1930-01-31

EIDA

Vrijdag 31-1’30

De Heer en Mevrouw Tan-Schepers

hebben het buitengewone genoegen

den Heer en Mevrouw Schepers-Cohen

binnen de tijd van 9 maanden

tot Grootouders ~ Tante te verheffen

 

Lieve Engelen, -

Zijn jullie verbaasd, verblijd en verheugd? I hope so. Het is nog lang geen maildag maar toch kan ik niet langer wachten met jullie alles te schrijven. – Ons vermoeden dat het ernst ging worden, dateert al van ± 1 week, maar we wilden het jullie niet schrijven voor het zeker was. Eergister heeft de dokter het feit geconstateerd, dus op A. en Th.’s trouwdag. Al vanaf ± half januari heb ik elke dag verhoging, meestal van 37.4 tot 37.6 en toen dat zo’n weekje aan de gang was, moest ik van Hok naar de dokter, die onderzocht me op alles, al m’n organen en vond niets. Ikzelf kwam toen al op ’t idee dat ’t dit kon zijn, al was het niet zeker, daar de menstruatie pas ± 1 week uit was gebleven. De dokter vond toch de verhoging raar en zei me over een week terug te komen. Dat is nu gebeurd en ik ben niet langer een gewoon mens, want ik mag niet tennissen, fietsen en wat dies meer zij. Het is een zeer voorzichtige dokter, zoals je ziet, genaamd Kuyer, dat doet nog aan onze prilste jeugd denken, hè!

NB Ik schrijf deze brief speciaal aan Vader en Moeder omdat er enige dingen in staan, niet voor ongetrouwde meisjes geschikt!

[2] De verhoging begon allereerst met pijn achter in m’n rug, hetgeen me met schrik aan m’n nierbekken deed denken. Toch tennisten we die dag, maar thuisgekomen was ik nogal verhit en moe en ’t bleek een klein beetje verhoging te zijn. Ik was bang dat ’t erger zou worden en nam telkens temp. op maar het werd niet meer. – De kokki is het allereerst op ’t idee gekomen toen de menstruatie slechts een paar dagen over tijd was, zei ze tegen me, waar die lapjes bleven, die zij altijd wast en naar het vocht te oordelen dat op die lapjes zat, wist zij zeker, zei ze, dat er nu een anak kwam, grappig hè? Sinds eergister begin ik het werkelijk te merken. Toen was ik ’s morgens bij het opstaan zo doodmisselijk dat Hok me boterhammetjes op bed bracht. Daarna stond ik op, maar ik had zo’n geweldige slaap dat ik de hele dag gaapte. Gister, Chinees Nieuwjaar, is Hok maar alleen gegaan, en sliep ik m’n roes uit. Hok’s trein ging al om 7 uur en daarna sliep ik nog tot half 11. Vandaag stond ik eerst op voor m’n huishouding!, maakte zelf m’n boterhammen om in bed op te eten. Je zoveel mogelijk te verzetten, is wel het beste, geloof ik. De verhoging zal nu langzamerhand wel weggaan, althans ik heb er geen last van. De dokter controleert m’n urine geregeld en m’n blaas blijkt steeds weer volkomen gezond! Fijn hè! – Ik zal jullie alles maar over me schrijven, dat is toch het prettigste. De ringen zijn veilig opgeborgen Maatje, al sinds een maandje! We hebben uitgerekend eind september – begin oktober. Aan Indische mensen vertel ik het zo weinig mogelijk, over een paar maandjes kunnen ze het met eigen ogen aanschouwen! Wat gek toch! Anneke deed al duizenden vragen waar ik nog helemaal niet aan gedacht heb: waar het kind moest slapen? [3] Hoe de kamer in te richten, wat voor luiers? – Trude zei dat flanel en wol hier zo slecht zijn, dus zou ik het graag uit Holland hebben, ik zal over de hoeveelheden Trude nog raadplegen. – Maatje, bestaan er niet kinderwagens die gelijk wieg zijn d.w.z. hetzelfde bovenstuk. Een wieg lijkt me feitelijk overbodig, ik kan wel direct een klein bedje nemen, dat spaart weer zoveel. – Maatje, ik wil dolgraag van jou duizend raadgevingen. Zwaarlijvigheid hoort er ook bij, ik drink nu een aftreksel van senneblaadjes en ’s morgens een glas koud water, maar het helpt nog niet genoeg; ik kan toch niet elke dag wonderolie eten en cascara is voor mij uit den boze. Die pillen van Hugo helpen nu ook niet meer voldoende. Veel vruchten en groenten zal wel het beste zijn. – Ik kom de hele dag om van de honger, maar verder gaat het wel. – Hok is gister in Tjiandjoer bestormd met vragen waarom ik niet kwam, maar hij mocht het van mij niet zeggen. Hij heeft het zelfs Houw niet verteld, had best gemogen. Trude heeft het al aan Pierre verteld, dus nu moet Houw het toch ook weten. Het is saai dat er nu geen vliegpost meer is, maar nu weet jullie het maar wat later. – Van Anneke moet ik kalk eten. Maandag ga ik naar de tandarts en vraag ik haar meteen wat ik moet doen opdat mijn kinderen beeldschone tanden krijgen die niet alleen beeldschoon lijken! Ik ben maar gauw begonnen m’n gordijnen af te maken, we hebben nog steeds geen glasgordijnen in de eetkamer!, en ik heb ze al een paar maanden in huis. Anneke hielp me vanmorgen kousen stoppen, anders moet ik maar een djait (naaister) nemen. Voor mezelf moet ik toch wat pyjama’s maken voor ’t ziekenhuis [4]. M’n vermageringskuur; nu weer afgelopen. Vanmorgen dronk ik weer een kop chocola, in een maand zeker niet gedaan! En wat suiker in m’n thee, toch bepaald lekkerder! – Hoe moet hij heten? Hok wil beslist een jongen! Bedenk jullie maar namen, dan zullen wij kiezen.

Zaterdagmorgen. Ik ben net verrezen (’t is half 12) en ben er ten volle van overtuigd dat kinderen niet genoeg kunnen appreciëren wat je voor ze over hebt! Vanmorgen was m’n maag zo daverend leeg, ik had er aan het eind van de nacht al slecht om geslapen en toen Hok me gauw een stukje oud droog brood bracht, wou m’n maag het niet aanvaarden, zodat ik moest wegrennen. Misschien komt al die narigheid bovendien omdat ik steeds moet laxeren. – Later at ik nog 3 boterhammen, je bent wel echt op eten ingesteld deze tijd! – Je hebt nooit verteld, Maatje, hoe jij je die tijd gevoeld hebt. – Piekje heeft gezegd dat die misselijkheid 3 maanden duurt – maar ik denk maar met Oma: alles, wat voorbij gaat is niets! – Maar ’t is voor Hokje ook geen lolletje! Ik ben nu uit de tennisclub gegaan, met vragende gezichten achter me aan (dat rijmt!) en Hok gaat er eind febr. uit, met Rein, want Rein moet op tournee en dan wil Hok niet meer met het overblijvende soepje spelen. Misschien gaat hij dan op de grote baan. – Zondagmorgen is er een excursie van de Nat.-Historische Vereniging naar het Geologisch Laboratorium onder leiding van Hok. Eerst om 8 uur mag de toren van G.B. beklommen worden en ik ben zeer opgewarmd door Roos Driessen, die mijn partner was bij de Zweedse volksdansen. Het is een aardig meisje ze geeft Zweedse gymnastiekles. – Ardjo bevalt erg goed, is permanent [5] minzaam, bovendien pienter, kent alle straten in Bandoeng, heerlijk voor boodschappen; begrijpt veel Hollandse woorden als: aspirinepoeder, spons en derg. Gister dreigde kokki ziek te worden, in elk geval is ze nog niet helemaal goed, maar ze kookt tenminste, waartoe ik me geen kans zou zien. – Gisteravond waren we uitgenodigd met A. en Th. mee om de promotie van Juliana te horen, maar daar het van half 11 tot 11 uur was hebben we maar onze Oranjegezindheid aan de kapstok gehangen! – Het enige gekke dat Ardjo gepresteerd heeft, is, toen hij kleine koperen ringetjes moest kopen voor m’n vitragegordijntjes, daar 4 cent per stuk voor te betalen in plaats van 4 cent voor 10, goddank had ik er maar 6 besteld! – Trude’s cake zit in m’n oven, met m’n laatste ei in z’n binnenste – nu eten wij maar flensjes zonder ei, helaas! – Nu vaarwel, ik ga in de “Moedercursus” v. Holl. School lezen. A. heeft hem volledig. – Een collega van Hok, die bij ons thee dronk en eerstdaags naar Den Haag vertrekt, genaamd Hetzel, leende ons het boek “Spanje” van Oom Joos. Met veel tekeningetjes en schetsjes en een verbazend prettige reisbeschrijving, enig. Ken je dat boek? – Weet je ook een(ige) mooi(e), belangrijk(e) boek(en) over zwangerschap, Maatje? En over lieve kindertjes?! [HOK dr. Dommering weet er misschien één aan te bevelen] .

Dinsdagmorgen. Sinds gister ben ik weer vrij normaal, tot grote opluchting van Hokje, wie z’n aanstaand vaderschap zoveel wroeging gaf. Ik kan alleen de lange rek tussen de maaltijden niet volhouden, maar hoef maar heel weinig te eten – ik eet nu extra langzaam, en Betsy staat er versteld van. Gisteravond is Betsy gekomen. Ze blijft tot donderdag. Ik had haar geschreven dat ik niet erg goed was [6] de laatste tijd (de reden weet ze nu nog niet) en of ze liever een ander keertje wou komen, maar ze wou graag een vriendin spreken, en wou liever toch komen. Gelukkig dat ik weer vrij normaal ben en weer aan ’t ontbijt zit, al maak ik Hok’s boterhammetjes niet meer. Die Izal heb ik niet aan ’t telefoneren besteed hoor, maak je geen illusies. We hebben er met A. en Th. en onze buren ƒ 10.- van verfoven en vonden het toen al mooi. We konden het zo echt goed gebruiken om aan ’t eind v.d. maand weer eens wat over te houden, want we moeten eigenlijk ƒ 60.- per maand overhouden voor de levensverzekering. In elk geval had het de schijn dat wij het betaalden omdat wij juist aan A. van jullie ƒ 11.50 moesten geven! – Hok kwam met het bericht dat er kans is, dat het legaat wordt uitbetaald, althans ± 60% enig hè? Ik vind het vooral zo fijn voor Houw, hij moest dan maar weer naar Holland – toch bevalt ’t hem hier in Buitenzorg wel, – ik denk dat hij net een zwaarmoedige bui had toen hij aan jullie schreef. Het is jammer dat wij hem zo weinig zien. Hok sprake hem net met Chin. Nieuwjaar (het is nu het jaar 2481) ik ging niet mee, vanwege de misselijkheid. Ik ben zo hok- en huisvast tegenwoordig [HOK hok- met hoofdletter H?], het idee om uit te moeten, gaat me nu al op m’n maag zitten! Dag Eida

Betsy is naar de pasar met haar  vriendin, zij liever dan ik!! – Hoe gaat het met het kleine hummeltje, dat zusje van ons, dat nu precies 2 ons lichter is geworden? Of hoeveel weegt zo’n “lelijk pistool”?  Reuze die belangstelling, is ze niet vreselijk dik, na die 8 dozen bonbons van 22 dec, en die vele van haar operatie en hoe maakt de tandarts het? Doe eens mijn groeten!

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1930-01-28 1930-02-04 »