1945-11-13

SECURITY: THINK – BEFORE YOU WRITE!!
BY AIRMAIL                                    Ex P.O.W.[1]-Mail                
AIR LETTER                                    Stempel: Amsterdam Centraal Station 1945  23.XI.
IF ANYTHING IS ENCLOSED
THIS LETTER WILL BE SENT
BY ORDINARY MAIL
 
                     De Heer en Mevr. Dr. M.A. Schepers
                     Oranje Nassaulaan 52
                     Amsterdam
 
I.A.F.F. 1083 
                                                            NEDERLAN[2]     
 
 
                                    GEOPEND DOOR DEN CE
 
TH                                                                                          ONLY 
 
 
                        Written in      Dutch           (Language)
Sender’s          No.               35781
                        Rank:              Ex POW
                        Name:              Dr Tan Sin Hok
                             v. Engelbert van Bevervoordeweg 12
                                    Bandoeng

[2]

EIDA             

Bdg. 13-11-‘45

Lieverdjes – Wat heerlijk dat we bericht kregen door Zuster Anne dat jullie beidjes de oorlog hebben doorstaan – ook kreeg Emma de kaart eigenhandig door jullie geschreven, Moeder het adres en Vader het verhaal – ik hoorde daarvan door Dirk die hier in Bdg in een kamp is en wie ik opzocht. Het eerste vliegtuig zal overmorgen hier aankomen – ik hoop zo vurig dat jullie een brief voor ons meegaven en ik jullie dierbare handschriften ook weer eens in handen zal krijgen – Wij logeren sinds 6 weken bij familie Dr. Tan Ping Ie – hij en zijn vrouw beiden goede vrienden van ons die ons een heerlijk rustige tijd bezorgden – Wij merken hier niets van de onrustige toestand in het land, alleen door de radio leven we mee en door het feit dat Hollanders niet op de pasar mogen komen en meestal geen bedienden hebben, aan wie het door ophitsers verboden wordt bij Holl. te werken – Nu we over een paar dagen (negen) in een eigen huis  gaan wonen, zal ik ook wel geen bediende krijgen, ik doe moeite voor een Indisch of Chinees meisje – Overigens kunnen wij alles zelf misschien wel af daar onze huisraad bestaat uit het allernoodzakelijkste, dat wij leenden – Wij boffen dat wij vrienden hebben, Chinese, die ons met allerlei helpen – de grootste hulp komt van de zijde van onze gastvrouw hier: Mien Tan, die overal de prettigste dingen vandaan tovert: glazen, elektr. strijkijzer, luie stoel, slaapbanken enz – Verder koopt zij etensvoorraden voor ons in: rijst, dendeng[3], gedroogde vis, die wij in staat zijn te bekostigen dankzij de dagelijkse steun van de Rapwi (= steuncomité speciaal voor de ex-geïnterneerden) – Ik schreef jullie al dat wij er alle 5 goed afgekomen zijn – ik zie er zelfs iets beter uit dan toen ik het kamp inging! – Alleen Hok heeft al zijn boventanden en -kiezen moeten laten uittrekken, volgens hem at hij teveel pap! Hij kan nu alleen maar zachtgekookte rijst en soepen eten, de vruchten worden voor hem gemalen. Volgende week krijgt hij al zijn voorlopig gebit – Ja, ik had nooit gedacht dat wij ook in het Hollandse kamp terecht zouden komen – Hok bleef na de capitulatie in maart ’42 zijn geologisch werk voortzetten – hij vond het wel verre van aangenaam onder die kerels te werken, die grotendeels weinig verstand van zaken hadden, maar hij voelde zich verplicht door te werken, zorgende dat niet alles in hun handen kwam van de geologische gegevens – Hij leerde goed lijntrekken! Hij ging nog onder leiding der heren op tournee naar Bantam waar hij de bevolking aan werk kon helpen door het aanwijzen van een kolenveld waarheen wegen gemaakt moesten worden voor de ontginning – Hok had nooit last met de heren Nipponners en al onze Hollandse vriendinnen die de één na de ander het kamp in verdwenen, beschouwden ons als safe en zo stapelden de te bewaren koffers en kisten zich op in garage en logeerkamer – Onze auto raakten we na een jaar kwijt – Emma was toen het kamp al in. Haàr en ònze auto en die van de hele buurt werden aanééngebonden, weggereden, weemoedig door mij alleen (+Axel en Lisa) nageoogd daar de andere eigenaars al ingepikt waren; vele herinneringen wekte die laatste blik op het dierbare vehikel, herinneringen die mij in het kamp ook steeds weer wisten te verblijden: ons heerlijke verlof waarvan ik de bijzonderheden zo vaak door mijn gedachten liet gaan, alle heerlijke tochten langs berg en dal – hoeveel genoten wij dankzij dat kostelijke wagentje! En herinneringen die ons met jullie verbond waardoor m’n gedachten veel teruggleden naar die harmonieuze gelukkige jeugd die jullie ons bezorgden, onze jongste jeugd aan de Laan van Meerdervoort  later de Gymtijd met vreugde en werken, [3] daarna Leiden met alle vriendinnen en pretjes en Huishoudschool met weer andere werkzaamheden en ontspanningen tenslotte de periode met Hok en ons huwelijk en door heel die tijd heen het lichtpunt: ons tehuis waar het altijd weer heerlijk was terug te keren, dat in al onze zorgen en vreugde meeleefde, waar we jullie steeds wisten met al je belangstelling voor alles van ieder van ons – Hoe heerlijk zou het zijn weer bij elkaar te zijn, in een kring te zitten en van gedachten te wisselen, meelevende met de vele verschillende belevenissen van ons ieder gedurende al deze jaren dat we geen verbinding hadden – Jullie brief, geschreven tijdens de bezetting, ontvingen we nog, dat was wel de laatste, dus 5 jaar geleden – wàt een tijd – Em en ik schreven Anne nog over ons aanstaand moederschap – was dat het laatste wat jullie van ons hoorden? Ik hoop erg dat jullie je geen al te erge zorgen over ons gemaakt hebt – ik voor mij had steeds het vaste vertrouwen dat we jullie na afloop van alle ellende zouden terugvinden – Wij hopen zo dat Vader zich al wat beter voelt – wat een zware tijd heeft Moeder ook gehad met lichamelijke arbeid – dat houthakken, een enorme prestatie en wij kunnen dat waarderen waar wij zelf ook planken en stoelen verstookten. – Ik ben tenslotte dankbaar het kampleven te hebben mogen meemaken, waar andere Hollandse vrouwen van Chinezen buiten bleven en zodoende werkelijk buitenstaanders zijn – Jeanne Tan Tek Bheng zat anderhalf jaar erin, Nanda bleef buiten. Onze oppakking is op zichzelf al een belangwekkend romantisch verhaal en al wat wij beleefden, 5 keer verhuizende zonder andere hulp dan je medevrouwen, op zware karren door onszelf geladen en getrokken, de Indonesische door de Nippon opgeleide soldaten ons hele hebben en houden stuk voor stuk uit de koffers grijpende en in het rond op straat strooiende linnengoed en garens, jurken en babygoed; onze hartkloppingen voor elk stuk contrabande dat we dóór wilden slepen, onze vreugde als het lukte – We hadden tijden van overvloed aan vruchten en suiker, maanden dat we in 14 dagen 1 pisang kregen zo groot als m’n pink of een sawo[4]; tijden dat we ieder een hele klapper[5] kregen elke week, maandenlang dat geen klapper, tomaat of komkommer zich aan ons vertoonde – pas in het kamp kregen we dagelijks meer dan een grote kop suiker, later officieel 15 gr per dag behalve alle keren dat het werd overgeslagen – erge honger hebben wij niet gekend, wel tekort, jullie – hebben het wellicht zwaarder gehad met honger en koude – Veel vrouwen benauwden het gevangen-zijn heel erg en het moreel hield maar een enkele hoog, hoewel men over het algemeen wel opgewekt en actief was – Maar met het moreel bedoel ik dat de meesten voor de vijand naaiden, breiden, meubels sjouwden: vrijwillig omdat ze er extra eten voor kregen, zich weggooiende voor een meer gevulde maag! – Midden in de nacht onder een prachtige sterrenhemel reden wij met ons vijven op een vrachtauto bewaakt door 4 agenten en 3 Kempai[6]- (Gestapo-achtig iets) lieden naar de Kempai post – Hok [4] vertelde dat wij onder op de lijst stonden van degenen die zij die nacht gevangen wilden nemen, met potlood erbij geschreven! – Wij moesten alle kasten openzetten, de sleutels afgeven en netjes mee – ik  in m’n housecoat over m’n nachtjapon – Na ons 12 uur te hebben laten stilzitten – wat Gijsbert niets beviel zodat hij ronddribbelde tot vermaak van onze medegevangen vrouwen en kinderen ± 60 en tevens tot vreugde van onze Nipponse bewaker die zelfs zijn glas water met Gijsbert deelde – stopten ze ons in het kamp. Het was 1 sept ‘43, Gijsbert was 1 jaar + 4 mnd – Wij mochten even naar huis met de vrachtauto en ons werd 1 kwartier de tijd gegeven om het nodige voor het kamp bij elkaar te halen – Dat kwartier werkte ik onder hoogspanning, Lisa hielp enorm terwijl Gijsbert op de vrachtauto werd vastgehouden – Vaak dacht ik terug aan dat éne kwartier dat zo belangrijk voor onze kamptijd zou zijn want veel hing ervan af wàt ik van m’n hebben en houden mee zou nemen – Ik heb gemakkelijk van alles afstand gedaan, er was maar één ding wat ik betreurde: m’n naai-etui! – Ik bofte dat ik in m’n kleerkast één plank had met levensmiddelen in blik, die ik alle meenam – later kreeg ik nog veel levensmiddelen gestuurd en kleren precies wat we nodig hadden! –Verder was Emma al in ’t kamp, zij en AnnekeR[7] –sloofden zich voor mij uit. Intussen had Hok het wel zwaarder: hij kwam in een echte gevangenis, sliep op de koude grond, had niets bij zich als wat hij aan had, 80% kreeg buikklachten, hij verhuisde 5x tot hij in Tjimahi terecht kwam en bleef met 500 Chinezen –  Zij leden veel honger – gelukkig voor ons geen koude, wat jullie zeker wel leden –  We luisteren nu elke avond naar de Phohi en genieten vooral van de geestkracht die het Nederlandse volk tijdens de bezetting getoond heeft – wat een moed – ons volk leeft weer op, krachtiger van geest dan ooit, ons volk-uit-de-80 jarige oorlog waardig! Al die kranten die verschenen en de acties die gevoerd werden, de hulp aan de ondergedokenen, prachtig dapper werk – Wat een verschil met hier, waar men zich liet regeren door angst, vrees en gemakzucht – hier bleek wel de ondeugdelijkheid van het koloniale systeem – Wij zijn erg gelukkig dat er iets anders voor de deur staat al zal er nog eerst veel bloed vloeien – De bedienden van onze gastvrouw, zijn er vandaag allemaal vandoor gegaan bang voor de oorlog die moet komen – Wij wachten rustig af, er is hier door een gewoon burger nog niets bijzonders waar te nemen. Ik ging deze week een paar maal ’s morgens het kamp in naar Dientje Beudeker, zo gezellig elkaar terug te zien, ook Henk en Riek zitten nu bij elkaar + 2 zoons alles goed – We brachten Jan Albert Sch.[8] op zijn verjaardag krentenkoek en sigaren en hij schonk chocolademelk! – We eten hier dagelijks eieren, vlees, vruchten, groente, rijst en koek: geen oorlog te bekennen – Schrijf vooral als mijn schrift te klein is – Omhelsd lieverdjes, schrijf veel en uitgebreid aan je dochter Eida.

Ik geef Axel (7e klas) les in Nederlands + rekenen. Verder naai ik daar de kinderen nu opeens hard groeien. We kregen ook nieuwe stoffen van de steun!

HOK

G. Van harte gelukgewenst dat wij het er levend van afgebracht hebben. Voor ons staat het vervolg van deze bloedige roman voor de deur. We  hopen op een betere toekomst, dat het leed van deze dagen niet vergeefs moge zijn geleden. Dag Hok.[9]

 



[1] Ex P.O.W. = Ex Prisoner Of War

[2] Strook aangebracht bij controle, doorgeknipt en niet compleet.

[3] Dengdeng: dunne plakken gedroogd zoet vlees.

[4] Sawo: peervormige bruine vrucht met zacht zoet vruchtvlees.

[5] Klapper: kokosnoot.

[6] Kempai = Kenpeitai, militaire politie.

[7] Anneke R = Anneke Rempt, jongste dochter uit eerste huwelijk Dirk Rempt, echtgenoot Emma.

[8] Jan Albert Schepers, volle neef van Eida.

[9] Dit waren de laatste woorden die Hok schreef naar Holland.

Een citaat: “Kom vanavond met verhalen/hoe de oorlog is verdwenen/en herhaal ze honderd malen:/ alle malen zal ik wenen.” Leo Vroman uit zijn gedicht Vrede.

 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Van Engelbert van Bevervoordeweg 12, bij dr Tan Ping Ie
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 4
  • Soort: Luchtpostpapier
More in this category: « 1945-09-28 1945-12-04 »