EIDA
14 tot 16 januari ‘46
Dierbaren! – Wat een prettige gedachte dat door Dirk nu een ander contact zal worden bewerkstelligd een meer persoonlijk contact lijkend omdat wij hem nog zo kort geleden in ons midden hadden. En dan zal Em hem al gauw volgen en een maand later wij – Na 6 weken gips was de stand van de humerus (zo heet dat grote bot van schouder tot elleboog) aardig normaal en liep ik een week alleen nog met een verband maar steeds voelde ik dat het bot los moest zitten. Dit werd gister met doorlichting geconstateerd en kreeg nieuw gips voor 3 weken. Het voordeel is dat m’n pols net vrij is, zodat ik die en m’n vingers steeds kan oefenen –ik heb er nu geen hinder van – In die vrije gipsloze week heb ik m’n huid wat opgefrist met vanishing cream dat ik in het Roode Kruis pakket kreeg, indertijd in het Ziekenhuis – Daar zaten allerlei gezellige dingen in, sandalen die Lisa passen, naaigerei, vuurrode wol, een beker, zuurtjes, groene knopen – erg leuk. Van de wol hoop ik jumpers voor Lisa en Gijsbert te maken – De kinderen verheugen zich ook zo op jullie en ons verblijf in Nederland – ze zouden graag dieren willen houden, dan zou Wassenaar niet zo gek zijn – Maar inderdaad is dat van later zorg – we komen eerst bij jullie – Verder denken we nog niet. Fijn dat je al met tante Lous sprak over onze verzekering – Schrijf vooral wat ze erover zegt –in verband met de jaren dat wij betaalden. Tijdens de bezetting zal het misschien niet zo gemakkelijk gaan of werden in Nederland de betalingen ook opgeschort? –
Ik kreeg je brief van 20/12 waarin je de ontvangst meldde van mijn eerste brief uit Borromeus – geweldig dat hij zonder vergrootglas te lezen was – Wat voor kwaal is dat aan je duimen? Zeker pijnlijk maar een groot geluk dat je ons wel kan schrijven – je voelt je toch dichter bij elkaar als je van gedachten kunt wisselen al is het alleen maar schriftelijk. Wanneer ik gewond werd? Dat was op het moment dat ik over Hok gebogen stond, proberende hem naar een veiliger plaats te brengen – in de voorkamer stond ik en geen 3 m van mij vandaan voor op het platje stonden enige kerels – een van hen schoot met een geweer dwars door het grote bot vlak boven de elleboog voor in, achter uit – de verpleegsters vertelden me juist gister dat de chirurg bang is geweest dat m’n arm eraf moest – ik zelf ben geen moment ongerust geweest– Ik weet met steeds grotere zekerheid dat de natuur alles geneest als we ons maar volkomen aan haar overgeven – Ik wist dat mijn verwonding juist een bescherming was, al lijkt het zonderling – Toen ik mijn impuls Hok te helpen volgend, in de kamer stond, onbeschermd, een prachtig mikpunt moest ik verjaagd worden en daar ik geen angst had en neiging mij te verstoppen kreeg ik als waarschuwing het schot en inderdaad verdween ik toen in een zijkamer mij reali- [2] serend dat ik mij niet meer moest laten zien, wilde ik in leven blijven – Tot het moment dat ik Hok op de grond zag liggen tussen de brandende meubels was ik zo rustig alsof er niets aan de hand was – toén pas wist ik met een schok dat ons iets ergs was overkomen en dat ik al m’n krachten en gedachten nodig zou hebben om er nog een goed einde aan te maken – Omdat ik wist dat ons niets ergs zou kunnen overkomen, ben ik niet eerder dan uren later op de gedachte gekomen dat het mogelijk zou kunnen zijn dat hij niet bewusteloos zou zijn maar misschien al overgegaan – Toen die gedachte tot mij kwam, heb ik het meteen kunnen en willen aanvaarden – voor hém en mij beiden zal dit de beste oplossing zijn, het leerzaamst, “goed maar niet prettig” – maar nu is het de kunst om er iets goeds en toch prettigs van te maken – daar streef ik naar – Ik vind niet dat ik me te beklagen heb, veel goeds heb ik gehad, veel goeds zal ik nog krijgen – Ik kan onmogelijk down zijn, wel eens een uurtje verdrietig – maar ik zou me toch ondankbaar voelen tegenover het Leven als ik me door deze wending ter neer liet slaan – Ik heb steeds in het kamp gezien wat een ongeluk het is je leven te bouwen op één mens – als die mens je op een dag begeeft, is je leven kapot – Wij kregen ons Leven van Onzen Schepper, als wij op Hém bouwen kán ons geen kwaad geschieden – want de gebeurtenissen zijn het niet, die ons leven bepalen, maar hoe wij daar tegenover staan – Geen mens, ik ook niet, heeft het recht de prettige dingen alleen voor zich op te eisen! Weet je wel hoe wij het al lang over deze dingen eens waren, maar nu moeten wij onze theorieën in praktijk kunnen brengen – als theorie alleen hebben zij geen waarde – – – Ik kreeg zeker al jullie brieven – ze werden steeds nagestuurd – alleen kreeg ik geen beschrijving van de 5 oorlogsjaren – aan wie adresseerde je ze dan? Emma schreef ± 10 dec. kreeg jullie die niet? – Wat gezellig dat zoveel vrienden en kennissen in jullie buurt wonen – Wil jullie Oom Ben bedanken voor zijn hartelijke brief; als ik daar ben zal ik hem ervoor omhelzen, maar als ik alle brieven moest beantwoorden, zou ik de hele dag bezig zijn – ik doe 3x zo lang over een epistel als vroeger! – Ik liet Dien Vaders Latijns vers lezen, ze begreep het meteen en het deed haar verlangen naar meer – Em en mij deed het ook zo goed deze oude bekende taal te mogen doorgronden –
Wat zegt je dat waar, Mam, dat er altijd een goede fee is die de erge dingen in ’t leven verzachten kan –
Het lijkt mij heerlijk als wij voorlopig bij jullie mogen intrekken – auto’s en trams zijn voor Gijsbert de heerlijkst denkbare zaken en dan een plat met groen, ’t Vondelpark en Artis, enig ook voor de groten! – [3] Wat dol dat jullie alle films nog hebben en ik breng die mee van Hok’s tocht naar Sumatra. Heb jullie het afdraaitoestel ook nog? – Fijn dat Vader opknapt, inderdaad zal stilliggen een beproeving voor hem zijn – Ik hoop maar dat wij onze fiets kunnen meenemen – Momenteel kan het niet – maar steeds veranderen de bepalingen. Ik heb nog veel lakens van onze uitzet bij Fanny staan – Morgen ga ik met Kees Zeylmans naar het geologisch museum om te kijken welke boeken er nog van ons zijn overgebleven – Hok vond na de oorlog veel terug en sleepte hard om ze bij elkaar te houden – Er zijn er veel van Houw bij –
Van Stan kreeg ik niets, wel van Mia, kortgeleden een erg aardige brief van haar. Ik zal Stan schrijven – Tante Lizzy stierf in het kamp in midden Java – schreef ik dat al? Al haar bezittingen zullen wel weg zijn – misschien kan ik haar bontjas achterhalen als Stan hem precies kan beschrijven –
Dag – omhelsd Eida
Weet je nog de Van Varrevelds? Hij studeerde met Vader en zij wandelde met de kinderwagen met Moeder – Zulke aardige mensen, Em leerde ze nu ook kennen en is even verrukt als ik –