1932-10-13

HOK

13 okt.’32

G. We hebben ons over het Vosje hiernaast op de laatste tennisdag zeer vermaakt. Het toeval wilde dat we zijn partner met ons hadden spelen, zodat het Vosje aan de kant moest zitten. Natuurlijk met een zuur gezicht en laatdunkend neerziend op ons mijnbouwers. Maar wij, dat waren De Jongh en ik, waren bezig twee hooggeleerden als zuurkool in te maken We hebben nu namelijk als partner ook een Prof gekregen. Prof. Sprenger, een aardige man, die het heel helemaal niet eens was met het exclusivisme van het Vosje. Zijn oorspronkelijke partner suggereerde hem om ook eens tegen ons te spelen, maar dat kon hij niet over zich krijgen. Ik geloof dat we al een goed eind bezig zijn hem het leven wat onaangenamer te maken. – En u doet uzelf juist het tegendeel met die flat plannen. Prachtig wanneer dat doorgaat. Geen last meer van verwarming, bediening en altijd logeergelegenheid voor uw kinderen en kindskinderen. Eida is nu bezig voor de Vivos een lezing te houden. De slotzin van die lezing is nu: “In deze brief uit een bezorgde moeder, die slechts het mooie van de cultuur harer vaderen ziet, haar onmacht tegen de greep van de moderne tijd op het opkomend Chinees meisje. En onontkoombaar is die greep……. Moge het haar gegeven zijn het mooie van de Chinese cultuur en het goede der Westerse in zich tot een harmonieus geheel te verenigen.” Ik heb gezegd. Leuk dat Eidje zo actief is en zeer geapprecieerd wordt. Ik heb haar nu gevraagd om tot de baby komt zich kalm te houden, wat ze ook beloofd heeft. De laatste maand nadert. Zij is gelukkig gezond en wel, getuige haar vermoeinissen met Vivos, IEVVO en haar man.  Deze laatste rust nu op zijn lauweren, schrijft nu en dan brieven en houdt elke maand zijn handje op! Ik vind het schandelijk zo met niets doen vet te worden. Dat niets hoort er eigenlijk bij. – Over een week gaat mijn collega Dr. Scheffers, een snotaap nog, weg. Afgevloeid. Ik heb over zijn werk een kritiek gemaakt, waarover hij boos, erg boos is. Hij vond het te persoonlijk. [2] Inderdaad is het hier en daar wat persoonlijk. Ik heb er twee maal “het is bedroevend”  in gezet. Hij heeft mij vanochtend de oorlog verklaard, wat ik natuurlijk aannam. Want die Dr. Scheffers is iemand die graag met grote woorden en zgn. geniale gedachten de mensen epateren wil. En dat is hem bij sommige collega’s ook zeer goed gelukt. Maar zoekt men de boel goed uit, dan valt alles uiteen in onbewezen vermoedens, tegenstrijdigheden, klokjes horen luiden, etc. Ik heb zijn werk eerst willen doodzwijgen, maar bij nader inzien is het toch beter nu onomwonden mijn mening te zeggen, waar hij nog gelegenheid heeft tot een repliek. Anders zou hij mij nog kunnen verwijten dat ik hem een trap nagegeven heb. Misschien denkt hij het nu ook al. Als hij eens wist hoeveel ik aan die kritiek geschaafd heb, dan zou hij nog woedender zijn. – Men wil nu de zgn. afbraakbegroting van toepassing verklaren. De inkomsten worden voor 1933 geraamd op 300 miljoen, de vaste uitgaven: rente, aflossing en salarissen bedragen al 310 miljoen. Wat er van de Opsporingsdienst worden zal weet niemand. Maar onze positie als paleontoloog is waarschijnlijk steviger dan die van de Opsporingsdienst zelf. Ze willen ons heel graag aan het Zoölogisch Museum in Buitenzorg – bij de Pimmen, bah!, hebben. Maar zover is het gelukkig nog niet. 

Nu dag Hok.

We hebben een nieuwe boekenkast laten maken van 2,40 x 2 m., ziet er zo uit.

[Tekening boekenkast]

Komt achter het bureau te staan.

Achter een gordijn de naaimachine. Gesloten hogere gedeelte voor overdrukken.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Hok
  • Pagina's: 2
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Briefpapier Hok. Pag. 2 tekening boekenkast
More in this category: « 1932-10-10 1932-10-18 »