1935-10-08 (2)

EIDA

Geliefden – Het ìs er en nog wel een meisje – hoe vinden jullie – ik ben ongelooflijk blij dat alles achter de rug is, heel erg vond ik het en het duurde eeuwig – verbeeld je dat ik zaterdagmorgen al naar het Ziekenhuis moest, omdat ik een snipje bloed had verloren én omdat het 5 oktober was! en omdat er al weeën geweest moesten zijn daar de baarmoedermond zijn stand al veranderd had, evenwel waren er nu geen weeën meer, maar hij zou ze dan wel opwekken. Twee dagen lang kreeg ik 20 injecties zonder resultaat en al m’n vriendinnen kwamen me moed inspreken en Linn en Hok waren het erover eens dat het een recalcitrant meisje moest zijn, hoewel ik nog steeds op een jongen rekende. Gistermiddag kreeg ik 2 ander soort injecties en meteen knapten de eivliezen om half 3. Meteen weeën om de 2 minuten, die steeds heviger werden maar met groter tussenpozen kwamen. Boon wilde het verloop langzaam hebben, dus ging ik lekker naar huis, en hij voorspelde de geboorte in de loop van vandaag – tot mijn woede natuurlijk want ik had berekend vannacht 3 uur. Ik deed dus geen oog dicht, maar toch ging de nacht vrij vlug om doordat ik de klok erbij had en steeds de volgende wee berekende, ik moest op m’n rechterzij liggen waar het ruggetje van de baby was, wel een prettige houding, omdat ik in het ijzer van de bedrand kon knijpen! Ik heb gemerkt dat ze ’t best uit te houden waren als ik m’n adem inhield en doodstil lag zodat alles doodstil te werk ging – behalve bij de persweeën – hemel ik was doodzenuwachtig omdat ik een perswee voelde en de dokter er nog niet was om 6 uur, maar alles kwam goed en ìs goed.

Dag – Hok zal wel vertellen van Axel en de rest.

Eida

HOK

U ziet dat Eidje het leed weer te boven is. Ze heeft zich kranig gehouden en dokter Boon heeft ons zijn kunde wel getoond. Donderdagavond begon ze wat te voelen, maar Eida schonk er weinig aandacht aan. Vrijdag hield het trekken aan en zaterdagochtend heb ik haar naar de dokter gebracht. Ik had namelijk uit de gesprekken van dokter Boon geconcludeerd dat hij gaarne [2] Eidje volledig onder controle wilde hebben. Hij droeg dan ook een geweldige verantwoordelijkheid en ik begreep ook dat hij er alles op zou zetten om zijn gelijk te bewijzen. Het bleek dat zaterdagochtend de baarmoedermond al vlak was; zodat het geboorteproces al aan de gang was. We spraken af om zaterdagavond naar Borromeus te gaan. Hij zou dan de weeën op trachten te wekken om het kind zo klein mogelijk ter wereld te doen komen. Dit ter voorkoming van een ruptuur als bij Elsje plaats heeft gevonden. Het gevaar hiervan was niet denkbeeldig; alles zou tenslotte afhangen van de wijze waarop de vroegere wond genezen is. Plotseling kreeg Eidje tegen 10 uur een vloeiing. Boon werd direct gewaarschuwd en hij raadde aan om direct maar naar het ziekenhuis te gaan. Zo ging Eidje er dus zaterdagochtend heen i.p.v. ’s avonds. Boon vond deze vloeiing erg vreemd. De harttonen van het kind gingen hem ook te snel. Toen ik hem vroeg wat er aan het handje was, zei hij, als maar niet het litteken in de baarmoederwand (van de keizersnede)  ons parten speelt. Die vloeiing was abnormaal, vond hij. Later begreep ik wat dit had kunnen betekenen. Hij was bang, dat de placenta aan het litteken vastzat, dit is bij de baarmoedermond, zodat bij het zakken van het hoofd het meegesleurd zou kunnen worden en dan afgescheurd van de wand, terwijl het kind nog in de baarmoeder zat. We hebben er Eidje natuurlijk niets van verteld. In de loop van de dag kwam hij nog een paar maal en constateerde tot onzer allergrote opluchting, dat de harttonen weer normaal werden. Onderwijl diende hij haar injecties toe van een middel, dat hier blijkbaar nog helemaal niet gebruikt wordt. Zaterdagnacht en zondag, alsook maandagochtend bleef de toestand stationair. Er waren wel weeën maar ze werden niet krachtiger. Zondag was het middel niet beschikbaar en in heel Bandoeng niet te krijgen. U begrijpt dat Eidjes humeur niet erg hooggestemd was, toen ze de beloofde injecties maar niet kreeg, niet wetende wat er de reden van was. Maandag was het humeur nog meer mineur en ze vroeg of ze maar niet weer naar huis zou gaan. U moet weten, dat we zondagavond nog even omgereden hebben, in de hoop dat de verandering misschien ook versnelling zou brengen. Ze begon Boon ook al verwijten te maken dat hij haar naar het hospitaal had gestuurd terwijl het toch nog geen tijd was. Ik heb haar natuurlijk volkomen onkundig gelaten van de mogelijke consequenties van het feit, dat ze een vrouw met een ”verleden” is. Ik probeerde Eida zoveel mogelijk te kalmeren. Maandagmiddag om drie uur ongeveer braken plotseling de vliezen en meteen kwamen de weeën krachtiger door. Ze bleven krachtiger, maar het tempo werd maar niet sneller. Zo ging het de hele nacht door. Ik bleef bij haar, nu en dan een tukje nemend op de rustbank op de galerij. Dinsdagochtend om half zes, werden de weetjes erg krachtig en toen werd ze naar de kraamkamer (een andere dan die waar Anneke gelegen heeft) overgebracht. Maar ook toen kwamen ze niet sneller. Boon kwam niet lang na de eerste perswee, Eidje maakte zich al ongerust, de zusters waren echter goed op hun qui-vive. Ze hadden Boon al gewaarschuwd. Boon vertelde me, dat ook hij die nacht slecht had geslapen; niets te verwonderen omdat hij zelf in spanning zat hoe dit nu wel zou aflopen. Even voor Eida naar de kraamkamer ging, ging ik huiswaarts om te kijken of Axel wel rustig geslapen had. Tevens ontbeet ik wat. De drie nachten, dat Eidje nu in het ziekenhuis zit, heb ik de djongos op het erf laten slapen. Dan was ik vrijer in mijn gaan en komen en hoef me niet ongerust te maken over Axel. – Het zal ongeveer half zeven zijn dat Boon kwam. Hij liet alles rustig zijn beloop, maar toen de weeën maar niet krachtiger kwamen, toen gaf hij haar uit zijn privé apotheek een paar injecties en toen ging het gesmeerd. Alles ging naar wens. Het kind lag al in de schede. Nu nog de Garibdis voorbij zei hij. Intussen glom hij al van genoegen, dat de baarmoedermond voorbij was en dat zijn vaststelling dat Eidje daar normaal is gebouwd, volkomen juist is geweest. Toen bleek dat er gevaar van inscheuring dreigde, toen nog even een spuitje om de boel ongevoelig te maken en toen nog één om de elasticiteit van het weefsel te verhogen. En toen, voordat we het wisten een knipje, waar Eidje niets van voelde en het kind was er. Even twee hikjes en daarna het gehuil. Eidje richtte zich op en glom van pret, ondanks al de narigheid die ze doorstaan heeft. Nu heeft ze tenslotte ook het eerste geluid van haar kind gehoord. Het was toen 8 u. 33 min. en ongeveer 40 sec. dus rond 8.34. Met de placenta geen last. Even nog een spuitje en alles was eruit. Toen een hechting, heel klein maar, een half uur wachten of er geen vloeiing kwam en gezond was Keesje. Eidje at weer beschuit met rookvlees. Boon was minstens even hoog in de wolken als wij; ik dankte hem en wenste hem geluk met dit geweldige succes, u moet weten dat hier onder de doktoren zulk een afgunst heerst, dat ze hem dit succes niet gunnen. Om half tien was Eidje weer in haar kamer, erg opgewekt en dolblij met de dochter, die per slot haar hartenwens was, ook de mijne. [3] En ook de uwe. Zo is dan het leed geleden. Het geboortegewicht is 5,3 pond. Lisa lijkt op Axel, toen deze baby was: d.w.z. een verbeterde uitgave van mij. Neus, mond en kin van mij, ogen amandelvormig. Haren donkerblond, en dichter dan de mijne. Verder volkomen roze en volmaakt gebouwd. Twee hikjes en het Leven was er. En bij de ouders en grootouders de vreugde, vandaar de “blijde lente” in het dialect van mijn voorvaders Hie Tjoen, in het officiële Chinees Hsi Ch’un.

Boon was erg in de wolken; ja, zei hij, we hebben geluk gehad; het kind is klein, Sparmann’s hechtingen waren goed gemaakt, de weeën niet stormachtig, de navelstreng zat niet dwars, deze hing als een bandelier over Lisa’s rechterschouder. Ze was nauwelijks uit het moederlichaam, (terwijl ze dus nog in de handen van de dokter was) of ze deed een goede plas. 

Boon stelde ook vast dat de placenta inderdaad heel laag vastzat, en dat zijn verklaring voor de bloeding van zaterdag juist bleek. Wat een uiterst gevaarvolle weg is toch de geboorteweg, vol hindernissen, zodat men zich afvraagt, hoe de meesten het toch met succes hebben kunnen bereizen.

Toen we in het ziekenhuis kwamen verzocht ik de Moeder-overste om toch vooral geen patiënte van Sparmann met Eida samen op een kamer te laten liggen. Ze zegde het me toe. Maandagmorgen om vier, toen Eidje net een vreselijke wee had, kwam plotseling een kraamvrouw binnen, die bij ons in de straat woont, een aardige dame, maar helaas patiënt van Sparmann. Ik dacht, daar heb je het nu. De situatie werd door de zusters gered; die dame werd zonder dat we erom vroegen later in een andere kamer gebracht. Aan de ene kant erg jammer, maar het is toch beter zo, het voorkomt pijnlijke situaties.

Sparmann zal het waarschijnlijk doen voorkomen, alsof ook hij deze wijze van verlossing had willen volgen; dit succes van Boon zal hij trachten te verkleinen. Het staat voor ons vast, dat Boon toch de kundigere is. Boon verzekerde ons, dat dit succes als een lopend vuurtje door de stad zal gaan. We gunnen het hem.

Axeltje was de hele tijd erg zoet. Ik vertelde hem dat Mammie Aatjes baby aan het halen was. En als ik wegging zei ik het hem ook. Hij legde zich erbij neer, ging zoet met Nena spelen of ging rustig naar bed, wachtend tot ik thuiskwam, tenzij hij eerder in slaap viel. Dan is het vragen: waas Mammie, en gesticulerend praten met nu en dan Pepi. Veel plezier heeft hij vooral in Hans en Tommy, die zo gezellig ravotten kunnen. Hans hebben we zijn naam afgenomen en herdoopt in Wally. Axel noemt hem Polly. Nu mag Hans zijn vroegere naam weer terughebben. ’s Middags bleef de baboe over, om 4 uur kwam de kinderjuf en ’s nachts waakte de djongos over het huis.

’s Ochtends en ’s middags speelt Axel bij de Wormsers, met Chrisje zijn boezemvriendin. Ze zijn vol lof over Axel, die rustig zijn eigen gangetje gaat en berust in de afwezigheid van zijn Mammie.

Vanmiddag vertelde ik hem dat hij naar Mammie mee mocht. Hij was in de wolken. Tijdens het aankleden riep hij steeds, Pappie, mee Mammie. Ik plukte wat orchideeën die hij aan Eidje moest geven. Inderdaad heeft hij, toen we het ziekenhuis instapten die bloemen opgeëist en ze persoonlijk aan Eidje gegeven. Ik zei hem ook, dat Mammie moe is van het halen van de Baby en dat hij dus rustig moest zijn. Helaas is dit laatste een onmogelijke eis gebleken. Nauwelijks waren we op het erf van Borromeus, of hij brulde, Mammie, Mammie. Later ben ik met hem een straatje om gaan wandelen, toen Eida haar briefje schreef. En toen plukte Axel uit zichzelf grasbloemen voor Eidje, en was niet mee te krijgen voor hij zijn handjes vol had.

Zijn kennismaking met Babytje schijnt hem erg teleurgesteld te hebben. Inderdaad heeft hij van Lisa niet meer gezien dan een klein hoofdje. Dat zal later wel veranderen en we zullen wel zorgen dat er van jaloezie geen sprake zal zijn.

Nu ik zal maar ophouden, let u maar niet teveel op mijn slordige zinsbouw.

Dag Hok.

 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Borromeus Ziekenhuis
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 3
  • Soort: Luchtpostpapier
  • Bijzonderheden: Pag. 2 en 3 getypt