EIDA
4 mei 1932
Liefjes -
Ik heb enorme zin een potje te schelden, ik ben nl. katterig, én snipverkouden – het weer is ontzettend drukkend als je binnen zit – als ik buiten wandel heb ik het koud zónder mouwen, te warm niet – het is hierbinnen smoor, van ’t schrijven slaat het zweet me uit en dat terwijl het al schemerig is al haast half 7. M’n echtgenoot is aan ’t werk op G.B. Ziezo dat helpt, ik word weer normaal!! We zijn deze week iedere avond laat naar bed gegaan en ik bewonder Hokje die kalm elke dag weer al zijn werkuren vervult – elke dag had ik tenminste hoop de volgende vroeg naar bed te kunnen gaan! Vaak na zijn werk om 7 uur heeft Hok een onlesbare dorst naar de film, eens gingen we naar de 2e voorstelling, nadat we ’s middags getennist hadden, dus nadat we ’s middags ook ongeveer niet geslapen hadden (dit lijkt wel een opstel over “slapen”!), de vorige dag getennist en op visite; de volgende dag kwam opeens Meneer Munniks de Jong aanzetten om Hok te spreken, Hok was nog niet thuis (7 uur) en hij kon niet stil wachten en zo liepen we hem tegemoet, Tommy óns weer achteraan, zodat ik halverwege bij de Rembrandtstraat terugging in een deleman. Hok reed hem natuurlijk straal voorbij en was gelijk met mij thuis en sámen haalden we hem toen weer op, reden naar Bogerijen om brood te kopen daar Mevr. M. de Jong op geroosterd brood leefde vanwege dysenterie; dáár trof ik Annie Schüller, die plotseling naar de tandarts had [2] gemoeten. Daarna door naar Preangerhotel alwaar een advocaatje voor mij en een geleende das voor Hok, die zo van kantoor kwam – na een half uurtje fraaie verhalen over de B.P.M. in Amerika aangehoord te hebben en enige minder vriendelijke dingen over Joden, weer naar huis, boterham gegeten en op zijn uitnodiging naar “Heden kust Parijs”, 2e voorstelling, wel tamelijk aardig – Hok verveelde zich! Zijn jullie al buiten adem! Nou ’t is nog lang niet uit! Volgende morgen “wapenschouw” voor de G.G. Hok vrij tot 10 uur, wij zagen de vliegtuigen vanuit de verte opstijgen, 16 stuks, alles wat maar vloog tevoorschijn gehaald voor Z.E. – Z.E. van nabij aanschouwd, nadat hij het vliegterrein verliet, reed vlak langs ons langs de Fokkerweg, je weet die weg langs het vliegveld, die we zo vaak reden. Hij had een gouden krans om zijn helmhoed en verder veel gouds, reed met de resident in de eerste auto, de echtgenote in no. 2 (Mevrouw is foei lelijk, kleedt zich slecht en slordig, hadden ze jou maar uitgekozen Mam!), in no. 3 dochter met roodgeverfde lippen + adjudant, in no. 4 dochter + zoon. We weten nu tenminste hoe ze eruit zien. – Thuisgekomen kwam Houw opeens binnenrijden en werd met één slag verliefd op Pascha, die nu ook weer met hem vertrokken is, aan Tommy het terrein vrijlatend. ’s Middags getennist! ’s Avonds werd er “Taboe” gegeven, zeer geprezen in de Rotterdammer, dus erheen – Houw deed duizenden verhalen zoals altijd, Mamma is weer beter, het bevalt Ho goed in Batavia, Houw helpt hem bij ’t werk. Deze film kon Houw en mij wel bekoren. Ik houd van mensen in de natuur, die nog geen fratsen hebben en niet drinken en [3] aardige natuurlijke dansen uitvoeren. Het speelt in de Stille Zuidzee, een erg mooi ding, die kinderen zwemmen daar als kikkers, enig! – Volgende dag (nee ’t houdt nog niet op!) had Hok vrij voor Juliana, we zijn de Patoeha[1] op gegaan, zonder Houw, die liever naar de Chinese kamp ging (!). Wij kwamen bijna tot Telaga Patengan[2], misschien herinnert Em zich de weg nog, die ze met Chris reed. ’t Is daar schitterend, we kwamen tot 2000 meter, Rantjah Bali, alwaar we wandelden en een kopje koffie dronken in de pasanggrahan. We hadden zin met Pinksteren daarheen te gaan maar Houw had weer wat anders voor ons op ’t oog. Thuisgekomen had Houw een uitnodiging voor ons en hemzelf om ’s avonds in Preanger te gaan eten en dansen. Een zekere Liem met wie wij hierheen gereisd hebben, was op huwelijksreis in Preanger (steenrijk hij én zij). ’s Middags zouden ze langskomen om te horen of we wilden – aldus m’n zijdje met het witte jasje uitgestreken en in hoog gala (Hok en Houw in palmbeach!) erheen. Zij, een Chinese had een Chinese jurk aan, lang tot de enkels, kimonomouwen tot de elleboog en een hoog kraagje, dit alles in gekleurd brokaat, stond alleraardigst. Er waren geen bijzondere avondtoiletten, 1 blote rug tot het middel van de dame, dinerende met 7 heren, waarvan enkele in een wit pakje! Meest oudere mensen waren er; de malaise dus merkbaar, daar de jongeren helemaal geen geld hebben. ’t Was wel gezellig, heel kalm, met een vierpersoons jazzband die heidens kabaal maakte. – Volgende morgen moest Houw weer weg en Pascha verloren we met hem. Houw komt over [4] een paar weken weer terug, als hij grote vakantie heeft, nú had hij vrij voor de eindexamens, waarvoor de jongens zich nu moesten voorbereiden. Ondertussen zien we elkaar met Pinksteren bij de familie. Wim Tan in Lampegan, zoon van die miljonair, Tan Tek Hay, van wie Houw zo graag vertelt, Em zal zich zeker herinneren. Houw wist te vertellen dat die ons met Pinksteren verwacht, hoewel we niets afspraken. We zullen nu wel moeten gaan, maar ze zijn in elk geval enorm gastvrij. Houw groeit nog steeds in dergelijke mensen, en daarnaast biljart hij met middenstanders, die natuurlijk enorm tegen hem opzien. Die zaterdagmorgen bezocht hij een eigenaar van een manufacturenwinkel en die wil hij aan Hok en mij voorstellen, maar Hok kan niet zo met die mensen omgaan en is er niets op gesteld dat de hele Chinese wereld hem een kei vindt! Ondertussen heeft hij al bijna in elke winkel korting, omdat hij de baas kent, is dat effen praktisch! Hok kan zich niet begrijpen dat je liever een hele morgen bij zulke kerels gaat zitten kletsen, dan een autotochtje maken. Maar ik geloof dat het komt omdat Houw graag praat en bij mij niet genoeg bewondering oogst, omdat ik hem altijd plaag! Zondagmorgen hebben we wat rondgereden en ’s middags en ’s avonds heeft het gegoten of er een wolkbreuk was. ’s Avonds moesten we op visite bij de familie Reyzer-Eibrink Janssen – hij collega ingenieur – zij collega Vivos, vrij vervelend. Maandag wou ik staken en de hele middag slapen, maar het mocht niet want ze waren maar met z’n drieën op de tennisbaan en ik werd uit m’n bed gehaald! Maar vandaag doen we echt niks, zalig!!!! [5] Zondagmorgen ontmoetten we de Groen. Meyers en Wim, was dolblij in te kunnen stappen, daar hij van zijn vrouw + vriendin moest wandelen, 12 uur ’s morgens in de zon!! Zij op de receptie van de G.G. geweest en Lous’ buiging was goed gelukt! Er zijn 600 mensen maar eventjes geweest. De Jongh die als een van de opperhoofden ook moest gaan, zei dat het het lastigst was dat je niet wist tegen wie je moest knikken daar je ’t maar 2 x mocht doen en de familie uit 5 leden bestaat! – Toen de G.G. op G.B. kwam, is de Jongh maar naar ’t laboratorium gegaan. De G.G. had absoluut geen belangstelling blijkbaar voor de pas gevonden historische schedels en had precies 1 uur tijd voor: 1. bezichtiging orchideeënkwekerij 2. bezichtiging Bandoeng, 3. G.B., 4. Departement van Oorlog. Dus geen reclame hebben ze voor ons Laboratorium hoeven te maken. De Jongh vertelde ook dat er in ’t Nieuws van de Dag gestaan had, naar aanleiding van de handelswaarde van de schedels van ƒ 50.000.-, dat die maar gauw verkocht moesten worden als kleine vergoeding voor het feit dat in deze tijden nog dergelijke opgravingen gebeurden!
In deze week heb ik een leuk pakje voor Wytje gemaakt, lichtblauw met wit en oranje als randversiering en een witte eend midden op zijn buik, ik hoop maar dat het past. Onze brief, vanmorgen verstuurd, moet precies op haar verjaardag aankomen. – Ze schreef dat ze zo verrukt was van “Drei Mädler Haus” dat jullie al vooruitstuurden.
Verder heb ik door toeval in de passagierslijst van de over-volgende boot R.T.B. Tan zien staan, [6] hetgeen volgens Hok niemand anders dan Tek Bheng kan zijn. Ik ben benieuwd of jullie hem nog zagen. Hij zal zeker in Bandoeng komen, dus zullen we hem vast gauw zien.
Pimmetje vraagt een lunch aan voor haar + gezin op doorreis naar Pengalengan en op de terugweg logies ook – ik weet nog niet hoe ik dat zal klaarspelen, maar het zal wel lukken. Ze schrijft dat Jan Goudsmit opeens bij haar kwam – is To dus toch nog wat in Holland gebleven? Naar jullie brief te oordelen dacht ik van niet, misschien is To + kinderen aan boord gebleven.
En Moeder heeft alweer visite, we zijn benieuwd te horen van Mieke’s verhalen.
Vannacht droomde ik dat Anneke tegen me zei: “wie van ons drieën zal nu het analistenexamen doen, het móet toch gedaan worden”, leven we mee of niet!
Mamma houdt tot nu nog geen winkel, woont alleen in een winkelhuis; waarschijnlijk gaat ze nu naar Batavia naar Ho. Tjipadang is nog steeds niet verkocht. Er zou best een rijke Chinees kunnen komen, die het nú in de goedkope tijd opkoopt en later weer verkoopt, als geldbelegging. Maar er kwam nog niemand. Als het niet verkocht wordt moet Houw alle schulden betalen, omdat hij een accept getekend heeft.
Als ik tante Jenne was, ging ik stiekem eens informeren waar Nico woont en bij hem (hen?) binnenvallen –
En Moeder 2 brillen – enorm.
Dag Eida. [7]
HOK
5 mei ’32.
G. Wat fijn dat Moeder nu zover is dat ze weer wat visite mag ontvangen. Misschien is ze bij de ontvangst van deze brief al helemaal gezond. Wellicht werkt het lenteweer dan wat mee.
Uit Eidje’s brief zult u wel gelezen hebben, dat we de vorige week niet vaak thuisgebleven zijn ’s avonds. Over te weinig uitgaan, kunnen we niet klagen, ondanks de malaise.
Van de petroleum heb ik nog geen rinkelende rijksdaalders ontvangen. Ik heb er wel om geschreven. Ik heb er namelijk niet bijtijds naar geïnformeerd, wie mij dat geld sturen moet. Het werk valt niets mee, er komt zoveel correspondentie bij. Ik werk er 8 uur per week aan, verdeeld over 4 avonden.
Onze Pascha is weer verdwenen. Leuk voor Tommy die zich nu weer als de koningin in huis gedraagt. Ik geloof niet dat zij het naar vindt. Nu zijn alle botjes weer voor haar alleen. Van Houw krijgen we bij gelegenheid een echte Chinese Kees die de plaats van Pascha moet innemen. Die hond dopen we zeker Hans. Het zal een betere combinatie zijn dan we tot nu toe hadden.
Nu dag Hok.