1930-03-03

EIDA

3 maart ‘30

Geliefden –

Wat een succes had ik met niet-schrijven in januari, jullie beiden beginnen met het luchten van je verontwaardiging dat ik eens één keertje niet genoeg tijd aan jullie wijdde. En wat een succes had Hok met z’n plaatsvervanging en zijn mooi groot schrift. Over het algemeen zijn ook mijn brieven toch goed leesbaar, terwijl ik van Vader het tegendeel zou moeten geloven. Als ik bepaald erg veel te schrijven heb, hetzij aan jullie, hetzij er nog een brief nà moet komen aan Dien meestal, schrijf ik geen schoonschrift, maar ik zal trachten me wat te beteren, al hoop ik niet in de “Hel” terecht te komen. Van Dien hadden we nu Lustrum-verhalen verwacht, maar, hoewel ’t al een week achter de rug was, waren Bepje en zij nog absoluut melig en sliep Dien bij het schrijven van haar brief. Ze was nu ook gevraagd praeses van de hele Litt. faculteit te worden, ongelooflijk! Dat is van mann. en vrouw. studenten samen. Ze spreekt ook buitengewoon goed schijnt het, al hoorde ik haar feitelijk voor ’t eerst bij ons verlovings- en trouwdinertje; echt enig dat ze zo in de smaak valt of eigenlijk natuurlijk! Houw is net vanmiddag weer vertrokken. Hij had enige moeilijkheden op z’n werk, die opgelost zijn en waarover hij opbelde, zaterdagmiddag. En zondag kwam hij hier met de eerste trein om 6.20 uit Buitenzorg en 11 uur hier. [2] Vanwege het Inlands Nieuwjaar, feitelijk gister, zondag, maar vandaag hoort erbij om uit te rusten – werkt het Gouvernement niet. Dit is ons derde Nieuwjaar! Ik kan gerust ”ons” zeggen, want wij hebben er ook terdege van gelust. Onze buurman, Hassan, heeft ± een week lang vuurwerk afgeknald. De knal is bij hem de hoofdzaak helaas, je ziet alleen rook en schrikt je ondertussen een ongeluk. In de nacht van zaterd. op zondag hebben ze wat gepresteerd, Hok vond terecht dat het net was of we temidden van een veldslag zaten. Verder genieten wij ervan doordat we onze bedienden befooien. Voor kokki kocht ik een grote warme sjaal omdat ze al 2x ziek is geweest van het kou vatten, Ardjo kreeg een riks, zoals dat hier te doen gebruikelijk is. Vaak geeft men de vrouwel. bediende een baadje of kabaja en de mannelijke geld, maar de sjaal leek mij in dit geval voor kokki praktischer. Voor haar kleinkinderen kocht ik een stenen theeserviesje met blauw en rood beschilderd, heel leuk in een Japanse toko (voor ƒ 1.07!) hetgeen wel in de smaak gevallen moet zijn. Het dochtertje van Ardjo, ± 4 jaar en bang voor ons, kreeg het chocoladen koetje dat Hok mij op Sint offreerde, in de hoop dat ik het niet voor een kakkerlak zou aanzien (gemeen!). De kinderen van Hassan offreerden we een zakje (van onze vitragestof gemaakt!) met chocoladen gekleurde paaseitjes, maar waar die gebleven zijn is ons onbekend. Die kinderen zijn niet op onze manier opgevoed, zeggen niet eens “dank je”, lopen liever weg als je ze roept, echt mensenschuw. Ik zal morgen Hassan vragen of het lekker was. Ik vind het niet leuk als iets waar je een aardigheid [3] mee bedoeld hebt op die manier verdwijnt. Maar enfin, ze hebben nu eenmaal andere ideeën. – Net kwam er een auto waaruit Ho stapte. Hij bracht 4 djeroeks mee van Mamma, zo groot als een mannenhoofd of groter, zalig!, en een paar worstjes, zeker zelf gemaakt. Verder een standje dat we nu niet “Lebaran” (=Inl. Nieuwjaar) niet thuisgekomen waren. En er zal heel wat stof opwaaien dat Houw hier kwam en wij samen gezellig thuisbleven! Houw is het met ons erover eens dat we “het” nog niet aan Mamma vertellen, omdat het nu zo rustig is en niemand ernaar komt vragen. Wat grappig dat Annetje de Ranitz ook zover is….., en wie zou wel de eerste zijn? Wel, dat zal kleine Bea’tje zijn. Hoe vind je Beatus of –ta en dan E’a of E’us genoemd, klinkt toch goed. Hok herinnert me er telkens aan dat het een “hij” moet worden, hoewel ik telkens aan een ”ze” moet denken. – Ik vind het zo leuk, Maatje, dat je telkens volhoudt dat “het” toch waar zal zijn. Toen ik eenmaal duizelig was na het draaien bij het dansen, vroeg Piekje ook of ’t misschien zover was. Toen kon het wel waar geweest zijn (begin januari) maar in december vertelde de dokter absoluut dat er niets meer aan het handje was. Maar wij rekenen maar op half oktober, hoewel september ook een kansje heeft. Als ’t maar niet op Emma’s verjaardag is, dat zou jammer zijn. – Ho stuurde ik na de Jaarbeurs naar de tennisbaan. Hij wou dat Hok voor hem thuiskwam, maar ik was bang dat Hok daarvoor zou danken en bedacht dit [4] erop, omdat ik ook niet weet of zijn nieuws zo belangrijk zal zijn dat Hok ervoor thuis kon komen. – Gister gingen we ’s middags in plaats van naar bed naar Harold Lloyd, heel aardig – maar waarschijnlijk een jeugdfilm van hem. Op dat uur ging ik liever naar de bioscoop dan van 7-9. Om half 10 heb ik zo’n lege maag dat ik helemaal beroerd ben. Ik heb nu opgemerkt dat als ik maar op geregelde tijden eet, er niets hoeft te gebeuren, maar zoals vandaag b.v., als Hok pas om half 9, na ’t tennissen kan eten, ben ik meestal beroerd. Daarom ga ik dadelijk maar vast soep eten. Verder is alles gewoon met me – ik wandel nogal wat, waartoe Trude me ook aanspoort. Ze zegt dat je anders aan ‘eind niet meer kunt lopen. Zij moest ook al door Pierre op ’t laatst uit het bed getrokken worden! – Ik kan nog steeds niet tegen uienlucht, eergister ben ik weg moeten lopen omdat ik de lucht van Hok’s bami niet verdragen kon – toen mijn maag weer bij was gekomen – heb ik op Hok’s kamer gegeten en hij in de eetkamer. Wat kan een mens toch gek doen! Verder eet ik nu hagelslag, witte, dat is lekker en pepermunt. – We hebben nu onze 3e langganan! die van Trude wil niet meer, omdat hij te weinig op me verdiende en die van Anneke gaat failliet. A. en ik hebben nu beide die van Mevr. v. Vianen, die altijd even allerliefst is (die slaat op mevrouw!). Dag hoor. Eida

 

Vanmorgen wandelde ik naar Piekje in ’t ziekenhuis, 55 minuten, men viel om van deze prestatie: om 11 uur in de morgen. Piekje ziet er behoorlijk uit, ingesloten kiek is van haar op z’n beroerdst en mij op z’n dikst! Tine Sparmann (ik noem haar nu maar bij de naam) is het beste.

[5]

HOK

G. Ardjo’s nieuwjaarsfooi is verdwenen. Op zijn oudejaar moest hij een boodschap voor zich in de stad doen. Kwam met z’n fiets in botsing met een andere fietser op het drukste deel van de Kotta. De andere viel en offerde op Ardjo’s stuur een paar tanden: een vechtpartij was hiervan het gevolg. Ardjo’s kleren bij zijn terugkomst getuigden van kennismaking met de goot langs de straat. Natuurlijk werden ze beiden opgebracht met als resultaat: beiden 1 gld. boete. Rest ƒ 1.50 van nieuwjaarsfooi. Ardjo’s velg was erg verbogen met het gevolg dat zijn band sprong. Nou, de rest van het fooitje zal wel aan de reparatie hiervan besteed zijn. – Hij kwam natuurlijk te laat voor tafeldekken. Kwam ons met een zeer treurig gezicht het gevalletje vertellen, waarop wij hem ƒ 1.- extra gaven. – De bonbons voor de Hassan’s kinderen zullen in minder dan geen tijd ook verdwenen zijn… Vandaag vroeg Eida ernaar, en Hassan gaf haar een takje schorpioen orchideeën extra + nog mooie rozen. Dag Hok

[Randje pag. 1]

Maatje, stuur me eens een nieuw modeblad, zo prettig!

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 5
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1930-02-24 1930-03-11 »