EIDA
23-4-’35.
Geliefden – We zijn hier in de kentering, zitten op Hok’s kamer met openstaande deuren, heerlijk is het ’s avonds, ’s morgens is het wel drukkend. Dit huisje is veel warmer als het vorige en dat vind ik fijn. Ik baad zelfs elke middag hier! Maar moet je je ook deze badkamer voorstellen: van de grond tot schouderhoogte witte tegels, helemaal rondom, op de vloer gele tegels, geribde, dus niet glibberig. Alles is hier zo heerlijk schoon!! ’s Morgens baadt Axel achter op het grasveld, na eerst een kwartier naakt rondgelopen te hebben daar, dat zal wel goed voor zijn voetjes zijn. Ik kom er niet toe ’s morgens uit te gaan, ik heb hier nog zoveel te doen en we hebben steeds bezoek – iedereen komt nieuwsgierig kijken en gaat vol enthousiasme heen. Jan Schüller vond dat hij nog nooit zo’n praktisch mooi huis gezien had en Miel Prager deed het aan het Papaverhof denken, precies wat Moeder schreef dat Jan Wils[1] het had kunnen bouwen. De meest merkwaardige mensen, die we ééns in de zoveel jaar zien, kwamen net deze eerste week – Ook Anneke’s vriendin ten Doesschate uit Garoet. We laten natuurlijk steeds met trots het huis zien en het valt niemand tegen! [2] Tot onze grote vreugde kwam Henk Heyrmans hier zaterdag eten – ik haalde hem van de trein; hij is in Bandoeng geplaatst met ingang van 1 juni – we ontdekten direct dat het huis vlak achter ons leegstaat! Maar Riek moet bij haar zwager blijven tot die hulp heeft en misschien komt Henk dan eerst bij ons in huis. Hij wilde het eerst niet om mijn “toestand”, maar wij vinden het juist zo genoeglijk. Het is alweer 3 jaar geleden dat ze trouwden, Henk was niets veranderd nog even jolig en uitbundig, pratend met handen en armen zodat Axel zich in de bioscoop waande! Hij is erg blij terug te zijn, dat merk je zo; ook uit het feit dat ze bij jullie zo gedrukt waren. – Jeanne is 3 dagen gebleven. Ze hielp nog met ringen aan de gordijnen zetten maar desondanks hangen ze nog niet, daar er nu nog een zwarte peau de pêche rand aan moet. Stel je b.v. één gordijn voor dat is ¾ lang en ¼ kort – dat korte stuk moet eerst [3] verlengd met een stuk van dat lange!! en dan aan elkaar gezet en daar onderaan moet dan de zwarte rand, terwijl er een randje moet genaaid op de plek waar de naad bedekt moet dus [Tekening gordijn nu] wordt [Tekening gordijn met naad en zwarte rand].
In de tijd dat ik nu één gordijn verander, had ik ze allemaal klaar kunnen hebben, als ze alleen van het goed geknipt moesten, maar het succes – voor onszelf dan, want anderen zal ik maar niet op dat punt attent maken! – zal dan ook voldoening geven. – Anneke en Thijs stuurden ons bloemen ter ere van de 6e trouwdag en de verhuizing, aardig hè, grote blauwe hortensia’s die prachtig op de piano stonden. Dit huis is onmogelijk zonder bloemen, dus dat is wel fijn. Met alles komen ze hier aan de deur, bloemenkerels bij de vleet, veel vruchten en groenten, zelfs koekjes, spekkoek en hopjes, erg makkelijk. We kunnen ook vlakbij melk krijgen voor [4] plotselinge koffievisite en ook ijs; kan ’t mooier! – Tommy kan er maar steeds niet aan wennen dat er zoveel mensen langskomen en ieder wordt steeds aangeblaft. – Axel wou vanmorgen op straat zijn moeder zijn wagentje maar verder laten trekken, maar daar hij daar een handje van heeft, wilde ik het niet en daar hij nooit toe wil geven!, bleef het ding midden op straat staan. Nadat we thuis waren gekomen, is hij het toch maar weer gaan halen, uit wraak heeft hij later mijn hele naaidoos uitgehaald en niet meer willen opruimen. Het is zo’n belhamel. Met Pasen heeft hij Rob Schüller even als gastheer zijn prestaties vertoond. De kranen liepen allemaal in hun huis omdat het water niet helder was, en toen heeft hij de stoppen van de wastafels dicht gedaan zodat op een gegeven ogenblik onze slaapkamer blank stond en m’n schoenen wegdreven! [5] Hoe vind je het schoffie! Hij is er zelf heerlijk met Robje in gaan spelen zodat ze beiden geen droge draad meer aan hadden!, tot grote woede van Annie, die geen schoon goed meer bij zich had. Hij wordt echt leuk stout, maar je weet nooit wat hij zal doen op een gegeven ogenblik, want aan tafel b.v. gooit hij plotseling iets omver of slaat zijn arm uit, gister opeens een erg vet handje op mijn nieuwe harmonicajurk en toen hij me zag schrikken, wilde hij het ook nog afzoenen, op de mouw met zijn vette mond! Ik heb m’n mouw toen maar opgestroopt! – Hij zoent al erg goed, als hij naar bed gaat, kan ieder die wil ervan profiteren. Toen Miel hier was ook, maar daar die zich niet bukte, gaf hij hem maar een hand! – Hok speelt af en toe eens piano, die nu ook erg prettig staat, niet met de rug naar het licht! Als Axel het hoort [6] komt hij direct met zijn boek met de speelliedjes van jullie aandragen en wil horen van de “oppa”, het hobbelpaard. Het boek moet de hele dag opengeslagen op die bladzij op de piano staan! – Het kantoortje is nog het verst van “klaar”. Hok rangschikt nu de boeken, telkens wat want het is enorm veel en diegene die nog niet aan de beurt zijn, zwieren door het kantoortje, het kleed kan nog niet gelegd worden en de naaimachine staat de hele dag op mijn plaats aan het bureau, zodat ik nu aan een uitgeschoven plank schrijf – nu kan ik tenminste altijd gaan naaien als ik tijd heb en hoef niet te wachten tot iemand het zware ding voor me neerzet. – We hebben de kookkeuken ook zo netjes gemaakt, in het pannenrek haakjes gemaakt voor de bijbehorende deksels en overal spijkers in een lat onder het rek geslagen waar we alles aan hingen, zodat het er zo opgeruimd uitziet. – Er valt nog [7] zoveel te doen, dat de schrik me soms om het hart slaat, maar ondertussen moet ik ook het verstelgoed bijhouden. Vanmorgen moest ik eerst kousen stoppen daar ik geen héél paar meer had. Ik heb nu een “hitje” erbij genomen, ter assistentie van Annah en de jongen. Ze neemt stof af, wast af, dweilt, strijkt en helpt bij groente schoonmaken, een reuze hulp want de andere 2 vonden het werk teveel. Ik besloot tot een vrouwelijke hulp daar ik die toch nodig heb na de geboorte van “Lisa” (naar Moeder!). – Zaterdag in de vooravond hebben we in Hotel Preanger een hoofdingenieur befoven, die een lintje had gekregen; met de hele Mijnbouw, grappig die mensen weer eens te spreken. Kees Zeylmans at daarna bij ons en met hem gingen we toen nog uit. In mijn zwarte jurk zie ik er nog keurig uit, al draag ik geen korset, ik voel er niks voor om in de knel te zitten ter ere van andere mensen, die het misschien niet eens zien. – Morgen weer Jan van Riemsdijk en Hans Snel van de Kunstkring. [8] Ik kom maar steeds niet aan de kapper toe, mijn haar hangt al halver-wege m’n nek! Dag liefjes
Eida.
Vast gelukgewenst met 6 mei.
HOK
G. We schijnen nu wat te pauzeren met de inrichting van het huis. Het kantoortje is nog een rommelkamer, van de boeken, die overal op ordening wachten, zie je de tegels vrijwel niet. Het huis bevalt ons erg goed. Axeltje en Tommy lopen nog vaak weg. Axel moet nog goed leren niet de weg op te gaan. Er is hier, in vergelijking met de Berlageweg erg veel verkeer. Ik begrijp nog altijd niet, hoe we het zo lang in dat kleine huis van ons hebben kunnen uithouden. – Vanmiddag heb ik weer eens een tenniswedstrijd gespeeld. Een partij glansrijk verloren en één gewonnen. – Het huis zit blijkbaar vol kakkerlakken, vroeger mieren, nu die vieze beesten. Als ze maar onze boeken niet oppeuzelen. Axeltje begint nu erg levendig te worden. Ik vrees, dat de schooljuffrouwen later heel wat met hem te stellen zullen hebben. Wij niet minder natuurlijk. Hij heeft kans gezien om Tommy, die al grommende tegenover een andere hond stond, aan het vechten te krijgen. Even een duwtje, dat de snuiten tegen elkaar botsen. Resultaat een geweldig gevecht. En Axel aan het juichen. Hij begrijpt al heel veel, alleen dat niet, wat hem niet in zijn kraam te pas komt! Zo zijn er meer.
Dag Hok.
[1] Jan Wils (1891-1972, Nederlands architect: o.m. Papaverhof Den Haag 1919-1922 / Olympisch Stadion Amsterdam 1926. Werkte samen met Berlage, daarna eigen bureau. In het kubistische van Wils is duidelijk invloed van Frank Lloyd Wright zichtbaar.