1932-07-27

EIDA

27 juli ’32.

Lieverdjes –

Gister moest Dien’s baby geboren zijn – als ’t inderdaad zo was, zou ik het nu toch nog niet weten, maar ik heb het gevoel dat we nog wel een weekje de tijd zullen hebben. – Met Inlanders kun je toch inderdaad voor merkwaardige dingen komen te staan. Daarnet zei de baboe ineens dat ze aan ’t eind van de maand wegging. Ze wil de reden niet zeggen, maar beweert dat er niets is; de enige reden, die ik kan bedenken is, dat ze ’t me toch kwalijk heeft genomen dat ik indertijd, 3 maanden geleden, beweert heb, dat ze ’t kleingeld uit m’n beursje had weggenomen. Toen had ze teveel voorschot, anders was ze misschien toen al weggegaan. De laatste tijd is er niets meer gebeurd. Enfin, dan krijgen we weer eens een andere smaak aan ’t eten! – ik zal me er tenminste niet dik over maken, zoals ik trouwens ook niet gewend ben! Baukje benijdt me altijd om m’n kalmte, vanmorgen zei ze dat ze zeker 100 jaar zou worden als ze zo was als ik! Ik zal hier en daar naar een baboe informeren – Baukje vertelt vanmiddag aan 65 kinderen (nu 71) het verhaal van Niels Holgerson, zelfs met de toverlantaarn erbij. Ze heeft Peter Pan al verteld, dat zeer in de smaak is gevallen. Ze heeft kinderen van 13 tot 5 jaar en elke dag melden zich nog aan, erg leuk voor haar. Ze gaat zo leuk met kinderen om en zou er wel een stuk of 8 willen hebben, enfin ze schikt zich in ’t onvermijdelijke, wat doe je eraan. 

Gister winkelden Tine en ik de hele morgen. Tine paste al de jurken van Gerzon en toen van de Bonneterie aan en kocht er geen! Gelukkig dat er geen man bij was! Uitgeput dronken we koffie bij Bogerijen, waarna we met Irene ’t IEVVO-huis [2] bekeken, waar Tine erg verrukt van is. Ze hebben nu ook kleine tafeltjes en stoeltjes voor de Fröbel kinderen, 4 stuks, waaronder een klein meisje Tan van 4 jaar, die de handigste is! [HOK natuurlijk] Het internaat is nog onbezet omdat ze liever direct met een grote hoeveelheid beginnen, niet met één of 2. De cursus wordt gevolgd door 27 meisjes, dus dat is schitterend. De voorzitter hoofdbestuur van ’t Indo-Europees Verbond (I.E.V.) was erg enthousiast over ’t geheel en nu heeft hij aangeboden dat de IEVVO subsidie aan ’t I.E.V. vraagt – dat is alweer mooi voor Irene. Zij wil zo graag een fonds stichten dat we ook meisjes kunnen aannemen, die ’t niet betalen kunnen, maar die toch zo graag een diploma zouden hebben om zelfstandig aan de kost te kunnen komen. Dat zou natuurlijk prachtig zijn, maar voorlopig zijn we nog niet zover en moeten we dus nog veel aanschaffen. Er zijn 6 leraressen, waarvan maar 1 betaalde, dus dat is ook een bof en de meisjes betalen ƒ 6.- lesgeld, verder is er een vaste bijdrage van ƒ 25.- per maand v.d. Vereniging Huisvrouwen.

Gister met de mail kwam er een antwoord voor de redactrice van “De Vrouw en haar Huis” op mijn brief. Ze wil in ’t septembernummer wat over de IEVVO vertellen en vraagt dan nog voor de volgende tijdschriften bijdragen, waarbij ze zegt dat ’t haar “niet aangenaam” is, als we ook aan concurrerende bladen zouden schrijven. Ik hoop dat we daaruit mogen opmaken dat ze onze bijdragen wil honoreren.

Ik heb net m’n haar gewassen en ben net een bosduivel! –

Zaterdagavond hadden we concert van Maria Basca, zang, een altstem, of mezzosopraan kan ook. Tine was met ons mee – het was stampvol en ze werd erg toegejuicht (niet Tine!). Het was af en toe heel mooi – maar toch niet zo schitterend als de kranten het doen voorkomen, ze is getrouwd met een Indische journalist, terwijl haar vader een Pool en haar moeder een Perzische is, interessant he`! Zijzelf heeft een toetje en haar haar heel eenvoudig zoals ze zich trouwens ook laat kennen, maar ik hoor liever Noordewier of Mia Peltenburg. In de pauze kwam Mevr. Gunning me nog eens haar spijt betuigen dat ze op de Vivos [3] mijn fraaie voordracht gemist had!, ze had gehoord dat het zo enorm geweest was en nu speet het haar zo dat ze er jullie niet over kon schrijven, heel aardig hè!

Lautje en Sannie oefenen zich in ’t klimmen over de rand van de mand, Sannie is ’t zwaarst van lichaamsgewicht en hem lukte ’t al 2 keer zich eruit te laten vallen. Verder schreeuwen ze geweldig als ze honger hebben maar ook als ze uit de mand willen. Gister hebben ze beide een plas naast de mand gedaan; dat kun je natuurlijk ook verwachten. – Ze hebben nu beide de oogjes open, maar zien nog niet erg bewust met de blauwe kijkers, maar ze zijn allerliefst en ’t spijt ons steeds meer dat we ze moeten weggeven.

Maandag heeft Jantje Westerveld weer eens bij ons gegeten. Ik was naar Soendanees en Hok haalde me met Jan, waarna hij bleef en zei dat hij ’t alleen-zijn zo naar vond, waarna ik hem natuurlijk te eten vroeg en hij tot 10 uur bleef.  (Harry v. Raalten is weer in de rimboe en Jan gaat zelf begin augustus weer, waarop hij zich zeer verheugt, gelukkig maar.) Hij mag dolgraag bomen, vooral over een geologisch onderwerp en hoewel Hok zich in de studeerkamer terugtrok om te werken, zocht Jan hem op en kletste maar. We vonden hem te zielig om hardvochtig te zijn en hem weg te sturen.

’t Soendanees wordt steeds moeilijker. De werkeloze planters, die erbij zijn, zijn zo knap in ’t spreken dat onze leraar wordt aangestoken en nu hoofdzakelijk Soendanees spreekt, waarvan ik minstens de helft niet versta. Je zoudt zeggen des temeer reden om er hard voor te werken!, maar helaas kom ik daar nog niet aan toe. Als zondag Jan en Tine weggaan, zal ik weer meer morgens thuis zijn, ’t geen ook wel noodzakelijk is, daar in m’n linnenkast b.v. gescheurd papier op de planken ligt en enige pyjama’s geknipt [4] moeten worden. Morgen ga ik nog met Tine goed uitzoeken voor allerlei jurken, daar ik opeens overal uitbarst. Het is echt lastig dat m’n buste altijd zo uitzet, 2 morgenjurken staan me al belachelijk. Tine heeft nog een jurk van die tijd, die ze me wil sturen. Ik verlang er gewoon naar weer eens wat te naaien, m’n naaimachine is al zeker een maand met vakantie.

Zondag beklommen we een berg achter Pengalengan, althans halverwege tot aan een zwavelkrater. We waren met De Jongh en de Kreikens, erg genoeglijk. Hok wou eerst met de Natuurhistorische Vereniging mee tochten maken, maar lopen is voor mij juist zo goed nu, en ik vind het ook plezierig, aldus deden we het maar zo. Om 8 uur van huis en om half 3 weer terug, dus een vrij aardige tocht. We liepen een uur of 2½; ik ben absoluut ongetraind, dus klommen we niet zo vlug, Hok hielp mij natuurlijk stevigen wij kwamen saampjes achteraan. De paden liepen dwars door het bos, dus dat was fijn, overal was het begroeid met varens en chevelures  van welke laatste wij wat meenamen om te planten, ik hoop maar dat ze ’t houden. We waren ontzettend slaperig na de tocht en gingen ’s avonds fijn vroeg naar bed, nadat we nog even ge-quatre-mains-d hadden. De Jongh rijsttafelde bij ons en vond ’t erg leuk, geloof ik. 

’t Is eigenlijk erg geschikt elke zondag zoiets te doen, de Kreikens doen dat al, zijn veel actiever dan wij –

Ik ben nu bezig aan dat boekje, “Kabar Angin” van Mevrouw Tielrooy, het betekent berichten die door de wind worden doorgegeven, zoiets als een telegraaf, maar dan echt draadloos, zodat ze op een dorp bepaalde nieuwtjes van uren in de omtrek weten – Ze schrijft werkelijk naar mijn idee uitstekend boeiend en vol humor – het zijn allemaal kleine schetsjes; conversaties van haar met de mensen langs de deur, met de bediende, met theeplanters, suikermensen e.d., maar ze insinueert [5] erin, b.v. als ze praat met de suikerplanter, vraagt ze of de Europeanen eigenlijk niet het water aan de Inlandse sawah’s onttrekken voor hun eigen suikervelden en dan laat ze die planter zich niet verdedigen maar dan krijgt de planter een hoestbui of hij “vergeet” te antwoorden. Hok zegt dat het misschien weleens voorkomt zoiets, maar dat ze ’t toch niet zo mag generaliseren, maar ze tekent alles zo goed, zodat als je er niets vanaf weet, je je natuurlijk laat meeslepen en denkt dat alles naar de werkelijkheid en de waarheid geschreven zal zijn en dan is ’t natuurlijk nog erger dat dit in Frankrijk gepubliceerd is. – Op dat krantenartikeltje van indertijd hebben ze niet meer geantwoord. Het is inderdaad niet veel fraais wat ze van de Indische pers zegt, maar daarvan vind ik ook wel veel waar, al zou ik het nooit zo in den vreemde verkondigen. Donderdagavond – Vanavond zouden we bij Jan en Tine bridgen, maar Hok werkt liever. We zijn nu vóór ’t eten even naar ze toegegaan want Hok wou ze zelf ook nog even uitnodigen zaterdagavond mee naar Homann te gaan. We hebben hun meteen verteld van onze extra verdiensten en nu durven ze ’t aan onze uitnodiging aan te nemen. ’t Zal wel leuk worden – Jan is zo vlot en levendig, ik verbaas me er steeds over, het is voor de meeste mensen vast wel waar dat ze in de warmte lang geen 100% zijn.

Vanmorgen kochten Tine en ik ieder een stofje voor een jurk. Ik moet nu opeens wel enige jurken hebben omdat ik overal uitbarst, althans m’n boezem, maar m’n omtrek neemt ook al aardig toe, hetgeen je met deze mode direct aan je ceintuurs merkt. Tine heeft me een leuk idee aan de hand gedaan voor een jurk, waarbij haast alles gemaskeerd wordt. Ik kocht effen groen batist met een [6] open werkje, het is vrij licht, dus koop ik er een donkere onderjurk onder. Bij m’n groene hoed en m’n groene ketting past het mooi, praktisch of niet! 

Hok heeft sinds 14 dagen weer zijn eerste kerntoezending gekregen, hij kan dus niet meer luierend geld verdienen, maar is vanmiddag voor ’t eerst weer naar G.B. gegaan. – Gister had hij Gemeenteraad en luisterde ik in m’n eentje (d.w.z. ik trof daar de Kreikens o.a.!) naar een lezing over gifslangen. Hier is een bioloog, 

Dr. Kopstein, die zich op slangen heeft gespecialiseerd, merkwaardig hè. Je hebt hier 11 soorten op Java, maar slechts één soort, de “reuzencobra” loopt een mens na, de rest bijt liever niet. Die gifslang die wij voor 2 jaar in de tuin hadden, is heel giftig, maar hem was maar 1 sterfgeval bekend in 10 jaar door zo’n dier, omdat hij zo goed als nooit bijt. Je kunt met hem spelen, oppakken, op de grond gooien, zonder zijn boosaardigheid op te wekken. Er is ook een andere slang, die sprekend op hem lijkt, die absoluut ongevaarlijk is. Hij vond het nonsens dat men over ’t algemeen zo bang voor slangen is, maar ze doen ook zo verdacht vind ik! Alleen zeeslangen zijn erg giftig, vandaar dat veel Inlanders aan de kust een vinger of meerdere e.d. kwijt zijn, daar ze direct de gebeten ledematen afhakken.

Het was een erg aardige lezing. Morgenochtend krijg ik een gouden ring om mijn kies, omdat hij ganselijk is afgebrokkeld. Wat een dure baby hè! 

Dag! Eida

HOK

G. Zaterdag gaan we met de Kreikens en de Schepers naar Homann, wij fuiven! Als het eten maar niet naar petroleum smaakt! Hoe was Em’s examen? Van een leien dakje gegaan? Over Eidje’s gezondheid of voetjes geen zorgen nodig, alles in orde. Houw heeft tot eind ’33 werk. Wij gaven hem met z’n verjaardag een indanthren badjas. Hoe is het nu met Moeder. Ik heb het nu weer druk, vandaar deze korte krabbel. Tenminste beter zoiets dan Emma’s krabbeltjes, die blijkbaar met onzichtbare inkt geschreven worden. Beter je, Em.

Dag Hok

Lausanne zijn al groot, ze wegen al 1 kg en zijn meer lichaam dan poot.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1932-07-20 1932-08-05 »