als een ketter beschouwt. Het zij zo.

Ook vroeg ze me hoe ik de Chinezen vind. Voor zover mijn ervaring reikt, kan ik met hen niet gemakkelijk converseren. De doorsnede Chinees is niet meer, ook niet minder dan de niet-intellectuele middenstander elders. Men praat met hen niet over allerlei [3] vraagstukken. Men praat niet over de achtergrond van de problemen met hen, maar over feiten en dat vind ik een droge conversatie. Men daalt evenmin tot intimiteiten tegenover mensen, die ver van ons innerlijk staan: ze mogen onze naaste bloedverwanten zijn. Dit begrijpt Betsy niet.

Het zal me benieuwen hoe Betsy hier verder zich zal ontwikkelen. Ik kan me soms aan haar ergeren, zo chauvinistisch als zij is en zo tweeslachtig aan de andere kant.

Ik kreeg met deze mail een uitnodiging om een stuk over een bepaald onderdeel van de paleontologie in Nederlands Indië te schrijven, dat in 1931 verschijnen zal voor een feestbundel over de 80-jarige Prof. Martin, de eerste geoloog aan een universiteit in Holland, de grondlegger van de paleontologie van Nederlands Indië. Zeer vereerd. De voor mij ingeruimde plaatsruimte bedraagt 15 pag. à 400 woorden. – Emma, dat is een andere hoeveelheid dan de 250 woorden, die je ons elke week welwillend zal schrijven [4] – en die wij steeds dankbaar aanvaarden. Dit keer heb je goed je best gedaan, hoor, ga zo voort, dan ben je verzekerd van onze dank.

Dag Hok

 

P.S. Wilt u misschien ingesloten verhuiskaart op de post doen. Dank.

En uw brieven altijd goed dichtplakken. Soms komen ze hier met alleen met het puntje van de overslag vast, aan.

[Tekening slecht dichtgeplakte envelop]

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Hok
  • Pagina's: 4
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Tekening slecht dichtgeplakte envelop pag. 4
More in this category: « 1930-02-04 1930-02-18 »