EIDA
21 jan.’40
Geliefden –
Gelukgewenst met de trouwdag van Anneke en Thijs. We kregen juist een brief van hen, d.w.z. van Anneke – ze schrijft opgewekt en verheugd – stuurt 3 kiekjes van huis- auto en zwembad. Fijn dat ze ’t daar zo naar hun zin hebben, de brief verheugde me zeer. – Dank voor jullie brief van 7 januari met de goede berichten dat Vader weer naar Amsterdam ging en dat jullie zo genoten van de blinde pianist. Overigens vervelend dat Tante Leidie weer in haar pen klom, die arme Lou die zich enigszins verantwoordelijk voor haar daden voelt, een echte man is hij, in de goede zin des woords. – Hok was vorige week 3 dagen op dienstreis, waarbij hij ook Em bezocht en een pakje van me bracht, inhoudende allerlei babykleertjes, die ik van Dien had teruggekregen, maar die niet van mij waren. Hok vond haar gelukkig heel goed, zo oppervlakkig bekeken. Hok was 2 dagen op het eiland Onrust en bekeek het zeeleven, koralen, schelpen en vissen. Er werkt daar een Amerikaanse bioloog en Hok wilde graag weten hoe hij werkte. Hij had ook een Amerikaans vrouw en ze aten Amerikaanse gerechten (doet denken aan de Bibelebonse berg[1] – alleen hadden ze geen kinderen!). Op de terugweg zocht hij ook Nanda in Buitenzorg op – ongelukkig genoeg had zij al die tijd haast bezoek. Vóórdat Hok ging hadden we 3 dagen Henk te logeren. Zij waren toen in de laatste dagen van hun verhuizing naar Bandoeng en Henk kwam alvast hier scholen bestuderen. Ik ried hem natuurlijk de Rudolf Steinerschool aan, maar ik was hem al te enthousiast – gelukkig besloot Riek Henkje er heen te sturen. Axel is erg verrukt dat hij Henkje elke dag ziet en vertelt het steeds na school. Henk en Riek zijn sinds gister in hun huis in een rustige buurt, waar ze hopen geen last van geluiden te zullen hebben. Henk is meteen weer opgeknapt toen hij [2] Bandoengs station betrad en wist dat hij hier mocht blijven. Riek is dezelfde als steeds, kalm en genoeglijk – Het is gezellig voor ons dat ze hier zijn komen wonen. – Vanmorgen nodigde Hok me uit met hem te tennissen – ik heb al heel veel weer aangeleerd van m’n vroegere kunde d.w.z. dat ik dankzij de trainer een behoorlijke stijl heb, wat ik vroeger niet heb kunnen beweren. Ik sta niet meer zo zielig op de baan nu! Verleden week speelde ik door toeval m’n eerste partij met Mevr. Keers-v.d. Masen en daarna tegen de vrouw van Rein van Bemmelen, die zo blij was kennis met me te maken dat ze zich snel door mij bij de naam liet noemen, met me meeging naar huis en een kopje koffie bij me dronk. Nu heb je het merkwaardige geval dat hij me “Mevrouw” noemt en zij me bij de naam, andersom als vroeger – Hém zal ik nooit meer zeggen dat hij me bij de naam mag noemen, zoiets zeg je toch maar ééns! Overigens spreek ik hem nooit, maar er is alle kans dat ze op bezoek zullen komen. Ze is overigens niet ongeschikt. – Axel geniet van z’n nieuwe school – inderdaad was hij tot nu op een Montessorischool, die alleen verleden jaar zo genoemd kon worden, maar nu alle Montessori leermiddelen en -methoden, had afgeschaft. – Hij vindt het er heerlijk, vooral de talen bevallen hem best, hij vindt Engels gemakkelijker dan Duits – met rekenen was hij al verder en schrijven doet hij blijkbaar ook behoorlijk, zijn tekenen is alleen erg primitief – de Juffrouw vindt hem wel langzaam, maar hij is er vol aandacht bij en heeft een uitstekend geheugen. Hij heeft op school ook gymnastiek en wil nu graag af van het middagclubje. Hij kan dan mooi daarvoor in de plaats pianoles krijgen – het moeilijke is om er leraar(es) hiervoor uit te zoeken. Voor Lisa vond ik een nieuwe dansschool, een jong meisje dat in Europa een opleiding genoot en zich [3] hier kortgeleden vestigde, het bezwaar is dat ze zo “buitenlands” doet met “culture physique” e.d. Ik ga eerstdaags met Lisa erheen. – Voor Vivos repeteren we 2x per week “De kinderen van de geest”, een lekenspel van Henriëtte Roland Holst, de 29e hebben we jaarvergadering met souper na en dan moeten we dit voordragen, het bezwaar is dat we het lézen en niet spélen, maar de mensen, die grote rollen hebben konden het niet leren – half werk, maar niets aan te doen. – Colet van der Zijl heeft blijkbaar voor de afdeling Batavia van de Vrouwenbelangen heel interessant gesproken. Wij missen haar wel in onze vereniging, ze was zo levend en had altijd iets te zeggen dat de moeite waard was. – We hebben overigens langzaamaan succes in de besturen in Batavia – we hebben al 3 Vivos leden er nu in – de sfeer met de aanstaande jaarvergadering in maart zal nu wel anders zijn – Volgende week op Vivos treed Thea Hermans af als presidente – het zal een opluchting zijn ook voor ons want de Vrouwenbelangen hebben weer aandacht nodig – er is niet genoeg leven in de brouwerij.
Hok is bezig voorbereidingen te maken voor een tournee – hij gaat 14 dagen geoloog spelen in de buurt van Solo’s zuidkust – veldbed – kleren – keukengerei en alles moet mee [4] ook de djongos die vanmorgen zijn eerste kookles van de kokki had! Hij moet nu elke dag in de keuken kijken, want anders wordt het me wat – Hok zal zelf af en toe een handje moeten helpen denk ik. Het is nuttig als hij met Hok meegaat – hij moet dan ook wassen en strijken behalve koken. Hij verheugt er zich erg op – de andere bedienden moeten dan thuis zijn werk overnemen – ik regel alles zo praktisch mogelijk. – Ik heb nu ingesteld dat de kebon uitsluitend in de tuin werkt. Het is hier nl. gewoonte dat zo iemand voor alle vuile werkjes gebruikt wordt, maar m’n tuin heeft alle aandacht nodig vooral nu ik ook tomaten, aardbeien, ananassen, maïs, rijst enzovoorts geplant heb! De tuin wordt zo verbazend genoeglijk – Onze kip heeft 4 kuikens ze trippelen aller genoeglijkst rond de hele dag in de achtertuin. – Gisteravond foven we ons op een nogablok bij de portefeuille, heerlijk was dat!
Dag omhelsd
Eida
[Randje pag. 1]
Wil je nog even schrijven hoeveel we jullie schuldig zijn – ik stuur dan meteen het geld! Gaarne. [5]
HOK
G. Voor een week ging ik naar de eilanden in de Baai van Batavia. Het was zeer de moeite waard; voor het eerst van mijn leven heb ik levende koralen gezien. Ik ben ook nooit zo duizelig geweest als toen wij in het bootje dat we hadden van het Laboratorium van de Zeevisserij, geluncht hadden à la Américaine. Het was een heel eenvoudige lunch van brood met ossenlapjes en eieren, maar het bootje danste me te erg. De Amerikaanse was volkomen zeevast, en toen we weer op Onrust waren gaf zij mij een warme, gesuikerde, sterke whisky. Een probaat paardenmiddel. Ik heb Nanda weer opgezocht, en op zondag Emma. Het was er zeer gezellig. Menno Hans kan zijn hoofd al oprichten. Marijke praat als een groot mens. Zij vroeg naar Lisa en nodigde haar uit om gauw met haar te komen spelen. – Over een 2 weken ga ik weer op reis. Dan naar Midden-Java, om wat gipsafzettingen te bestuderen. De Dienstleiding gebruikt mij nu ook voor andere dingen dan alleen paleontologie. Daardoor moet ik ook op tournee, wat ik momenteel niet onaangenaam vind, omdat paleontologie mij al wat begint te vervelen. Ik zal dan twee weken weggaan; de djongos moet mee om voor mijn eten en kleren te zorgen. Hij is reuze blij dat hij [6] mee mag. De reis gaat eerst naar Solo, en dan naar de Zuidkust bij Patjitan. Het moet een erg mooie streek zijn, maar vol malaria. – Axeltje zei vandaag dat Eida nog best kinderen kan krijgen, als Eida maar trouw op haar eieren gaat zitten zoals Griet onze kip het doet. Lisa vond dat ik vooral niet moest vergeten op mijn reis naar Batavia om Marijke op te zoeken, en de sokjes die haar te klein zijn, aan Menno Hans te brengen Zij voelt zich erg groot tegenover dat neefje en ik geloof dat zij blij is dat er ook kinderen zijn die nog kleiner zijn dan zij. – De kinderen zijn gelukkig gezond en zijn erg aardig tegenover elkaar, uitgezonderd de ogenblikken dat zij kibbelen.
Dag Hok.
[1] Kinderversje: Hier is de sleutel van de Bibelebontse berg/op de Bibelebontse berg/staat een Bibelebonts huis/in dat Bibelebontse huis/wonen Bibelebontse mensen/en die Bibelebontse mensen/hebben Bibelebontse kinderen/en die Bibelebontse kinderen/eten Bibelebontse pap/met een Bibelebontse lepen/uit een Bibelebontse nap.