1931-02-16

EIDA

16-2-‘31

Lieverdjes –

Vanavond hard aan ’t mailen, want morgen komen de Rempten! Enig, we zijn er alle 6 enorm enthousiast over. Wat zijn ze gezellig familieziek. (Ik begin opeens groot te schrijven, denkende aan Vaders woorden dat we al wat op ’t goede pad waren!) –

Morgenavond gaan we ze begroeten, want ze logeren bij A. en Th. alhoewel in ons bed! Ze wisten blijkbaar niet dat wij een telefoon hebben, dat ze A. en Th. door het telefoonkantoor hebben laten waarschuwen. – Een reuze leuk ABC, Paatje. Natuurlijk had je er enorm succes mee. Begrepen Waf en Appels je mooie Latijn wel! Ik ben benieuwd of Polak werkelijk eens zal schrijven of dat hij alleen wat enthousiast was door de wijn! In dat laatste geval is het wel duidelijk dat jullie in die 1½ jaar nooit samen wijn hebben gedronken, als hij er nu pas op komt! Wat is die Van Aalst een krasse ouwe heer, vroeg hij je niet naar “Ben”! Hoe is ’t mogelijk dat Cannegieter al 60 is. Het is werkelijk waar, zoals dingetje Groeneveld Meyer zegt dat er tegenwoordig geen oude mensen meer bestaan. Galant tegenover zijn Ma hè! Ze zijn inderdaad erg aardig samen. – Dit doet me opeens denken aan Moeders opmerking over de Thijsse’s, als zouden ze mager geworden zijn doordat de ouders bij hen logeren! Laten we liever zeggen “ondanks dat”, Annie leeft hele dagen alleen op vruchtensap, daar ze misschien (! ze heeft nl. geen dokter, maar een med.kand. die met suggestie werkt) spru heeft in haar maag. Ondertussen tennist en zwemt ze lustig, hoogst merkwaardig. – Jaap’s lezing [2] over Flores had enorm succes. Hij voelde zich zo thuis voor zijn publiek dat enige malen groter was dan dat voor Prof. Huizinga! Jaap’s vlotheid komt hier zo tot zijn recht. Hij zong zelf allerlei melodietjes, soms met pianobegeleiding. Deze had hij daar allemaal direct van één maal horen zingen opgeschreven. Want, zei hij, ze improviseren telkens bij het zingen en dan klinkt het weer heel anders. Hij is zeer verrukt over de Katholieke Zending, die zich aan de mores van ’t volk vasthoudend, hun de Christelijke leer bijbrengen.

’t Tegenovergestelde gebeurt er in Nias waar de Prot. Rijnlandse Zending hen leert hoe zondig zij wel zijn en hoe volmaakt wij. Daar moet je de schilder Bonnet over horen. Die was enorm verrukt b.v. over die kleurige klederdrachten van die mensen, die nu langzamerhand door de meest vieze, gescheurde broeken en jassen vervangen worden. En een aparte kerk gebouwd in helemaal daar niet passende stijl, en die mooie dansen, die Jaap ons per film liet zien, verdwijnen ook. Echt zonde. – Woensdag en zondag kwam de Jongh hier tennissen, de eerste keer waren we maar met ons drieën, maar gister was Henk Heyermans erbij. Ik kan alweer goed meedoen, het is reuze fijn, ik voel m’n krachten steeds toenemen. Ik kan zelfs weer vrij hard lopen en op m’n hurken gaan zitten zonder om te vallen. Wel doen m’n voeten nog pijn wanneer ik op blote voeten loop, maar ik ben nu zalig weer gezond. Het is meer dan heerlijk. Dat is wel het voordeel van een erge ziekte, je apprecieert het leven daarna zo bijzonder. Ik zal deze week nog eens naar Sparmann gaan. Het kalkwater, – dat overigens daverend vies smaakt, want voor m’n “lijn” wil ik het niet met melk drinken, – heeft succes gehad. Ik hoop dat dit het [3] hele zaakje daar beneden weer in orde zal maken. – Ik ben ontslagen bij de tandarts – Hok is nog echt bezig, dat schijnt bij hem de moeite waard te zijn! – Donderdag paste ik m’n nieuwe avondjurk, ik krijg hem eerstdaags thuis. Ik hoop maar dat Hok de lange rok hiervan mooi vindt, Thijs vindt de mode nog lelijker, zielig voor ons. – Vrijdag is Henk voor goed weer in Bandoeng. Hij geniet van de frisse lucht hier. Hij kan blijkbaar niet erg goed tegen de warmte, is broodmager. Vertel het niet aan zijn moeder. Mevrouw van Gilse gaat naar Groningen, weet je dat? Ze vindt het maar half, ze woont al bijna 30 jaar in Delft. Ik ben benieuwd of Jaap hier een baan krijgt. – De toekomst van Houw is nu niet erg fraai, zegt hij. Zijn contract loopt 1 juni af, we zullen maar het beste hopen. –

Henk was gister de hele dag bij ons. Voorlopig heeft hij zijn koffers in onze garage opgeborgen. We mogen hem beiden graag en ik heb hem gezegd dat hij altijd hier kan komen en dat ik hem niet telkens wil uitnodigen. Overigens houden we “open tafel” zoals Hok dat noemt voor enige vrijgezellen. Vrijdag kwam Jan Westerveld hier aanlopen. Ik was helemaal vergeten dat we elkaar bij de naam noemen en midden in de avond schoot het me opeens te binnen, zeer fraai! Er zijn hier nl. maar heel weinig mensen die me bij de naam noemen. Mevrouw ter Haar b.v. “Mevrouwt” ook nog steeds. Het is ook wel erg moeilijk, omdat ik niet weet hoe oud ze zich voelt, zodat ze misschien beledigd zou zijn als ik het voorstel deed, ze zegt wel “jij”. Evenals de Jongh. Maar die zegt ook “Meneer Tan”, dus dan kan ik me moeilijk bij de naam laten noemen. Moet Hok eigenlijk zeggen, dat hij niet hoeft te “Meneren”? – Westerveld kwam hoogst ongelegen, want ik moest ’s avonds naar de Vivos. Maar hij was [4] niet van plan weg te gaan en had er blijkbaar vast op gerekend dat ik hem zou vragen te blijven eten. En Hok was juist van plan om te gaan werken, en die zat nu de hele avond met hem en Henk, die ook nog aan kwam zetten. Midden onder tafel moest ik er vandoor, dus niet overdreven beleefd! Op de Vivos werden plannen besproken voor de a.s. Jaarvergadering, die hier in Bandoeng zal zijn. Ik heb me ook opgegeven voor 2 logées, maar Hok wil alleen maar 2 aardige meisjes hebben, ik ben benieuwd wie ik krijg! Het is 14 en 15 maart. – Vrijdagmorgen was ik enige uren bij Marietje J.B. – ze ziet er erg goed uit en wandelt lustig rond. In geen tijden of liever nog nooit heb ik haar zo goed gezien. Maar ze moet plotseling de volgende week naar Holland van een Prof. uit Batavia. Ze denken dat ze niet meer beter kan worden. Gelukkig weet ze zelf niets en verheugt ze zich zeer dat ze weer zo goed is. Ze is per vliegtuig naar Batavia heen en terug geweest, 2 x 40 minuten, in de trein 2 x 5 uur! Ze vindt het vreselijk naar, haar man alweer alleen te moeten laten. Hij was al 4 jaar hier voor ze kwam en zij is in ’t geheel 3 dagen goed geweest van haar anderhalf jaar hier. Ik vind het ook jammer dat ze weggaat. – Ik heb voor Jop Burgersdijk vingerkomkleedjes gekocht – ze trouwt al in april. En Dien houdt in maart al receptie, dus m’n verzoek om voor bloemen te zorgen, kwam niet zoveel te vroeg. Zorg je vooral voor erge mooie bloemen, iets aparts! – Woensdag zal het 3 jaar geleden zijn dat Hok en ik elkaar voor het eerst zagen 18-2-’28 vermeldt onze ring. Het is prettig aan dat feest terug te denken! – Hok kan me maar niet vergeven dat m’n krullen op die avond niet echt waren, verborgen gebrek! – Over [5] m’n haren gesproken, ze komen alweer enorm hard bij. En nog steeds wrijf ik m’n hoofd met alcohol + castorolie[1] + rozenolie!  Het nieuwste is, dat ik Hok’s hoofd er ook weer leven mee tracht in te blazen, wie weet! – Gister kregen we toen we net aan onze rijsttafel wilden beginnen, enige etensdragers uit een deleman bij ons thuis. Het bleek eten van de sembajang (offerfeest) voor Hok’s vader. We breidden dus ons menu wat uit. Gelukkig was Henk er, maar ook vandaag eten we er nog van en nog lang is het niet op. Ze vonden dat wij ook zelf wat van “ons” (!) feest moesten mee eten. We hebben ook pisang, djeroek en spekkoek gekregen en nog andere koekjes. – Zaterdag maakte ik ruzie met de kokki. Ik was altijd erg beminnelijk tegen haar, zodat ze zich nu verbeeldde dat ze kon doen en laten waar ze zin in had, en ’s morgens deed ze haast niets meer. En nu heb ik er maar wat van gezegd en later Hok nog eens. Goddank, is ze niet weggelopen, misschien omdat haar Nieuwjaarsfooi (19 februari) haar dan ontgaan zou, maar misschien ook omdat ze ’t hier prettig vindt. Het is toch een enorm makkelijk mens wat betreft  het werk, dus ik kon wel juichen toen ze zondag verscheen, hoewel ze ’t niet mocht merken! – Ik stuurde Emy enig zaad als peterselie, sla, radijs. Ze schreef dat ze daar moeilijk groente kan krijgen. – Woensdag plaatsbespreken voor Cor Ruys, ’t Cafeetje! Enig.

Dag Eida [6]

HOK

16/2 ‘31

G. Vandaag is het oudejaarsdag volgens de oud-Chinese tijdsrekening. De Chinezen vieren in het algemeen niet op de 1e januari hun Nieuwjaar, maar volgens de oude kalender, berekend volgens de loop van de maan. Ik weet dat ze thuis er op rekenen dat we hen morgen met het nieuwe jaar gelukwensen, maar ik zal schitteren door afwezigheid, omdat ik er niets voor voel om voor die dag te gaan reizen. Het kost allemaal zoveel, want mijn moeder is in Buitenzorg – 4½ uur van hier. U ziet veel enthousiasme toon ik helemaal niet. – Naar mijn ouderlijk huis gaan, d.i. Tjipadang staat ook al evenmin op mijn kalenderblad van morgen. Het hoort eigenlijk wel gedaan te worden, niet alleen voor de familie, maar ook voor de afgestorvenen, die ook op die dag de gelukwens van nakomelingen verwachten. De grens tussen de wereld der levenden en die der doden is bij ons zeer vaag. Zo werden bijv. verleden zondag nog allerlei lekkere spijzen geofferd aan mijn reeds in 1910 overleden vader; de blijken van dat offerfeest, waarvan de kosten dit jaar door huize Tan-Schepers gedragen worden, hebben wij ontvangen in de vorm van twee grote etensmanden met de uitgezochtste spijzen, resten van de offerande. Aangenomen wordt dat de ziel van de beofferde zich tegoed doet aan de essence dier spijzen. – In de gedachtewereld van de Chinees betekent dit offeren aan de afgestorvene, een herdenking, een blijk van dankbaarheid voor het Leven dat ze ons hebben geschonken. De zielen hebben even goed verzorging nodig, materiële verzorging: weliswaar hebben ze het niet dagelijks nodig, maar toch wel enige malen per jaar moeten ze iets hartigs binnenkrijgen, anders moeten ze verhuizen naar de inrichting voor minderbedeelden en dat zou voor hen minder aangenaam zijn, en voor hun nakomelingen een grote schande. (Ideëel betekent het natuurlijk, dat de nakomelingen de voorouders dank [7] moeten betonen, zij het dat het voldoende is deze dank te geven in de vorm van materie.) De verzorging der zielen is opgelegd aan de zoons, de dochters gaan immers met hun huwelijk over in een andere familie. Vandaar dat het voor de Chinees van essentieel belang is een zoon te hebben, vandaar ook dat dochters minders in tel zijn in de Chinese families. De schoondochters hebben natuurlijk te zorgen voor het klaarmaken der spijzen, met de consequentie dat men van Eida verwacht, dat zij dit doet, wat natuurlijk niet mogelijk is, al was het om het feit, dat Eida die spijzen niet klaar kan maken. Overigens zou ik het niet onaangenaam vinden, indien ze die kunst wel verstond, omdat, al wordt aangenomen dat de essence de ziel ten goede is gekomen, de spijzen voor ons, levenden, hun smaak toch nog altijd behouden hebben. – Hartelijk gelukgewenst met Vaders verjaardag.

Dag Hok.

HOK

Beste Vader, van harte met uw verjaardag gelukgewenst, nog vele jaren en het volgende welkom in ons huis. Afgesproken. Eida verkeert in de “blakendste” gezondheid. Tennist reeds; gisteren heeft ze al drie sets gespeeld, en als men bedenkt dat ze in een double met drie mannen speelde, en heus niet een der slechtsten was, moeten we concluderen, dat ze gezond is. Wanneer zij er niet op bedacht is, blijkt ze zich ook snel te kunnen verplaatsen; d.w.z. dat ze dan goed op haar tenen kan lopen, u weet dat in andere gevallen, dit haar nog altijd minder goed afgaat. We zijn ook al verscheidene malen uitgeweest. Zij in japonnen volgens de nieuwste mode – overigens geen vooruitgang wat betreft dameskleding. Enfin, over smaak en mode valt weinig te twisten; de een vindt kort mooier dan lang, de ander juist andersom; een derde doet het ter wille van de afwisseling. Ik heb niets in te brengen, en voel mij daarbij ook wel. Veel plezier met uw verjaardag.

Dag Hok.



[1] Castor olie ook wel Palm of Christ genoemd. Therapeutish gebruik in oud India, .Perzië, Egypte, Griekenland, Rome, Amerika, Europa in de 17e eeuw. Gebruik tegenwoordig voor huidproblemen.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 7
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1931-02-10 1931-02-24 »