1932-01-05

EIDA

5 jan. 1932

Geliefden – Daar mijn eigen blok op is, ga ik als op torentjes, op die van Hok aan. We hoeven nu niet meer zuinig te zijn!! Jullie hebt mijn vliegbrief dan allang gekregen en weet hoe ons de kolder in de kop is geslagen, dankzij de petroleum – We gaan nu al onze wensen vervullen. Op een paar na, want het is niks leuks als je niets meer te wensen hebt. Moet je mij horen! Is het niet angstwekkend ƒ 1.100.- in de maand. Ik hoop dat Vader ons een uitgebreide raadgeving stuurt over geldbelegging! Ik had juist een Spaarbankboekje genomen en daarop gezet wat we nog over hadden van het geld dat het Gouvernement ons teruggaf – nog vele zaken tezamen ƒ 500.- Ik was zo trots en toen ik thuiskwam vond ik een briefje van Hok’s hand “bulletin: Dr. Tan is voor faillissement(!) behoed door een zekere maatschappij, die hem per maand ƒ 500.- zal uitkeren. Dit bulletin is tevens een bon voor: permanent, avondcape tot een gezamenlijke som van ƒ 200.-“ Is hij niet royaal! Ik zal het heus niet opmaken zo maar ineens! Op den duur gaat het wel! – Gisteravond hoorden we Jascha Heifetz, meer dan schitterend, iedereen was dolverrukt, dat zegt niet veel, maar wij waren het ook!, en dat zegt alles. Zolang we in Indië zijn, hoorden we nog niet zulke volkomen mooie muziek. Anders krijgen we hier altijd mensen die in Europa al hebben afgedaan! We spraken daar Elly Linn, die ik van de Vivos ken en die nu haar moeder voor een paar maanden over heeft. Ze zegt dat ze nergens tijd voor heeft, want dat ze aan een stuk door bij moeten praten. Wij vonden het leuk haar te horen vertellen. Dat deed ons [2] weer zo plezierig denken aan aug-sept.

Marie Cornelissen is dus bij me geweest. Ik haalde haar vol enthousiasme af. Ze is niets veranderd en dus hadden we elkaar eigenlijk niet veel te vertellen. Alleen konden we moppig oude herinneringen ophalen. En, herinner je je nog Maggi. Zij zou naar Indië komen, maar nu is haar man ontslagen, zielig hè. Ze vertelde dat al die meisjes, die nu klaar zijn van de Huishoudschool, diploma lerares, het nu ook zo moeilijk hebben, - en geen werk kunnen krijgen, dus overal hetzelfde – Fijn dat Em op het Westeinde kan komen en dan op een nieuw lab. – Wat schreven jullie allemaal fijne lange brieven en daarna nog Moeder’s vliegbrief, reuze! Wat onuitstaanbaar dat onze Sinterklaasbrief te laat kwam. Had ik hem maar niet aangetekend, dan was hij wel met die van Anneke gekomen. Ik schrijf maar niet meer over Medan, dat is een goede afleer. Enfin, jullie hebt de verzen toch nog aardig gevonden, al was Sinterklaas al voorbij, de volgende keer beter, zullen we maar zeggen. –

Als jullie er ongeveer al over piekert wat je op Hok’s verjaardag moet sturen, houdt hij zich vast aanbevolen voor een mooie doek aan de muur, hoeft niet beslist (Hollands) weefwerk, want dat is toch zo duur hè. Als het maar iets is dat niet vloekt bij dit stukje gordijn. Ik vind het nl. zo ongezellig die kale muren. Of misschien zou zo’n kleed als tafelkleed kunnen, je weet dat we nog steeds alleen het witte kleedje hebben liggen. Een huishoudtimmerdoos vind ik ook reusachtig leuk en verder een Liberty das, die zijn zo beeldig, Hok draagt ze nog steeds, hoewel hij [3] verleden week tegen Henk beweerde, dat hij niet hield van de dassen die ik uitzocht.

Die ƒ 6.85 die ik van jou aan Anneke moest geven, is ongeveer in orde, daar ik nog 2 zekeringen voor haar betaalde. Ze krijgt nu alleen nog maar ƒ 0.70 van mij.

Net gisteravond na het concert vonden we hier 2 brieven van hen, 1 met jullie Sinterklaasvers, en één lange brief van Anneke, met tekening van haar huis. Die hebben jullie nu dus ook al gekregen. Wat fijn dat het daar zo koud is en ze met wollen jasjes aan zitten. “Men” zei hier dat het daar zo warm moest zijn, dus dat zijn echt praatjes van mensen die er nooit geweest zijn.

Jantje Molière, die bij ons at, 3 dagen geleden, zei dat zijn ouders er 3 jaar gewoond hebben en vertelde dat het daar zo gezond is, nooit is er iemand ziek, fijn hè. Zo leren we allemaal nieuwe dingen over nieuwe Indische plaatsen, al blijven wij verstokte grootsteedse Bandoengers! – We kregen dan toch eindelijk jullie Sinterklaasvers, via Pontianak! Wat dichten jullie toch knallend, en tot mijn plezier, heb ik gezien dat ik het vrij goed verdeeld heb. Alleen heb ik Greetje Garbo niet in tweeën kunnen delen en maar gehouden. Je moet weten dat ik dacht dat Lensvelt dat erbij gedaan had, het lag zo mooi buiten-bovenop! Ik moet speciaal voor Hok nog bedanken voor de ace-blades[1], als ik dat nog niet deed, en ik moet nog eens juichen over de directoiretjes en hempjes, ik loop nu zo zalig héél rond! Ik wil er best nog meer, dan houden ze het allemaal langer uit – We bewaren de Kerstkrans nu voor Riek’s verjaardag, de 18e van deze maand, die ze bij ons zal vieren. Het is zo jammer hem voor [4] ons samen alleen open te maken en hoe meer mensen ervan genieten hoe leuker. De speculaas is al ganselijk op en de marsepein bijna. Tommy krijgt elke dag een stukje van de varkenspoot en als hij de theekast hoort opengaan ’s morgens, komt ze(!) aanrennen. Ik zal me nu oefenen in “haar” en “zij”!, want het is te gek als er nu jonkjes komen – Het roggebrood is ook nog niet aangebroken, ook mooi voor als Riek er is. Die wordt even verwend. Op Nieuwjaarsmorgen is Riek overgekomen naar een pension, terwijl ze met onaangenaamheden van de familie is weggegaan, waar ze 1 jaar was. Ik heb haar toen maar bij ons te eten gehaald, weg uit haar nieuwe ongezellige pensionkamer. Ik vind haar heel aardig, gezellig en gewoon.

Maar er is nog veel te vertellen in deze eerste brief in ’t Nieuwe jaar. Oudejaar vierden we heel genoeglijk bij de jongelingen, en er is niets van alles wat we leenden gebroken! Klokslag 12 uur kwam de post binnen, precies op het ogenblik dat Jantje Westerveld 2 schoten van zijn buks in de lucht loste, de rest van het stel de gelegenheid latend elkaar een Nieuwjaarszoen te geven. Toen we thuiskwamen, kwam net de post met jullie brieven, wat enig zó de eerste uren van ’t Nieuwe jaar, direct wat van jullie te horen. ’s Nachts nog feliciteerden we Baukje en Egbert! – De 2e dag van ’t jaar, kwam Jantje Molière eten. Hij is absoluut niets veranderd en heeft als enig “tegen”: zijn vervelende stem, zodat Hok zelfs na een half uur al neiging had naar bed te gaan. Gelukkig kwam Houw net terug van zijn vakantie-uitstapje, ditmaal in de buurt van Semarang. Wat kan Houw toch fijn converseren met iedereen, het was schitterend. – De volgende morgen tennisten we met Henk, alles echt plezierig. – Ondertussen ben ik ook alweer onder behandeling van de tandarts!, van plezier gesproken. Ik heb net gelezen dat dames minder kleinzerig bij de tandarts zijn, omdat ze meer voor hun uiterlijk over hebben!! – Vanmorgen kwam Erna Douwes Dekker hier. [5] Het is een echt merkwaardig interessant kind. Ze vertelde nu van seances met manifestatie van een Prof. Donders, die al 40 jaar dood is en die nu allerhande merkwaardige dingen opschrijft door middel van de arm van een doodnuchtere gezonde sterke vrouw, die dan opeens haar arm voelt opzwellen totdat ze er absoluut geen gevoel meer in heeft. Ze neemt dan een potlood en voelt zichzelf krabbels maken, die achteraf uitstekend Nederlands blijken te zijn, als ze het licht opsteken. Terwijl haar arm dat schrijft, praat zij zelf mee met het gezelschap en heeft geen idee van wat haar arm doet die als afgestorven voelt bij de elleboog. Erna vroeg of ik mij ervoor interesseerde, dan zou ze proberen ons eens mee te nemen. Natuurlijk lijkt ’t me hoogst merkwaardig en Hok wil zelfs ook wel. –

Fijn dat Tante J. nu zo blij is met haar schoondochter, een kranig kind moet dat zijn!

Met mijn horloge is het weer ongeveer mis. Hij loopt alleen als hij in de kast ligt, maar aan mijn pols voelt hij er niet voor. Ik kan er nu toch een eed op doen dat hij niet gevallen is noch gestoten.

Vanmorgen heb ik de Kerstboom weer afgetakeld, hij staat nu in de tuin, laten we hopen dat hij het houdt.

Jullie Sintverzen voor elkaar zijn ook enig! Die maan! en dan Vader’s wederwaardigheden vóór de Indische reis, schitterend Mam. Waarom is er geen dichtsel van Vader bij?

Ik geloof dat een vrouw niet bij uitstek geschikt is voor de juiste kritiek voor een film-liga-film. Wij leven teveel mee met [6] de hoofdpersonen dan dat we kunnen zien of alles wel precies zo is opgenomen als het beste is. Maar toch lijkt het mij ook heerlijk die moderne films zo te kunnen genieten. Maar hebben jullie daar geen sprekende films?

En Em heeft weer een cadeautje van een onbekende. Wie zal dat toch zijn? Eens moet het toch uitkomen.

Ik wist niet dat ik Em nooit kiekjes van de Prahoe[2] stuurde. Maar, nu hebben jullie de negatieven al, dus komt het nog wel in orde.

Anneke schreef ook al over Mieke’s a.s. huwelijk. Toch merkwaardig dat ze er jullie nooit eerder van verteld heeft.

Wat zalig dat alles zo goedkoop is bij jullie. Baukje zei dat 1 liter melk 3½ cent kost. Straks koopt Moeder weer een ons koekjes voor 4 cent en telt hoeveel erin zijn!! Wat zal je nu een “tientjes” overhouden!! – Ik lees in de krant dat men het ieder afraadt naar Holland te komen, ik geloof ook zeker dat werkelozen hier beter uit zijn.

Dag Eida.

We hebben de gordijnstof van ’t Indanthrenhuis gekregen, maar niet die groene, maar een bruine vlam, heel mooi. Dag E.

HOK

G. Ik kom deze week klaar met mijn publicatie. Dan ben ik weer een normaler mens, behalve dan dat we zeer rijk zijn, met een extra toelage van ƒ 500.- ’s maands bij een salaris van ƒ 600.- Ik wist niet dat ik mijn uitgevallen haren in goud terug zou krijgen. Enfin, het geeft veel gemak dat kapitalist zijn. Veel liefs,

Hok



[1] ace-blades = replacement blades/accessoires blades voot b.v. mes.

[2] Prahoe = prauw, de naam van de vulkaan Tangkuban Prahoe = omgevallen prauw qua vorm.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief
  • Bijzonderheden: Briefpapier Hok.
More in this category: 1932-01-07 »