1930-08-19

EIDA

19 aug. ‘30

Geliefden –

Vrijdag was ik bij Dr. Kuyer. Na flink knijpen constateerde hij dat x-je nog net zo kalm op zijn plaats ligt als enige maanden geleden. Bovendien geloofde hij dat hij nu bezig was te zakken, zodat ik dan in het op-één-na laatste stadium zou zijn. Tot nu toe merk ik er helaas nog niet veel van. M’n maag is gevoeliger dan ooit. Het gekke is dat na het eten van boterhammen ik me best voel, – maar na warm eten, hoe weinig ook, heb ik een opgepropt gevoel, dat steeds blijft. Op ’t ogenblik nog, zit het me tot m’n keelgat, hoewel het nu half 7 is en we om kwart na 2 aten! Het is niet bepaald bevorderlijk voor m’n slaapje ’s middags, dat ik dan ook bijna zittende presteer. Enfin, moge hij gauw gaan zakken, is de leus! Anneke Harloff is alweer iets verder, zij voelt zich beslist al opgeluchter van boven. – Ik heb met Dr. Kuyer afgesproken dat ik een reserve dokter neem, Dr. Visser, die hij me sterk aanbeveelt. Hijzelf is nl. van 8 tot 1 ’s morgens in Tjimahi, in het Militair Hospitaal, ± een half uur met de auto van hier. In ’t geval het nu juist in die tijd komt, kan ik me dan tot Dr. Visser wenden, maar ik hoop erg dat het niet nodig zal zijn, want ik ben erg dol op Dr. Kuyer. – Nu het zo staat, geloof ik wel dat hij zeker niet eerder dan 19 sept. zal verschijnen – dus bij deze brief hoeven jullie nog niet op een telegram te hopen. Het is gek dat jullie nu erg in 2 tijden zult leven: “3 weken terug” door de brieven en in “’t heden” in de hoop op ’t telegram. – Een maand is nog heel wat! Gelukkig maar, want als je nu in de [2] babykamer kwam, zou je er nog geen “kamer” in zien! – Toen het raam dan zg. klaar was, heeft Hok er gordijnstokhouders in de muur geslagen, met het gevolg dat er grote gaten in de nieuwe muur vielen. Hok kon zo met zijn duim hem indrukken! Nu heeft Hok een mannetje van G.B. met behoorlijk cement laten komen, die die plaatsen versterkt heeft. Kasan heeft dan het zaakje overgekalkt en nu hopen we maar dat de muur wit wordt, als hij droog is. Hiervoor hebben we de meubelmaker een riks laten betalen, hoewel we die man van de cement maar 50 cent gaven, als vergoeding voor al het gezeur! Wij zijn ook handelslui!! Ondertussen ziet de hele muur van al dat geverf er zo uit, dat hij wel helemaal gekalkt mag worden; gelukkig dat we zo’n handige jongen hebben! – Enfin – de wieg is nu bijna af, ik heb er 18 el lint aan verwerkt: helemaal onderaan rondom een rand; langs de openingen van voren, van achter op de plaats waar de kanten aan elkaar genaaid zijn en middenin rondom. – Trouwens dat schreef ik je al: je ziet “waar het hart van vol is” enz. Ik was eerst van plan om alles te laten uitslaan, hetgeen wel meer “af” had gestaan, maar Hok vond het zo al mooi genoeg en bovendien kostte het ons weer een riks en mij een gang in een deleman, zodat ik het beeldig (al zeg ik het zelf) op het randje genaaid heb, zodat het stiksel haast niet te zien is. Als ik nu ook nog niet rechte lijnen kon naaien na al die luiers en lakentjes!! – Mevrouw van der Ban vond het heel gek dat ze nu de wieg en babytafel al mocht zien – zeker een of ander bakersprookje. Maar vooral van de babytafel was ze [3] erg verrukt. Hij is ook nu weer mooier geworden, bekleed met hospitaallinnen.[1] Hok zal eerstdaags de laden inruimen, leuk zo alles samen te doen! Hij heeft net de onderste laden met papier bekleed, ik de bovenste. Een ongekend genot: gemakkelijk te kunnen bukken! – Er is een pakje uit Delft gekomen, dat ik niet mag openmaken van Hok. Emma’s verjaarsbrief uit Anseremme[2] verscheen ook al, ook nog niet gelezen, want 10 dagen tevoren, kan ik me nog niet jarig voelen! Hok doet al zeer geheimzinnig en ik pieker al over eten! We hebben nu heel lang al geen feestgevierd – nodig tijd. – Deetje van Erp wist nog dat ik in augustus jarig was en nog enige anderen weten het. Ik zal maar voor de visite een savooien gebak maken, eigengemaakt valt meestal in de smaak. – Deetje Holle kwam verleden week op een morgen aanzetten – we hebben vreselijk gezellig zitten praten. Het is een echt aardig, eenvoudig, kind, net als ze vroeger was, ze was dolverrukt van ons huis en dacht natuurlijk, zoals zoveel mensen, dat Hok rijk was. De huur van ons huis schatte ze op ƒ 125.-. En dit kan geen beginneling betalen. – Diezelfde morgen verscheen Trude met Heleentje en bracht de zalige blikjes en de handige pen, erg bedankt! Het zijn schattige blikjes, net een goede grootte. Op de 28e zal er één aan moeten geloven. Heleentje is nogal stil, maar ze vertelde van de laatste schooldag en allerlei Haags gebeuren. Ik moet haar toch nog eens vragen hoever Ernst Gerritsen is, dat kleine jong. Nog steeds diezelfde dag, nu ’s avonds togen Trude en ik per taxi naar de Vivos. In lang niet geweest – de animo gaat eraf, er komen nog maar weinig mensen. – Tot mijn verbazing wist een [4] nieuw lid, Mevrouw Mohr, mijn eigen naam en vertelde direct de hare: Hetty Beversluis en maakte zich bekend als halfzuster van Lodi. Het lijkt een verbazend aardig meisje. Ze wist van Lodi dat ik in Bandoeng ben, van Anneke wist ze niet. Ze woont in Tjimahi, haar man is gouvernementsarts, oogarts – ze zitten pas 8 maanden hier en denken al aan overplaatsing. Ze leek me erg gezellig en gewoon. Ik vergeet dit steeds aan Anneke te vertellen. – Op de Vivos-avond was een zeer geslaagde lezing over de Volkenbond, had veel belangstelling en wekte lust tot vragen. Om kwart vóór 11 was nauwelijks de helft van de lezing klaar en gezien m’n buikje kon ik me veroorloven middenin te vertrekken om op tijd thuis te zijn, volgens afspraak! – Zaterdagavond hadden we een officiële uitnodiging voor een Soendanees toneelstuk in die taal gespeeld, “Tjoeng wanara”. Ik “mocht” ook mee!, op voorwaarde dat ik me fatsoenlijk kleedde. Aldus leende ik de beeldige avondcape van Trude, die keurig m’n buikje wegmoffelde. Het was alleen wel wat warm de hele avond dat ding om te houden, en als de lichten uitgingen liet ik hem stiekem zakken. Ik had m’n zalmkleurige avondjurk aangedaan, opdat er iets moderns onder de cape uit zou komen! We zaten met de familie Tjen en na de pauze sloten de dames zich bij mij aan en nam Tjen Hok in beslag. Niks leuk: dat noem je nou samen uitgaan! Van ’t Soendanees snapte ik natuurlijk geen steek, maar ik wist door de inhoud, waar ze ’t over hadden. Er waren maar weinig Europeanen, allemaal Inlanders, piekfijn gekleed. – In ’t toneelstuk zit absoluut geen handeling – veel te lang-[5]dradig voor ons gevoel – steeds hetzelfde toneel met links alle vrouwen op een rijtje, met neergeslagen ogen, absoluut stilzittend; rechts de mannen brutaal en jolig kijkend, zoals dat hier hoort! Deze mannen en vrouwen waren “het volk”. Het geheel stelde voor hoe de grens was gekomen tussen “Djawa” en “Soenda”, wier grenslijn nu de Tji-Pemali is: dit is “verboden rivier” d.w.z. het is verboden er overheen te komen, vandaar dat de Javanen en Soendanezen zoveel verschillen.[3] – Het geheel was 7 bedrijven: een koning had 2 vrouwen, beiden zwanger, ieder krijgt een zoon – één wordt vlak na de geboorte in een gouden mandje de rivier afgestuurd (Mozes!), opgevoed door gewone mensen, houthakkers, komt door toeval aan het hof. Doordat hij een koningszoon is, heeft hij een wonderhaan die bij elk gevecht overwint (de hanengevechten zijn hier erg belangrijk), zelfs die van de nieuwe koning, die intussen de oude vervangt. De hofnar die alles weet, herkent de koningszoon en haalt de koning over deze als zoon aan te nemen, op grond van de wonderhaan. – De 2 broers moeten nu het land verdelen, krijgen ruzie en vechten bij de Tji-Pemali, waar de hofnar ze scheidt en de rivier die naam geeft. Het grootste deel speelt aan het hof, het mooiste deel is wanneer 7 danseressen Serimpi-dansen uitvoeren[4]. Het zijn echte danseressen, buitengewoon lenig in hand, pols, armen, vooral één die later nog een solo geeft. Voor het eerst dat we hier danseressen zagen – het is wel vreemd voor ons gevoel, maar zeer esthetisch en knap. – Niddy Impekoven[5] komt hier in september voor de Kunstkring. [6] – Ik zit hier maar regels vol te pennen, hetgeen het uitblijven van mijn echtvriend me mogelijk maakt. Hij is bezig met de Chinese fractie allerhande te bespreken voor de vergadering van de gemeenteraad van morgen. Steeds over de Openbare Vermakelijkheidsbelasting. Op die Soendanese avond stelde Hok me aan de Burgemeester voor, gelukkig die mooie avondcape!!

Dag Eida

Fijn dat jullie het zo mooi had in de Harz en dat de kranten overdreven met de slechte weerberichten.

Onze “Tannen” zijn nu onbe”Scheperst”, het is feitelijk meer dan stom om als je zo’n fijne kleine naam hebt hem te vergroten. Het is voor het ziekenhuis en het zou wel toevallig zijn als er net nog een andere Tan lag ook!

Ze zijn niet erg mooi afgeknipt omdat de Tan nu de hoofdzaak was. Kun je ze nog gebruiken.

 

Hok heeft geen tijd voor jullie door amendementen op de Vermakelijkheid!



[1] Hospitaallinnen: voor vocht ondoordringbaar (rubber)doek of bedzeil.

[2] Anseremme: dorpje in de Belgische provincie Namen.

[3] De grens tussen Soendanees en Javaans gebied is ethonologisch gezien de rivier Tji-Pemali.

[4] Serimpi is een tradionele dansvorm uit Indonesië, voornl. Java. Oorsprong 800-1000 na Christus.

[5] Niddy Impekoven, Berlijn (geb. in 1904), danseres in de reeks van Anna Pavlova, Isadora Duncan.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1930-08-11 1930-08-26 »