EIDA
10 oktober 1933
Geliefden –
Al 4 morgens heb ik Menno’tje gebaad. Het is een rozig en rossig jochie. Hij kijkt al heel grappig en heeft een bijzonder goed humeur. Al krijgt hij na 5 uur pas weer om 9 uur [HOK zijn drinken], dat vindt hij best. Hij is al overvoed! Maar ik heb Anneke al gezegd hem niet teveel te laten drinken, want haar melk zal wel net als de mijne vet blijven al zeggen ze ook op ’t Ziekenhuis dat het dunner wordt met het opstaan. Anneke ziet er al weer beter uit, hoewel ze zich nog niet erg sterk voelt. Af en toe neem ik Wytje ’s morgens mee. Gister heeft hij me hier de boel overhoop gehaald! Hij heeft m’n stopfles met koekjes van de theekast gegapt en open in de tuin gezet en liep parmantig door het huis met een koekje in de hand. Verder deed hij alsmaar in zijn broek zeker doordat het een koude dag was. Ik was de hele morgen in touw.
Want ná Menno’tje, ga ik gauw Axel baden en toen ik klaar was moest Wytje weer verschoond! Een toestand! – Wij krijgen enthousiaste brieven uit Soerabaja, fijn is dat hè. Em is alleen niet overdreven schrijflustig!! [2] Na haar verjaardag schreef ze
5 okt. Pas! Ik moet nu eerst weten of ik daar verse melk en groente voor Axel kan krijgen vóór ik beslis of ik ga. Het is waarempel nog maar 10 dagen. Ik had al niet willen gaan omdat ik Hok toch bij nader inzien liever niet alleen laat, maar nu zijn er brandbrieven van Em en Dirk gekomen en ben ik aan ’t wankelen gebracht. Het is ook wel lastig met reizen en wat moet ik al niet meenemen dat is enorm! Al die luiers! –
Hoe staat het met de Hollandse IEVA – ik ben toch zo benieuwd naar datgene waar mee jullie de leden vangen. Bij ons zijn er nog maar 140 leden over, veel hebben opgezegd in deze tijden – We hebben vrijdag grote bestuursvergadering (10 mensen) om de volmacht aan Irene o.a. te bespreken. Ik zal zien of ik ook enige passages uit jouw brief over de Commissie van bijstand kan voorlezen. Wie zitten er nu al in?
Hebben Jet en Bob nr. 5 gekregen? Wel gelukgewenst. Ze doen het wel met grote tussenpozen! Het lijkt me wel enig een “boa” of zo. Ze zijn weer in de mode las ik. Ik heb er geen gekregen. – Betaal de rekening van Van Halem maar, graag. We staan nog voor veel in ’t krijt nu, wel ƒ 60.- haast. – Het is mogelijk dat Houw in Celebes moet blijven. Ik weet niet wat Mamma dan doet. Zij woont nu in zijn huis, zij woont bij hèm in, niet andersom. Houw betaalt alles. – De groeten terug aan Mevr. v. Balen, zo’n aardige vrouw. Ik herinner me nog goed ons laatste bezoek aan haar. – Heb je mijn brief aan Irene kunnen doorzenden? Of was Innen-Arosa niet voldoende. Wij hopen dat ze eens een brief aan het IEVA bestuur zal
[vervolg op pag. 4]
[3]
HOK
10 oktober ‘33
G. Sinds de vorige week is ons logé’tje Wyt naar zijn moeder, zodat we nu weer rustig met ons drietjes zijn. Het plan van Eida en Axel om eind dezer maand naar Soerabaja te gaan, is nog slechts een plan, of het inderdaad door zal gaan weet ik niet. Natuurlijk vind ik het niets prettig alleen thuis te moeten blijven, en bovendien zou ik Axel liever niet op reis zien gaan. Waarom een risico op je nemen, als het niet absoluut noodzakelijk gebeuren moet. Eerst 12 uur in de trein, dan in de hitte, de volgende dag weer verder naar de bergen; een vreemde omgeving, vreemde hulp, een incomplete babyinrichting, ander voedsel, in de trein heeft Eida absoluut niemand om haar af te lossen of te helpen. Ik zie haar al in de hand een arm van Axel en een koffer, in de andere een tas en een mantel, etc. etc. Ik zou hen liever thuis willen houden. En als Emma zo’n behoefte heeft aan een intiem gesprek; wel het is voor haar eenvoudiger hier te komen. Voor haar is het wat koelte betreft hetzelfde of ze hier, dan wel in Trètès[1] is. Haar kinderen zijn gedurende die tijd toch van huis en natuurlijk zou Dirk het prettiger vinden om Eida te hebben. Voor hem is het ook geen bezwaar om hier te komen, omdat hij voor die dagen toch vakantie heeft. Eida ziet al deze bezwaren ook in, zodat het haar nu moeilijk is een beslissing te nemen. Bovendien vind ik het minder juist dat de vrouw des huizes alleen vakantie neemt! Enfin, de beslissing zal wel gauw komen. –
Mej. Candri mijn geachte tegenstandster, heeft een bespreking van mijn laatste werk gegeven. Een van mijn collega’s zei mij, zijn indruk over dat referaat, en dit is: “vergiffenis”? Uit de hele bespreking, die overigens zeer waarderend is, leest men haar wrevel, dat ze zich door haar geschrift tegen mij in de vingers heeft gesneden. Voor de redding van haar figuur heeft ze [4] natuurlijk een strohalmpje gevonden en wel in de voorlopige publicatie, die “ik beter ongeschreven had moeten laten”. Ik begrijp volkomen wat de bedoeling van al haar afgeven op die voorlopige mededeling is, hoewel dat reeds onjuist genoemd moet worden, hoofdzaak is, dat ze mijn werk beschouwt als een zeer belangrijke aanwinst niet alleen voor mijn specialiteit, maar ook voor de gehele paleontologie en ook voor de erfelijkheidsleer. – Zulk een mening van een opponent heeft voor het lekenpubliek, (de niet-leken zijn op de vingers van een hand te tellen) natuurlijk alle waarde, en ik mag er tevreden over zijn! –
Ik moet van Eidje eindigen, ofschoon ik u gaarne overgewicht had gegeven.
Dag Hok.
EIDA [vervolg van pag. 2]
schrijven. Hierbij een briefje terug aan haar met veel dank voor ’t gezondene en bij voorbaat mijn dank voor ’t opzenden. – Vader vraagt of Hok “in vivo” was op het familiefeestje, maar deze briefkaart schreven we pas in ’t begin van de avond! – Wat enig dat Vader nu een armbandhorloge heeft, staat het goed?! – En Moeder kreeg de Kluizenaar van Ebba Pauli en Em ook op haar verjaardag. Aldus hebben we ’t nu allemaal! Axel wil graag een speeldoosje voor zijn verjaardag [HOK met verschil-lende wijsjes indien mogelijk] en speelgoed, dat geluid maakt door schudden of zo, geniet de voorkeur – [HOK verder pyjama’s van de laatste dessins]. Die duikelaar van jullie vindt hij nog mooi, hoewel het gewicht dankzij Wytje loszit en het eveneens dankzij hem geen neus meer heeft. – Ik schreef nog niet over Anneke’s thuiskomst. Er stonden hopen bloemen erg leuk en daar ze zo’n zin in lekkere dingen had, had ik slagroomschuitjes en pasteitjes daar neergezet. Menno’tje was suikerzoet, ging ook in z’n bedje direct slapen, met onze warme zak aan de voeten. Mevrouw van Vianen zorgde voor eten en alles verliep goed. Dag jongens – ik heb niet meer te schrijven, ditmaal. – Van Dien eindelijk bericht uit Malino, haar nieuwe standplaats. Ze vindt de temperatuur wel fijn.
Axel kruipt!
Dag Eida