1930-06-24

EIDA

24 juni ‘30

Geliefden –

Al dinsdagmorgen, en nog vond ik niet eerder tijd jullie te schrijven. Net kom ik van Anneke, het is nu 11 uur. Elke dag bezoek ik haar als Thijs er niet is. Maar de twee laatste dagen is Thijs al heel vroeg klaar. Gister om half 10, vandaag om kwart na 10. Zo’n buitenkansje heb ik nu nooit eens, dat Hok eerder thuis is dan kwart na 2. Alleen zaterdags om kwart voor 1, maar anders nooit eens iets onverwachts! De hele vorige week werkte Hok ook ’s middags nog tot half 7 op G.B. en alleen voor mijn plezier heeft hij zaterdagmorgen een paar uurtjes vrij gevraagd voor de Opening van de Jaarbeurs. We waren met ons drieën, Thijs ook mee. Alle stands waren precies hetzelfde als verleden jaar, dus er was voor ons niet veel te zien. Geen wonder dat ze juist met de Kermis mensen trekken. Als die er niet was, kon de Jaarbeurs niet uit. Ook een loterij helpt mee om het zaakje te kunnen bekostigen. Op ’t ogenblik loopt Chris’ hoofd om van de herrie, daar ieder hem alles tegelijk vraagt. Toch heb ik ’t nog gewaagd hem op te bellen om hem af te sturen op een blik zoute stengels en bollen dat wij bij de opening kochten en betaalden, maar niet thuisgestuurd kregen. Maar nog steeds geen succes: diep tragisch kijken Hok en Thijs ’s middags naar hun borreltje zonder zoutje! Gisteravond toen Thijs met oom Ru naar de Jaarbeurs was, heeft hij waarachtig vergeten om een bus te halen. Als ik er nog eens kom, neem ik er eenvoudig een mee, wat ze ook zeggen. Het is niet gering: ƒ 1.75 op ’t eind [2] van de maand! – Zaterdagavond foof Thijs ons op “Simba”. Die natuurfilm met leeuwen, olifanten, bizons, zebra’s in de vrije natuur, die Moeder met Thijs in Den Haag zag. Buitengewoon mooi, ook qua foto erge mooie opnamen. We vonden dat Jaap Kunst hier wel een voorbeeld aan mocht nemen! – Woensdagavond waren we nl. met een groot gezelschap bij de Kunsten om Jaap’s Nias film te bekijken. Je kreeg er wel een idee van hoe die mensen daar nog leven met hun eigen klederdrachten en feesten en spelen en dansen, die nu aan ’t uitsterven zijn, dankzij de geliefde Zending, die daar hen leert om “zedelijkshalve”(!) een jasje en broek te dragen. Met het gevolg dat die mensen, wier huid steeds door de zon gedesinfecteerd werd, nu met lompen en huiduitslag rondlopen. Ze zijn nl. zo onzindelijk – de Zending leerde hen blijkbaar geen hygiëne! – dat ze hun kleren niet uitdoen, tenzij ze in gaten van hun lichaam vallen! – Hun oude feestdos bij het dansen is buitengewoon mooi en moet ook kleurig zijn, naar wij zagen van enige tekeningen, die Jaap’s metgezel, de schilder Bonnet, daar gemaakt had. Hij had ook veel koppen getekend, zeldzaam mooi, met krachtige lijnen, waarover we zeer verrukt waren. De man zelf deed aan Max denken, zijn uiterlijk tenminste. Als Max tekenen kan als hij, zal hij nog veel opgang maken. De film van Jaap was erg donker; hij denkt dat filmen betekent: draaien aan een filmtoestel!, ook zijn foto’s en lantaarnplaatjes zijn niet schitterend. Maar zijn muziek, wat eigenlijk zijn afdeling is, konden we niet te horen krijgen. Alles moet, geloof ik, eerst naar Berlijn, opdat de was verhard wordt. – Vanmorgen was Mevrouw Benschop Koolhoven [3] van 10 tot half 1 bij mij op visite. Het was heel gezellig, ze is een jaar of 35 en in de oorlog was ze verpleegster in Engeland voor de Belgen, toen in Griekenland voor de Serven. Toen zou ze aan het hoofd van een Ziekenhuis (de poes maakte die vlekken met zijn zwaaiende staart!) in Indië komen, maar trouwde na een half jaar. Ze heeft zelf geen kinderen, maar voedt het dochtertje van haar man op. Alzo hadden we het ook nog over opvoeding en dergelijke. Zij is een hele tijd verpleegster geweest bij een Chinese familie, volgens haar geen echte Chinezen, maar zulke als Hok die Europees leven! – Nu moet ik eerstdaags Mevrouw ter Haar vragen hier te komen, naar zij mij verzocht heeft. Vanmiddag komt Rein op de thee, volgende week woensdag gaat hij aan boord naar Den Haag, dol! Morgenavond komt Roos Driessen op de thee. Ze zou verleden week gekomen zijn, maar toen zijn we allemaal naar de Kunsten geweest. Hok maakte haar helemaal verlegen door te zeggen dat ze haar bezoek aan ons nu niet meer moest uitstellen! Schandelijk die man van mij. – Gisteravond was ons eerste bridgeavondje met de Harloffs. Heel gezellig. Alleen mijn bridgecapaciteiten zijn wel heel gering. Zij spelen beiden namelijk goed. Gelukkig haalde ik met m’n eerste spelletje “klein slem”, maar de rest was treurig. Ik kan nooit verder denken dan de slag waar we aan bezig zijn en ik vergeet de troeven te tellen. ’t Is meer dan treurig. Harloff deed grote verhalen over telepathie en gedachtelezen en trucjes erbij. Erg leuk dat hij zo spraakzaam is. Zijn vrouw, Anneke, is net het tegenovergestelde. Ze zal ongeveer een maand verder zijn dan ik, maar ze is al zo stijf in haar heupen, dat ze helemaal haast haar bed niet uit kan komen. Ik ben benieuwd of ik ook [4] zo’n onmogelijk exemplaar zal worden. Op ’t ogenblik gaat het nog best! Zondagnacht heb ik voor ’t eerst gespookt. M’n maag borrelde nl. geweldig, zodat ik niet kon blijven liggen. Toen heb ik een flinke hap dubbelkoolzure soda genomen. Maar juist had ik, in bed gezeten, de klamboe weer achter me dichtgemaakt of ik moest me erg haasten het weer ongedaan te maken, m’n kimono aan te schieten, de deur van ’t slot te doen en naar buiten te rennen. Helaas was de afstand nog te groot en maakte ik Hok en Thijs wakker. Maar de hele volgende dag was ik best, merkwaardig! – De hoeveelheid kleine luiers beginnen zich op te stapelen. Ik maakte gister van één een zak, maar ik heb idee dat luiers wel zo handig zijn omdat je ze erin kunt rollen, en ik zal van de rest maar weer gewone luiers maken. De goerita’tjes zijn ook bijna klaar. Ik zie het meest op tegen de wieg, want ik heb nog geen notie hoe ik die zal doen. Gister zagen we die van Anneke Harloff. Ze heeft alleen tule met roze lint benaaid, waarvoor ze 53 meter gebruikte! Ik zal eens aan de Dokter vragen of hij tule alleen niet te licht vindt. – Je schreef Maatje dat dit de laatste brief is voor m’n verjaarswensen. En nu bedacht ik nog wat. Als er tenminste nog plaats is, kun je dan wat kleine badhanddoeken sturen voor het “wichie”. Dergelijk dingen zijn hier duur. Misschien zouden ze ook goed als onderleggers dienst kunnen doen, maar ik weet niet of je nog zoveel plaats hebt. Anders koop ik het wel hier, wanneer deze wens je in verlegenheid brengt. Verder geloof ik bepaald al m’n wensen kenbaar gemaakt te hebben, alleen misschien een Weldon baby nummer of zo! – Dat geschenk van kam, borstel e.d. zal me bepaald erg welkom zijn, dat lijkt [5] me enig. – Ik ben niet erg attent geweest bij jullie feestdagen als 30 juni, 11 juli, vergeef me. – Gistermorgen waren de Borgers nog een poosje hier. Hun eetpartij bij ons vrijdag, ging niet door, omdat Mevrouw “de Bandoengse keel” had. Binnen 3 dagen was ze echter geheel genezen. We zullen hen nu deze week nog een keertje moeten vragen. Gister brachten ze beeldige witte anjers voor me mee. Ze bewonderden onze schilderijen zeer. Ik vertelde hen van de zoon van Mies en Dick. Ze wisten het nog niet, want ze zouden pas morgen de mail krijgen omdat die via Hero gaat. Ze vonden het leuk dat hij al 3 jaar was. Het lijkt me wel lastig om hem eerst het Hollands helemaal te leren. Ze zullen toch voorlopig Engels tegen hem moeten praten, is ’t niet. Ik hoop ook dat ze in je buurt komen wonen. Dat zal jullie weer aan vroeger doen denken! – We moeten overmorgen iets lekkers sturen voor de Sembajang, offerfeest ter ere van Hok’s overleden Oom, die Hok ƒ 1.000 naliet, je weet wel, welk geld we nog eenmaal hopen te innen! Ze hebben ons zelf uitgenodigd daar te komen. Ik moest eigenlijk een taart bakken of zo, omdat Mamma zo dolgraag mijn prestaties op dat gebied wil bewonderen! Ik hoop er moed voor te hebben, maar ik moet donderdagmorgen juist naar de tandarts. Van tandarts gesproken, m’n gebit is in zodanige keurige staat als verwonderlijk is tijdens zwangerschap! Had je dat ooit van mij gedacht?!

Dag Eida

HOK

Nee hè? Maar ze is tot meer nog in staat. Ze is nog niet eens stijf en doet alles nog als gewoonlijk. Nu Thijs bij ons is, is de verbouwing van de babykamer nog niet begonnen. [6] Evenmin zijn we verder gekomen met de inrichting daarvan. Maar dat komt gemakkelijk in orde. – Kees van der Laan hebben we nu “Simba” (= leeuw in de Kaffertaal), maar Simba gooit zijn nieuwe naam te grabbel. Iedereen lacht wanneer we haar met Simba roepen, want Simba is het tegendeel van moedig. Voor een mus schijnt hij al bang te zijn; volgens Eida is die afkeer van mussen niet het gevolg van vrees voor z’n hachje, maar voor zijn prestige. Bang om een figuur te slaan, wanneer hij de sprong te kort had genomen. Hoe dan ook, Simba is een aardig beest, dat bij ons eindelijk zijn vlooitjes kwijtraakt. – Rein doet alle moeite ons te overtuigen dat hij zelf geld genoeg heeft, om al zijn snoepreisjes te bekostigen. Dat komt ervan wanneer men een rijk meisje trouwt. – In september willen de Bodisco’s hier in Bandoeng komen, wat zal dat gezellig!! Zijn. Als ze zich maar niet ergeren aan onze democraatsheid [EIDA fraai woord!]. – Gelukkig dat wij ze niet zullen kunnen bergen. – Houw heeft nu een zeer beminnelijke brief geschreven naar aanleiding van mijn vroedheid[1]: hij en ook mijn oudste broer vinden het hoogst noodzakelijk, dat ik wat van me laat horen, en in de Chinese samenleving wat minder onbekend word. Om dat te bereiken, is niet al te moeilijk, veel eer is er niet mee te behalen, tenminste niet, wanneer je niet iets blijvends kunt scheppen. – Jammer van de uitgeputte deposito bij Schepers’Bank, niets aan te doen, bijstorten is het enige dat helpt.

Dag Hok.



[1] Vroedschap = vroede vaderen

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1930-06-16 1930-07-09 »