1933-11-21

EIDA

21 nov.’33

Geliefden,

Ingesloten een briefje dat pas geopend mag op 5 december gelijk met de foto die ook tot dan gesloten mag blijven. We wensen jullie een prettige Sint toe, voor ´t eerst weer na 27 jaar samen en hopen dat jullie het net zo prettig samen zult hebben als deze tijd sinds Em weg is.

Jullie wilt dus weten hoe ik Em heb bevonden en wat we samen hebben afgeboomd. Ik geloof wel dat Em de taak, die zij op zich nam aan kan. Ze was zo vervuld van de kinderen, die allen zo verschillend van karakter zijn, maar van wie ze alle 4 beurt voor beurt houdt. Het is wel enorm druk als je alleen Dicky al meemaakt!, maar ik geloof wel dat ze daaraan went, ze is nog jong en heeft een jong hoofd! Ze heeft vooral erg veel aan Dirk´s zorgzame steun. Hij neemt haar veel werk uit de handen en helpt haar waar het kan. Over hém is ze ook zeer goed te spreken. ´t Is ook werkelijk wonderlijk dat een man zo kan veranderen. Althans, zoals ik hem meemaakte indertijd in Soerabaja, was hij allerminst een ideaal vader of echtgenoot, dat heb ik ook aan Em verteld; maar ik bewonder hem des te meer omdat er maar zo weinig mensen echt van het leven leren en hij dat wél gedaan heeft. Sommige mensen nemen ´t hem kwalijk dat hij voor Em attenter is dan voor Zus, maar als je even oud en zo jong nog samen trouwt, behandel je elkaar niet zo begrijpend en vind je elkaars wensen en bezigheden niet zo belangrijk, althans dat is meestal zo van de kant van de  man. Hij is noncha-lanter en kijkt niet zozeer naar wat een vrouw, zijn vrouw waard is. Maar nu Zus dood is, heeft hij ´t gevoeld, niet bewust misschien maar toch ziet hij de vrouw, die weer een sfeer om hem schept, die een harmoniserende stemming onder de kinderen bewaart, met andere ogen aan. Hij is er wijzer door geworden. Zus heeft wel degelijk haar taak volbracht! – Wat het bomen verder betreft, we hadden het over het Leven, de Dood (Em meende dat ik atheïstisch was vroeger [2] en verheugde zich erover dat mijn mening ook is dat het met de dood niet uit kan zijn!), over onze karakters, onze omgeving en over jullie natuurlijk. – De morgens die we doorbrachten in ’t IJzerman Park en de middagen die we achter de kinderwagen wandelden, waren het fijnst. Het meest is me aan Em opgevallen dat ze zo evenwichtig is, dat moet ook wel in een groot gezin. Ze beheerst zich steeds als ze alleen wil zijn, als ze driftig wil worden.

’t Is vast een pracht leerschool ook voor haar, hoewel ze al erg levenswijs is, wat ze wél altijd is geweest. Het is begrijpelijk dat jullie haar mist, ook ik doe dat sinds die korte tijd dat ze hier geweest is.

Wat doen de Bakker Schutten in Wassenaar? Is zijn particulieren praktijk niet gelukt?

Ik ben blij dat je schrijft over Irene’s ƒ 10.-, inderdaad merkwaardig dat ze er ons zelf niets over schreef. Ze is toch wel zeer bijzonder dat die IEVA haar zo hoog zit dat ze er altijd over spreekt. Je hebt zeker de smaak beet van Sint pakjes dat de Hasenstabjes er ook één krijgen, fijn is dat. Alles is zo aan ze besteed. Verleden jaar brachten we ze marsepeinen vruchten met een paar fossiele schelpjes van Hok erin en een gedicht erbij dat ik 1 kwartijn[1] maakte en dat heel lang was! –

Zielig die Tante Leidie. Toch dom dat ze jullie niet liet komen, dan was haar dag toch in elk geval prettiger geweest. Ik schreef haar ook. Heeft Alingh een baan? Woont hij niet meer met Ma in Amsterdam? – Wat is Leo van Betteke (ik ben zijn naam vergeten, even opzoeken) in Amsterdam? – Die Henriët met haar idee dat Hok de Sweepstake had getrokken. Inderdaad had het gekund, want we hadden ook een lot, een strop! – Tek Bheng haalt ons altijd over een lot te kopen, nu weer voor de voorjaarsrennen in maart. ’t Is een echt paard dat je wint! d.w.z. het paard “kan lopen!”, maar de winner steekt het geld in zijn zak! – Tek Bheng heeft de baan aangenomen en begint op 1 december te werken op onderneming Tjipetir (bij Soekaboemi). Jammer dat ze weggaan, maar Jeanne vindt het meer dan fijn, ze straalt gewoon! Nu, wij gunnen het haar. Ze hebben lang genoeg gewacht. – Hierbij 1 stuks IEVA dat met behulp van Hok en Buck zo is geworden.

Dag Eida.

De 20 gram zijn vol! [3]

HOK

G. Een paar weken geleden stuurden wij u per gewone mail een drukwerkje (ik meen aangetekend) dat bestemd is om op 5 december geopend te worden. Hierbij ingesloten vindt u een commentaar. Viert maar een prettige Sinterklaas samen.

We zullen tegen die tijd uw pakje al wel ontvangen hebben. We zijn erg benieuwd wat het allemaal voor verrassingen bevat. We wensen u bovendien geluk met Axel’s verjaardag. We weten nog niet wat we hem al zo geven zullen. Wellicht een sportwagen, voor welke we Tommy kunnen spannen. We vinden het erg geschikt om ook de halve verjaardagen te vieren. Dus ook elke 6 juni. De praktijk zal uitwijzen of dat niet te veel is. Persoonlijk voel ik er erg voor; vooral later als hij groter is, zal Axel de weinig gunstige datum van zijn verjaardag ondervinden. In de eerste jaren zal hij er wel niet veel begrip van hebben. – Hij wordt nu al erg beweeglijk, hij komt al op de leeftijd dat hij aan alles moet komen; alles op de grond gooien, aan de haren trekt etc. Hij weegt nu al 21 pond, een vrachtje om in bedwang te houden. – Ik geloof niet dat u zich over Emma ongerust hoeft te maken. Zij voelt er zich volkomen op haar plaats, en heeft plezier in het werk te midden van die aanhankelijke kinderen. Zelfs het opvoeden van Dicky vindt ze niets erg, dat zegt toch al veel. Eida zal wel uitvoerig over alles schrijven; zoals ik het zie, voelt Em er zich volkomen thuis. – Indertijd heeft “Hok” Bandoeng een paard getrokken bij de laatste Ierse Sweepstake. Die Hok was echter een motto (= geluk). Jammer dat de echte niets kreeg. Dat geld zouden we in deze tijd wel best kunnen gebruiken. Er gaan geruchten om, dat onze nieuwe salarisregeling zodanig zal zijn, dat het beginsalaris ƒ 250 bedraagt, nu ƒ 400, en het eind, dat men pas na 20 jaar bereikt ƒ 900 in plaats van ƒ 1.100, nu. Behoud ik dezelfde voorpraktijksregeling als nu, dan zal ik waarschijnlijk niet in inkomsten achteruit gaan, zelfs een paar tientjes meer krijgen, dan wat ik nu in het handje krijg. – De Jongh liet ons zijn elektrische broodrooster achter. We gebruiken hem vrijwel elke ochtend, ook om Axeltje een krokant korstje brood voor zijn tandjes te roosteren. – Zaterdag stond in de Javabode een artikeltje over Oppenoorth, getiteld “Oude schedels en .. nieuwe roem”, van de zeer gevreesde journalist Zentgraaff. Hij is daarom zo gevreesd, omdat hij altijd merkwaardig au fait is. In dat artikeltje wordt nu precies gezegd wat Oppenoorth aan Ter Haar misdaan heeft, [4] hoe hij misbruik heeft gemaakt van het feit dat hij leider was, in alle kleuren en geuren wordt verteld, dat hij zelfs om voor zich de vinderseer van de schedels te verkrijgen, er niet van teruggeschrokken is om allerlei leugens te publiceren. En het ongeluk is, dat het stuk zeer gedetailleerd de juiste toedracht van zaken weergeeft. Van vinderseer is het “vinders”-zeer geworden! Ik vind dit artikel erg persoonlijk, te persoonlijk, het heeft de kennelijke bedoeling om Oppenoorth – een door onkunde, eerzucht, naïviteit, onbetrouwbaarheid reeds zielige man – een trap achterna te geven. Niet, dat hij het niet verdiend heeft, maar het is al te erg. Wie de zegsman is van die Zentgr. is niet bekend. Oppenoorth kon op een minder persoonlijke manier besproken worden, zonder dat het resultaat minder effectief is. Maar we zitten in de Indische journalistiek; sensatie maakt de meeste opgang. Oppenoorth zal er nog grijzer door worden. Hij verdient het, maar het is wreed. Wellicht heb ik u al eens geschreven, dat hij ook tegen mij een intrigecampagne begonnen is, maar die op een fiasco uitliep en zich tegen hem keerde. Dat heeft hij mij nooit vergeven, – nodig is dat ook niet – en het was zo zielig toen hij van mij afscheid nam. Met een van nauw bedwongen agitatie schorre stem zei hij me goedendag; uit medelijden bracht ik hem weg naar het station, daar keek hij me niet eens aan, toen hij me de hand gaf; de stem van het geweten of haat. Enfin, Oppenoorth kan onze Dienst geen kwaad meer doen; hij is voor ons lucht.

Hoe toch iemand zo kan zijn; en desondanks een zeer belangrijke betrekking bekleden.

Dag Hok.

 

 



[1] Kwartijn: boek in kwartoformaat.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 4
  • Soort: Luchtpostpapier