1932-03-22

EIDA

22-3-‘32

Liefjes –

Vader’s verjaardag ’s avonds laat thuiskomend, vonden we jullie brieven. Jullie hebt ons enorm nieuwsgierig gemaakt naar het pak voor Hok. We verheugen ons er erg op, het met gejuich binnen te halen. – Vrijdagavond zijn we naar de Faust film gegaan, een heel oude stille film, die af en toe op de lachspieren van het publiek werkten, verwend als het is door de geluidsopnamen. Er was een aardig strijkje bij, en nu konden we onze fantasie weer eens laten werken, want we merkten dat we tóen meer verbeeldingskracht nodig gehad hebben om te kunnen meeleven met de film. In elk geval was het een mooi ding met Emil Jannings als schitterende Mephisto. Ik herinner me nog dat de aanplakbiljetten hiervan bij Asta hingen. Hebben jullie hem indertijd gezien. Ik heb nog nooit zo’n plezier gehad in Emil J. als nu. – Je ziet hoe gezond ik weer ben! Kuyer onderzocht me nog inwendig ook en vond alles in de haak, maar hij liet me toch ook nog even naar een chirurg gaan voor de zekerheid en die, Dr. Eckhardt, een erg prettige man, een Hollander (tegenover Sparmann en Rizzi!), dacht er niet over het blindedarmpje eruit te halen, daar hij het niet specifiek dát vond. Hij begreep niet hoe ik erbij kwam en zei dans en spring maar zoveel je zin hebt! Kuyer zelf had diezelfde dag ook gezegd dat het nu wel weer rustig was. Dus waren de geleerde heren het eens. Dus zijn we direct naar film gegaan en op Vader’s verjaardag naar Torquato Tasso . Op diezelfde vrijdag was Annie Schüller een nacht + dag bij ons omdat ze de hele morgen bij de tandarts moest zijn. Ze ziet er nu weer [2] veel beter uit en is vrolijk en jolig als altijd. Als je Mevrouw Schüller soms eens ziet, schep dan wat over haar op! Annie bracht een kiek mee van ’t Papaverhof genomen vanaf dat kleine Papaverhofstraatje, dat uitkomt op de Klimopstraat, zowat vanaf het huis van Annie, hoe heet ze, onze dansjuffrouw. Daarop zag ik tot mijn verstomming een kerkje dat ongeveer op de Laan van Meerdervoort moet staan. Vertel daar eens wat van en wáár die inderdaad staat. Ik heb met verbazing die kiek bewonderd en snapte eerst niets van de ligging omdat het net leek of dat “straatje” op het brede gedeelte van ‘t Papaverhof, in plaats van op de smalle kant. Ik voelde me opeen als een vreemdeling! – Ongelooflijk dat Moeder met Em samen alles gekocht heeft en weer genoegen vond in ’t winkelen. Hok heeft deze tijd voor zijn verjaardag maar goed uitgezocht, dat die niet vroeger was! Het is duidelijk “leesbaar”, dat Moeder vooruitgaat, als je deze krijgt, ligt alles misschien alweer in ’t verleden! – Een goed idee om die baadjes met bijpassende sierluier van Anneke na te maken, die was ik juist weer vergeten. – Vervelend die blaasontsteking van Marietje, doe haar onze groeten. Hoe zit het eigenlijk met Martinus Nijhoff. Heb je nu al eens iets betaald? Ik geloof dat die rekening nu langzamerhand 1 jaar oud is. Ze schijnen niet erg om geld verlegen en dat in deze tijd!!! Trouwens wat dát betreft, zijn wij er ook best aan toe, al krijgen we het petroleumgeld ook 1 april nog niet. Maar we hebben zoveel over deze maand dat we met Pasen maar in een hotel gaan. Hok heeft enorme zin in luieren en in een primitieve pasangrahan, heb je toch geen lekkere stoelen en kun je je niet zo laten bedienen. Hok zou vanmorgen Tjisoeroepan opbellen, je weet dat [3] grote hotel, waar Em ons op thee foof na Hacks’ Radiumhotel. Het zal ons zeker ƒ 17.50 per dag kosten alleen eten en slapen. Maar als je het geld hebt en dat is de beste manier voor Hok om er weer bovenop te komen, waarom dan niet. We willen donderdagmiddag van hier gaan, dus overmorgen en Hok’s verjaardag ook dáár vieren, dus 5 dagen. Het lijkt ons dol. Ik hoop maar dat Hok nog een kamer gekregen heeft. – Tommy moet dan zolang thuisblijven bij KasanKasan, de ziel, maar niets aan te doen. Gelukkig dat Jan vrijdag vergat de tekkel mee te brengen, anders zou die ook hier moeten zijn in zo’n vreemd huis voor hem. Overigens was Hok diep teleurgesteld toen Jan niets meebracht, althans alleen zijn zoon. Jacky is een leuk jong, hij wordt alleen meer dan stout, natuurlijk, zo alleen en de hele morgen geeft Annie ook nog les aan een meisje, dus moet hij zich ook alleen amuseren. Fijn voor hem dat hij nu een zusje of broertje krijgt. – Zaterdagavond dus naar Tasso, dat gedeeltelijk heel goed gespeeld werd, Hok kon het helemaal niet goed appreciëren, daar hij geen moeite wou doen het te verstaan. We zaten overigens op de 12e rij, en ik vond vooral na het eerste bedrijf alles goed verstaanbaar. Het werd weer gegeven door dezelfde spelers van “Totentanz” – 2 dilettanten, waarvan de een, de prinses, uitstekend was, de ander, de hertog, verschrikkelijk. Goethe’s taal is zo mooi vloeiend, maar er was over ’t algemeen te weinig handeling in, zodat maar enkele taferelen volkomen bevredigden. Ik leef anders altijd zo mee met toneel, maar nu was ik me echt bewust toeschouwer te zijn. Na afloop namen we de Bothé’s mee naar huis, die achter Borromeus wonen. Tot één uur bleven we nog bij hen borrelen! De volgende morgen, dus zondag zijn we de Groene- [4] veld Meyers  gaan halen, die net uit hun slaapkamer kwamen om kwart na 10! We dronken koffie op Lembang en na afloop bleven ze bij ons rijsttafelen. – We hadden nog een half flesje bier, erfenis van Anneke en Thijs! En de rijsttafel was juist erg lekker. Zaterdagmorgen was Lous me weer komen bezoeken en was verbaasd me zittend in de tuin te vinden. We mogen ze graag en ze vinden ons ook niet vervelend, geloof ik. Die zondagmorgen was tenminste heel geslaagd. Ze zijn ook (!) zo gezellig en gewoon. – Ingesloten een artikeltje over “Hok’s Petroleummij”. Je ziet hoeveel de boring kost. Zodat Hok’s salaris niets is hierbij vergeleken. – Hok heeft plaats gekregen in Tjisoeroepan. We zijn al bezig met de toebereidselen waaronder 1 tube Norit voor de 1000 bochten naar de zuidkust, waar we dan vlakbij zijn! We kochten ook olie en morgen moet ik nog een mooie corsagebloem halen voor op mijn nieuwe steenrode-crêpe georgette jurk met gele bloemen en lange mouwen! Die zal ik wel veel gebruiken, want het is daar natuurlijk koud en ik word bovendien steeds kouwelijker. Ik bevries met zijden kousen aan! Hoe moet ik ooit weer aan Holland wennen! – Meneer en Mevrouw von Dewald, je weet die Meneer met wie ik eens zou samenspelen viool en piano, zijn afscheid komen nemen, gaan voorgoed naar Holland, eind april. Zij is helemaal niet in orde, teveel gewerkt en zenuwen. Ze is tot nu toe in dienst geweest als hoofdambtenaresse, terwijl hij gepensioneerd was. – Anneke stuurde een schattig kiekje van Wytje in de wagen als gelukwens voor Oom Hok! Ze schreef dat ze ook een vergroting voor Vader’s verjaardag stuurde. Jullie kunt nu langzamerhand je huis met je Indische familie behangen. – Fijn dat Bep haar doctoraal farmacie heeft, en dat is no. 2 der erwten, eerst Mia – Wie is Em’s dokter van ’t Lab. ik dacht Wyers. [5] ’t Is me absoluut een raadsel waarom jullie nog steeds niets van Riek weten. Ik verbeeld me dat ik minstens in een dikke brief over haar vertelde. Ik schreef toch dat Thung, met wie Em soupeerde ons schreef dat een meisje Klippus, een schoonzusje van een vriend van hem, zo alleen was in Bandoeng en of wij haar niet eens wilden vragen. Hok sprak haar aan op ’t Lab. en zei haar eens te komen. Aldus kwam ze bij ons op de thee en wij bij haar. Dit alles gebeurde vlak voor jullie komst. Verder hadden we dus geen gelegenheid om haar weer eens te vragen. Later in oktober vroegen we haar te eten met Henk omdat we haar zo’n aardig beschaafd meisje vonden. En diezelfde avond beschreef ik in het vers, dat jullie lazen. En 4 dagen later waren ze verloofd. Zij was als chemisch analiste op G.B. werkzaam; ze heeft 2 zusters, veel ouder, 1 in Batavia en 1 in Rotterdam. Haar moeder stierf voor enige jaren, haar vader hertrouwde en toen is zij maar naar Indië gegaan, waar ze eerst bij haar zuster logeerde en toen ze in Buitenzorg geen baan kon krijgen omdat ze er te aardig uitzag (die meisjes trouwen te gauw!), is ze hier gekomen. Ik hoop dat ik nu eindelijk duidelijk genoeg ben, dat ze 25 jaar is weten jullie toch. – We hoorden nog niets van ze uit Atjeh. En dat Henk somber was in zijn bruidstijd is ook een erge vergissing en na zijn huwelijk is hij kalmer geworden en nog verheugder, een aardig stel, al zijn ze beiden stil, niet luidruchtig, maar gewoon, betrouwbaar en rustig. 

Tommy heeft vermoedelijk een miskraam gehad omdat hij op een wandeling in ’t water heeft gelopen. Drie dagen lang lag hij toen op apegapen en toen werd ze (!) steeds maar niet dikker, eerder slanker! – Hok zegt dat die prof. Bolk  allang dood is – deze man heeft ook ontdekt dat de mongolenplooi bij het blanke ras in het embryo voorkomt, maar dat in andere opzichten de Chinezen weer [6] meer ontwikkeld zijn dan wij. Volgens die Prof. zijn wij dus minder ver ontwikkeld dan de apen, als het embryo van de aap onze vorm van hoofd heeft. Hok vindt de theorie niet zuiver omdat ieder soort dier (ook de mens) in de ene hoedanigheid verder ontwikkeld is, in de andere minder ver dan een ander dier, zodat je moeilijk kunt zeggen dat de een verder ontwikkeld is dan de ander.

Dag Eida [7]

HOK

22/3 ‘32

G. Bij voorbaat bedankt voor het geheimzinnige pakje, dat met open armen ontvangen zal worden. Kranig, dat u er nog voor heeft kunnen zorgen. Daarom met nog “opener” armen zal het ingehaald worden. – Mijn verjaardag zullen we te Tjisoeroepan vieren. We gaan vakantie nemen in dat mooie luxueuze hotel, waar Emma ons op thee getrakteerd heeft, die vader betaald heeft. Eida heeft doorgezet, dat we eens een paar dagen volkomen uit moeten. Het idee, de hele dag niets anders dan lui te liggen met of zonder boek trekt mij nu zeer aan. Ik moet toegeven, dat ik vakantie nodig heb. Gelukkig dat Eida’s blindedarm zo gezond blijkt te zijn als je je maar wensen kunt. Wat zij dan wel heeft is mij een raadsel. Er is niets gevonden, die doktoren hebben het haar verzekerd, we letten dus nu maar niet meer op die lichte verhoging die ze heeft. Misschien is het nog een rest van de influenza, die ze voor enige maanden had. Misschien verdwijnt die temperatuur [EIDA is geen verhoging!!] in de kou van Tjisoeroepan. – We zullen ook naar de Zuidkust gaan. Eida heeft al een flesje Norit gekocht om de beruchte weg met de duizend bochten zonder ongelukken te kunnen berijden. De auto zal weer zijn diensten moeten doen. Het hotel kost voor ons tweeën een ƒ 16.- ’s daags. We hebben Kasfiners gevraagd met mooi uitzicht. – Onze winterkleren nemen we mee. Fijn hè.

Zondag zijn we heerlijk uitgeweest met de Groeneveld Meyers. Lous is verschillende malen bij Eida geweest, toen ze nog wachtende was op de blindedarm. Als tegenprestatie vroegen we hen toen op een tocht naar Lembang. ’s Middags bleven ze bij ons eten. Het was erg geslaagd. Ik geloof dat we wel met hen zullen kunnen opschieten, en dat het prettiger met hen omgaan zal zijn als met onze collega’s. Wim was ontsteld dat we onze tekkel Hans zouden noemen. Er schijnen namelijk maar drie tekkelnamen te bestaan: Pascha, Waldemar en Bonaparte. Nu, om hem [8] een genoegen te doen, zullen we onze tweede hond Hans Waldemar van Maswati  noemen. Mooie naam hè. Hans is zijn gewone naam en Waldemar als Wim Groeneveld er is. 

Nu dag Hok.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 8
  • Soort: Brief
  • Bijzonderheden: Pag. 7 en 8 briefpapier Hok