1933-09-26

EIDA

Geliefden –Welkom in IEVA!! Ik heb alle bestuursleden verblijd met je verhaal over de “Commissie van bijstand”. Maar helaas heb je nog niet geschreven wát jullie eigenlijk met en vóór ons zullen doen. Het is ons nog volkomen onduidelijk wàt voor verhaal Irene jullie heeft opgehangen en ’t lijkt me voor jou, Mam, een moeilijke taak te vechten voor het Indische meisje waar je de toestanden alleen kent door Irene. Wat heeft ze b.v. aan Meneer Harmsen verteld en aan anderen. Dat wilden wij zo graag weten. Irene heeft misschien al gedaan alsof we een enorme vereniging zijn en al “bijna” over heel Java, zoals zij in haar hoofd heeft. Het lijkt mij een kind met een waterhoofd als wij ook een Hollandse commissie hebben voor de IEVA. Maar in elk geval is het enorm dat jullie al leden hebt en dat jij er ook enthousiast voor bent. Het lijkt me enig om “officieel” met je te corresponderen! Irene schijnt er ook aan Alex over geschreven te hebben. – Morgen gaat Meneer Buck naar Batavia om o.a. nog eens naar de ƒ 10.000 te informeren. Die leden, die jullie hebt, betalen die ook wat en krijgen wij dat geld of heb jullie het in Holland ook nodig. Irene heeft mij indertijd vóór 2 maanden om een machtiging gevraagd om voor de IEVA in Holland te kunnen werken, maar pas wanneer haar kinderen al een tehuis hadden. Dus heeft ze nog niets van ons gekregen. Maar dat blijkt geen bezwaar voor haar. Ze is hier begonnen de mensen te vertellen dat zij toenadering wilde brengen tussen Hollandse en Indische vrouwen, zo heeft zij leden geworven. Maar nu doen de leden eigenlijk niets anders dan contribueren, alleen in het bestuur zitten Hollanders en Indischen; maar verder doen wij niks als de huishoudschool en de polikliniek gaande houden. Daar hebben [2] wij onze handen al vol mee. Ik heb ook geen zin om weer zo’n feestavond op touw te zetten, dat is eens en nooit weer. Daar heb ik nog m’n bloedarmoede aan te danken! Die is overigens bijna weer over, echt plezierig. Ik heb elke dag een portie spinazie gegeten en dat lijkt me erg goed. Maar nu eens over wat anders. Nog bedankt voor Moeder’s apart briefje als antwoord op m’n troostwoorden bij Em’s vertrek – ik vind het zo fijn zoals jullie erover schrijft dat Em nu ook weg is. Dat je haar gezelschap alleen mist maar verder niet, dat is ook zo. Ik moet je nog vertellen dat het mij opviel hoe zelfstandig Em is geworden. Ze zou liefst al haar spullen zelf van boord gedragen hebben, als ze het gekund had. Ze wilde ook zelf al haar koffers sluiten hoewel Dirk en Hok steeds hun hulp kwamen aanbieden. Ze wilde haar cello ook niet afstaan. Dat zul je zelf zien op de film. O, jongens jullie krijgen weer wat te genieten, al zal ’t pas zijn over een paar weken. Em staat er steeds enorm op en telkens in een ander toilet! – Is het niet fijn dat zij daar zó ontvangen is, dat alle kinderen zó verrukt met haar zijn, zelfs Loutje.[1] Wat hebben ze hun moeder toch gemist. Dat is wel duidelijk merkbaar, dat ze telkens op haar schoot komen zitten e.d. Zij schijnt het Maleis ook al behoorlijk te kunnen verstaan, kranig gewoon. En Dirk schrijft we zijn zulke “huismussen”! Kostelijk. Ze genieten ook van elkaars gezelschap, vooral hij van het hare. Het gaat echt schitterend, waaraan ik ook nooit een minuut getwijfeld heb en jullie? Dirk is verstandig, zal het ook wel blijven heb ik hoop. – Kostelijk zoals je onderstreept in je brief dat ik niks mag verzwijgen! Nee hoor, ik betuig hierbij mijn spijt dat ik het had willen doen![2] Emma heeft ook gezegd ze maar niet terug te sturen. ’t Is ook waar de kleine kleertjes kan ik altijd weggeven. Trouwens het ene pakje deed ik hem aan, hij kan er nog wel in. Je zult wel gelijk hebben dat ze misschien zullen passen wanneer de luier uit is. Maar [3] wanneer zal dat feest zijn! – Henk en Riek kregen gister op zondag hun zoon Hendrik Jan dus nog eerder dan Anneke. Riek had gezegd begin oktober, dat is dus verstandig. Ik heb Anneke nog gewaarschuwd niet te denken dat het zoveel te vroeg zal komen. De moderne kinderen hebben nog méér tijd nodig dan de vroegere, lijkt het! Henk telegrafeerde “alles goed”, echt fijn. Feliciteer Mevr. v. Gilse maar. – Houw en Fanny waren ook hier, erg gezellig. Ze zijn maar 1 dag gebleven daar ze ook in Soerabaja en Semarang nog mensen wilden opzoeken. Wel jammer want die ene morgen had ik al gezellig wat met Fanny gepraat, maar ’t is te weinig om elkaar goed te leren kennen. Van verliefdheid merk je bij Houw niks, een echte Chinees! Hij kon best al 10 jaar getrouwd zijn. Fanny ziet er allerliefst uit, ze heeft nog lang haar en draagt het achter de oren. Houw wil niet dat ze ’t afknipt, heeft hij gelijk in. Zij kwamen donderdagavond en wij hadden een dinertje voor ze klaarstaan, wat gelukkig in goede aarde viel. Ik had een soort zandgebak gemaakt, zonder suiker, met champignon­ragout erin en Houw en Hok vonden het beiden lekker, waarmee ik zeer verrukt was. Mamma kwam de volgende dag, want sinds ze Axel’s kiek in de stoel had gezien, kon ze ’t niet meer uithouden en moest komen! Ze bleef 2 dagen, heel aardig ook. Zij kon haar huis niet langer alleen laten vond ze, en ging in Houw’s auto, die hij niet meeneemt naar Celebes, naar huis. – Wij hebben de Koningin niet gehoord. Wij zien Alex haast nooit maar de Bucks hadden een mooie luidspreker van hem in ’t Ziekenhuis en hoorden het erg goed. Ik had het niet gelezen en er niet aan gedacht dat het de derde dinsdag was, anders was ik wel naar hem toe gegaan als Hok ook gewild had. Het moet deze maal buitengewoon duidelijk geweest zijn. – Maar we moeten Alex toch eens te eten vragen, ik vind hem zo zielig alleen en Paula schijnt nu ook wat ziek te zijn. Irene heeft nog niet om de IEVA film gevraagd. – Morgenavond is er Vivos – ik heb er tegenwoordig helemaal [4] geen plezier meer in en verlang naar januari dat ik kan aftreden. Er is niet veel leven meer in en ik heb geen zin, die er weer in te brengen. Wij zouden eerst een oud-Hollandse avond houden met “Woutertje Pieterse” en Piet Paaltjens, maar daar ik er dan weer voor moest opdraaien, juist nu Em en Houw kwamen, hebben we iemand gezocht die nu morgen zal spreken over “de diepere zin van het sprookje” dat me ook erg aardig lijkt. – Daarom schrijf ik jullie nu al op maandag. – Houw’s adres in Buitenzorg is Soekasari 11, maar schrijven jullie hem maar naar Paré-Paré, Celebes, dat je ‘t zal sturen als hij terugkomt, want hij heeft er daar toch niks aan. – Hartelijk gelukgewenst nogmaals met Em. Ik gaf aan Houw een pakje voor haar mee met wat Dirk en zij hier vergaten en met voor Em een kookboek. Ik hoop dat ze ’t leuk vindt, want iets voor haar toilet kon ik haar toch niet sturen, daar zij alles heeft! Ik stuur haar nog het kiekje van Axel als gelukwens.

Dag Eida

Vervolg A’s brief[3]: gauw Axel baden en daarna kon ik pas naar de stad de bloemen en vruchten bestellen. Het bloemstuk van de fam. v.d. Vianen was er dus het eerste. Ik bestelde voor jullie een grote vruchtenmand voor ƒ 2.50, daar zal ze wel plezier van hebben en van Papa en Mama[4] een bloemenmand voor ƒ 2.50. Het was leuker nù iets te geven dan als ze thuiskomt. Maar ’t zullen wel de eerste bloemen en vruchten zijn. Voor Hok en mij bestelde ik een mand duinroosjes. Voor Wytje kocht ik nog 4 kleine rozenknopjes om zelf aan Mamma te brengen. Anneke vond het wel leuk, geloof ik. Na een minuut of 5 zijn we weer weggegaan om de baby te bekijken. Wytje’s baby. En hij keek in de babykamer in alle wiegen en vond het heel mooi. – Vanmorgen vond Emmie Wytje in Anneke’s bed, maar doodstil. Hij zei wel Mamma pigi (weg) maar was er niet naar over. Later toen ik hem zei dat zijn bloemen voor Mamma waren, was hij intens verheugd naar haar toe te mogen. Hij sprong direct op haar bed, sloeg zijn armpjes om haar hals en zei telkens Mamma, echt leuk. Maar hij vond het ook best weer weg te gaan.

[Randje pag. 4]

Wytje is nu net gebaad. – Thijs is gekomen – we hebben beschuit met jongensmuisjes gegeten.

Dag Eida. [5]

HOK

26 september ‘33

G. Van harte gelukgewenst met Menno Rudolf. Een voorspoedige bevalling geweest. Gisterenavond ging Anneke naar Borromeus, door Sparmann gebracht en vanochtend om 5 over half acht was hij er. Zelf heb ik hem nog niet gezien, ik zal maar wachten tot Anneke al wat beter is. Morgen zal ik getuige zijn, te zaam met Chris ’t Hogerhuis.  Nog altijd bij dezelfde man die alles over zijn kinderen laat zien. Zijn verhalen zal ik dan voor de 4e[5] maal horen. Vader herinnert zich het wel! Wat een kleinzoons, drie in getal. Nu moet maar een kleindochter komen, vindt u ook niet? – Ook van harte gelukgewenst met Em’s verjaardag. Haar kinderen zullen het wel erg gezellig en feestelijk maken. – Vandaag kwam Reyzer, ons nieuwe Hoofd van de Opsporingsdienst ons vertellen dat drie ingenieurs zullen worden afgevloeid en dat de Vulkaandienst zal worden opgeheven. Tot deze drie hoor ik gelukkig niet en mijn positie is nog altijd erg vast. – Een van hen is een Hollander, een zeer knappe jongen. Waarschijnlijk laten ze hem gaan, omdat hij aan de Gemeente universiteit te Amsterdam conservator kan worden bij Brouwer. Brouwer schijnt nog altijd erg op mij gesteld te zijn. Hij schijnt voor de vervulling van dit baantje ook aan mij gedacht te hebben, maar gaf tenslotte de voorkeur aan genoemde ingenieur, omdat deze juist zo bedreven is in petrografie, wat ik nu eenmaal niet ben. Hoe dan ook, ik zou het toch nooit hebben willen ambiëren, het is hetzelfde baantje wat Brouwer mij voor ons vertrek naar Indië ook al heeft aangeboden. Hier zitten we erg goed, zeker beter dan dat Amsterdam met een klein salaris. – Men vroeg mij of ik me kandidaat wou stellen voor de Provin- [6] ciale Raad. Ik heb er zonder aarzelen feestelijk voor bedankt. Het kost teveel tijd, en als ambtenaar moet men in deze bezuinigingstijd niet al teveel in het openbaar treden. Dan zou de pers maar de conclusie trekken, dat men niet onmisbaar is bij zijn Dienst! – Hoe vindt u de zittende Axel? Hij kan nu al goed Pappa en Mamma zeggen. En ik heb het vermoeden dat hij het soms bewust zegt. – Vanochtend had hij het feestpakje, dat zijn Oma hem gaf aan, staat hem keurig. – Hoe vindt u, dat Mevr. v. Gilse ook een kleinzoon heeft. We zullen haar gelukwensen.

Dag Hok

 

 



[1] Loutje (Lourens Rempt) oudste zoon van Dirk en Zus Rempt.

[2] Het ‘verzwijgen’ betreft de kleertjes vvor Axel, die Eida op haar verjaardag en die al te klein waren!

[3] “A’s brief”: mogelijk was er een brief van de hand van Anneke bijgesloten. Is niet in Eida’s brievenarchief bewaard, maar waarschijnlijk in dat van Anneke. Eida’s Moeder heeft voor elk van haar 3 dochters de brieven die zij uit Indië in Holland ontving, in eigen mappen bewaard. Eida is de enige die de brieven compleet aan haar kinderen vererfde.

[4] Papa en Mama van der Laan, de ouders van Thijs en de schoonouders van Anneke.

[5] Bij aangifte baby Elsje, Wytse, Axel en Menno.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Luchtpostpapier
  • Bijzonderheden: A4 als A5 beschreven of kleiner (samen 3 gr.)
More in this category: « 1933-09-18 1933-10-03 »