EIDA
3-8-’36.
Lieverdjes – We hadden erg gehoopt gister bericht over de grote gebeurtenis te krijgen, maar jullie schijnt niet meer dinsdags te schrijven, maar vrijdag of zaterdag; we zullen dus nog een paar dagen moeten wachten, erg jammer. – Jan Schepers was nog even hier vóór ze na de vakantie naar Batavia teruggingen. Ze hebben het heerlijk gehad. We bespraken 2 nachten bij hen. Ik hoop erg dat het Hok lukt vóór de 12e met zijn werk klaar te komen. Hij maakte deze maand al 3 publicaties klaar en is nu met de 4e bezig, dus dat gaat gesmeerd! – Henk en Riek zijn weer vertrokken – morgen gaat hun boot uit Batavia – we zullen ze wel in lang niet weer zien. Ze waren echt gezellig en makkelijke rustige logees. Nanda Thung hebben we nu. Ze kwam de laatste dag van de Heyrmansen zodat ze wel met de [2] divan genoegen moest nemen. Ze paste die avond op het huis, daar wij gevieren in Homann aten op uitnodiging van Henk. Zij wilde niet mee. Wij amuseerden ons best en Hok danste geweldig – er was een jolige zigeunerstrijk, en stampvol. Donderdag is “de” avond om uit te gaan, niet erg praktisch overigens, zaterdag is beter. De kinderen slapen dus nog steeds bij ons op de kamer – het gaat best – Nanda is bijzonder gezellig – één avond praatten we tot half 1 en toen was Hok klaar met zijn werk en deed gezellig mee, zodat we er nog een uurtje aan vast knoopten! Ze heeft ongelooflijk veel beleefd in haar leven en volkomen bewust – het zou echt een type voor Moeder zijn. Ze lijkt steeds op Mieke in het dikke, de dikte van Tante Betty maar minder knap – we hebben veel dezelfde problemen en zij heeft alles al meer overdacht dan ik; ze is al 43, maar erg [3] jong in doen en laten. Ze hield mij overigens voor 24 – je snapt hoe gevleid ik was – Ik leer veel van haar – Ze is meer dan dol op Lisa, en baadde haar al 2 maal doordat ik eens moest collecteren voor de Emmabloem gister en doordat we de andere maal onze tijd verkletst hadden en ik pijlsnel naar de tandarts moest. Maar veel bijzonders doe ik niet als ik logees heb, dan ben ik altijd blij als mijn huishouding loopt en ik m’n kinderen op tijd klaar krijg. Theoretisch vind ik dat ik me niet aan ze hoef te storen, maar in de praktijk lukt me dat niet – Gisteravond een vliegbrief van Anneke uit Marseille, waarheen ik haar ook schreef. – Ze vindt Minah onmisbaar – Ze hoopt ons gauw te zien omdat ze veel te vertellen heeft; dat gaat dus hopelijk in vervulling! – Zondagavond ter kerke! Naar Ds. Sirks schitterend [2] spreker, en met zijn beide voeten in het werkelijke leven – heerlijk om naar te luisteren. Nanda wil hem geen enkele maal missen en zo gaan we vanavond en morgenavond weer. Het is zonde wat Hok mist. Hopelijk gaat hij morgen mee wanneer hij voor de Loge spreekt. – Lisa doet loopoefeningen aan de hand door de kamer, ze doet het al enorm goed. In de box laat ze haar beide handjes los om in de handen te klappen en valt niet om. Riek heeft haar geleerd dat ze zelf in de handjes klapt en op het boze bolletje doet, zo schattig – iedereen is verrukt van haar. – De Hofstee’s zijn weer terug van vakantie dus dat is weer gezellig – onze geliefde Whippet is ook weer in orde – hij rijdt weer fijn – met het oog op onze vakantie een prettig vooruitzicht. Nanda heeft ons veel plekjes aan de hand gedaan om en bij Klaten, Djokja en Semarang, die heerlijk moeten wezen. Zijzelf wil Axel die tijd nemen. Nanda en Hok hebben uitgemaakt dat hij niet naar Fanny moet – wel zit ik er erg mee omdat ik het haar beloofde en Hok nooit gezegd heeft met die
[Randje pag. 4]
belofte te wachten – Ze rekenen er vast op, enorm vervelend. – Dag hoor, allemaal omhelsd en vooral de nieuwste aanwinst en haar Ma.
Eida. [5]
HOK
3 augustus 1936
G. Hoe gaat het met het jongste meisje. Alles naar wens zeker. Misschien kan ik Anneke en Thijs ook mee gaan halen. Ik heb het de laatste tijd razend druk. Gelukkig mooi resultaat van mijn werk, ofschoon mijn chef er geen biet van snapt. Enige dagen geleden heb ik hem de waarheid gezegd, omdat hij de resultaten waarop ik nu erg trots ben, als van nul en gener waarde beschouwt. Ik weet gelukkig wie het zegt, maar dat was geen reden om zijn oordeel te accepteren vooral niet de wijze waarop hij het zei. Ik presenteerde hem prompt een blad papier met pen en inkt om dat oordeel zwart op wit te hebben. Maar meneer weigerde wijselijk. Hij kan nl. over mijn werk geen oordeel hebben, tracht mij met dergelijke ongemotiveerde en weinig beschaafde beweringen te ergeren. Wat hem het meest ergerde was, dat ik hem toevoegde, dat ik zeker zijn opdrachten aanvaard, maar dat ik mij het recht veroorloof hem te verzoeken, dat hij de redelijkheid betracht. Ik heb hem kalm gekregen; hij zal me wel niet meer hinderen met zijn geklets. Het is bovendien geen al te grote held, zodat hij zich wel zal bedenken er verdere consequenties uit voort te laten vloeien.
[Randje pag. 5]
EIDA
Over Annie Schüller zullen we maar geen oordeel vellen – niet kan men eigenlijk oordelen over eens anders huwelijk. Ze is zielsziek en we wensen haar ten zeerste beterschap toe – ik heb er alle hoop op. Dag.