1932-08-18

EIDA

18-8-‘32

Lieverdjes –

Blij met jullie aller welzijn, speciaal na afloop van het examen. Als dat de 2 beroerdste dagen uit Emma’s leven blijven, mag ze toch nog wel tevreden zijn, dunkt me! – Hok is weer veilig op de aarde teruggekeerd. Hij is nl. terug ook komen vliegen, hoewel ik uit zijn brief had opgemaakt dat de heenreis zijn laatste luchtreis zou zijn, hetgeen ik jullie ook schreef. Maar toen hij hoorde hoe Dirk uit de eendaagse was gekomen en Hoogenboezem zei dat hij wel stapel zou zijn om met de trein te gaan, vond hij ’t ook weer fijn (en deftig!) maar te vliegen. Op ’t vliegveld was ook een ingenieur van onze Dienst toen ik Hok op Andir haalde en die was aardig verstomd dat Hok zich die luxe permitteerde (ƒ 90.- enkele reis!), maar ik deed natuurlijk of ’t doodnormaal was! Enfin – Hok kwam zo gezond en verbrand uit de cabine stappen, dat het wel bleek hoe goed zo’n uitgangetje is. Ik moest hem eigenlijk uitschelden omdat hij maandag kwam, hoewel we zaterdag hadden afgesproken [HOK ’t was geen definitieve afspraak], maar hij duwde me gauw een groot pak onder de neus, waar een beeldschone pyjama wit-zwart in zat, prachtige zijde: een wit jasje met zwart geborduurd en een zwarte wijde broek met wit ingezette geborduurde punten, zeer modern. Ik bewaar hem fijn voor als alles voorbij is, want de broek kan nu onmogelijk dicht! Hok heeft het erg interessant gevonden op dat boorterrein en Hoogenboezem was ook erg blij met hem; hij zit daar erg eenzaam en smoorheet, hoewel het ’s avonds wel wat afkoelt. Hok heeft inderdaad gassen geroken, maar hij kan nog niet geloven dat er petroleum zou kunnen komen – Enfin, ze [2] boren maar door en wachten af. – Toen Hok zaterdag weer in Soerabaja was, heeft hij in het mooiste hotel gelogeerd! De Rempten hadden al een paar logees en de Goudsmeden waar er niet erg op ingegaan dat Hok bij hen zou komen en waren ook niet ontsteld of teleurgesteld toen Hok in een hotel bleek. Ze schijnen nog steeds in een gemeubileerd huis te wonen, niets van henzelf, Hok vond het er niets genoeglijk toen hij er zondagavond at. De Rempten haalden hem over zondag mee een tocht de bergen in te gaan maken, maar daar hun eigen auto (een grote 8-cylinder Nash , nieuwe) vol was, is Hok met de Goudsmeden gegaan, die hij in alle opzichten heeft vrijgehouden, zelfs de benzine! [HOK ze konden anders niet gaan, hartelijkheid is toch maar alles] – Zo kon hij dus pas maandag thuiskomen! – Ondertussen ging ik zaterdag en zondag voor niets naar het station en zaterdag ook naar Andir vergeefs. Enfin, zondagavond ben ik toen maar naar de Groeneveld Meyers gegaan, die nog om half 7 in badjas en kimono buitenzaten. Ze vroegen mij te blijven bridgen, maar toen het bleek dat hun partners papa en mama v.d. Bos waren, dankte ik maar! Helaas was ik niet vroeg genoeg weer weg, want opeens stonden ze voor m’n neus en konden niet ontkennen dat ze me kenden! MamaMamma had natuurlijk weer direct aan me gezien van onze baby! – Van Dien nog niets naders, ik zal tot maandag geduld moeten hebben.

Vanmorgen haalde Baukje me met de auto van kennissen + chauffeur om te boodschappen. – Ze had een aardig patroon voor me opgescharreld, dat verwijd kan worden en nu maakt een naaister het voor me. Het kost me wel ƒ 15.- maar dan is ’t met de stof erbij toch nog maar ƒ 20.- en ik heb dan een jurk met een jasje.

Ik kocht ook de door Nora Bessem bestelde filetkant voor Betty’s [3] lakentjes, maar ze zal wel schrikken van de prijs, want ik heb ’t in de winkel moeten kopen, daar de mensen langs de deur het tegenwoordig niet meer hebben, waarom begrijp ik niet. Eén troost dat dit vast enorm sterk zal zijn. Het kost 15 cent per el, zowat als in Holland, denk ik, 4 cm breed.

We kregen een postpakketje uit Batavia van Ho en Mamma met allerlei, dat ze voor de Sembajang kochten. Van wat ze ons stuurden was wel te merken, dat ze ’t nu op wat bescheidener schaal doen; maar ’t schijnt niet mogelijk te zijn ’t hele feest na te laten. Mamma is de gezondheid in persoon (1.2.3.) sinds haar vis-enthousiasme, wat een vondst hè!

Van een nachtboot krijgen wij de mail ook maandagavond of liever dinsdagmorgen, dus dat is net als bij jullie. Wat doe je ertegen?!

Nee, Tineke Hijmans heeft er niets van gezegd dat jullie bij haar vader bent weggegaan . Dat penibele onderwerp vermeden we trouw. Even, toen ze vroeg hoe jullie ’t maakten, vertelde ik van Moeders narigheid, waarop ze gauw over wat anders begon. Hugo gelooft natuurlijk niet dat het van de arsenicum kwam en dat zal hij wel naar Semarang geschreven hebben. 

Erg prettig dat jullie niet aan mij merken, dat een vrouw hier geestelijk achteruit gaat, maar daarentegen letterkundige talenten in me ontdekt. Het is dus toch blijkbaar nog niet zo gek geweest dat ik met “de” Letteren heb willen aanpappen! Intussen is ’t heel wat anders om aan je familie over je eigen ondervindingen te schrijven dan aan een tijdschrift over een Vereniging. Van de IEVVO weet ik trouwens alleen de heel interne [4] kwesties, hetgeen natuurlijk betekent, de onaangenaamheden die men van iedereen en allerlei ondervindt, die Irene mij trouw vertelt, maar die niet voor ’t publiek geschikt zijn. Hoe ik dus nog eens aan “de Vrouw en haar Huis” zal moeten schrijven is me nog niet duidelijk. Irene heeft me nu gevraagd de vergaderingen en zo bij te wonen en op den duur moet ik hen bij de Vereniging van Huisvrouwen vertegenwoordigen. Ik moest alleen aan Irene zeggen dat ik de IEVVO boven die Huisvrouwen stel, maar daar ik ook meer voel voor ideële dingen, kon ik haar dat wel verzekeren.

Vandaag is het dus feest van de Haarlemmers. Ik feliciteerde Jan en Tine ook. Tine heeft Hok “de” pyjama helpen uitzoeken, daar hij toch enige uren in Batavia moest wachten. Hok is erg dol op hen, erg leuk, want ik ben ’t ook en nu wil hij wel de volgende maand Tante Leidie gaan halen om bij de Schepersen te kunnen logeren. Natuurlijk raadpleeg ik eerst Sparmann, wees gerust! 

Het is al zeker dat Egbert naar Semarang moet. Degene voor wie hij moet wijken is iemand van 53 jaar, die nog nooit heeft lesgegeven; is dat nie belachelijk Paatje, om dan nog te beginnen. Bovendien is de man echt verlegen en zegt dat als het hem niet bevalt, hij na 3 maanden weer uitscheidt. Dus veel gevoel voor de school heeft hij ook niet. Hij doet het alleen maar, omdat hij “maar” ƒ 800.- per maand! verdient en er nog ƒ 300.- bij wil hebben, zo laat het gouvernement met zich sollen, in deze tijd van bezuiniging! en tegelijk wordt er een conciërge ontslagen, die de hele administratie van de H.B.S. doet en vaak tot ’s avonds laat werkt, omdat hij bij zijn salaris van [vervolg op pag. 6]

[5] 

HOK

18 augustus 1932

gefeliciteerd met Oom Johan en Tante Trien!

G. Zo heb ik me dan erg verwend, en heb me vleugeltjes aangemeten om naar Soerabaja te gaan. De tocht was interessant, maar het duurde me te lang. Hoe verwend ik toch al ben! Met de trein doet men er 12 uur over, met een vliegtuig 5½ uur. Het was prachtig weer met mooi uitzicht. Verder helemaal geen last van luchtziekte; daar zorgen ze wel voor door heel hoog te vliegen in rustige lucht. Het zou anders geen reclame zijn voor de vliegerij. Na Semarang vlogen we zó hoog, dat ik die me gekleed had voor de hitte het te koud kreeg, en in de twee uren dat ik te Soerabaja was het maar niet warm kreeg. En dat op het heetste van de dag. Bij het dalen te Soerabaja deden mijn oren erg pijn; men daalde ook zo snel. Bij het terugvliegen had ik er helemaal geen last meer van. Het was fijn maar duur. Te Madoera heb ik het heerlijk warm gehad. Ik heb zoveel gezien, dat alles me nu door mijn hoofd dwarrelt. Ik had er een Buick tot mijn beschikking, waarmee niet langzamer gereden werd dan 60 km. Het was van tijd tot tijd wel wat te snel. Gelukkig dat de chauffeur zeer goed is, anders waren er zeker ongelukken gebeurd, omdat de Madoerezen nog niet weten uit te wijken. We hebben daar heel wat afgesjouwd. Een prestatie van die Hoogenboezem, die tenslotte al 65 jaar is. Wat het resultaat van de boring zal zijn, kan ik niet voorspellen. Ze boren maar door tot ze niet verder kunnen.

De Rempten maken het goed. Ik heb gezellig bij ze gegeten. Over Jan en To ben ik niet te spreken. Het zijn geen mensen van onze soort. In Soerabaja logeerde ik in een chique hotel. Ik had gedacht dat ze me niet zouden willen opnemen, want toen ik in de hall stapte, zag ik er allerminst chique uit. Een vuil wit pak, waarover ik bovendien tijdens het zeiltochtje over de Straat Madoera een paar zeetjes had gekregen, ongekamde haren, etc. Maar toen ik zei dat ik een van de 2 kamers met de hogere nummers wilde hebben, ontdooiden ze, waarschijnlijk in de veronderstelling dat ik habitué ben. Die kamers zijn namelijk de beste van het hotel. [6] 

De zondag ben ik met ze mee geweest naar de bergen. De Preanger is toch mooier. Ze juichten al wanneer ze door een bosje kwamen, terwijl wij het heel gewoon vinden om door een echt oerbos te rijden.

Jan en To wilden eerst niet gaan, omdat Jan al de hele week achter het stuur gezeten had, d.w.z. 600 km gereden had. Dirk vermoedde echter dat er wat anders achter zat, namelijk dat ze bezuinigen moeten, waar ik achteraf niet veel van gemerkt heb. Toen heb ik voorgesteld om hun de benzine, hun lunch te betalen en bovendien dat ik voor hen zou chaufferen. Toen wilden ze natuurlijk. En ’s avonds nodigden ze me uit bij hen te eten. Er zijn maar weinig keren dat ik op visite mijn ogen haast niet open kan houden, en één van die keren was bij hen.

Nu dag, Hok

EIDA.

[Vervolg van pag. 4]

ƒ 200.- ook nog ƒ 85.- militair pensioen heeft. Is dat niet schreeuwend onrechtvaar-dig! 

Vrijdagmorgen: ik heb net uitgebreid geconverseerd of liever gestreden met Prof. de Vos . Hok wou nl. 2 collega’s lid maken van de tennisclub, maar hij weigerde botweg en wil een besloten kring. Ondertussen kijkt hij mensen als wij uit de club weg, maar wij snappen niks! Ben je mal – wij mogen ook niet meer introduceren dan één per maand en bovendien willen zij 4 x per week spelen – Ze verbeelden zich dat hun spelcapaciteiten hoog boven de niet-professoren staan, waarop ik niet kon nalaten te vermelden dat Co Thijsse van Prof. van de Ley een wedstrijd gewonnen had. Waarop hij “jawel” zei, maar er even heel wat achteraan kletste, steeds de draad verliezend! Ik ben benieuwd wat Hok nu wil doen. Kun je je het Vosje en mij voorstellen met allerbeleefdste vriendelijkheid elkaar onaangenaamheden zeggend, kostelijk hè! Hok heeft er mij op afgestuurd in de hoop dat hij ’t mij niet zou weigeren, maar ik geloof (en hoop) dat ik “zijn genre” niet ben en zo viel alles in ’t water.

Suus Hortsink moet weer gas ingepompt krijgen vandaag, wist je dat er in één longholte 1200 cm3 gaat – ja Emma zal ’t wel weten, de halve dokter!

Lausanne is morgen 6 weken, ik wil ze nog niet kwijt! Het zijn zulke engelen! Toen ik dat tegen Egbert zei, verhief hij ze direct tot “kalongs” (= vliegende honden!) – Moeder moet vooral niet denken dat de baby al in november zal komen – Sparmann zegt dat je bij de tweede al aan ’t eind van de 4e maand 

[Randje pag. 6]

leven hoort te voelen – kwam dus uit op half december + speling = Kerstmis.

De vrouwen met academische opleiding zijn de Hollandse afdeling van de International Federation of University Women, die ook af en toe congressen hebben. – Het I.E.V. heeft net een nieuw bestuur gekregen en Irene juicht, nu zal er wel samenwerking komen. Het I.E.V. in Bandoeng heeft onder de bewoners een heel beroerde naam, misschien zal ’t nu beter worden.

[Randjes pag. 5]

Ik ben benieuwd wat er uit zal komen van de astrologische voorspellingen, die oorlog van Japan en Rusland moet maar achterwege blijven. – 

Hier hebben ze op alle scholen klassen van 30 leerlingen, dus ik ben benieuwd of ze jullie 24 nog zullen willen splitsen. 

We verheugen ons op de 19½ ponds kist!!!

De mieren zijn heus aardig verdwenen – elke dag wordt er nu geflit (met een goedkoper middel!) en in huis zou je ze kunnen tellen – Kom eens proberen, Paatje!! Dag Eida

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1932-08-12 1932-08-24 »