1930-04-15

HOK

15 IV ’30

G. Polteravond. Kalmpjes getweeën. A. en Th. door de vele fuiven die ze hebben helpen slagen, wat minder fris geworden: vermoedelijk hebben ze teveel gedineerd, zodat wij niet naar hen toe zijn. Eida heeft deze week mijn wil getrotseerd: most niet maggen. Heeft mij van honger haast om laten komen: een doodzonde. Maar heeft zich ondanks alles kranig gehouden. Ze is zelfs op de slappe en praatgrage en niet ter zake blijvende voorzitter woedend geworden en heeft ter vergadering voor louter vreemde snoeshanen gesproken en zo’n succes behaald, dat haar opmerking in spatie in ons onvolprezen provinciaal blaadje weergegeven staat. Ze is ondanks het trotseren en het laten verhongeren van haar man zeer in mijn achting gestegen [EIDA dat kon blijkbaar nog!]. Zo ziet u, dat de vrouw tegen elke verdrukking in, zich emancipeert!

Vrijdag a.s. komt Henk Heyrmans bij ons logeren. Houw komt misschien ook om m’n rok aan te passen. Hij wil met de verjaardag van Juliana bij de G.G. op receptie. Dat is zo een concessie aan het Buitenzorgse ambtenaren-publiek. Men is daar pas in tel wanneer men in de schaduw van de G.G. heeft gestaan. Zo voelen de secretarie-ambtenaren, zoals Bodisco, zich ver verheven boven de andere ambtenaren, omdat ze allerlei karweitjes te doen hebben voor de “Toewan besar” (= Gouverneur-Generaal), dus zoals zij het zeggen: voeling met hem houden.

Mevr. v. Gilse schreef me dat zij van Hoying al een paar maal een rekening gepresenteerd kreeg voor het ontbijtservies, dat wij eerst van Hoying hebben gekregen. Maar dat servies – u weet wel dat mormel stel – werd teruggegeven en daarvoor in de plaats namen we toen van Hoying onze tafelmessen. Mw v. Gilse gaf mij toen ƒ 25.- waarvan het servies, dat we tenslotte van De Bijenkorf namen, gedeeltelijk betaald werd. De messen heeft Moeder na ons vertrek toen betaald. Misschien vraagt Mw. v. Gilse u nog hierover inlichtingen. [EIDA geef haar maar de kwitantie van de messen]. [2] Vanavond geeft onze gelukkige huisjongen-vader een slamatan (=feestje, meestal voor de inwijding van iets) ter ere van de doop van zijn zoon. De naam die hij bedacht heeft is Paimoer. Wat het precies betekent weet ik niet. Het schijnt verband te houden met deze tijd van het jaar: Pai (?) genaamd. En hij heeft deze naam bedacht om het kind niet ondeugend te laten worden. Hoe het verband precies is, is mij niet duidelijk. Dit is maar een voorlopige naam zegt Ardjo.

 

Moeder zoudt u voor mij aan:

G.A. van Halem, Bremen, voor Rechnung no. 2, ddo 10/3’30 willen gireren: 3.05 Mk. Misschien heeft u zijn gironummer al ontvangen.

Bij voorbaat bedankt. Gefeliciteerd met de 16/IV. Voor deze gelegenheid heeft Eida onze trouwkieken v. Berssenbrugge in goud laten inlijsten. Verder laten we een divan maken in passende stijl, om er onze moeie leden op uit te kunnen strekken. Zalig!!! Dag Hok

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Hok
  • Pagina's: 2
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1930-04-13 1930-04-21 »