1931-01-05 / 01-06

EIDA

5 januari 1931

Over één jaar komen jullie!!!

Lieverdjes –

Emy’s en Jan’s trouwcadeau staat me aan te staren in de hoop gauw naar zijn plaats van bestemming te kunnen gaan. Het is een koperen sigarettendoos met hout van binnen, Chinees werk. Hok’s naam staat er ook op, eigenlijk mocht ik hem dus niet wegschenken (m’n hand lijkt te bibberen, maar het komt doordat ik van de warmte aan het papier vastkleef!). Ik heb je toch al eens geschreven dat ik al 2 maal wat van Emy hoorde en dat ze het daar erg prettig heeft. – Ik schreef ook al aan Mevrouw Kaiser en Mevrouw Drost, welke laatste ik nog steeds nooit bedankte voor het manteltje in jullie pak ingesloten. – Ik heb vanmorgen opeens de geest gekregen en heb een gedeelte van de linnenkast opgeruimd. Terwijl ik weg was had ik enige stapels doeken uit de kast gelegd, zodat de kokki de sleutels van m’n linnenkast niet hoefde te hebben. Anders was ik altijd gewoon elke dag de schone droogdoeken en zo zelf te geven en vandaag heb ik pas die goede gewoonte weer opgenomen. Het is gek dat ik al die tijd niet de nodige energie had om alles behoorlijk in de kast te bergen, maar ik kon ook nog niet lang staan, maar nu is ’t beter. En nu zal alles een beurt krijgen want ik schaam me elke keer voor mezelf als ik in m’n kleerkast kijk! Al die tijd dat ik niet thuis was, zijn er ook maar 2 tafellakens [2] gebruikt, ik hoop maar niet dat ze gauw opgesleten zullen zijn! Vanmorgen was ik net even in Borromeus, in 4 weken niet geweest en weer ben ik aangekomen en wel 4 pond en 7 ons, angstwekkend. Ik heb nu m’n oorspronkelijke gewicht, 120 pond, aldus: stop! Hok en ik eten nu yoghurt, Hok heeft ontdekt dat hij deze melksoort kan waarderen! Van Katy kregen we de gistcellen, die elke morgen nieuwe melkzuur maken. Het is enorm gemakkelijk om het zelf te maken en goedkoop! Bij de apotheker kun je die gist ook krijgen. Zuster Valencia bemint me nog steeds, terwijl sommige Zusters m’n naam al vergeten waren! Een goed teken hè!, bewijs dat ik al lang weer weg ben. Het is gek dat ik nooit nachtmerries heb van die nare tijd, alleen droom ik wel eens van een baby’tje, erg leuk. Ik zal ook al die kleertjes eens behoorlijk op gaan bergen. Hok heeft toen alles bij elkaar in de babytafel gelegd, ook het wieggordijn en de wieg staat weer in de garage. – Zaterdagavond hebben we “het” bowlfeest gehad bij de Koolhovens. Om kwart voor 4 lagen we in bed! Als we uitgaan, doen we het goed zoals je ziet. Het was werkelijk geslaagd en ik maakte veel opgang in Anneke’s jurk! Daar de mode opeens zo lang is, heb ik getracht een extra strook onder m’n witte kanten jurk aan te brengen, maar Anneke keurde de jurk af om vele redenen. Het nieuwe stuk kant is spierwit, de rest crème door het wassen, [3] ik denk dat ik het zaakje zal verven. Bovendien had ik er een onderjurk onder van vele stukken aan elkaar gezet; en zag je elke naad door de jurk heen. Anneke heeft haar witte jurk met bloemen zo mooi modern gemaakt. Ze had hem zelf nog nooit aangehad en hij paste mij precies, makkelijk toch! Ik had me werkelijk als Anneke vermomd, zelfs droeg ik haar bustehouder! Het is werkelijk een wanhoop dat ik haast niets behoorlijks heb. Vandaag verkoopt Hok een papiertje van mij, en dan kan ik weer gaan winkelen! Gelukkig dat Hok niks nodig heeft! – Sparmann’s rekening kwam op 2 januari om 7 uur ’s morgens. Toppunt! We hadden ons salaris nog niet eens. Maar deze maand gaan we alles maar betalen, iedereen blij maken! De rekening van Dr. Kuyer groeit steeds aan, leuk voor zijn vrouw! Wij verheugen ons op het cadeautje van ’t gouvernement, vind je ’t niet schattig van ze om ons wat terug te geven!! – Dien schreef dat Vader er zo goed uitzag op 5 december, echt fijn! – Verbeeld je, ze hebben de Diës van P.S. het eerste lustrum (!) haast niet gevierd. Dien moest juist de volgende dag een lezinkje houden voor Colenbrander, haar hoofdvak, dus bleef ze ’s avonds niet lang. Als Dien en ik er niet zijn, loopt de zaak niet, zoals je ziet (hm. hm!). – M’n nieuwste nieuws is dat ik me haast om kaal te worden! Aldus masseer ik mijn hoofd ’s avonds. Anders moet ik maar een mutsje dragen! Ik krul het zaakje [4] aan alle kanten om het meer te doen lijken! – Ik danste zaterdagavond ook bijna elke dans, maar midden in hielden we maar op meestal omdat de dansen zo lang duurden, 2 grammofoonplaten. Ze waren allemaal zo aardig, echt “zuinig” op me zoals Zuster Valencia zou zeggen. En Hokje was de mooiste man! De enige in smoking en dat staat toch zo enig! Vind je het niet onbeleefd om in een wit pakje te gaan als je vrouw in avondtoilet is, net of je niet bij elkaar hoort. Hok trof het niet erg met z’n ene buurvrouw, die niet kon converseren noch een ander ertoe kon brengen! Ik was beter uit tussen Charles Harloff en Koolhoven. Later kwam Hok naast me zitten en Charles ging ook naast z’n vrouw, maar van ’t publiek moesten ze toen ruilen, waarop ik Charles zei dat ik hem daarom haatte, waarop hij geen antwoord wist. Hij is iemand die goed kan plagen, maar verbaasd staat als hij eens geplaagd wordt! – Mevrouw Ludwig (Liesl) heeft nog niet veel plezier van Indië gehad. Ze is bijna steeds ziek. Nu heeft ze voor de tweede maal “wondroos”. Ik zal haar maar weer eens schrijven. Het schijnt erg besmettelijk te zijn, geen ziekenhuis wil haar opnemen, tenzij voor ƒ 25.- per dag omdat ze 2 eigen zusters nodig zou hebben. Niemand gaat naar haar toe, echt zielig. – De Pimmen hebben dus ook al een zoon, Pimmetje hoopte er al op. Alleen heet het kind Willem en Anneke [5] zegt: straks noemen ze ’t ook Pim!

Dinsdagmorgen. Gistermiddag deden Hok en ik onze dagelijkse wandeling, ditmaal niet al te lang, omdat we onze voeten nog voelden van zaterdagavond. Thuisgekomen zouden we ons net op de krant werpen, Hok op z’n bureaustoel naast de divan waarop ik, toen een neefje van Hok kwam opdagen. Het is een heel klein jongetje, heet Kian Kiem, is al 17 jaar. Hij noemt mij ensò, en Hok enkò, hetgeen me allermerkwaardigst in de oren klinkt. Omdat hij zo klein is wordt hij in de bioscoop alleen op kindervoorstellingen toegelaten! Gelukkig converseert hij best – hetgeen wel iets bijzonders is voor een Indische Chinees, die nog niet in Holland is geweest. Hij heeft overigens meer neiging tot China, dan tot Holland. Toen hij weg was, wilden we net weer gaan lezen, toen Anneke opbelde dat we bij Groeneveld Meyer werden verwacht. Thijs had niet begrepen dat wij ook gevraagd waren, ook wat! Maar 3 kwartier later waren we er, om 8 uur! Wij dachten dat we daar zouden eten, gezien de tijd waarop we gevraagd waren, maar om half 10, waren we weer netjes met hongerige magen thuis! Een vreselijk aardig, gezellig mens, die Mevrouw Meyer. Ik noemde haar Groeneveld en Anneke mompelde onduidelijk iets. We hadden veel pret. Anneke had een nieuwe zwarte hoed op, ik kan nog niet zeggen of ik hem mooi vindt, maar ze is er zelf erg verrukt van. Herinner je je nog dat ze geen zwarte jurk van ons mocht hebben! – Ik had me met een weinig [6] rouge opgemaakt en oogstte er veel succes mee, het is net echt! Overigens had ik het niet eens zo erg nodig, want bepaald bleek ben ik niet meer, maar rouge flatteert erg!

Vrijdagavond houdt Prof. Huizinga een lezing voor onze Kunstkring over de 17e eeuwse beschaving.

Dat arsenicumdrankje van de dokter is erg lekker, en heeft een vrolijke invloed op me. Weet je wel, Maatje, dat je altijd brooddronken thuiskwam na die arsenicuminjecties? – Daar bedenk ik dat de laatste keer dat ik jullie schreef op 30 december was. Lieve kindertjes, wat een zalig idee om een 1 januari-taart te sturen. Wij hebben hem, denkend aan de lieve gever en geefsters, verorberd, erg bedankt liefjes! We hadden een erg gezellige avond. We lieten A. en Th. maar samen naar de bioscoop gaan, daar het zaakje mij anders te druk zou worden, hetgeen Hok op tijd bedacht! Daarna speelden we wat op torentjes en gauw hielp ik Kasan de tafel dekken. Hij was nl. nog slaperig, allicht, echt zielig, maar de kokki kwam uit eigen beweging ook helpen. Om 12 uur hadden we nog een verrassing. De champagnefles werd nl. door Hok met gratie gehanteerd. De meubelmaker, die door Hok aan veel werk is geholpen in deze malaisetijd, stuurde dat uit dankbaarheid + Chinese sinaasappels en appels. Aardig hè! Een fraai feest werd het dus! Op Nieuwjaarsdag gingen we naar Oppenoorth, omdat we toevallig langs hun huis kwamen. Aardige mensen! Dag hoor Eida

[Randje pag. 4]

Ik dacht wel dat Vader het mopje van de zure augurkies direct zou snappen, van die boer op z’n hek is ook geestig!

[Randjes pag. 6]

– Waar werkt die Meneer Melchior? – Mooi vers van Em op St. Nicolaas over jullie a.s. reis naar hier! Wat is een kuipblad van Oom Izak, ik ken wel een kuipbad of badkuip!

– Moeder’s paarse lakje achterop de brief was beeldschoon maar kwam helaas stuk aan!

– We hebben er echt pret om dat je Rein feliciteerde met z’n trouwen, terwijl hij ons er zo mooi buiten hield! We hebben zin om hem eens op straat te vangen en uit te vragen, het mes op de keel!  Dag!

[7]

HOK

6/1 ‘31

G. Uit de kieken, die verre van schoon zijn, zult u wel zien, dat Eida bijna weer normaal is. Haar uitzicht zelf is volkomen gezond, ze weegt 120 pond; een goed gewicht, dat ze ook had in haar gezondste tijd. Ik schreef bijna normaal; dat bijna ziet u alleen wanneer ze zich snel bewegen moet, dan blijken de knietjes niet helemaal goed gesmeerd te zijn (merkt u wel hoe ik aan Vaders klacht(en) tegemoet kom om groot te schrijven, ik vergeet het altijd en houd groot schrijven niet lang vol, maar frappez toujours, dan lukt het wel). Zaterdag heeft ze gedanst om 4 uur v.m. lagen we in bed; prestatie niet? Ze heeft er verder geen last van gehad. Het was haar eerste fuif na de ziekte. Natuurlijk had ze geen modieuze kleren, waarom ze bij Anneke aan heeft moeten kloppen voor een avondjapon, wat de eigenares zelf nog niet heeft aan gehad. Met de mode is het precies als met een wip: omhoog, omlaag!! –

Gisteren bij Mevrouw Groeneveld op visite geweest, een Haegse daeme, die van Baetaeviae sprak! – Zaterdag in de vooravond heb ik gekozen voor de Volksraad. Natuurlijk op mijzelf gestemd. De anderen kozen ook mij. Volgens mijzelf heb ik desondanks geen kans.

Met deze mail ontvangt u ook separaat mijn artikeltje waarover zoveel deining is geweest. U zult in de synopsis op pag. 3 de naam Cycloclypeus eidae[1] zien; een soort genoemd naar iemand die mij niet vreemd is. Op pag. 9 zult u in de literatuurlijst vinden, dat ik in de loop van dit jaar nog 2 andere artikeltjes gepleegd heb (nrs 17 en 20). Van deze [8] artikeltjes bezit ik niet voldoende overdrukjes. Ik moest ze toen zelf betalen, momenteel heb ik ze gratis omdat ik redacteur ben (nieuwe regeling).

Het artikel dat u nu ontvangt is hopeloos verouderd, zodat ik bij het doorlezen daarvan de indruk kreeg, dat ik “ins Blaue hinein” zwamde. Maar de nieuwe nadere gegevens zijn nog niet gepubliceerd. Ze hebben me ten dele andere inzichten gegeven, de hoofdzaak is gebleven. Met deze definitieve publicatie kom ik misschien pas over enige maanden klaar. – Het artikeltje voor Martin’s jubileumboek heb ik vandaag net verzonden. Wat was dat een vervelend werk. Niets anders dan compileren. Harloff hielp me met het Engels; dat artikel moest nl. in één der grote moderne talen geschreven worden. Ik ben blij dat het eindelijk gereed is. Het is een grafrede geworden voor de groep die ik beschreef. – De voorzitter van de V.C. heeft hier in Bandoeng gezegd, dat als hij rechter was geweest, 50 jaar geleden, de bomen niet hoog genoeg zouden zijn om de ambtenaren die staatsgevaarlijke mensen als Soekarno c.s. de hand drukten: zoals Kiewiet de Jonge[2], Gobée, e.a. aan op te knopen. Het A.I.D. heeft hem nog de hand boven het hoofd gehouden, door te zeggen, dat dat natuurlijk niet zo gemeend kan zijn en dat die opinie voor rekening van de spreker persoonlijk komt. Hoe dan ook: de man verdient voor spreekdelict vervolgd te worden, zelfs een waarschuwing van de ter vergadering aanwezige politie heeft hij niet gekregen.

Dag Hok

Erg bedankt voor de kalendertaart, smaakte heerlijk met de champagne die een kaboutertje ons op Oudejaar bracht.



[1] Cycloclypeus is een soortnaam uit de familie van de Foraminiferen: krijtdiertje, eencellig; soort fossiel. De toevoeging eidae, of koolhoveni verwijst naar een lid uit die soort Foraminiferen. De onderzoeker die een fossiel als eerste beschrijft, is de naamgever. Zie ook brief 1931-03-09: HOK pag. 7.

[2] Herman, Jacob Kiewiet de Jonge (1885-1933): koloniaal ambtenaar en journalist. Adjunct-referendaris aan de Algemene Secretarie in Buitenzorg (1916): pleitte voor een ontvoogdingsethiek en een hechtere samenwerking tussen autochtonen en Europese ingezetenen. Regeringsgemachtigde voor Algemene Zaken bij de Volksraad (1928): trad het Indonesische emancipatiestreven steeds met begrip en sympathie tegemoet. (Uit: Biografisch Woordenboek van Nederland, B. Hering).(Zie ook brief 1931-02-10).

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 8
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: 1931-01-12 »