1929-11-11

EIDA

11 nov.’29

Geliefden,

Helaas zal jullie tegen Moeder’s verjaardag pas Indische Sinterklaas kunnen vieren of reken het als vervroegd Kerstfeest, want te vroeg hoort meer bij Indië, dan te laat. – Woensdag komt de nieuwe jongen, hij is een M. meer dan Ardjo, helaas, want die naam verfoei ik. Het is een geweldige opluchting dat dat stel verdwenen is, elke dag geniet ik er weer van, dat ellendige boze gezicht altijd. Achteraf beschouwd was ik met de kokki ook niet zo goed af; ik betaal nu namelijk dagelijks de helft voor de groenten van dezelfde warong (=winkel) naar aanleiding waarvan ik vermoed dat zij zelf van mijn geld ook haar eigen eten nog heeft kunnen kopen! Als beloning krijgt deze kokki elke dag etensrestjes. Ze vindt niets moeilijker dan een pyjama goed op te vouwen en een overhemd. Maar ze kookt buitengewoon lekker en voedzaam. – Wat Marmite betreft, daarvoor houd ik mij te gelegener tijd aanbevolen. – Wat onze Mardjo betreft, vanmiddag is hij al misschien “de onze” niet meer. Hij heeft nl. de gewoonte elke vrije minuut in te slapen. Overal waar ik kwam: in de garage, de goedang, daar was hij ingeslapen. Vanmorgen, toen ik even naar Anneke was en weer terugkwam, vond ik hem, op aanwijzing van de kokki, die zich dood over hem ergert, op de grond, zijn hoofd op een stoel, op het vuile tafelkleed in de eetkamer! Het bleek dat hij ’s nachts bij zieken moeten waken, het duurt nog 3 dagen zegt hij, dus ik wil hem niet wegjagen. Maar hij geneert zich nu dat ik hem zo vond dat hij net zei dat hij maar weg wil, maar Hok moet maar recht spreken in naam der Koningin! – Het is vervelend weer opnieuw te beginnen en vooral: hij is al lang djongos geweest en weet alles al. – Ons zaad komt op in de tuin, ik juich de ganse dag. Het is [2[ meer dan dol. Mevrouw Ortt, de vorige bewoonster, had gezegd dat ik geen moeite hoefde te doen, want dat bij haar nooit iets op kwam! Er zijn volgens onze buurman, de bloemkweker, 2 zonnepitten opgekomen, maar ik geloof dat het er zelfs meer zijn. Of de viooltjes het doen, weet ik niet, ik zie wel hele kleine blaadjes op die plaats. Twee soorten zaad die ik van Trude kreeg, zijn al duidelijk opgekomen, ik geloof cosmea en cynia (of hoe je het schrijven mag). De orchidee groeit ook goed. Pierre zegt dat er vast geen bloemen aan zullen komen, maar zo mogelijk heeft hij er nog minder verstand van dan ik. – Vrijdag hadden we weer Vivos vergadering, eerst voorvergadering van een paar mensen die zich interesseren voor de “omhoogwerking” van de vrouw in het algemeen en die belangstelling erfde ik van mijn Ma! Volgend jaar is er een congres in Honolulu: Pan Pacific Conference of Women, en nu wil Indië ook een paar mensen of één afvaardigen, maar nu is hier geen Vrouwenbond, waaronder alle vrouwen hier vallen. Men wil nu trachten iets van een Vrouwenraad op te richten. Ik heb me aangeboden bij de Chinese Vrouwenclub poolshoogte te gaan nemen wat ze beogen en of ze er eventueel voor zouden voelen. Hierdoor praatte ik erg gezellig met een van de ouderen bij een hoge Piet van de Vivos! Zelfs overkwam me de eer dat zij op deze vergadering en een andere voorname dame, me een plaatsje tussen zich in gaven, zodat ik op twee halve stoelen zat, wat best ging, zo vol was de vergadering die bij Trude was. Die mevrouw heette Ultée-Wolters uit Groningen. Ze is doctoranda in de Medicijnen en ik heb het idee dat Mientje ter Spill later zal zijn als zij! – Maar enfin. – Vandaag tennissen als Hok’s arm weer meekan die stijf en pijnlijk was, en als mijn p.f.[1] niet is doorgebroken. – Tijdens die vergadering was Pierre bij Hok en om 11.00 uur hebben ze opgebeld of het nóg niet uit was, vind je niet onhebbelijk?! Die hebben wat kunnen afgeven op “vrouwenclubjes” vooral Pierre is erg fel, maar ik steun Trude krachtig. Pierre vindt het geweldige onzin

[Randje (boven) pag. 1]

maar gelukkig gunt hij het haar wel. – Moet je ons dan zien tegen onze mannen! – Ik heb hoop dat mijn begroting, voor deze maand goed was en ik eronder kan blijven. Jullie krijgt dus ƒ 79.- zoveel van ons, + wat je nu al weer betaald hebt. Het klopt. Ik heb het nagerekend. We zullen jullie de

[Randje (zijkant) pag. 1]

B.P.M. coupons sturen, dat komt net mooi uit. Ik heb net de rekening van de tandarts van ƒ 50.- teruggestuurd, en haar goedkeuring gevraagd om hem de volgende maand te mogen betalen. – De hangkast van A. en Th.

[Randje (onder) pag. 1]

is nog leeg, hij is opgemaakt als wastafel. – Dank je voor het kiekje van Mieke en Moeder – gelukkig voor T. Leidie dat Mieke op het feest niet kon. Een pracht recensie van Annie Palm en mooi verslag van Jup. Dag Eida

HOK

[3] 11 november ‘29

G. Vandaag wapenstilstanddag[2], hier zover we weten onopgemerkt voorbijgegaan. Misschien staat er iets over in de krant, die we nog niet gelezen hebben. Vandaag weer getennist. Mijn arm is bijna weer normaal. Het is reusachtig warm om op een overdekte baan te spelen, een open veld is prettiger, maar hier is het bezwaar van regen en felle zon. Momenteel regent het elke dag, minstens een uur of twee achtereen. Dan regent het pijpenstelen, die naar beneden vallen. Een Hollandse regen is er wat betreft de hoeveelheid die er neervalt kinderspel bij. – Ik ga net als Moeder ook groot schrijven, makkelijker om te lezen, hoewel het mij niet gemakkelijk af gaat om groot te schrijven. – Meestal begint het om twee uur ’s middags te regenen; tot nu toe hebben we steeds met droge kleren thuis kunnen komen. Mardjo hebben we niet weggestuurd; het zou toch niet juist zijn iemand weg te zenden omdat hij veel slaap nodig heeft. Ik heb hem alleen op het hart gedrukt niet te slapen op tijden dat hij werken moet. Voor de rest mag hij bij Morpheus zijn zoveel als hij wil. Hij schijnt deze uitspraak van Salomo zeer te waarderen; vanavond heeft hij reuze gewerkt en was zeer wakker. – Kokki is een voorbeeldige kokki: ze heeft mijn maag en mijn hart reeds gestolen. – Voor enige tijd is er vanwege de Gouverneur van West-Java een circulaire uitgevaardigd inhoudende het verbod voor politie en militair c.s. om lid te zijn van het P.N.I.: de Nationalistische Partij[3]. Zeer juist omdat deze landsdienaren nu eenmaal buiten de politiek moeten staan. Maar men wenst een stap verder: verbod van de P.N.I. ofwel verbod aan alle landsdienaren om er lid van te worden. De regering doet het blijkbaar niet, en m.i. ook zeer terecht. In het eerste geval zou de nationalistische actie in het geheim gaan ageren. Wanneer eenmaal het nationalisme bij het volk – hoe klein dit wakker geworden deel ook moge zijn – ingang heeft gevonden, dan is het niet te stuiten, wel te leiden nog. Op welke wijze deze te leiden is, dat hij een “co-operation”beweging wordt is natuurlijk een zeer moeilijke [4] kwestie, – het nationalisme van een gekoloniseerd volk, precies als dat van een minderheid uit zich meestal, zo niet altijd, in uitersten: vrijheid, zelfbeschikking, en langzamerhand moet deze extreme groep tot het inzicht komen, dat volkomen zelfbeschikking na zulk een lang geschiedenis van gekoloniseerd zijn, alleen verkregen kan worden binnen de grenzen van een dominion, en dat ook dan pas, wanneer het volk voldoende capabele mensen heeft, maar zover zijn we nog niet. – In het tegenwoordige stadium, is een vrij “Indonesië”, dus een vrijstaat van heel Nederlands-Indië een onmogelijkheid. De Indonesische politici bereiken echter wel dit, met hun actie, dat ze de inheemsen economisch wakker schudden. Aan hun actie zit natuurlijk het gevaar, dat ze het weinig ontwikkelde volk over het paard tillen, pretentieuzer maken, tenminste dat gedeelte dat ervoor vatbaar is. En dat is natuurlijk niet prettig voor hen, die tot nu gewend zijn aan pretentieloze ondergeschikten. – Een goede rem tegen al te veel extremisme verliest men, indien alle ambtenaren verboden werd, lid van de P.N.I. te zijn, want niet alle ambtenaren hebben extremistische neigingen, integendeel zelfs, immers psychologisch juist is het gezegde: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. De inheemse bladen vinden dat de regering met twee maten meet, waarom wordt de Vaderlandse Club niet voor militairen en politie verboden? Dit is natuurlijk niet helemaal juist geredeneerd, de V.C. heeft nog geen daden getoond. Zij is een specifieke Nederlandse partij die geen andere bestaansreden heeft dan deze, dat de Nederlander hier bang is voor zijn positie. Veel leven schijnt er in die partij niet te zijn, het is een paraderen[4] met nationalisme. De leden van V.C. zijn schor van het zingen van het Wilhelmus. Van een politiek program is nog niets bekend. De Indische Katholieke Partij, de Christelijke Staatspartij, achten hun lidmaatschappij onverenigbaar met dat van de V.C., omdat de V.C. haar doel tracht te bereiken: zonder medewerking van de inheemsen – een uitlanderspartij[5] –, terwijl de genoemden hun actie met de inheemsen samen voeren. Eida’s lidmaatschap van de Vivos is zeer toe te juichen. Ze heeft mij niets verteld van de haar opgedragen taak om bij de Chinese vrouwen poolshoogte te nemen. De weg erheen is voor haar niet moeilijk; Mevr. Chen, de vrouw van de Chinese wethouder, zal haar wel introduceren. – Het zal prachtig zijn, indien de Europese vrouw in Indië [5] hun gekleurde zusters helpen; morele hulp hebben ze nodig, voor het “technisch” gedeelte moeten de betreffende rassen zelf zorgen. Ieder ras heeft haar eigen specifieke problemen ten aanzien van de emancipatie. Niet ieder ras wenst dezelfde emancipatie als de Europese of de Amerikaanse vrouw. Vooreerst onderwijs, ontwikkeling, …dus scholen. En als men bedenkt dat velen tegen het onderwijs voor het volk zijn, omdat het onontwikkelde zoveel gemakkelijker in het “gebruik” is dan het ontwikkelde. Elke medaille heeft zijn keerzijde! Maar niet alleen om humanistische redenen is onderwijs nodig, maar tenslotte zit er een opportunistische zijde aan. Stelt u zich voor, dat alle lagere bureaubeambten alleen geïmporteerde krachten waren, met recht op buitenlands verlof etc., de grote kantoren zouden heus minder baten afwerpen. De winkels met Europees personeel kunnen heus niet concurreren tegen de Chinese en Inlandse collega’s, tenminste wat betreft de gewone alledaagse dingen. Wat kunstvoorwerpen betreft, wat modeartikelen aangaat, kortom wat te maken heeft met het bevredigen van de Europese smaak, daar zijn de Europese winkels het beste adres voor. De niet-Europeanen weten natuurlijk niet wat “en vogue” is. Maar kruideniersartikelen, katoentjes e.d. daarvoor moet men niet naar Europa gaan. –

Jaap Kunst zal in 1930 zijn opdracht krijgen, dat staat reeds vast. Erg fijn voor hem. Hij is in de musicologie meer op zijn plaats dan op G.B. waar hij de mijnverordening juridisch zuiveren moet.

Jan Hupkes is geen man voor ons. Zwaar als lood, kleverig als Arabische gom. Wij zijn hem een visite schuldig, al weer zo een die we maar liever niet doen. Zijn meubels schijnen dezelfde te zijn als die van ons, maar de lampenkappen schijnen tegen die moderne stijl te vloeken. Ja, als men geen eigen smaak heeft, weet men ook niet wat de finishing touch is [EIDA hm, hm! dan moet je bij ons wezen!].

Nog altijd hebben we onder de collega’s niemand gevonden waarmee we meer dan alledaags zouden kunnen omgaan. Er is ook nog maar weinig hoop op.

Dag Hok.

[6]

EIDA

Het is wel prettig nieuw personeel te hebben, dan kun je al je fouten in de levenshouding herstellen!

[Randje pag. 4]

EIDA

Ik weet nu hoe de gaten juist daar in mijn zijden kousen komen: de kakkerlakken hebben ervan gegeten, ook van een zijden onderjurk. Ze hebben smaak. Het zijn de meest ellendige beesten die er bestaan, maar ik heb nu kamfer in de kast en nu is er geen een meer.



[1] “p.f.” staat voor menstruatie/ongesteld worden.

[2] “11 november” is wapenstilstanddag Eerste Wereldoorlog

[3] P.N.I. is Partai National Indonesia.

[4] Synoniem voor “paraderen” = “prijken, pronken”.

[5] “Uitlander”= Afrikaans woord voor “migrant/buitenlander”.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief
  • Bijzonderheden: “Ellendig papier dit, van Houw”
More in this category: « 1929-10-31 1929-11-17 »