1933-10-30/10-31

HOK

30 oktober.

G. Ziet hier twee kiekjes van Axel met zijn ouders. Zijn etenskom is het “waterbakje” van het theeservies. Dat “kommetje” wordt tot driekwart gevuld, en dan is het scheppen maar, aan een stuk door, zonder ophouden tot het leeg is. Axel eet niet door tot hij genoeg heeft, maar eet door tot hij niets meer krijgt. Of hij dan genoeg, dan wel méér dan genoeg heeft, weten we niet; in elk geval heeft hij dan zeker geen honger meer. Zijn mond is groot vergeleken bij zijn paplepel, zijn oren zijn zowat even klein, als die van zijn Pap. Zijn beentjes zijn vrijwel even dik als die van Wyt. Hij speelt met een bijtring, waaraan een zilveren belletje, een cadeau van Anneke! U ziet ook wat een grote karrenvracht tegelijk in Axel’s mond komt! Morgen krijgen we De Jongh op afscheidseten; op het laatste nippertje werd hem nog verzocht te blijven als Hoofd van de Mijnbouw, waarvoor hij echter bedankte. Net één week voor zijn vertrek, terwijl de regering tijdig genoeg gewaarschuwd was, dat er niemand is om hem op te volgen. De Jongh bracht de nieuwe departementsdirecteur bij mij in mijn kamer. Ik voelde me erg vereerd, omdat de nieuwe directeur vrijwel bij niemand van de collega’s werd gebracht. Wellicht wou De Jongh demonstreren hoe druk ik het heb. Ik was gelukkig op mijn kamer. Donderdag aanstaande tennissen we met Geoffry Hodson en De Jongh. De eerste schijnt een vooraanstaand theosoof te zijn. We komen ook al vaak in de Theosofische loge, zonder aangesloten te zijn.

Woensdag jl. heb ik succes gehad in de Gemeenteraadsvergadering. Het ging weer over de gasmaatschappij. Ze hebben niet de gunstigste voorwaarden gekregen, met het resultaat, dat het publiek nu ook zal profiteren van de lage kolenprijzen.

Dag Hok [2]

EIDA

31 oktober ‘33

Lieverdjes – Em is weer vertrokken. Ze zit nu in Trètès tot Dirk’s grote voldoening denk ik. Ze is nog één dag langer gebleven wat hij niet kon appreciëren, maar wij des te meer! Trouwens hij schreef Em dat zij en ik zeker niet direct contact gehad hadden en dat hij vermoedde dat ze er daarom een dagje aan had vastgeknoopt,  wat precies de waarheid was. Het is gek dat je eerst weer aan elkaar moet wennen. Hok was zo lief geweest mij met Em op de logeerkamer te laten slapen. Dat was fijn want direct de eerste nacht hebben we heel wat afgeboomd, terwijl het overdag niet zo makkelijk vlotte. We weten nu tenminste weer wat meer van elkaars denken en doen. Em is zo’n slechte schrijfster dat zo’n ontmoeting extra nodig is. – We hebben steeds middeltjes moeten bedenken om Dicky te lozen. Hij zou ‘t liefst de hele dag naast Em zitten of tegen haar aanhangen! Hij is nog steeds de verwende jongste, die echt baby gebleven is. Em doet niets als hem opvoeden en nu al met succes. We konden niet uitstaan dat hij steeds huilde en moesten hem er steeds aan herinneren dat hij al 9 is, en niet pas 9. Em kreeg hem zelfs zover dat hij uit zichzelf zei te willen trachten de hele vakantie niet te huilen. Dat is toch leuk al zal ’t hem nooit lukken! Hij had een rol tekenpapier op de stoel naast Axel’s bed gelegd en Axel had het tussen de spijlen door ingerekend en volkomen verfrommeld. Direct vloden Dicky’s tranen en zo ging ’t door. Gelukkig lukte ’t ons nogal eens hem kwijt te zijn. Hok ging ook een middag met hem naar de dierentuin en ondertussen wandelden Em en ik met Axel. ’t Was ons nooit te ver! Ze is toch eigenlijk niets veranderd sinds wij jong en thuis bij jullie waren, ze kan ernstig en lollig zijn net als toen. Ze zagen er beiden prachtig uit toen ze weer weggingen. [3] Ze kwamen echt zwart aan en Em had hoofdpijn en we moesten meteen Thijs’ verjaardag gaan vieren. We hadden niet veel zin om uit te gaan, maar deden het voor Thijs’ plezier. We hebben wat gedanst in ’t Indisch Restaurant, maar om 11 uur hebben we er verder voor bedankt. Eén morgen heeft Katy Kunst Dicky meegenomen naar het Jubileumpark en wij zijn iets later ook daarheen gegaan, maar slopen in omtrekkende beweging òm ze heen om ongezien in ons schuilhoekje te komen. We zijn daar een paar morgens geweest, meer dan zalig. We lagen op de bladen die van de bamboes waren afgevallen en de schaduw van de bomen. – Eén avond waren we in de bioscoop waar Em zich een kronkel in de darmen lachte om een vent die wij al vaker gezien hadden, zodat wij ’t niet zo grappig meer vonden als zij, maar genoten van haar lachlust. Eens gingen we voor Dicky naar de kinderbioscoop, ook heel aardig. Het is wel een aardige jongen hoor, ik heb hem veel liever als b.v. Jaapje Kunst maar “zijn schroef zit los”, zoals Vader dat noemt, maar dat zal nog wel in orde komen. Af en toe lijkt hij op Dirk, maar ’t is nog een echt knulletje. – Ik was juist die week p.f. zodat we niet tennisten, hoewel Meneer Buck ons uitnodigde. – Zondag hebben we met De Jongh een fijne wandeltocht gemaakt, van 8 tot 12. Het was reuze fijn. Ik heb er al zo vaak naar verlangd weer eens wat te lopen en ’t heeft ons echt goed gedaan, hoewel m’n schoenen m’n tenen verhinderden zich uit te strekken. Ik zal nu Indische tuinschoenen kopen, één maat te groot, dan kunnen we nòg verder gaan. Het was trouwens voor de eerste maal weer aardig ver en vandaag heb ik enorme spierpijn in rug en benen. Anders tennissen we zondags maar tegenwoordig zijn er wel 16 of 20 mensen daar voor één baan, zodat je beter kunt lopen dan daar te zitten wachten. [4]

Het is vandaag maandag. Ik mail een dag eerder omdat Meneer de Jongh bij ons eet. Hij gaat met de volgende boot en morgen neemt hij afscheid van de ingenieurs, waar ik ook heenga. Eerst moet ik weer dansen met Mevr. van Praag, die me geschreven heeft dat zij en haar huisgenoten allemaal ziek zijn geweest en dat ze daarom niets van zich heeft laten horen. Hok vindt dat ik nu niet meer moet gaan omdat ze me 3 weken heeft laten wachten, maar tenslotte ben ik degene die van haar leert, zodat ik niet zo gauw op m’n tenen getrapt wil zijn. Daarna is dan het afscheid en ’s avonds om half 8 komt hij alweer, zodat ik nú maar schrijf. Het is nu trouwens ook al 10 uur, want we waren naar een lezing van een theosoof, Engelsman mr. Hodson, over het hogere bewustzijn en meditatie. Het is een zeer bijzondere man. Bij uitzondering een gezond type, met stralende fonkelende blauwe ogen. Hij is echt zielsverheugd over het leven en alles wat daarmee samenhangt. Hij geniet elke minuut ook terwijl hij spreekt. Het was wel haast allemaal nieuw en ’t Engels erg moeilijk met de speciale termen maar ’t was toch absoluut meeslepend. Hij kan datgene wat Anker Larsen’s hoofdpersoon kan in de Steen der Wijzen: zich bewust losmaken van ’t lichaam en hij kan dan vertoeven onder de “engelen”. Volgens hem is de gewone helderziendheid geen hogere gave, het is eerder een belemmering voor het zich openstellen voor de hogere machten. Hij zegt ook dat ieder mens geen geleidegeest heeft zoals de spiritisten dat zeggen. Hij zegt dat het beter is op zichzelf te vertrouwen en zelf aansprakelijk te zijn voor eigen leven dan maar op een ander te bouwen. Een echt gezonde opvatting. De Jongh heeft ons gevraagd donderdag met hem en deze Meneer Hodson te tennissen. We moeten dan [5] maar eerst eens Engels converseren samen. Wat de IEVA betreft: de jaarverslagen worden de volgende week verzonden. Het nieuwe halfjaarverslag moet ik nog maken. Meneer Buck zal de notulen die hij nog pas in klad heeft, vandaag of morgen afmaken en aan de hand daarvan, maak ik dat verslagje wel. Is Marietje er ook al in geïnteresseerd. Wat fijn is dat. Irene heeft de film nog niet gevraagd. We zullen hem toch maar sturen, nadat we hem zelf nog eens hebben afgedraaid. Je weet toch dat Meneer Buck hem opnam. We hebben op ’t IEVA huis overigens weer een lastige toestand. We hebben weer een nieuwe dame die kan koken aangenomen met 1 november en nu heeft de directrice niets meer te doen. Ze is eigenlijk te oud, al 65, en trekt zich alles te erg aan en “haspelt” met iedereen. Enorm lastig is het. De hele morgen was ik er weer voor uit, maar we hebben nog geen absoluut goeie oplossing gevonden. We willen haar wel graag kwijt. Er is hier een jonge dame van 25 jaar, die gediplomeerd lerares is voor Huishoudkunde en Was. Misschien wil zij zich bekwamen in ’t koken, dan hebben we toch een gediplomeerde kracht. Ze vraagt alleen een groot salaris ƒ 150.- of  ƒ 200,-. Maar we zullen eerst zien wat deze nieuwe Indische dame van de kooklessen terechtbrengt, die doet het voor ƒ 25.-! Veel te goedkoop eigenlijk. Als we het geld echt hebben en ze is goed, dan kunnen we haar ’t dubbele aanbieden. Ik wou dolgraag een kettinkje hebben dat bij mijn zilveren broche van jullie past. Em heeft er één van ƒ  0.50 uit de Passage zegt ze. Verder zou ik erg blij zijn met grote truien voor Axel. Hij heeft zowat dezelfde maat als Wytje. Maar vermoedelijk is ’t al te laat voor ’t Sinterklaaspak, dat is ook alweer niks. – Met de mail gaan IEVA jaarverslagen – over de rest schrijf ik volgende week met het verslag van dit jaar. [6]

Hartelijk dank voor de moeite van dassen en serviezen. Ook daarover zullen we de volgende week beslissen. Houw zal wel verrukt zijn van de das. Gelukkig dat je hem gedistingeerd vindt.

Fam. van der Laan is veilig vertrokken – Wytje was doodsbang dat zijn moeder niet meeging, maar alles liep goed af.

Juffrouw Bletterman is naar Japan vertrokken en komt in december pas terug. Meneer Buck en ik zijn nu ‘t dagelijks bestuur. Ik heb net het jaarverslag weer doorgelezen en geconstateerd dat we verleden jaar veel meer gedaan hebben dan nu, daar moet verandering in komen.

Axel is plotseling gaan staan en vandaag wandelde hij al enige stapjes langs de box, enig.

Dag Eida 

 

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Luchtpostpapier
More in this category: « 1933-10-24 1933-11-06 »