EIDA
30 juli ’35.
Geliefden – We zijn intens blij met jullie verheugde brieven. Zondag kon ik er alles van aan Em vertellen, daar Dirk met de post een dag later kwam. De anderen lieten we allemaal samen roeien, Hok met alle kinderen en wij zaten samen in het hooi achter een bamboebosje te kletsen. Het is echt gezond voor hen allemaal die hoge lucht, al is het er ’s middags en ’s avonds razend koud. Het is wel een genoeglijk hotelletje als je je niet ergert over de vuile boel hier en daar, stom overigens want niemand had zin er nóg eens te komen. – Maar zo´n omgeving als jullie daar hebt, dat is wel heel wat anders, sneeuwbergen en dennenbossen, ik kan me voorstellen dat ook Anneke haast weer de oude is. Enig dat die Emma Kamp zo´n steun is, al heeft ze weleens strubbelingen met Papa en Mama[1]. Anneke heeft er ook wel wat aan moeten wennen aan een juffrouw die je bij je naam noemt, maar dat is blijkbaar al voor elkaar. De verhoudingen hier zijn wel heel anders, maar het komt ook doordat je met de meesten niet kunt praten, overleggen. Ze zouden het ook maar [2] vreemd vinden als je ze om raad vraagt. Ik doe het weleens met de huisjongen, maar dan zegt hij na zijn raad altijd “of doet u maar zoals u het het beste vindt”. De hit laat zich door Axel van links naar rechts sturen als ik even niet in de kamer ben en trouw sjouwt ze mee en handelt naar zijn believen. Als hij niet wil dat ze werkt, werkt ze niet! – Leuk zijn de kiekjes, die van Vader en Anneke is zo duidelijk van dichtbij en een prachtkiek van het dorpje. Ook die van de kade in Priok is aardig, de onze moeten we ook eens te voorschijn halen. – De logees zijn vertrokken maar meteen werd onze jongen ziek, hij vat erg vaak kou, meestal bij het waken als wij uit zijn – ik zal hem nu verbieden in de open deur te gaan zitten. Ondertussen ontdekte ik dat ze de vlekken van m’n zilver met Vim weg maken en daarmee de glans, ik snapte al nooit waarom het meeste al zo dof is. Vervelend zijn die dingen, die mensen zien geen verschil tussen zilver en blik. De Remptjes zijn weer geweest – tot hun grote verrukking kregen ze ieder een Kwatta reep van hun weddenschap met Hok van zondag en een bakje ijs. Zondag hebben ze met Hok gezeild, Loutje en hij in de zeilboot en Dicky en Anneke in een kano, welke laatsten glansrijk het eerst de eind- [3] streep haalden! – Riek bracht me goeritaatjes voor de baby, daar heb ik nu weer een hele bende van, maar die voor mezelf heb ik nog niet, ik hoop maar dat ik ze hier of daar kan lenen. – We hebben nu al 4 dagen geen huisjongen – het is erg lastig daar de 2 andere bedienden zware controle vereisen en er niemand is om voor ’t avondeten te zorgen en voor ’t ontbijt. Misschien komt hij morgen weer, dan kan ik weer wat naaien, Riek komt morgenochtend dan schiet ik misschien wat op. – Het hele huis van de Linns wordt gemoderniseerd, is volkomen overhoop, zodat Elly de wanhoop nabij is daar ze niet eens bij haar babykleertjes kan, waaraan ook nog gewerkt moet worden. Ze leeft in koffers, hetgeen enorm beroerd in onze toestand om het bukken. – Het is werkelijk een vermelding waard dat Vader zomaar weer mee bergen beklimt, dat is toch wonderlijk goed genezen, schitterend. – We hebben Axel [4] geleerd de bloemetjes te begieten, wat hij zo heerlijk vindt dat hij ’t wel de hele dag wil doen. Hij krijgt dan een grote bak water in de tuin waaruit hij met zijn emmertje schept om de gieter te vullen, meestal vergeet hij de bloemen zelf te begieten daar hij graag de stralen weer in de kom laat vallen, hetgeen hij boeiender vindt! Zijn liefste speelgoed is verder een plaat waarop een vliegmachine, een trein en een boot. Hij kan daar niet zonder eten! – Dien en ik schrijven elkaar tegenwoordig zowat ééns per maand, een plotselinge verandering, beiden lui met schrijven. Maar Houw gaat nu naar Celebes en komt waarschijnlijk in hun buurt. – Jeanne en Tek Bheng schijnen bij Tek B.’s moeder te komen logeren, maar aan ons hebben ze zich nog niet laten zien. Ik heb Jeanne direct geschreven zodra ik van hun ontslag hoorde, maar tot nu toe niets. Ze vinden het zeker vervelend om zó te komen aanzetten. – Vanmorgen las ik Axel jullie brief voor wat hij prachtig vond. Als ik stopte zei hij “ja” en af en toe lachte hij of hij een mop had gehoord. Hij telefoneert ook in zijn eentje, tegen de kastdeur, zegt hallo en ratelt dan wat onzin en direct daarop dáág. En hij heeft het toch niet veel meegemaakt dat ik het doe.
Dag Eida. [5]
HOK
G.
We vinden het erg leuk te horen dat de vakantie in Tirol 100% geslaagd is. Dat Vader de bergen in kan is toch een prestatie. Het is geen wonder dat Anneke in dat schone oord zo opfleurt. Ze was hier inderdaad al aan het Europese verlof toe. – Verleden week hield Mussert hier een voordracht. Ik was er jammer genoeg niet bij. Maar iedereen was enthousiast. Het verwondert mij ook niets, dat zij, die niet aan politiek meedoen met hem ingenomen zijn. Hij heeft het juist over de keerzijde en de uitwassen van de democratie. Iedereen is het met hem eens, dat die democratie op haar laatste beentjes loopt; maar wat zal de NSB ons voor minder aangename dingen brengen, wanneer zij eens aan het bewind komt. – We zijn verder erg benieuwd hoe het af zal lopen met Colijn als kabinetsformateur. Wat sloeg prof. Alberse een figuur. – Zondag bezochten we Dirk en Emma. Ik heb met Loutje gezeild. Hij deed het voor de 4e maal, ik heb het nog nooit gedaan. Resultaat was dat we in een uur tijd slechts 200 meter van de kant kwamen. (Thijs zal het wel beter doen). Desondanks voelde ik me al zeeziek worden.
Dag, groeten aan allen,
Hok.