1932-05-10

EIDA

Liefjes –

Ons schip met geld is gekomen. Donderdag schrijf ik een vliegbrief – we hebben althans bericht dat hij bij de bank is. Gister was ik anders de wanhoop nabij. Ik had verleden maand alles wat we over hadden op de Spaarbank gezet om er deze maand nog rente van te krijgen. En daar we juist de levensverzekering over 3 maanden + autobelasting moesten betalen, had ik gister niet veel meer en zag me gedwongen de tandartsrekening terug te sturen. En ziet: vandaag een aangetekende brief! Vanmorgen moest ik naar de tandarts, Suus Hortsink kwam ik onderweg tegen en die ging mee (je weet wel met wie ik in Borromeus heb gelegen en die vlabij ons woont). Ze heeft altijd tijd, want ze mag toch niks doen om haar TBC – ik nam de gelegenheid waar om veel lekkere sinaasappels, appels en peren in te kopen en Suus er wat van aan te bieden. Ik geloof dat ik angstwekkend royaal ga worden, vind niets meer te duur! Ik laat een erg leuke jurk maken met pofmouwtjes van spierwit aan een groen met wit geruite jurk (voile van ƒ 0.75 per el). Die hele jurk komt me dan op een gulden of 13 – ik ga vast nog meer laten maken als het goed zit, ik ben juist door mijn jurkenvoorraad heen, en nu moeten we met Pinksteren naar Lampegan, naar Wim Tan, dat rijmt! Ik wou zelf ook nog trachten een morgenjurk te maken, maar dat zal wel niet meer lukken, daar ik ook nog een pakje voor hun baby moet maken. – Woensdag deed ik boodschappen met [2] Mevrouw Hetzel (die ik nu Annie noem), welke uitgang hoofdzakelijk uit een kopje koffie bij Bogerijen bestond, daar zij haar dochtertje van 4 jaar had meegenomen, die 5 minuten in een winkel al heel lang vond.

Ik geloof dat ik jullie nog niets schreef over mijn bezoek aan Lientje Hupkes. Al de narigheid die haar schoonmoeder vertelt, is angstwekkend overdreven. O ja, nu herinner ik me dat ik het toch al schreef dat ze hun auto nog hebben en misschien helemaal niet ontslagen worden. Hoe een mens al niet kan overdrijven! – Dus bij jullie wordt het pensioen misschien op 60 jaar gesteld, enfin dat is het ergste nog niet hè. Vader zou altijd nog privaatlessen kunnen geven als ’t nodig was. – Ik kan me voorstellen dat Mama van der Laan naar Indië wil, laat ze dan vooral in maart of december of zo gaan. –

Toch goeiig van Thijs dat hij nog eens een brief over “het geval” schrijft, toont zeker zijn goede wil; Mam, dat hij nu eenmaal niet zo voelt als wij, moet je nu maar aanvaarden; jij hebt je tenslotte in hem vergist. Tracht er maar werkelijk een spons over te halen, misschien wordt hij toch door de Vrijmetselaarsbeweging verbeterd. Misschien gaat hem nog eens een licht op en dan kun jij er tevreden over zijn dat jij er de eerste stoot toe gegeven hebt.

Er is me pas een sterk staaltje verteld dat de Smitten, Pierre en Trude, opeens inzien hoe egoïstisch ze geleefd hebben en nu willen ze hun leven beteren. Ik had het nooit durven hopen, maar ziet…. er kan véél gebeuren – [3] vat het niet te zwaar op, wie weet hoe scheef wij elkaar zien en hoe anders we elkaar zouden beschouwen als we alle beweegredenen kenden. Ik vind het zo’n mooi beeld dat God een tapijt weeft – dat onze wereld is, en wij zien alleen de verkeerde kant, de afgehechte draden en kunnen het patroon niet volgen. Zo is het met elke mens ook, wij kennen zijn patroon niet. Op ’t ogenblik ben je toch zo filosofisch geworden met je wijze dokter? Je beschouwt alles nu toch zeker in een ander licht, ook dát. Die dokter heeft toch gezegd hoe in alles wat moois is, ook in een sneeuwvlok, dat moet dus toch ook betekenen in elk mens –

Jullie mail kwam pas vandaag, 4 dagen later dan anders, door zo’n langzame vrachtboot, maar nu krijgen we over 3 dagen alweer, dankzij de boot van Tek Bheng.

Morgen moet ik hem schrijven naar boord, ik ben benieuwd of hij gauw bij ons zal komen. Dat zijn broer ons niet bezocht heeft is geen wonder, hij moet een enorme zonderling zijn met erge kronkels in de hersenen. Hij heeft op een blauwe maandag nog eens bij de Mijnbouw gewerkt. We hebben net het nieuwe complex gezien dat hij heeft laten bouwen, een open tuin in ’t midden met 4 kamercomplexen er omheen; er zal zeker ook plaats zijn voor Tek Bheng als die lust heeft daar te wonen. Ik weet niet of zijn moeder ook dáár woont, met wie Tek Bheng het niet kan vinden – ik begrijp ook absoluut niet, wáármee Tek Bheng hem zou moeten helpen.– [4]

Ik heb een beeldige prentbriefkaart voor Jo gekocht, al is het wel al wat laat voor haar verjaardag.

Jullie makreel uit het blikje van 28 maart was meer dan lekker; de pasta’tjes ook, maar niet zó voor een herhaling, terwijl de makreel wél. Winkelmij. Braga heeft sinds kort de pasta’tjes ook.

Zondag verschenen de Pimmen om 11 uur, doodaf van de lange rit, de kinderen witjes, maar die kwamen gauw bij. Wimpje is Hok’s nachtmerrie geworden, hij deed wel wat verwend en had nijging alles stuk te slaan en stampte met z’n voet op de grond, dus wat driftig, maar Hok ziet er tegenop dat ze over 2 weken hier een nacht blijven, hij ziet al visioenen van gebroken glaswerk, kopjes e.d. en alle tafels en stoelen bekrast. ’t Wordt tijd dat hij zelf kinderen heeft, vinden jullie niet! – En de Pimmen waren zeer spraakzaam, hij heeft aan een stuk door over Buitenzorg – G.G. –Secretarie verteld, dus heel aardig voor ons die daar niet bekend zijn. Ze zijn idolaat van de G.G. vooral zij, zelfs uitgebreid tot zijn hele familie. Het was wel genoeglijk, maar je kunt merken dat we niets gemeen hebben. Zij begreep b.v. absoluut niet hoe wij dat buitenkansje om naar de receptie van de G.G. te kunnen gaan, hadden laten voorbijgaan, terwijl er toch niets belangrijkers zowat bestaat!

Verbeeld je dat wij naar Indië hebben moeten gaan om Mengelberg te horen! Zijn orkest heb ik meen ik eens gehoord, maar hemzelf nooit aanschouwd en nu hebben we hem + zijn orkest 2 stukken horen uitvoeren. Het was mooi maar vreselijk kort, zeker met het oog op het Indisch [5] publiek dat liever een snertfilm ziet. Ze speelden “Marche Hongroise” en van de Suite L’Arlésienne alleen het Adagietto, dus ’t was zo uit, echt jammer. Ze speelden een aardige komedie erna met de nieuw ontdekte ster Curt Bois (niet Courbois), heel aardige verwikkelingen kwamen erin voor.

Er kwam gister opeens een brief van Tineke Hijmans om ons logies te vragen met Pinksteren maar wij konden haar dus niet hebben en ze vroeg mij haar in dát geval te willen overdoen aan Nellie Sloos (Hazeu), die sinds 3 weken in Bandoeng blijkt te wonen. Daar er haast bij was, ging ik maar direct naar Nel toe, die veel geschikter is geworden, kalmer en minder over ’t paard getild. Ze heeft een zoon van 1½ , werkelijk een schat, erg makkelijk kind, dat altijd vriendelijk lacht. Ze hebben verder een beeldige vleugel, en zij speelt heel goed. Ze vertelde me direct lange verhalen van haar ziekte en gesukkel na de baby, daar de dokter haar bij de bevalling verknoeid had, zoals een chirurg later gezegd had. Maar nu is ze weer helemaal in orde. Ook zij kon Tineke niet hebben.

Ik zal even de namen van de kiek hierop schrijven dan kun je makkelijker vergelijken, dan wanneer het achterop staat.

De staanden van links naar rechts precies zoals je de hoofden naast elkaar ziet 1. 2. niks – 3. ’t Hoen (hoofdredacteur van “de Mijnbouwingenieur” en onderhoofd Mijnbouw) – 4. 5. niks – 6. Koolhoven – 7. Neumann van Padang (mijn vriend volgens Hok!) – 8. niks – 9. Reyzer (man van Lize Eibrink Janssen, waar we onlangs op visite waren) – 10. Ter Haar (van de 7 kinderen! Mager hè) – 11. V.d. Ploeg (opperhoofd Mijnbouw, genaamd “adviseur”) – 12. Zwierzycki (de Pool, die [6] over iedereen praatjes weet en nooit korter dan 1 uur kletst) – 13. 14. niks – 15. Mevr. Gongrijp (theosofe, bevriend met De Jongh, chef bibliotheek) – 16. niks – 17. Meta v.d. Hoek (meisje van Harry van Raalten, die met Jantje toen in de rimboe zat) – 18. onze A.C. de Jongh (bekijk hem goed, heeft hij geen bijzonder gezicht?) – 19. Oppenoorth – 20. Van Nes (die net gepromoveerd is ondanks zijn baard!) – 21. 22. 23. niks – 24. Hetzel (die jullie kent) – 25. niks.

Zittend van links naar rechts: 1. Bothé (Tommy’s gewezen voogd) – 2. niks – 3. Grondijs – 4. ikkes – 5. Mevrouw von Dewald – 6. jullie vriend Duyfjes (hij groet me nooit, enorm verlegen) – 7. Resehäuser, Krutscher (die over iedereen vadert) – 8. Hokje – 9. Eserwein (Zwitser).

Ik bedenk opeens dat ik Jo’s achternaam glad vergeten ben, zet hem er even stiekem bij, Mam, voor je hem aan haar geeft –

Dag hoor Eida.

M’n gele jasje doet enorme diensten, ’s morgens en ’s avonds elke dag, het past juist heel aardig bij mijn gele jurk + muts! [7]

HOK

10 mei ‘32

G. Deze week nog zullen we ons zilverschip lossen: ik kreeg vanochtend bericht dat het naar een bank hier ter stede is overgemaakt. Morgen zullen we het geld misschien al hebben. We kunnen het best gebruiken in deze tijd van bezuiniging, korting op salaris, crisisbelasting, intrekking van standplaatstoelage, verhoging der benzinebelasting etc. Maar zuinigheid leren we er heus niet door! Zaterdag a.s. gaan we voor twee dagen naar een theeland vlakbij Soekaboemi, bij een oude schoolkameraad van me, die een paar jaar jonger is dan ik en eigenaar van een zeer goed renderende theefabriek is. Hij is de speciale vriend van Houw, en is ook een Tan. Over Tan gesproken: de broer van Tek Bheng ken ik helemaal niet, ofschoon hij ook mijningenieur is. Hij schijnt een heel rare pisang [EIDA Chinees] te zijn, die volgens verhalen een beetje eigenaardig is. Het zal ons benieuwen of Tek Bheng het met hem zal kunnen vinden.

Gisteren zijn de Bodisco’s hier geweest met beide kinderen. Netteke is heel lief, maar William zoals ze de zoon noemen, is een mormel. Ongezeglijk, eigenzinnig, verwend, driftig – het ligt misschien aan de opvoeding. Als onze kinderen zo zouden zijn, zou het werkelijk niet overbodig zijn voor hen een apart gedeelte van het huis te reserveren, waarbuiten ze niet dan onder streng toezicht mogen komen. Ze komen aan het eind van de maand weer terug en logeren dan een nacht hier. Wat het worden zal weet ik niet. – Vrijdag a.s. de 13e, komt de begrotingscommissie bijeen, om uit te maken hoeveel nog verder bezuinigd moet worden. Iedereen is in spanning over de beslissingen die genomen zullen worden. – Erg leuk, dat Moeder nu weer zo goed is en zelfs van visite niet moe wordt, laat staan van de Hirschen. Over Thijs moet ze maar niet al te zeer tobben. Hij is toch al veel veranderd, wat toch blijkt uit het feit dat hij Moeder een persoonlijke brief heeft geschreven. Dat bewijst toch dat hij er zeer spijt van heeft. Herroepen kan hij natuurlijk niets maar wel trachten het weer goed te maken. En dat doet hij toch en daarom moet Moeder er zich maar overheen zetten, vooral nu zij hem duidelijk heeft gemaakt hoe zij erover denkt. Dat zal heus niet prettig voor hem [8] zijn. Hij zal er zeker lering uit trekken, anders zou hij een zeer slecht maçon zijn. – Op Anneke’s verjaardag zijn we naar de bioscoop geweest en hebben we de film Der Schlemil gezien. Veel bijzonders was het niet. – Ik ben nu bezig met een boek van Georges Duhamel over “Scènes de la Vie future”. Hierin mediteert hij op zeer boeiende wijze over zijn ervaringen in Amerika. Hij vindt het daar allerverschrikkelijkst. De mensen zijn geen mensen meer, maar geldmachines, die geen persoonlijkheid meer hebben. Alles is daar genormaliseerd, ook de mens, zelfs de glimlach van de dames! –Bij Scheurleer & Zonen’s Bank hebben we gelukkig niets liggen. Dat was vroeger de bank die voor ons maandgeld zorgde. Ze schijnt door de achteruitgang van het Westland en de visserij in financiële moeilijkheden te zijn gekomen.

Dag Hok

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 8
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Pag. 7 en 8 briefpapier Hok
More in this category: « 1932-05-04 1932-05-17 »