1930-07-29

EIDA

29 juli ‘30

G.

M’n mannetje zit weer op kantoor en tracht weer in de tredmolen te lopen, zoals Ter Haar dat noemt. Overigens was hij voor een uurtje net even thuis om me te helpen tegen de aannemer van ons babyraam op te treden. Het moet er nl. weer uit! Toppunt. – Van buiten horen nu eenmaal ramen op een hoogte te zijn en dit raam zit ongeveer 10 cm te laag. Alles was juist klaar naar des aannemers beweren en ik kon hem niet overtuigen dat hij slecht gewerkt had, hij gooide alle schuld op de timmerman, die er verantwoordelijk voor is. Want hem gaven we de opdracht. De timmerman is zo stom geweest die aannemer al te betalen, nu al, vóór het klaar is en die man heeft nu alles zo beroerd mogelijk gedaan, de verf was niet van goede kleur, de manier van verven was allersmerigst. Wat een gezeur hebben we hiermee, want nu duurt het weer minstens 10 dagen voor de kamer klaar is, reuze vervelend. – Kasan is vanmorgen net klaargekomen met het witverven van Hok’s kleerkast, die in de babykamer moet blijven en daarom ook wit moet zijn. Het begon er nu al juist leuk uit te zien, want het is er een stuk lichter geworden, door het grotere raam. – Marietje Jager Bruining, die juist weer in Borromeus ligt, maakt zich doodongerust dat de wieg niet op tijd klaar is – ik heb haar gerustgesteld met de mededeling dat het zo erg veel werk niet is, dat bekleden. Op ’t ogenblik heb ik nog  2½ lakentje te doen met kant en oprijgjes, hetgeen nog wel 2 dagen neemt. Daarna kan ik vast gordijnen maken voor de ramen, [2] al zal ik dan nog een poos moeten wachten met ophangen. Dan wil ik nog kussens van ’t zelfde maken voor in de zalige rieten “zoogstoel”, verder een tafelkleedje en een kapstokkleed, als althans de kapstok daar blijft hangen. – We hebben schattige dingen van Mevrouw van Vianen gekregen: een “complet” van heel dun wit crêpe met lichtblauw omgehaakt, een buisje (soort hempje), een overgooiertje, een keepje, allerliefst. Het is leuk zulke dingen te krijgen. De 2 paar roze sokjes of schoentjes voor Mevr. Ter Haar en Anneke Harloff zijn Goddank af. Mevrouw Ter Haar vond ze erg leuk toen we ze haar brachten. Ze verwacht de baby al ongeveer over een week. Haar man is dus net op tijd terug. Ze heeft het al een keer gehad dat de baby net kwam toen haar man pas 1 dag de rimboe in was en ze is wel af en toe bang geweest dat het nu weer zou gebeuren, want haar man helpt haar altijd erbij en trekt de baby de eerste luier aan! Leuk hè. – Ik heb plaats besproken in Borromeus, klasse II A, net waar Anneke in gelegen heeft. Het zijn 2-persoons-kamers. Anneke Harloff gaat de eerste 3 dagen 1e klas om uit te kijken wie de geschiktste is om mee samen te liggen. Het zou grappig zijn als we net tegelijk waren. Het mooiste is dat zij helemaal klaar is. – Ze maakt nu als maar beeldschone gewaadjes van roze zijde. Het kind zal werkelijk een fondantje lijken, ’t is te hopen dat het een meisje zal zijn... – De kokki heeft gezegd dat ik vast een meisje kreeg want zij heeft 3 jongens gehad en dat zat heel anders! Ze heeft ook gezegd dat ze graag wou helpen baden en kleden als ’t nodig was, want dat ze precies wist hoe dat gaat. In elk geval prettig dat ze er zich ook op verheugt. Vanmorgen was ze geschrokken, zei ze dat de toean midden in de morgen thuis was; ze dacht dat de baby [3] opeens was gekomen! Ik zie me al op een onopgemaakt bed in m’n eentje! Voor hen zou dat een klein kunstje zijn! – Wat wen je er gauw weer aan samen te zijn. Hij kwam zaterdag om kwart na 2 thuis, doodmoe en we zijn nog steeds niet bij geslapen, ik ook van de weeromstuit! Hij is pikzwart, werkelijk ongelooflijk; zijn rode kleurtje moet ook weer terugkomen. Maar verder ziet hij er best uit en ze hebben het erg plezierig gehad. Van zijn eten is zeker 2/3 over, wel 10 blikjes en 15 kati rijst (= 18 pond!). Misschien wil Westerveld het overnemen. Hij gaat alweer weg over 14 dagen. Hij en Van Raalten, die samenwonen, kwamen zondag direct kijken hoe Hok het gehad had en speciaal moesten we het verhaal van de schorpioen horen. Dat zal Hok wel schrijven. – Donderdagavond at ik bij Juffr. Potjer. Ze zegt geen “je” tegen me, maar schijnt te wachten tot ik haar permissie geef om me te tutoyeren. En ze is n.b. ± 35 jaar. Aldus wacht ik ook. Bovendien heb ik er niet eens erge neiging toe. Toen we net klaar waren met eten, om ruim 9 uur, kwam er opeens een auto binnenrijden en hoorde ik Anneke fluiten. We waren geheel verstomd en ik nog verstomder toen opeens Dirk Rempt voor me stond! In 11 jaar niet gezien. Hij is wat dikker geworden, praat Indisch langzaam, verder niet verouderd hè. Het is allergekst zoals ik daar Dirk ontving ten huizen van een ander. Maar Dirk is altijd even bedaard. Ik vind hem enig! Ook de verhalen die hij doet, een gewiekste handelsman. Hij vond het een genoegen te constateren dat hij zo familieziek was, dat hij expres voor Hok en mij over Bandoeng een nacht gekomen was, waar hij niet eens heen hoefde. – Erg jammer dat Hok er nu [4] juist niet was. Dirk vond ons huis erg leuk, vooral de donkere kleur en het model van de meubels. Hij zei: “jullie hebben nu dezelfde smaak als wij”. We zijn nl. na een kwartiertje bij Juffr. Potjer weggegaan en ik mee. Ik moet haar nog mijn excuses maken dat ik zo weggelopen ben. – Vrijdagavond is Houw gekomen. Hij is erg goed en moet zelfs tennissen van de dokter; maar daar hij zo aan kalmpjes-aan gewend is, kan hij er niet toe komen. Zaterdagavond, toen Anneke ook hier was en Houw weer kwam om Hok te zien, hebben we hem uitgescholden over zijn luiheid, maar dergelijke dingen laten hem allemaal ijskoud. – Wel gefelici-teerd met het Buitengewoon-voorzitterschap van Thijs. Hij boft maar weer. Dit hebben ze dan toch eens vlug behandeld, binnen een maand! Fijn voor Anneke dat ze voorlopig niet aan verhuizen hoeft te denken. – Morgenochtend gaan A. en ik samen in de auto van oom Ru boodschappen doen. Althans ik heb alleen goed voor de wieg nodig, maar dit is nog eens een makkelijke manier om in de stad te komen. – Ik heb jullie verleden keer vergeten met je broertjes te feliciteren. Tot dinsdag toe was ik vast van plan ze zelf te schrijven, maar ik kon niet tot zoveel brieven komen en tante Jenne is ook al jarig geweest – en ikzelf al gauw, en daarna volgt misschien X-je! Eerstdaags krijg ik een lijst van wat ik voor de baby mee moet brengen naar Borromeus. Wat een merkwaardige gewaarwording zal ik in september weer rijker zijn. – Ook kan ik me erop verheugen dat ik het merken zal wanneer ik buk en tegen fietsen niet opzie! Dag Eida

[5]

HOK

29 juli ‘30

G. Ziezo, ik ben net terug van mijn escapade. Fijne variatie op het zitten op een kantoorkruk. Jammer dat zo’n geologenbestaan niet te combineren is met een intensief gezinsleven. En bovendien, is zulk een bestaan slechts dan prettig als je gezond blijft en dat zal vanzelfsprekend niet altijd het geval zijn. Je moet veel hygiënische inrichtingen van de stad ontberen. De grootste infectiebron lijkt mij het badwater, tenminste daar waar je als badkamer of liever als badgelegenheid de rivier hebt. Voordat je het weet, heb je het water door je neus binnen. En dan te weten dat zo’n kali meteen riool is, van de hele kampong. Het enige wat we doen kunnen is, niet onvoorzichtig te zijn, waar je het in je hand hebt alle voorzorgen nemen, en dan vertrouwen op je goede gesternte en op de weerstand van je lichaam. Het lichaam kan tenslotte uit eigen kracht ziektekiemen doden. We hebben ettelijke kilometers per pedes apostolicum afgelegd. Een ander vervoermiddel was niet goed denkbaar. Langs de voetpaden zie je meestal niets. Het beste is het gesteente in de rivier te ontbloten. De geologische tochten gaan dan ook bijna zonder uitzondering door de rivieren. Voor natte kousen en schoenen moet men niet bang zijn, ook niet voor blaren of wonden aan de voeten. Deze moet je natuurlijk met de uiterste zorg behandelen. Ik heb dankzij purol, dankzij puttee’s geen last van mijn benen gehad. De anderen – we waren met ons drieën – wel. Maar dat kwam omdat ze alleen op schoenen (Ter Haar zelfs op tennisschoenen), zonder kousen liepen. Op het laatst heelden hun voetwonden niet meer, én door het smerige water en doordat het bloed niet meer de nodige heelkracht bezat. – Mijn rimboejongen behoort tot de beste van zijn soort. Mijn avondeten varieerde van kippensoep tot de fijnste kroketjes, van macaroni met spek tot de fijnste gebraden kip. Zulk een luxe is niet overbodig na een vermoeiende dag. De rimboejongens zijn zo getraind dat zij zodra je thuiskomt, je direct de schoenen uittrekken en je een jonge klapper voorzetten. En warm dat het er was, tenminste gezien de kleur van mijn huid. Heel veel van de hitte heb ik eigenlijk niet gemerkt. Je ging met het grootste genoegen in de zon [6] uitrusten. De streek is maar zeer schraal begroeid. Het is op enige bergen na geheel ontbost. Vandaar ook dat er in de droge tijd watergebrek heerst, en dat er over de rivieren bijna geen bruggen zijn, want in de natte tijd is er zoveel water, dat niet al te stevige bruggen gewoon weggeslagen worden. Meestal waren we ’s ochtends reeds op stap en thuis kwamen we meestal om 2, maar vaak ook werd het 5 of 6 uur. U kunt begrijpen dat het slapen niets te wensen overlaat, al is er nog zoveel lawaai om je heen. En lawaai kunnen ze maken! Vooral de wakers, die steeds wat met elkaar te bepraten hebben. – Ik heb altijd onder een klamboe geslapen, wat wel benauwd was. De anderen deden het niet, malaria muskieten waren er toch niet. Op de laatste nacht bleek dat een klamboe, wanneer die niet ingestopt werd, geen onschuldig ding te zijn. Mijn klamboe heb ik nl. nooit ingestopt, omdat er toch niet veel muskieten waren, en daardoor hing hij op de grond. Met het gevolg dat ik bezoek kreeg van een schorpioen, een insect dat niet tot de sympathiekste behoort. Hij steekt en geeft je meteen een giftinjectie. Het bewuste beest stak me in mijn kuit en het gevoel dat je kreeg was hetzelfde als wanneer iemand je met een sigaret brandde. Ik droomde dan ook dat iemand dat bij me deed. Natuurlijk direct klaar wakker. En direct was dat gevoel in mijn lies. Toen wist ik dat ik door iets gebeten was. Ter Haar heb ik gewekt en verzocht me te behandelen. We hebben namelijk voor beten of steken van giftige dieren een zeer probaat middel, nl. een snede met een Gillette mesje en dan kaliumpermanganaat in de wond. Daarna melk. Dit recept heb ik dan ook toegepast. En van de steek heb ik niet veel meer gevoeld dan wat stijfheid. Het beest was gelukkig niet zo groot, anders kon je er meer last van krijgen. (1 dag koorts + de nodige overgeverij). Onze terugreis werd aanvaard met ons 90-gen. Een autobus vol koffers! 

Dag Hok

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Pag 5 en 6 op briefpapier Hok
More in this category: « 1930-07-20 1930-08-05 »