1930-01-20

EIDA

20 jan.’30

Geliefden –

In Indië geldt het gezegde 3x is scheepsrecht niet, dus we hebben sinds vanmorgen onze 4e jongen. Is het niet om te gillen! En dan zouden we hem nog de 5e kunnen noemen, omdat we 5 dagen een hulp gehad hebben, die ook wel had willen blijven, maar die het tegendeel van ijverig was. Over hem schreef ik jullie trouwens al, de jongen van de beeldschone fiets met versnelling! Het drama zit zo in elkaar: Tanom 5 dagen met verlof, de beeldschone fietser vervangt hem – Tanom blijkt ijveriger en degelijker – al ontbreken fiets en verstand, Tanom zal mogen blijven. Vrijdag: – geen Tanom – mevrouw stoft zelf af, veegt de vloer – droogt zelfs de kopjes; zaterdag: idem; zondag – meneer help bedden opmaken – afruimen – tafel dekken. De kokki vindt dat we niet op Tanom moeten wachten – krijgt opdracht naar een nieuwe uit te kijken. Maandagmorgen: een nieuwe! genaamd – schrik niet: ……….Ardjo!!! Van die naam schijnt er wat in ons huis te horen – toe dan maar! Hij werkt degelijk, dunkt me, al is hij pas 3 ½ uur hier in huis! Wat moet er van Tanom wordem? De stakker, hij heeft nog geen cent salaris voor wat hij de halve maand werkte. Maar ’t zal zeker zijn schuld niet zijn, dat hij niet terug is, want hij was graag bij ons, ook al zeg ik het zelf. – Verder is ons huis overstroomd door werklui, ons achtererfje van de bedienden wordt opgehoogd, want in de regentijd is het alleen modder, bovendien krijgen we een [2] trapje aan de achtergalerij naar de tuin, waar nu een schuine tegelen afloop was, zo steil dat je er niet gewoon op kon lopen. Er zijn 9 werklui + Ardjo + kokki, dus ik moet telkens even een oogje in ’t zeil houden. Het aannemertje is net gearriveerd en we converseerden beminnelijk. – Kokki heeft deze dagen veel moeten doen en van morgen maakte ik haar blij met een gulden. Ze is een reuze engel, en kan alles maken. Verleden week moesten de pisangs op en ik had 1 appel, en wat bourgogne en daar maakte ze een zalige pudding van. Ze is diep verontwaardigd als ik haar eens precies wil uitleggen hoe ze iets moet maken, dan valt ze direct in de rede met de woorden “soedah taoe[1]. Wat kennen jullie al goed Maleis: Paatje: negeri of negri betekent: plaats, landstreek; een keurige vertaling: als we over niets te klagen hebben: “kalau tida ada koerang apa-apa”. – Vanmorgen kwam pas de mail, jullie verslag van Moeders verjaardag en Emma’s hoop dat we allemaal gezond zouden zijn op 31 december, stout kind; ondanks de 1, 2, 3, ging het toch niet door! – De poes ligt voor ’t laatst op mijn schoot te slapen. Toch wel saai dat hij weer weg moet. A. en Th. kwamen gisteravond vol blijdschap–weer-terug-te-zijn, hier aan – ze zullen zeker vannacht ettelijke dekens nodig gehad hebben na die smoorhitte in Batavia. – M’n ene langanan komt niet meer bij me – hij wil niet meer komen – waarom heeft hij niet gezegd, maar ik vermoed dat hij al te weinig op me verdient, maar ik zal zien dat ik hem nog een keer te pakken krijg en dan zal ik hem [3] zeggen dat hij dan maar vaste prijzen moet hebben (harga mati), en niet de ene dag zoveel, de andere dage zoveel moet rekenen. Anneke’s langanan lachte van “zie je nou wel dat die andere niet zo goed is als ik!”, bij het horen van dit nieuws en hij zal nu weer elke dag aankomen. – Woensdag kwam opeens een telefoontje van Betsy dat ze even kwam, Hok moest naar vergadering en zag haar nog net even, maar ze bleef een uurtje bij mij. Eerst  zag ik haar vanachter en herkende haar helemaal niet: grote haardos, Sarong en Kabaja en vrij slank. Onder zo’n toilet dragen ze alleen een onderlijfje, meer niet – dat zou nog eens een toilet voor mij zijn! – ze was niets enthousiast over de reis, 2e klasse – burgerlijke onbeschofte tafelgenoten, al zat ze zelfs aan de tafel van de adjunct-administrateur – Madzy kwam haar halen + Kiem, haar oudste zuster, die ook in Holland geweest is en die ons dat mooie theeserviesje gaf, ± 2 kinderen. Kiem is ± 40 jaar en ik heb Mevrouw tegen haar gezegd, terwijl ze mij bij mijn naam noemde, volgens Hok was dat niet de bedoeling. Madzy was erg joviaal en vrolijk, terwijl ze toen bij ons, weet je wel, ± niets dorst te zeggen. Ze trouwt in ’t voorjaar en gaat in Buitenzorg wonen, Betsy wil naast haar een half jaartje zoet brengen en zoekt nu een baan. Betsy is gekomen omdat ze zo naar iedereen verlangde en haar zusters haar graag terug wilden zien, grappig hè?

HOK

Saja senang hati Papaverhof soedah pandai bahasa melajoe. Artinja negri, soedah di toelies pada saja poenja bini. Negri atawa negara atawa negari artinja gewest, rijk, land. Pergi ka negri ja itoe [4] artinja pergi ka negri belanda. Tentoelah, djikaloe orang beladjas bahasa asing, banjak kesoesahan, terlebih djikaloe kita tida tinggal di negri asing itoe! Sama bahasa sanskrit ada perhoeboengan; oepamanja kepala =[in Griekse letters] = hoofd. Lain toeladan saja tida taoe. Sama bahasa arab perhoeboenganja kliwat banjak; alif-bata-nja bahasa melajoe bersama alif bata-nja arab; dari itoe ortografie latin bahasa melajoe di mana < tida sama, …..

M.a.w. ik ben blij dat het Papaverhof het Maleis al kent. De betekenis van negri heeft mijn vrouw u al geschreven. Negri of negara of negeri betekent gewest, rijk, land, stad. Pergi ka negri (=gaan naar gewest) betekent naar Holland gaan.

Natuurlijk, wanneer men een vreemde taal leert, zijn er veel moeilijkheden, vooral wanneer we niet in dat vreemde land zelf wonen! Met Sanskriet bestaat er een verband, bijv. kepala = hoofd andere voorbeelden ken ik niet. Met het Arabisch zijn er talrijke gelijke woorden, het alfabet van het Maleis is hetzelfde als het Arabische, vandaar dat de Latijnse orthografie van het Maleis zo weinig uniform is: bijv. pandai = pandi, saja = saya. Fijn dat u zoveel Maleis kent.

Onze beroemde gulden – kruis of munt – heeft nu weer eens gelijk gehad. Volgens de gulden moest en zou Tanom, hij heet precies Santanom weg, en dat was toen hij onze Soekyam hadden en toen we nog tevreden met hem waren, omdat hij een fiets heeft en weet waar de straten zijn en lezen kan. Dus dachten we dat we Soekyam zouden houden. En na een paar dagen waren we echter overtuigd dat Tanom met zijn trouw en degelijkheid beter was dan alfabetisme en fiets en [4] vooral door voorspraak van kokki waren we – ondanks de gulden – vast besloten hem te houden. Maar ziet Tanom is nog niet terug en we hebben nu Ardjo die geconditioneerd heeft dat hij blijven zal ook al komt Tanom weer, natuurlijk onder beding dat wij tevreden zijn. De gulden zal wel gelijk hebben, want Ardjo II heeft een fiets, is degelijk en niet dom. – Nogmaals, het duo Ardjo en kokki, laten we hopen dat er aan de mutatie een eind gekomen is. – Zulk een uitgebreid en intens familiebezoek als A. en Th. volbracht hebben, zullen wij wel niet presteren. De auto van Jo Olivier kost ƒ 100.- dat weet u zelfs al, … en de sfeer van Bodisco-Tervaart is ons te zeer van lokale om niet te zeggen van burgerlijke kwaliteit. Ze hebben me wel meer verteld van die coterieën in Indië’s hofstad. We leven stijf en officieel: de ambtelijk hiërarchie viert hoogtij, de dames met pruimenmondjes naar de laatste mode! Het is nergens goed behalve in je eigen huis, … maar waar nu een leemte is, omdat mejuffrouw Kees v.d. Laan, ons logeetje niet meer op ons bladpapier snort. Er moet bij ons gauw een katertje, een jhr. Tan komen!! Ik zal maar ophouden, omdat het al zo laat is. Moeder, zoudt u misschien voor me willen gireren aan “Mijnbouwkundige Vereniging Delft”,  penningmeester J. van Heek, gironummer 139855 het bedrag van ƒ 5.20 (contributie 1930). Bij voorbaat bedankt.

EIDA

Hierbij het Certificaat van de Veendammer. Houden jullie het geld en zet het op ons krediet, dan hebben we nog wat over, is het niet Maatje. – M’n huis loopt over van de werklui en ik heb met Trude afgesproken Italiaans te doen. Liever deed ik Maleis, ik vind het waanzinnig om nu zo’n taal als Italiaans te doen en het Maleis waarin je zit te [5] laten schieten.

Vanmorgen kwam inderdaad Tanom en nu konden we hem met fatsoen zeggen dat we al met deze jongen hadden afgesproken dat hij mocht blijven en dat het ons speet tegenover hem, maar dat we er niets aan doen konden. Deze jongen is pienter en toch bescheiden! Moge hij zo blijven – Amen.

Dag Hok en Eida

 



[1] Soedah = al; taoe = weten

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1930-01-12 1930-01-28 »