1936-03-17

EIDA

17-3-’36.

Liefjes – We hebben weer wat beleefd! Hok is plotseling blindedarm geopereerd vrijdagavond. Hij maakt het uitstekend gelukkig, zoals jullie in zijn briefje kunt lezen. Donderdag begon opeens diezelfde pijn ’s avonds als hij indertijd in juli had en die toen met “maagzweer misschien” werd beëtiketteerd; ’s avonds wilde hij niet eten, maar werkte nog wel. Hij had nl. nog 2 dagen vóór hij zijn publicatie moest inleveren, waarvan nu natuurlijk toch niks is kunnen komen, wat hij wel erg naar vindt. Jan Schüller troostte hem hierover met te zeggen dat hij nu misschien een erge stommiteit nog heeft kunnen voorkomen en ook een erg slimme gedachte nog erbij kan inlassen! Maar om bij m’n verhaal te blijven. Om half 10 zei hij dat de aanval weer hetzelfde was als in juli en dat hij weer een morfine injectie wou hebben, waardoor hij toen meteen weer kiplekker werd. Ik belde Linn op, onze vriend, die direct kwam om 10 uur ’s avonds en niets kon constateren daar hij alleen pijn voelde vlak onder de maag. De volgende morgen was de pijn gezakt. Hij wilde nu per se een lavement hebben. Een glycerinespuitje [2] mocht, gauw geleend van een kennis in de buurt. Er was wel wat succes, de pijn verminderde iets, maar toen Linn om 1 uur kwam, kon hij het al vrij zeker zeggen. Om half 5 kwam de chirurg Rizzy (ook een Oostenrijker als Sparmann!, maar het tegenovergestelde, zijn bezoek duurt nooit langer dan een paar minuten!) die een acute blindedarmontsteking constateerde. Om 7 uur was alles voor elkaar en Hok nog in diepe slaap in zijn kamer 16. Ik zag hem even, niet erg prettig, met ingevallen wangen, maar de zuster vond hem best. De dokter zei dat het ding een etterzak was en enorm groot als een mannenduim, ik heb het ook gezien. Hij had beslist gauw moeten breken, het was dus mooi op tijd geweest. Hoe vind je Hok die nooit iets mankeert. Hij vond het het ergste dat de blindedarm niet nog 2 dagen gewacht had, dat zijn publicatie tenminste had kunnen doorgaan. – Zondag kwam Jan Schüller toevallig even aan – Zijn collega’s zijn ook zeer attent, alleen vinden ze bloemen voor een man blijkbaar niet nodig. Hok vindt het maar best want hij vindt bloemengeur niet lekker in een ziekenkamer. – Hij zegt dat hij haast geen pijn heeft; hij heeft ook helemaal geen verhoging. Hij wilde wel al naar buiten, maar de dokter is erg voorzichtig. Hij kreeg vandaag voor het eerst een flinke portie eten. De andere dagen heeft hij enorm geklaagd over honger, tot wanhoop [3] van de zuster. Hij mocht wel sinaasappelsap, waar ik hem rijkelijk mee begoot, waarvan de zuster ook nog enkele voor hem opscharrelde, gedreven door zijn verwijten dat ze hem honger liet lijden. Ze kwam ook een avond met een portie ijs aan, voor ons ieder – Maar zijn darmen moeten langzaamaan weer in werking gesteld worden. Hij ligt alleen en ik ga vele malen per dag, soms 4, soms 3 keer naar hem kijken. Ik bracht Lisa ook al tweemaal mee en Axel steeds. Axel is ook vóór de operatie mee Hok gaan brengen en hielp de brancard duwen toen de zusters hem erop legden. Hij had ook interesse voor de injectie, die Hok nog kreeg. Hij zegt dan geen woord, maar kijkt heel ernstig. – Lisa’s pokken zijn mooi opgekomen, de dokter was vanmorgen even hier om te kijken. Ik heb hem meteen naar de voeding gevraagd voor het eerste jaar want de controle is nu niet meer nodig, ze is prachtig in orde. Als deze pokken geschiedenis helemaal over is, mag ze nasi tim en dan langzamerhand een borstvoeding weg, en telkens na 2 weken wéér één. – Hok kreeg net een andere patiënt naast zich zodat ik ’s avonds niet meer komen mag, een heel oud meneertje met een vrouw van 20! – Wij lazen in de krant dat Mieke’s man wegens ziekte ontslag vroeg als landsadvocaat. Is het nog zo erg? Wat vreselijk voor haar. Is hij dan al zo oud? – Fijn dat jullie een post- [4] wissel sturen ondanks dat we nog schuld aan jullie hebben en die weer meer wordt door de Schaduwen van morgen[1]. Bedankt voor de bestelling. – Nu is Vader overmorgen al jarig en weer konden we deze week niet filmen, nu door Hok’s ziekte. Ik hoop erg dat we het nog kunnen doen vóór Hok weer naar kantoor gaat. – Axel’s knalgeel badpak is volkomen uitgerekt in ’t water. Het hing hem opeens op zijn enkels! Ik had het precies de helft kleiner kunnen maken! De punt die op zijn navel moest zitten, komt nu in zijn hals! – De dokter kwam nog even bij Lisa, o nee, dat schreef ik al, maar hij voorspelde dat ze vannacht misschien nog last van de pokken zou krijgen, die ze nog niet had (de last) en inderdaad huilde ze daarnet wat, maar ’t was zó over. Ik zal vannacht m’n deur maar open laten staan. Ik word niet gemakkelijk wakker, behalve van m’n kindergehuil! – Vanavond moest Truitje Axel van de vliegmachien (tjien tjientje) vertellen bij gebrek aan Pappie. De afdeling van Mammie is altijd “het Kèsboontje” (=Kerstboompje), dat snap je trouwens wel, nu je weer gewend bent aan Menno’s conversatie. – Moeder zal nu zeker weer helemaal beter zijn. Vervelend dat je altijd die napijnen hebt in rug en benen. Doen die laatste het ook weer goed? – Zorg alsjeblieft dat het filmtoestel in orde is als jullie in Mieders bent, want ’t is zonde als wij er niets van te zien krijgen. Heerlijk dat ze daar weer sneeuw hebben, willen wij vast ook zien. – Wie is nicht Johanna? Is Jan Dirk dus majoor? – Mamma heeft logies aangevraagd. Nu kunnen we haar voorlopig niet hebben, Em wel, die komt dan in Hok’s bed en de divan in Hok’s kamer voor hem. Maar dat kan natuurlijk pas als hij weer helemaal goed is. – Tine Schepers weer een zoon! zielig!!!

[Randje pag. 4]

Ik geloof dat de hedendaagse bevolking van Mongolië afstammelingen zijn van Djengis Khan.

Dag Eida. [5]

HOK

17/3’36

G. De schrik is alweer voorbij. De blindedarm is eruit en over enige dagen zal ik weer naar huis mogen. Tot nu is er niets bijzonders bijgekomen. Geen temperatuurs­verhoging, geen pijn, dus een lui vakantieleventje. Wat me erg spijt is, dat de geschiedenis twee dagen te vroeg is gekomen in verband met mijn publicatie. Ik moet er de laatste hand aan leggen en had voor dit werk twee dagen uitgetrokken. En het moest net toen gebeuren. Nu gaat het maar een maand later naar de drukker. – Ik zal wel erg opgefrist thuiskomen. Want het is me zo een leventje! Niets dan eten, slapen, lezen. De dokter is voorzichtig. Donderdag, dus over 2 dagen mag ik naar buiten, vrijdag gaan de hechtingen er pas uit terwijl ik al alles doen kan. De tweede nacht had ik al geen slaapmiddelen nodig om de nacht rustig door te brengen. Tot nu alleen maar Eida en de kinderen op visite. Dus erg rustig. Hoe rustiger hoe liever het me is. Mijn collega’s zie ik toch al vaak genoeg. – Ik hoop dat het met Moeder weer crescendo gaat. Ze moet zich maar over niets ongerust maken, dan gaat alles weer vanzelf.

Dag Hok.

 



[1] L. Huizinga: Schaduwen van morgen (1935) NB Herfsttij der Middeleeuwen is van 1929. 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Ruysdaelweg 6
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 5
  • Soort: Luchtpostpapier
More in this category: « 1936-03-10 1936-03-24 »