1936-04-21

EIDA

21-4-‘36

Lieverdjes – Inderdaad in lang niets van jullie gehoord vanwege jullie vakantiereisje. Hoe is ’t geweest? Hopelijk zoals jullie ’t je voorstelden. Nu was Anneke dus eens de gastvrouw. Naar ik hoop weer een kwieke. Aan joligheid heeft het haar nooit ontbroken hè! Wat dát betreft, had ik haar nu hier moeten hebben. Morgen is nl. de Vivos avond waar ik moet optreden. Ik word begeleid door een meisje Janssen v. Raay en samen noemen we ons Cabaret C en A. Zij heet Carolien en ik Aleida! Mijn repertoire is nog tot 5 stukjes gekomen, het bezwaar is nu dat ik ook wat grappigs zou moeten zeggen en dat is m’n fort niet. Zij laat dat natuurlijk graag aan mij over! – We hebben een moppig kostuum al zeg ik het zelf! Een hele witte jurk met op onze borst ieder onze letter heel groot, zij C, ik A. En dan een rode band om ons hoofd en een rode strik om de hals en knalrode lippen, misschien kunnen we daar de gifvrije paaseierenverf voor gebruiken! Het zal me benieuwen [2] of we gauw stemming krijgen, want de meesten kunnen moeilijk “gek doen”. – Zondagavond waren we gezellig met de Hofstee’s uit, eerst bioscoop en toen Chinees gegeten. Overmorgen eten we bij hen. Ze zijn precies van onze leeftijd, genoeglijk. Het was meteen verheugend dat ik van dat eten niet geen last heb gehad, geweldig hè! Ik eet nog wel elke dag zo’n beetje dieet. Daarom kan er dus goed eens gezondigd worden blijkbaar. – Voor Axel hebben we de dokter gehaald deze week omdat zijn hoest en verkoudheid weer terug waren gekomen; hij constateerde een klein begin van bronchitis, die evenwel binnen 2 dagen over moet zijn. Inderdaad had hij de volgende dag geen verhoging meer, maar zijn hoest en lekkende neus willen niet verdwijnen. De hoest is wel zo goed als over, maar de neus nog niet. Vanmorgen liet ik hem in de zon spelen. Ik hoop maar dat dat geholpen heeft. Het is vandaag weer ouderwets mooi weer met zon vanaf 7 uur vanmorgen en nu [3] om 1 uur piekert hij nog niet over weggaan! – Lisa is direct ingeslapen om 12 uur na 2 uurtjes in de box. Door het spelen van Axel en het lachen tegen hem is ze moe geworden! Het is zo’n lekkere schattebout! Ze verbeeldt zich dat ze in de box niet kan slapen, daarom leg ik haar dáár voor maar weer terug in de wieg. – Schreef ik al dat ik haar nog maar 2 maal voedt? Alleen ’s morgens en ’s avonds. De nasi tim, die ze eerst niet wilde eten, eet ze nu met smaak nadat ze een dag, op aanraden van dokter Poortman niets anders dan elke voeding weer dezelfde nasi tim kreeg – Lisa is nog steeds in onze slaapkamer maar ik denk dat we haar wel gauw weer bij Axel terug kunnen brengen. Als ik luiers of iets voor haar in zijn kamer haal, informeert hij altijd naar haar: “Siesa wéér drinken” of “Siesa al klaar slapen?” – We hebben een nieuwe djongos, die bijzonder goed werkt 1.2.3.[1], al durf ik er haast niet meer enthousiast over te zijn. Hij denkt zelf en hij let op wat je graag hebt en m’n kas klopt!! Wij hebben, zegt Hok, gespaard voor onze vorige knaap! Gister hebben we de officiële verklaring afgelegd, de djongos blijft ontkennen dat hij meer dan [4] 2 maal geld uit de kast haalde, maar enfin. – Net komt jullie brief, wat een heerlijke enthousiaste inhoud. Fijn dat A. en Th. jullie nu ook zo hebben ontvangen als jullie toekomt! En een taart door A. zelf gebakken! Ze is dus beter!!! fijn is dat. Wat een prachtreis hebben jullie gehad dwars door Noord Zwitserland, om te watertanden naar de beschrijving! Het is te hopen dat het mooie weer van de eerste dag teruggekomen is. Wat een stommelingen toch die ouders van Thijs. Verbeeld je dat je maar één zoon hebt en dan kijk je hem de deur uit. Hoe is ’t mogelijk. Ik vind dat weer typisch Leids bekrompen! Hij zal jullie overigens nu wel dubbel waarderen. Geweldig dat A. een theemuts maakte, knap zo zelf ontworpen. Ik maakte er juist ook een voor Hok op zijn verjaardag, eigenlijk 2, maar nummer één kwam niet af en toen maakten we in de laatste 2 dagen gauw nog een ander klaar. No. 1 moest nl. met kruissteekjes, een reuze werk! – Morgen verstuur ik voor Em de goeritaatjes en hemdjes, die ze van me leent en ze krijgt dan meteen de witte grote keep, die ik voor Marijke maakte. Hij is wel gezellig geworden. Ik hoop dat ze ‘m veel zal gebruiken. Ze zal hem in de winter wel nodig hebben voor Marijke. Ik stuurde haar ook een sierluier-stel, dat Wytje en Lisa gedragen hebben, dat is leuk als haar dochter hem nu ook draagt en verder de luierband, die Moeder indertijd voor mij maakte, en nog een schattig pakje dat Lisa al te klein is. – Iedereen vindt dat ze er goed uitziet. Ze eet vrij behoorlijk, maar groeit weinig, Poortman vindt het niks erg.

Dag omhelsd, Eida. [5]

HOK

G. Erg prettig te horen, dat u het in Tirol zeer genoeglijk heeft gehad. En dat het A. en Th. + kleinkinderen goed gaat. Het hoogteklimaat heeft hen heel goed gedaan. – Hier nog steeds regen en wind. Axeltje is dan ook erg verkouden, zodat we hem de hele dag binnenhouden. Lisa slaapt nu bij ons. Hij is erg tevreden met zijn lot, is dol op hoestdrankjes van oom Dokter. Lisa wordt met de dag aardiger. Ze kan al erg ondeugend zijn. – Zondag stond ik voor het eerst weer op de tennisbaan. Het ging nog niet best, omdat ik niet teveel lopen wilde. Ik ben desondanks over alle leden stijf. – Met mijn collega’s hier kan ik het heel goed vinden. Ze appreciëren me, dat weet ik wel. Anders zijn de hooggeleerde vakgenoten in Holland. De collega’s hier bouwen voort op mijn onderzoekingen. In Holland beschouwen ze me als een beterweter, en vooral daarom, omdat ik hun werk heb na te pluizen. En er mankeert wel het een en ander aan. Dat kunnen ze niet hebben. – Momenteel zal ik hen ook niet meer ontzien. Ik ging vroeger hun al te erge fouten, steeds met schroom voorbij. Nu zal ik ze noemen en dat is voor hen een grote misdaad. – Vooral prof. Umbgrove kan niet hebben dat anderen zijn werk niet volmaakt vinden. Erg arrogant. – Ik ondervind ook veel waardering voor mijn werk als redacteur. Het Tijdschrift is bloeiende. Ik heb geen spijt dat ik 2/3 van mijn redacteurstoelage terug heb gegeven ten voordele van het Tijdschrift. Nu kan er tenminste gepubliceerd worden.

Dag Hok.

 



[1] 1.2.3. is het refrein van het liedje “Haasje Martijn” [“Haasje Martijn, Nog jong en klein, Was aan ’t studeren, Om dansen te leren. 1.2.3., 1.2.3., Zogaat het heen; enz zie verder brief ......]. Eida gebruikt het refrein in de zin van “even afkloppen”.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Ruysdaelweg 6
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 5
  • Soort: Luchtpostpapier
More in this category: « 1936-04-14 1936-04-28 »