1935-06-25

EIDA

25 juni ‘35

G. Direct na ontvangst van jullie voorlaatste brief, heeft Hok bijgaand epistel geschreven. Als we even samen zouden kunnen praten, waren we het in korte tijd eens geweest, maar nu met deze brieven, is het lastig om precies alles zoals het gegaan is uiteen te zetten – Ik kan me best voorstellen dat jullie het gevaarlijk vinden als we deze baby niet aan Sparmann toevertrouwden, tot vóór een maand dachten wij er ook zo over. Door een gelukkig toeval heeft zich juist een Hollandse specialist in Verloskunde hier in Bandoeng gevestigd, iemand dus met enorm veel ervaring vóór hij zijn praktijk begon, om een getal te noemen: hij heeft al 6200 vrouwen verlost! Dat getal haalt Sp. natuurlijk zijn hele leven nooit. Toen hij in Bandoeng kwam, heeft Linn, de man van Elly ons aangeraden hem eerst dus om advies te vragen vóór ik maar weer in me liet snijden – ik vond het eerst vervelend omdat ik al bang was dat hij zou zeggen dat een natuurlijke bevalling heel goed zou kunnen en ik dan niet zou weten wie te geloven. Linn had toen al verteld over de eerste bevalling dat er dingen gebeurd waren, die Sp. had verzwegen en wij vonden het al vreemd. We gingen samen naar deze Boon van Ochsee, die alles wat Sp. ons omtrent mijn lichaam verteld had ontzenuwde. In plaats van een “abnormaal geval, dat nog nooit eerder was voorgekomen”, werd ik opeens doodnormaal, maar verkeerd behandeld. Kuyer neem ik ’t niet kwalijk daar hij geen verloskundige was, en Sp. evenmin daar hij ook geen specialist is, wat hij wél doet voorkomen, maar hij had zichzelf niet zo als levens-redder op de voorgrond mogen stellen. Wat betreft die scheur in de endeldarm, dat die ontstaan is, is door de onkunde van Kuyer gekomen en niet door een kramp in de baarmoederhals, hetgeen onmogelijk daarvan kon komen volgens deze dokter Boon. Om een uitleg te geven voor het geschonden hoofdje van de baby heeft Sp. een uitsteeksel aan m’n bekken bedacht, dat er volgens de Prof. niet is. Hij heeft van een vernauwd bekken gesproken, ook dát is onjuist. Kortom, hij heeft ons alles op de mouw weten te spelden wat bij een leek erg gemakkelijk is. – Bij Axel had hij dus een absolute indicatie voor een keizersnee, immers ik was nauwelijks 5 maanden ver toen hij ’t al aankondigde en nog [2] verleden jaar maakte hij zich woedend op een collega-chirurg, die mij gezegd had, dat een keizersnee, als ik bij hém zou moeten bevallen, niet nodig zou zijn. En na Axel’s geboorte zei hij me nog dat ik zoveel kinderen kon krijgen als ik wou en dat hij de snede weer op dezelfde plaats zou aanbrengen – dit alles bracht ons toch sterk op ’t idee dat bij mij keizersnee de enige mogelijkheid was. En zonder Sp. te waarschuwen zijn we naar de Prof. gegaan, ook een specialist (hetgeen Sp. dus niet is!) en deze schreef aan de nieuwe dokter Boon dat naar zijn mening ook de vorige keizersnee niet nodig geweest was. Zie je en nauwelijks vertelde ik Sp. dat naar de mening van de Prof. een keizersnede niet nodig was of hij zei dat hij ‘t daarmee eens was en ook niet van plan was geweest die toe te passen tenzij het op het laatste ogenblik nodig bleek. Ziehier nu de draaierijen, die geen vertrouwen inboezemen – Hok was hierover zo woedend, dat Sp. het nu voorstelde alsof wij hem verkeerd begrepen hadden, terwijl hij ons al 4 jaar lang in de waan liet dat geen natuurlijke bevalling voor mij mogelijk was! Dat is ook te sterk – Sp. is woedend, belde Linn op en ook dokter Boon en heeft ook nog naar de Prof. geschreven – tenslotte ben ik werkelijk dolblij dat ik nu in veilige handen ben, en van Sp. àf, daar dat gedraai, waar telkens meer van uitkwam, m’n twijfel sterk deed verrijzen. Anneke, die zo dol is op Sp., zei dat ik de Prof. maar de doorslag moest laten geven en zo hebben wij besloten. – Dat Axel en ik zo prachtig door de keizersnee rolden, is volgens dokter Boon een enorm geluk, maar geen kundigheid, daar hij er niet iedereen evenzo dóór kan brengen. Sp. heeft gezegd dat hij mij al 2 maal het leven heeft gered – Hok heeft hem geschreven dat hij hem altijd dankbaar zal blijven voor hetgeen hij voor ons gedaan heeft, maar dat wij bij deze het advies van de Prof. (die Boon aanried) niet mochten negeren; waarop Sp. deze brief van Hok weer negeerde, maar hem schreef dat hij beledigd was, dat Hok niet bij hem gekomen was daar hij de zaak blijkbaar niet belangrijk genoeg achtte en bij deze ons gezin niet meer wilde behandelen. [3] Het zou zelfs onmogelijk zijn nog bij Sp. te blijven, daar hij zich in de medische wereld volkomen geblameerd heeft; daar Linn en Boon alles weten en aan hun collega’s vertellen en daar Sp. dát voelt, is hij zo woedend, niet omdat hij zich over mij bezorgd maakt. Ik ben gelukkig nog op goede voet met zijn vrouw, die ik direct na het gebeuren opzocht om het even uit te praten – we hebben het maar op een “misverstand” geschoven, maar ondertussen, is ze het natuurlijk met haar man eens dat wij ondankbare schepselen zijn – Ik hoop intussen dat jullie dit alles begrijpelijk vinden. Laat het je anders door Anneke uitleggen. Zij is helaas net te vroeg weggegaan middenin het drama! – Dit wordt de laatste brief voorlopig naar Holland. We zullen maar gewoon met de luchtmail dóórschrijven – ’t Zal me benieuwen of jullie ze dan zonder strafport krijgt. – Hok is direct na ’t eten naar bed gegaan, hij werd gister ingeënt tegen pest. Nu een dokter daartegen een vaccin uitvond (Dr. Otten), is iedere inlander verplicht zich te laten inenten en de Europeanen mogen het ook doen. Ik heb bedankt, maar Hok heeft een stijve arm en een blauwe plek op zijn borst en voelt zich koortsig, hetgeen overigens ook van alle drank kan komen, daar hij vanmorgen bij de trouwerij van een collega 2 champagne en daarna 3 biertjes dronk, om 12 uur ’s morgens!! En gistermiddag tenniste hij na het inenten, dus ik maak me niet erg bezorgd. Hij doet af en toe aan “kortjakje” denken. B.v. hij kan tegen donker niet mee gaan wandelen soms omdat de avondlucht niet goed is voor hem, maar hij kan dan wel ’s avonds naar de Loge!! Zaterdagavond hadden ze ’t St. Jansfeest tot ’s nachts half 2 (stel je voor dat hij tot dát uur een dansfuif zou moeten uithouden!), het was het feest van het licht, en de liefde en hij bracht een witte roos mee. Hij was door Jan Schüller overgehaald om champagne te bestellen en had juist zuinig willen zijn!! – De plaat die jullie voor Axel stuurden, vindt hij zo schitterend en hij leert er alles door “schoentjes en oogjes” enz. Hij hangt achter de babytafel. De koekjes zijn bijna op helaas, ik vind ze zalig en at zelf haast 1/3 alleen op! – Wat ontzettend van Zus Gerdes – is de baby goed? Vreselijk voor Jup. – Betaal Nijhoff maar, ’t zal wel goed zijn – Anneke had op haar kin een schimmelplek en bij haar wang begon het ook en Mennootje had er één klein

[Vervolg op pag. 6]

plekje van geërfd, maar Wytje niks, maar alles was vóór Belawan alweer weg. ’t Was niks verontrustends, wat een stommeling die Thijs om zulke onzin te schrijven. –

Fijn voor Hans en Jetty een dochter. –  Bijna elke morgen draagt Axel het trainingspak, zo fijn gemakkelijk en ’t staat zo enig, net lekker voor de eerste morgenuren, die fris zijn. Axel amuseert zich de hele morgen op zijn driewieler en gaat bij de buren om de beurt op bezoek. – Nu jongetjes, een prettig eindexamen en dan een: zalige reis en vakantie en denk er alsjeblieft aan, Mam, dat nóch je kinderen, nóch je schoonkinderen idealen zijn! Veel plezier.

Gelukgewenst met 30 juni.

Eida.

[Randje pag. 6]

Jan Prins is toch enorm veranderd. Die hoffelijkheid heb je vroeger, dunkt me nooit ontdekt!

Fijn die 2 tekeningen van J. Israëls. – Axel heeft 4 autootjes, één voor Pappa, één voor Mamma, één voor Opa-Oma en één voor Axel. En nu! Hij haalt ze nooit door elkaar.

Dag. [4]

HOK

G. Jan Westerveld zijn we gelukkig kwijt. Ik heb hem niet eens aan de trein gebracht. Zijn in zeer hoge mate ontwikkelde zelfgenoegzaamheid, en zijn al te grote egocentrisme hebben velen van hem vervreemd. Zulke eigenschappen, waarvan de persoon in kwestie zich het minst bewust is, meestal, komen vooral op ogenblikken aan de dag, wanneer vrienden en kennissen hem allerlei vriendelijkheden bewijzen. Men verwacht daarvan weliswaar niet zozeer een tegenprestatie, als wel een blijk van erkentelijkheid. Maar Jan W. aanvaardde alles, alsof het zo hoorde. Wij werden pas een dag tevoren uitgenodigd om na de huwelijksreceptie te blijven napraten, en merkwaardig genoeg nadat Eida hem een cadeau gebracht had. Een collega, bij wie Jan zichzelf te logeren had uitgenodigd, overkwam hetzelfde. Ik heb op z’n “Oosters” geweigerd, nl. mezelf verkoudener voorgesteld dan ik was. Ik was het inderdaad, maar toch niet zo erg! Ze kunnen uit mijn abstinentie de conclusie trekken, die ze willen. Mij kan het vrij weinig schelen. – We zijn doende om met Sparmann te breken. Zo gemakkelijk is het niet om van een dokter los te komen, vooral niet van Sparmann, die zo’n merkwaardige kortheid van memorie tentoonspreidt, wanneer hem het vuur na aan de schenen wordt gelegd. Het gaat nu hierom, of Sp. indertijd ons als zijn mening te kennen gaf, dat Eida nooit weer langs natuurlijke weg bevallen kan, dan wel of de keizersnede alleen voor de verlossing van Axel toegepast moest worden. Naar onze mening heeft Sp. ons het eerste als zijn mening te kennen gegeven: hij sprak van vernauwd bekken, gevaar voor darmruptuur, uitsteeksel in het bekken waardoor onze eerste baby een gekneusd hoofd kreeg, indicaties die naar de mening van een ons bevriende medicus – de man van Elly – ook nu nog moeten gelden. Maar ziet, nu dé gynaecologie in Indië tot de conclusie komt dat alles bij Eida normaal is, nu is Sp. ook allang tot een andere slotsom gekomen, nl. dat tot een keizersnede nu nog niet besloten kan worden. Dit en nog meer, geeft mij de overtuiging, dat Sp. aan het draaien is. Hoe dan ook, ons besluit staat vast, dat hij voortaan van Eida’s lichaam afblijft. Hij zal ook nu mij trachten te overduvelen, zoals hij tot nu gedaan heeft, maar hij zal mij niet tot andere gedachten brengen. Ons besluit staat vast. Wij als leken, zijn natuurlijk niet in staat om deze medische kwestie volledig te overzien, maar we menen, dat wij beter doen het advies van een erkende autoriteit in de Gynaecologie te volgen, dan dat van Sparmann, die zo duidelijk alleen zijn eigen belang voor ogen heeft.

Dag Hok. [5]

20 juni

G. We hebben net vanochtend de brief aan Sparmann, waarin we hem dank zegden voor hetgeen hij voor ons gezin heeft gedaan, maar dat we de komende bevalling door een andere medicus zullen laten leiden, op de post gedaan. Deze beslissing hebben we na rijp beraad genomen en we zijn erin gesterkt door uw brief, waarin u mededeelde, dat de eerste bevalling mislukte door kramp. Dit is nu één van de zovele theorieën die Sp. ons opgedist heeft. Eerst was het een botje, dat in de weg zat. Deze verklaring diende waarschijnlijk om de kneuzing van het achterhoofd van onze eerste baby plausibel te maken. Later werd het het te nauwe bekken. In de tijd van Axel’s geboorte was de darmruptuur de indicatie voor de keizersnede. Zoals u weet, werd tot deze operatie reeds in het begin der zwangerschap besloten. De indicaties hiertoe moesten dan toch wel zeer positief zijn. – Nu, nadat Remmelts en Ochsee tot de conclusie kwamen dat Eidje volkomen normaal gebouwd is, nu blijkt Sp. ook tot de conclusie te komen, dat we voor de komende verlossing nog niets kunnen zeggen of deze kunstmatig ofwel natuurlijk zal moeten plaatshebben, dat wil dus zeggen dat Eidje ook naar zijn mening normaal is gebouwd! Nu blijkt er dus ook volgens hem niets waar te zijn van een vernauwd bekken of wat anders. Nu zegt hij, dat tot de keizersnede bij Axel’s geboorte werd besloten, omdat de eerste bevalling met al de daarbij plaatshebbende hechtingen, pas 2 jaar eerder had plaatsgehad. Dus weer iets anders.

We hebben er met een medicus over gesproken, of hij van mening is, dat indien bij een bevalling vooraf tot een keizersnede was besloten, ook dan de indicaties die toen aanwezig waren, niet ook gelden moeten voor een volgende bevalling. Inderdaad moet dit het geval zijn! En wat de hechtingen betreft, een wond is na twee weken genezen, en na een half jaar is een litteken zeker weer sterk genoeg, dat de wond niet meer open gaan kan, bijv. bij een breuk, mag men reeds na twee [6] maanden weer alles doen. – Al deze merkwaardige zich steeds wijzigende opvattingen, zijn niet dienstig om vertrouwen te wekken. Sparmann is nu iemand, die graag gewichtig doet. Een ziektegeval zal hij zo zwaar mogelijk laten schijnen, om er wanneer de patiënt genezen is, alle eer van te kunnen krijgen. Verder is hij berucht om zijn hoge rekeningen. Verder moest er bij Eida’s geval iets verborgen worden, namelijk de kneuzing van het hoofd van ons eerste kind. Naar alle waarschijnlijkheid is dit veroorzaakt geweest door een mislukte tangverlossing en dit moest verzwegen worden! Vandaar al die verklaringen die voor een leek plausibel lijken, maar waarom een vakgenoot glimlacht! – Het kan zijn dat de indicatie voor de keizersnede bij Axel’s geboorte inderdaad de darmruptuur was, maar volgens de gynaecoloog is een darmruptuur lang niet zo gevaarlijk als de keizersnede! Wat deze keizersnede betreft, Sparmann verzekerde ons indertijd dat deze operatie niet meer risico geeft dan een natuurlijke bevalling. Wat blijkt nu? Dat deze bewering maar een praatje is. Wie men er ook over spreekt, ze zeggen allen, dat een keizersnede geen onschuldige operatie is. – Uit dit al kan ik geen vertrouwen meer hebben in Sparmann. Ik acht het niet verantwoord om het advies van een autoriteit als Prof. Remmelts te negeren. We horen van hem altijd heel veel goeds; ik geloof dat het minder verantwoord is nu, om met Sparmann verder te werken. Mochten er desondanks bij deze bevalling complicaties optreden, zo weten we dat we het beste te rade hebben genomen, wat hier in Indië te bereiken is.

Dag Hok.

 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Van Ruysdaelweg 6
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Luchtpostpapier
More in this category: « 1935-06-18 1935-07-02 »