1940-06-10 van Vader

VADER
10 juni '40 den Haag
Lieve Eid en Hok,
Sinds korte tijd koesteren we weer de hoop – moge het geen illusie zijn! – dat een brief van ons te eniger tijd, zij het ook na ettelijke weken, jullie zal bereiken. En zo neem ik dus aan dat er al twee briefjes (vermoedelijk met dezelfde post) van ons in Bandoeng zijn aangekomen als jullie dit leest. Moeder en ik zijn gezond en hopen dat we weldra iets dergelijks ook van jullie zullen vernemen. Voor alle zekerheid houden we de papier-repen nog op de ramen geplakt: zolang er gevochten wordt (zij het elders) is dit veiliger. Overigens is het nu in Nederland rustig. – Mijn leraarsambt loopt welhaast ten einde. Het Eind-examen is in volle gang: mijn mondeling-deel begint donderdag en eindigt maandag. Daarna volgen nog de eind-rapporten van de lagere klassen en de eind-vergaderingen, en op 6 juli sluit de cursus. Op die dag willen enige mijner oud-leerlingen, voor zo ver ze daartoe in de mogelijkheid of gelegenheid zijn, mij de hand komen drukken. Dat vind ik een aardig plan! Het was voor mij een ware verrassing, toen ik dezer dagen de oproep van het Comité in "Het Vaderland" las. Moeder was minder verbaasd: zij bleek al ingewijd te zijn en overleg te hebben gepleegd met Van Peursem. Jullie en E.& D. en A.&Th. zullen ook wel een circulaire of oproep ontvangen hebben: ik wou maar dat dit zes-tal erbij kon zijn! – Er woedt nu een geweldige strijd ten noorden van Parijs, na de capitulatie van België en de "hel" van Duinkerken. Vanochtend werd bekendgemaakt dat ook Noorwegen de wapenen heeft neergelegd. Duitse soldaten ziet men weinig meer in den Haag: vermoedelijk zijn ze vrijwel allen naar het zuiden, naar het geweldige gevechtsterrein vertrokken. [2] Het is verwonderlijk te zien hoe te midden van dit alles de natuur zich in volle schoonheid en rijkdom ontplooit. Wij genieten van een zeldzaam mooie vóórzomer, en door het uitblijven van nachtvorsten in april en mei beloven vrijwel alle vruchtbomen in ons land een overvloedige oogst. Ook nu zitten we in ons tuintje thee te drinken een te schrijven, en zoeken de schaduw van onze kastanje op (die al aardig begint "uit te slaan") vanwege de warme juni-zon. Moeder is feitelijk aan de schoonmaak van mijn kamer, maar door haar goede organisatie merk ik er weinig van. Onze voorkamer wordt nog steeds mooier: nu pronkt er een bijzonder mooi kleedje-over-de-kleine-tafel in, expres daarvoor vervaardigd door Mevrouw den Drijver. Het geheel is daardoor nog aanmerkelijk harmonieuzer geworden. – Dankzij de invoering van de Duitse Zomertijd is het 's avonds om ± half 11 nog licht genoeg om zonder elektrische verlichting naar bed te gaan: sinds een paar weken behoeven we dan niet meer te verduisteren. En ten gevolge van die Zomertijd (die in ons land met de Zonnetijd niet minder dan 1 uur en 40 minuten verschilt) hebben we natuurlijk per dag heel wat meer daglicht. Als ik 's ochtends om half 7 opsta, is het volgens Zonnetijd nog maar 10 minuten vóór 5! – Volgens een bericht in de Rotterdammer moet men voortaan de brieven voor O. Indië en ook de overige post voor het Buitenland op het postkantoor afgeven met vertoning van zijn pas. Of dit juist is zal ik eens gaan horen.
En nu gegroet! Hebt het wél samen!
Vader
N.S. Zojuist horen wij per radio, dat Italië aan Engeland en Frankrijk de oorlog heeft verklaard.

Details

  • Plaats: Papaverhof 32, Den Haag
  • Auteur(s): Menno Schepers
  • Pagina's: 2
  • Soort: Luchtpostpapier
  • Bijzonderheden: Dubbelzijdig beschreven