1930-04-08

EIDA

8 april ‘30

Lieve schatten –

Ik kan me niet herinneren slecht dichtgeplakte brieven van jullie gekregen te hebben, [HOK Eida krijgt ook nooit ongeopende enveloppen te zien, daarvoor zorgt Heer Censor] maar dat zal een ander jullie dan wel verweten hebben! Verder mijn excuses voor het dichtplakken van het Van Blankensteyn’s drukwerkje – ziezo – intussen heb jullie al gehoord hoe goed het truitje is overgekomen, dus de post valt niets te verwijten, evenmin als het lieve witte kleefpenseeltje van de vriendelijke meneer van ‘t Irisplein. De kwitantie van de Veendammer kwam in ons bezit, maar ik had me verbeeld dat ze 33% uitbetaalden, en ’t blijkt ruim 25%. – Nu allereerst Moeders vragen beantwoorden: ik ben nu sterk in de overgangsperiode en heb weer een prettige week achter de rug waarin ik me netjes gedragen heb. Ik voel me steeds prettiger en fleuriger, hetgeen zeer aanstekelijk op Hok werkt, zodat we deze feestmaand met de grootste vreugde onderhanden hebben genomen. Tot onze schande zij gezegd dat we onze ondertrouwdag zonder nadenken zijn voorbij gewandeld. Maar dit kunnen wij wijten aan Hok’s maagstoornis, hier meer algemeen maaginfluenza genoemd, hoewel die naam er wel te wijds, gelukkig!, voor is. Hij had maar 1 dag koorts, 38.1-38.3, en de volgende morgen 36.5, hetgeen ik niet wou geloven, maar aan welk cijfer hij bleef vasthouden. Zijn maag daarentegen was nog in beroering en als je erop drukte, maakte hij het geluid van een gummizak half vol [2] water, zo klokkerig. Het was echt al dat ijswater dat daar standhield. We hebben er geen dokter bijgehaald omdat we wisten waar het van kwam. Hok heeft de hele dag liggen lezen en is ook donderdag nog hoofdzakelijk in bed gebleven. Donderdag zouden 2 ongetrouwde collega’s hier eten, vrienden uit Delft, Westerveld en Van Raalten, maar ik moest ze afzeggen en omdat eerstgenoemde naar de rimboe ging, is het minstens 5 weken uitgesteld.  Ik schreef jullie al dat Dr. Thung + Nanda McDonald hier waren + 2 kinderen, zij kwam vrijdagmorgen nog en zaterdagavond hebben we bij hen in het pension gegeten, toen was Hok weer helemaal goed. Het zijn heel aardige mensen, de Thungs, zij zei mij direct haar bij de naam te noemen en was ook zeer tevreden over alles wat wij hier ondervinden, ze hadden, evenmin als wij, onaangenaams meegemaakt. Hun kinderen hebben Hollandse namen, en hijzelf is noch gelijkgesteld, noch genaturaliseerd, net als Hok. Ze hebben ze gewoon aangegeven zonder enige last. Zij staan in minder contact met hun familie als wij. Ze was verbaasd dat Mamma hier gelogeerd heeft, maar zij wonen ook ongeveer 10 uur sporen van zijn moeder. In deze vakantie ging zij voor het eerst naar zijn familie, maar ze heeft ze wel al gezien. Maar hij is wel erg op zijn moeder gesteld. – Ze wonen in Klaten, 6 uur met de trein van hier. Maar ze vroegen of wij misschien in de vakantie bij hen kwamen logeren. Ik denk wel dat dat nog ver in ’t verschiet zal zijn. Ik schreef net aan P.S. en aan Tante Leidie om “het” te vertellen. [3] Waarschijnlijk heb je het aan Tante L. al verteld, maar meer om haar ziekte vond ik het nodig haar weer eens wat van ons te laten horen. – Gister, precies de 7e, kwam Dien’s handwerk. Wat een werk, en wat een mooi ding, ook zo prachtig van kleur. Het zal zeker mooi zijn bij ons eetservies, met blauw! Ik begrijp niet dat ze daar maar 1 jaar voor nodig heeft gehad! Ze schreef erbij dat de toekomstige kleine Tan het niet als slab mocht gebruiken! – Gister vierden we weer zeer geslaagd. Eerst herinneringen opgehaald, toen ons nog verkwikt aan een bos rode dahlia’s. Later toen ik al bezig was voor de taart, kwam Anneke met een grote bos zalig ruikende rozen. Anneke naaide, ik roerde en wij kletsten. Een zeer geslaagde morgen, vooral ook daar de taart prachtig rees, mooi van kleur was en op tijd gaar. Ik maakte nu de amandeltaart, met roomvla vulsel en weer gegarneerd met gekonfijte vruchten en verder Hok-Eida-2. Helaas kwam Hok 5 minuten te vroeg thuis, zodat hij al enig idee had, van ‘t voor hem gemaakte. ’s Avonds aten we al om half 7, daar we naar “de “Stem des Bloeds” gingen, een Indische film met mooie natuuropnamen, maar een daverende snertintrige met beginnelingen als spelers. Verder aten we “petjil” (dat ken jullie al) zeer tot genoegen van Hok en Thijs, welke laatste op een ogenblik in zichzelf mompelde dat het toch wel enorm lekker was, en alleen om daarvan nog eens te kunnen “proeven” wou hij na de bioscoop (9 uur) wel weer met ons mee, zodat we de maaltijd tot half 11 doorzetten! Het is werkelijk prettig nu Thijs [4] te eten te hebben, hij geniet zo intens en zo duidelijk merkbaar, terwijl Hok het ten eerste al gewend is dat hij lekker eten krijgt, al zeg ik het zelf!, en ten tweede zwijgzamer van aard is! – Nu de volgende week A. en Th. en dan weer onze trouwdag, dan komt Henk de 19e en blijkt tot de 30e. De maand is dus al om! – Wat m’n vermageringskuur betreft, die is al lang geëindigd, omdat ik altijd veel honger had, en niet tegen een lege maag kon; het heeft nu ook geen zin meer. De eetlust is nog in de beste orde, en griesmeelpap ’s morgens bevalt me nog erg best. – Eerstdaags ga ik weer dokterwaarts. Hij controleert m’n urine elke maand en vindt dat ik me uitstekend gedraag. Ik heb nog geen leven gevoeld, maar met spanning wachten we erop. – Enig dat Tante Jacq gekomen is – die logeerkamer van jullie haalt zeker de schade van al die vorige jaren in, toen er nooit iemand in ons huis bij kon! –  We hebben de hele bruiloft van Madzy vergeten, Betsy had ons ook eind januari verteld dat M. 17 maart trouwde, dat is toch ook te lang en geen ondertrouwkaart of wat. Ik wou Madzy een cadeautje geven, nu nog, maar Hok wil niet, ik zal nog eens zien. – Betsy heeft de tekeningen van onze meubels gevraagd voor haar nieuwe huis in Batavia, waar ze bij de Kindersterfte statistiek werkt. De ontwerpen hebben we de meubelmaker laten houden, dus kunnen we haar niet helpen. – Hierbij ingesloten het Vivos ABC, sturen jullie het bij gelegenheid eens terug, misschien kan ik er later nog eens uit putten. Al de feiten, die erin staan, heb ik maar gedeeltelijk meegemaakt. – Verder m’n eerste Maleise brief aan Mamma, af en toe [5] verbeterd door Hok. –

De laatste Vivos vergadering die met storm en onaangenaamheden begon, is weer goed afgelopen. Praeses en abactis verzoend. Alleen de quaestrix is het te machtig geweest en om van het gezanik af te zijn, heeft ze bedankt, zelfs ook als lid, maar men wendt pogingen aan haar terug te winnen, al is het niet voor het Bestuur. Mevr. Ament – abactis, heeft zich uitstekend gedragen en de vergadering was over ’t algemeen onpartijdig gelukkig, hoewel een kleine partij de schorsing v.d. abactis vroeg. Vóór de vergadering heb ik de abactis voor die partij gewaarschuwd, omdat het billijk was dat niet alleen de praeses, maar ook zij hiervan wist. Dit vatte ze op als een persoonlijke blijk van mijn toegenegenheid en op de avond zelf hadden we een gezellige kout! Het gevolg was dat ze vrijdagmorgen aan kwam stappen en gezellig een uurtje hier kwam praten, deze week zal ik naar haar gaan, ik vind het prettiger de vriendschap dan maar zo gauw mogelijk aan te knopen. Ze is moeilijk te benaderen en daarom vind ik het wel leuk dat ze eerst bij mij is gekomen, dit heb ik grotendeels misschien te danken aan Jan Albert Schepers, die zij zo buitengewoon aardig vindt en op wie ze mij vindt lijken! Ze heeft me gevraagd op de volgende Vivos avonden met haar in haar auto mee te rijden. Dat is dus fijn. Ze heeft een schattig dochtertje van 4 jaar, en is zelf ± 27 jaar.– Ik schreef jullie ook nog niet dat ik al 2 maal bij Marietje van Loon in Borromeus Ziekenhuis op visite was. Moeder weet natuurlijk direct wie dat is! Je weet, ik zat met haar bij Juffr. Boldingh. [6] Ze heet nu Jarig Bruining of zo, en ligt al 6 maanden pal op de rug met een ruggenmergontsteking, ze is helemaal lam geweest, maar kan zich nu weer bewegen. Over 5 weken weet ze of ze geopereerd kan worden of niet, als het niet kan, is het ellendig. Haar moeder is uit Holland overgekomen en zit nu de hele dag bij haar. Ze vindt het wel leuk geloof ik, als ik kom, want ze heeft hier haast geen kennissen, ligt al bijna zo lang als ze in Indië is. Ik heb haar wat Marmite gebracht om eetlust op te wekken, want die heeft ze nu haast niet meer en als ze geopereerd kan worden, moet ze eerst krachten opdoen. Het is echt zielig, maar ze is zelf erg vrolijk, hoe is ’t mogelijk hè. Vroeger deed ze haar mond niet open, nu doet ze veel verhalen.

Emma trad dus gister als lavender-girl[1] op, stuur vooral een kiek! – De kiekjes van Hok’s verjaardag zijn erg slecht, de hele film is absoluut wazig. Was het een aardig feest. Goed dat Emma niet meedoet met Anny Rutgers, je kunt beter voor jezelf en je familie je kunsten vertonen, dat is ook wel zo leuk!

Dag Eida

HOK

G. Hartelijk bedankt nog voor de verjaarsbrief,  die nu eerst, daar Hare Majesteit de Maag het me belette, beantwoord wordt. Het feest begon zeer vroeg in de ochtend: Eida bracht me de cadeautjes één voor één op ’t bed en het duurde niet lang of het bed was meer met cadeaus en pakpapier bedekt dan gunstig was voor het strekken van de nog moede leden. Daar was ook weinig tijd voor, daar Eida steeds weer met nieuwe dingen kwam aandragen. De verjaarsbrief bleef tot op die dag ongeopend, ondanks de vele, voor het handhaven van het verjaarsbriefgeheim, zeer funeste neigingen. [7]

Dr. Ir. Tan Sin Hok

Berlageweg 3

Bandoeng

    ===

Ziet hier één der cadeaus, prachtig niet? En zo glad, precies als Pschov’s dansvloer nodigend tot het uitvoeren van sierlijke bewegingen. En de harinkjes en cephale (wat is dat?) werden – al waren ze nog in blik – door H.M. de Stomaco, toen nog in blakende welstand, met kennersogen opgenomen en met zichtbaar welgevallen voor de eerstkomende passende gelegenheid ter zijde gelegd. En de bekende puntpoef[2] was weer troef, en de vlindertjes bewonderd om hun kleur. Wel bedankt, jammer dat de filmen waarop al dat schoons en smakelijks niet goed bleken te zijn, zodat we u de jubilaris onder en te midden van zijn geschenken niet kunnen tonen. – De eerst-komende gelegenheid liet niet lang op zich wachten, want april is een van feestdagen welgevulde maand: wel bedankt voor de schone woorden voor de gedenkdag van 7 april. Die dag is met dahlia’s en rozen, een heerlijke taart + attributen d.i. kip + zoete erwtjes + pommes frites + gekookte groenten met pindasaus als zichtbare huldebetuigingen en met onzichtbare feestelijke gevoelens gevierd. ’s Avonds naar een film die in Indië is opgenomen, met Indische spelers en entourage gegaan: welk een monsterlijk product. Vol van onmogelijkheden en aanstellerige dames.  R.I.P.[3] – Verjaarsbrieven werden om en bij die tijd ontvangen van Mevr. v. Gilse[4] en Broeder[5] en Jaap[6] en Henk[7] [EIDA en Dien[8]]. Andere werden niet ontvangen. Bezoeken werden niet verwacht, omdat onze kennissenkring niet van dien aard is dat ze over dergelijke intieme dagen ingelicht zijn. Mijn familie viert geen verjaardagen omdat dat nu eenmaal niet de gewoonte is. – Dit papier geeft zulk een mooi ondergrond voor mijn pen, dat Moeder me zeker nog eens zo’n grote pot Marmite zal sturen, al heeft Eida hem door haar keuze van juist dit papier verdiend. Bij voorbaat bedankt. – Mijn “ziekbed” werd verkort behalve door mijn sposa[9] door Manzoni’s I Promessi Sposi (in het Duits). Anders heb je geen tijd om zulke langdradige, maar toch prachtig geschreven romans door te nemen. Mijn optreden op de grote tennisbaan heeft tot nu toe den reporter nog geen reden tot het geven van lange en uitbundige verslagen gegeven, en wel omdat de reporter mij nog niet heeft “ontdekt”, althans in gunstige zin. En als hij mij reeds ontdekt heeft, zou hij om pijnlijkheden te voorkomen, zeker zijn ontdekking liever willen verzwijgen, of hoogstens denken: nog veel, heel [8] veel oefenen en vooral niet denken dat je nog in de Jaarbeursclub speelt!

Dientje’s tafelkleed hebben we bewonderd: het is een geweldig werk, dat men zeker alleen voor zeer weinigen over heeft. Het kleed werd vergezeld van een raad voor de toekomst, dat het namelijk verboden is voor de(n) kleine(n) Tan het als slab te gebruiken.

We komen zo langzamerhand weer in de Oost Moesson, tenminste we verbeelden het ons! De regen valt namelijk nu tegen 4-5 uur ’s middags pas. Over de hoeveelheid die er valt hoeft plant noch kikker zich te beklagen nog! De zon komt ook al in het Noorden: ik krijg hem hoe langer hoe meer in mijn kamer op G.B., wat heus niet aangenaam is. Een onzalig idee om de bouwkosten van ons laboratorium zo te bezuinigen dat we nu zowel last van inregenen als van inzonnen hebben. Laatst hadden we zo’n harde bui, dat het in mijn werkkamer dreef: de fossieltjes dreven lustig rond; etiketten weekten los, microscopen verroestten. Gelukkig is niets onherstelbaars verregend, maar het ook anders kunnen treffen!

Het is merkwaardig hoe man langzamerhand in een “kanker” stemming komt. U weet “kankeren” is een specifiek Indische ziekte. Ik heb er gelukkig maar weinig last van. Maar soms doe ik hard mee, wanneer ze het hebben over leiders, die wanneer ze beginnen te leiden, de Dienst en ondergeschikten mee laten lijden. Zo incompetent! Je begrijpt er niets van, dat zulke mensen niet op een minder belangrijke post worden gesteld, waar ze niets te verknoeien hebben.

Ik heb soms te doen met de collega’s die zo’n chef als hun meerdere moeten beschouwen. Persoonlijk heb ik er geen last van, daar ons laboratorium apart staat. Dat komt van onze onvolprezen “ranglijst”. Ieder zijn beurt!

Eida heeft haar adhesie betuigd met de actie bekend onder de naam “op één dag twee delemanpaarden doodgevallen”. Men – de actie is onder een anonymus begonnen – vergadert a.s. vrijdag. Veertig deelnemers.

Dag, vindt u het papier ook nog altijd prachtig?

Hok.



[1] Lavender-girl is juffrouw die ergens reclame voor maakt

[2] Poef of pouffe = dik kussen om op te zitten.

[3] R.I.P. of Requiescat In Pace = rust in vrede.

[4] Mevr. van Gilsen: moeder van Henk Roelofs Heyrmans.

[5] Broeder = broer Tan Sin Houw.

[6] Jaap Kunst.

[7] Henk Roelofs Heyrmans.

[8] Dien Beudeker-Burgersdijk.

[9] Sposa (spouse) = echtgenote.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 7
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Pag. 7 en 8 op bloknootpapier met briefhoofd Hok
More in this category: « 1930-04-01 1930-04-13 »