1945-10-30 Moeder aan E&H

MOEDER
A'dam, 30/10 '45
Lieverds,
Daar zijn we weer bij elkaar! Eindelijk! Wat hebben we daarnaar verlangd in deze barre jaren! Goddank, dat we allen gespaard zijn gebleven! Dirk noemt het een ongelofelijk wonder – en dat is het ook – we kunnen er niet dankbaar genoeg voor zijn! In gedachten omhels ik jullie, die natuurlijk veel ellende hebt moeten doormaken, aanzien en meelijden. En hoe hebben Axel en Lisa zich gehouden? Die zijn nu al zo groot – 12 en 10 – we kunnen ons hen zo niet voorstellen – Axel nog wel enigszins, maar Lisa met haar piepkleine mondje, waarmee ze zo grappig praatte, toen ze 2 was? En nu heet ik Gijsbert, met Jetteke , onze nieuwe verrassende aanwinsten welkom – zullen jullie kiekjes sturen met 't terugkerend vliegtuig? Dat hij werd verwacht, was nog het laatste nieuws van jullie, dat tot ons kwam via Anneke – na de bevrijding heeft ze ons de brieven Eid en Em gezonden van jan.'42. En dat is dan ook 't laatste, wat we van je lazen – Nu is er nog niets gekomen. Maar gelukkig weten we uit de brieven van Em, Dirk, Anneke Rempt, Tine Schepers dat jullie het goed maken – dát was een vreugdevolle tijding, die ons 100 pond lichter maakte. Toen wij bezet waren, was 't al erg, maar nadat Indië ook dat lot deelde, hadden we 't zwaar. Net toen Java moest capituleren werd Vader zwaar ziek – dr. van Leggelo gaf hem op, op die 6e maart – als er geen wonder gebeurde. En dat wonder gebeurde, hij kreeg koorts en daardoor werd het hart actiever en na een week was hij buiten gevaar. Hij had een hevige darmbloeding gehad, het duurde 2 maanden vóór hij weer mocht opstaan. – Nu in maart heeft zich dat herhaald, wel niet zó hevig, maar oom Willem, die hier onze dokter is, vond, dat hij nu eens een kuur moest doen in het ziekenhuis om eraf te komen. Van 9 april tot 19 mei lag hij in 't ziekenhuis en had een erg nare tijd – hij moest een hongerkuur doen en we hadden deze winter de hongersnood net meegemaakt – hij was al zó mager en slap en was erg ongelukkig, dat hij niet zoals drie jaar geleden thuis lag en door goede voeding kon opknappen. Maar voor 't goede doel hadden we deze nare weken over – we verwachten dat de darm nu geheel zou beteren. Het was een bittere teleurstelling toen half aug. De bloeding wéér begon. Maar nu mocht hij thuis blijven en mocht ik heb zelf verzorgen – hij is nu alweer erg opgeknapt en ziet er goed uit. Zodra we weer elektr. stroom hadden, is er een Röntgenfoto gemaakt en oom Willem zei dat er duidelijk een zweer te zien was in de 12-vingerige darm, die door littekens van vorige zweren misvormd is. Als V. jong was, zou [2] oom W. hem opereren, maar nu aarzelt hij zeer. V. wil zelf graag, om af te zijn van het bloedingsgevaar en ook van zijn dieet, dat hem zeer verveelt. Oom W. denkt, dat V. meer en kleinere bloedingen gehad heeft gedurig – zolang we hier zijn, had hij, wat hij zelf noemde zenuwinzinkingen, ups en downs – er waren ook altijd zoveel emoties en angsten en zorgen dat we 't daarvoor hielden. Maar 't zullen misschien bloedingen zijn geweest –
Jullie weten nu zeker al, dat we naar Amsterdam moesten verhuizen – uit Den Haag moesten we, omdat V. gepensioneerd was en er geen huizen meer waren van niet-werkers. (het Goudsbloemplein bestond nog – daarachter waren alle huizen gesloopt, ook 't Lyceum Stokroosplein – en nog vele delen van Den Haag. 't Was erg, omdat alles aan te zien.) Omdat ik met een Davidsster met Jood erop rond moest lopen, moest ik naar Amsterdam. "Sie haben Ihr Haus zo verlassen bis 10 Januar" kregen we op 29 dec. in huis. Maar we mochten alles meenemen. Ons huiskamerameublement en Vaders boekenkast en –molen, al onze boeken en muziek waren al opgeslagen bij Jan de Drijver – onze piano bij De Prauw – 't verdere ging in de verhuiswagen en ikzelf erbij – anders had ik moeten lopen naar 't station en hier van 't station naar de Oranje Nassaulaan, waar we een liefderijk tehuis vonden bij de Jorissens, de grote vrienden van de v. Berkums. Vader ontmoette hen bij de crematie van mevr. v. Berkum en zó hoorde hij, dat zij juist een echtpaar zochten om in hun huis hier te wonen terwijl zij bleven in hun zomerhuis in Putten. Wij hebben een gemeubileerde etage hier – woonkamer vóór en slaapkamer achter met ons eigen slaapkamerameublement, verder keuken en een plat kabinetje én een balkonnetje of liever gezegd een loggia op 't zuiden. Nu de Jorissens weer terug zijn wonen die boven ons, want dit is een hoog bovenhuis van 3 etages. Op de 3e hebben we gemeenschappelijk 2 logeerkamers en 2 zolders. 't Is geheel ouderwets, zonder moderne gemakken – gelukkig hebben we nu 1 dag p. week hulp van een vroeger dienstmeisje van mevr. Jorissen – verder moeten we alles zelf doen
[Randje pag. 2]
koken, wel eten samen om half één, ontbijt en avondbrood elk apart – 't Zijn verbazend aardige nobele mensen – we hebben 't gezellig met ze –
Maar dat harde werken was een goede afleiding in die tijd van de vele zorgen. Tante Leidie is weggevoerd – ze brachten haar naar de gevangenis in Scheveningen, waar ze 3 dagen en nachten doorbracht, vandaar naar Westerbork. Ze schreef daarvandaan een brief naar Hans, die we allen lazen. 2 dagen later is ze weggevoerd naar Polen? Nooit weer iets gehoord van haar, zomin als van de duizenden anderen. Tante Henriët dito. Een week eerder. Haar broer Arnold leeft ook niet meer – Tante Masje is na de bevrijding uit Theresiënstadt in Zwitserland gestorven. Zus Aleid en mevr. Enthoven en Marie Wertheim zijn teruggekeerd gelukkig, maar er zijn velen niet teruggekomen –
Ik ben gered door Vader en door jullie. Gemengd gehuwden met kinderen werden niet weggehaald, als er nl. geen vergissing gebeurde – en dat [3] kwam ook voor, zoals bij de nichten Biegel, die helaas zelfmoord hebben gepleegd in Westerbork, kunnen jullie iets te weten komen van Henk Biegel? Hij is nu de enige van zijn familie – ik heb allerlei dingen voor hem –
Mevrouw Meyer met wie we hier zeer bevriend zijn geworden en die heel veel voor ons doet en in de hongertijd deed voor ons, heeft gevraagd, of jullie iets weten van haar zuster Kitty Kan-Meyer. Haar man is een zoon van prof. Kan uit Leiden. En dan moeten jullie van iedereen heel veel groeten hebben, vooral via Mia, Bep en Joke , die ons alleraardigst brieven schreven met gelukwensen voor jullie behoud.
[Randje pag. 3 links]
Gelukkig dat Dien en Nico met gezin ook zijn behouden. Ook Jan en Therus Schüller met kroost, maar
[Randje pag. 3 rechts]
Louis is gestorven en Trees ook in Californië.
Wonen jullie nog aan de Van Hoytemaweg 4? We moeten gauw alles weten van jullie van die 5 jaren. Wie had gedacht, dat we het zouden overleven om zó van elkaar te zijn afgesneden!
Maar deze week schrijven we weer aan jullie alle 3!!!
En bovendien aan Thijs, die ons ook schreef. Anneke laaft ons met heerlijke pakketten en zal ze ook aan jullie sturen, schreef ze.
Tante Lyda is weer terug bij Oom Ap , sinds 1½ jaar. Hij werd sukkelend en was zo alleen sinds de dood van zijn 2e vrouw en hij had zo weinig hulp en verzorging. Toen T. Lyda dat hoorde van hun schoondochters, heeft haar hart haar weer naar hem toegedreven, ondanks al de wonden door hem toegebracht. Een grootse bewonderenswaardige daad vonden wij dat van haar.
Nu weten jullie alweer iets van ons maar er zal nog wel veel te vragen blijven. Natuurlijk – we halen het hiaat niet zo gauw in. Maar 't is zo heerlijk om weer contact te krijgen en iedereen leeft zo mee – we hebben zóveel hartelijkheid ondervonden, zowel bij ons droeve afscheid van ons Papaverhof als hier en we zijn zó geholpen met voedingsmiddelen in deze hongerwinter. Zonder al die hulp van de goede vrienden zouden we er niet door zijn gekomen. Zelfs Rie kwam eens een keer aanfietsen met tarwe en groenten. Zij is al ruim 2 jaar getrouwd. Juffr. Harting bezoekt ons geregeld. Vele groeten. Kust de kindertjes en elkaar namens Omie en Moeder.

Details

  • Plaats: Oranje Nassaulaan 52 bv.
  • Auteur(s): Sari Schepers-Cohen
  • Pagina's: 3
  • Soort: Luchtpostpapier
  • Bijzonderheden: Dubbelzijdig beschreven