1929-10-21

EIDA

21 oktober ’29

Lieve verre Engelen –

Ik ben schon wieder in een daverend goed humeur. Het is tegenwoordig haast elke dag. Ik moet er ook erg goed uitzien en Hok heeft niet over afwezigheid van mijn vrolijkheid te klagen, wat bij hem altijd aanstekelijk werkt. Houw is vrijdag, na zijn 12-daags verblijf vertrokken om nog een paar dagen bij zijn Moeder te zijn en nog even een offerfeest, sembajang genaamd (semba=groet) bij te wonen. Deze week vertrekt hij al naar Buitenzorg om daar kampioen schaker te worden!! Hij is een en al verrukking van schaken en ik heb er menige morgen over moeten horen. Hij kan zo smakelijk over zijn tegenstanders vertellen, die hij met de grootste listen vangt, de kampioen van Soekaboemi was er direct bij [HOK “knock-out”]. Hij is zelf nooit zenuwachtig en vertelt b.v. aan zijn tegenstander een mop, zodat deze van het lachen een verkeerde zet doet! Houw heeft in die dagen ongeveer 10 detective romans uitgelezen, hij had echt boekenhonger na die tijd op Tjidjoho, hij heeft maar 2 morgens iets gewerkt! Op bevel van Hok heeft hij de kleermaker bezocht, die een allerkeurigst getailleerd pakje voor hem maakte, dat ik hem liet aantrekken en dus uit de plooi liet halen, wat me minstens een kwartier gekost heeft om uit te vinden hoe hij in die doos gezeten had, want “Meneer” is bar precies [HOK erger dan Hok]. – Het is nu 12 uur en tot nu toe was ik steeds in touw, de linnenkast allereerst [2] in orde gemaakt. Je weet misschien dat hij achter het logeerbed staat, zodat dit altijd een heel eind weggeschoven moet worden als ik bij de kast wil. Dit alles omdat er geen plaats voor een logé zou zijn. Hoe menslievend nietwaar! Hok vindt het heerlijk als er logees zijn, hij is al zo’n “echte” huisvader, waarvoor Houw hem uitschold omdat Hok, thuisgekomen, vroeg wat wij uitgevoerd hadden en toen wat er te eten was en daarna, natuurlijk vooral op het laatste “kritiek” leverde. Maar wat de linnenkast betreft, ik heb een paar tafellakens, die ik toch niet allemaal gebruik, in dat blauwe papier gepakt, Maatje, dan blijven ze mooi hè. Alles wordt hier nl. zo geel van het liggen. De slopen en handdoeken b.v. –Ik ga nu maar elke dag schone doeken geven voor het afwassen, want je weet niet, wat ze ermee doen en van hygiëne hebben ze heus geen benul, van netheid gedeeltelijk. Vanmorgen legde Ardjo b.v. het flesje meubelwas op het lichte stoelovertrek met het doekje erbij! Ik heb je, geloof ik nog nooit verteld, dat hij helemaal geen Hollands verstaat, maar alleen een paar woorden kent als: sterk, kapot, tapla (tafellaken!), serbet (servet), djas (jas). Ik ben bezig kokki zuinigheid te leren, eergister moest ze het spinaziewater bewaren voor soep, en vandaag de bonenschillen, overblijfsel van gezeefde bonen voor soep, morgen voor kroketten! [HOK Herinner mij niet, dat ik ze deze week verschalkt heb] – Gister kregen we Emma’s portret en wij stemden direct op de gewone Emma zonder hoed en jas en we hopen nu maar dat A. en Thijs juist de andere willen hebben. Zeg Emmelot, wat zit je haar zeldzaam mooi, dat staat reusachtig. Op die met de hoed trek je een danige gelegenheidsmond en Hok erkent je daarop niet als z’n zuster! Ik wel hoor, ik vind het geheel leuk, maar de andere daverend. Eerstdaags hangen jullie met je drieën in het kantoor en onze rève-bruidskiek erbij, dus geen vreemden worden hier meer toegelaten, een onderonsje zal enig zijn! – Nu moet jullie nog horen van onze kopergroene bruiloft (al het koper was keurig gepoetst), dus [3] van “groen” geen sprake, behalve dan tussen de bloemen. A. en Th. stuurden ’s morgens beeldige witte chrysanten samen met 4 tomaten omdat ik te weinig had voor de soep. Dinsdag- en woensdagmorgen was ik druk bezig met taart en hors d’oeuvre, die beide zeer in de smaak vielen. De taart was van eieren, suiker en bloem en aardappelmeel en geen boter, wat erg plezierig is, daar die hier kapitalen kost. Ik had room besteld en maakte een tussenlaag van kookroom. Van boven gegarneerd met gekonfijte vruchten en beschreven met: 0,5=16/4-16/10 ’29. Dit was de toespijs voor ’s avonds; voor 3 uur had Houw taartjes besteld, waarvan ook de bedienden smulden. De hors d’oeuvre was van “Zeeuwse rotjes”(!)Smile die Bogerijnen “de” zaak voor “alles” speciaal voor me maakte, sardines – biet – opgerolde zalm – komkommer – broodjes met lever – gevulde eieren op een ovale schotel, op koolbladeren gelegd. Thijs wou me direct als kokki engageren! Na de hors d’oeuvre, tomatensoep met champignons en room – boterhammen – taart – vruchten.  Na afloop gokten we met kaarten, Houw hielp mij en door veel brutaliteit, won ik veel, Hok daarentegen waagde al te veel en moest gaan lenen. – Leuk die feesten, morgen weer Thijs – wij hebben de Polonaises van Chopin gekocht (en advocaatvruchten, die zalig zijn!), maar als jij dat ook net stuurt, dan mag het geruild. – Ze gaven ons een lepelvaasje, dat we mogen ruilen tegen een echte zilveren, zodra het 1 november is! – Vanavond komen Meneer en Mevr. Lindberg – de Zweedse Fin + de Indische-Hollandse, ik vind het nog doodeng, om oudere mensen te ontvangen, enfin het moet toch. – Lientje Hupkes is weer uit het ziekenhuis, telefoneerde Jan, maar ik neem maar [4] geen notitie meer van ze, want Hok vreest ze als kennissen! Ik kreeg een briefkaart van een P.S. reünie met handtekeningen, op de wijs van Valencia zongen ze: Aleida, wij toch missen jou op deez “schone” avond zo verschrikkelijk! – Verder nog een brief van Bepje, dus ze vergeten me niet, echt leuk. – Ook een luchtbrief van Oom I. en Tante Jacq. Ze schreven over ons telegram, jullie niet! ! – Je schreef dat we aug. en nov. aan tante Lous moesten betalen, maar nu “kom alles rech”, het kantoor van hier, stuurt dan wel een rekening. – Anneke wordt geen “VIVOS” lid omdat ze geen kennissen wil maken, nu ze al zo gauw weer weggaat (jan. misschien) – er is weer een vergadering geweest, en ik heb direct gemerkt hoe nodig het is je hersens tot nadenken te dwingen, juist over dingen die buiten je liggen. Ik ben erg blij daar lid van te zijn geworden. De laatste lezing ging over iets over preventieve Kindergeneeskunde door een zuster van Jittie Wijkerheld Bisdom, “de” kinderarts hier. Ze is beeldig om te zien en tóch niet getrouwd zei Hok!! – Wat een gek idee dat jullie alweer aan een kachel denken, dat is hier zalig, wat eigenlijk niet!! Fijn dat je dat bont van Tante Annette hebt, laat je kieken hoor! – Is je pok weer weg, Maatje, wat een schrik om van de trap te vallen, gelukkig goed afgelopen. Zoiets kan je hier niet gebeuren! – We hebben hier geen voorgalerij d.w.z. Indische mensen noemen de voorkamer: voorgalerij, maar deze is helemaal dicht, een gewone kamer. – Gelukkig dat Zus Schüller weer verloofd is, dat andere was wel een ellende. – Als Annetje voor de trouwerij toch alles nieuw liet maken, wel een nieuwe blauwe jurk, wel een bruidsboeket, maar geen bruidsjurk, inconsequent. Waarom het bruidsboeket in tweeën, wat deden ze ermee?

Dag

Hok Eida.

Ik schreef een lange brief aan Mevrouw van Raalte volgens belofte.

Smile Voetnoot "Zeeuwse rotjes": vierkante, zeer dun gesneden brood, 2 keer gebakken, dus hard en knapperig, belegd met rookvlees.  

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 4
  • Soort: Brief, gelinieerd papier