1930-11-14 (1)

EIDA

Bandoeng 14 nov.’30

Lieve Schatten –

Pas dichtte ik een epistel aan jullie per mail maar nu krijg ik alweer de gelegenheid om mezelf naar voren te brengen en jullie begrijpt hoe graag ik die aangrijp want je weet toch dat een zieke dolgraag over zichzelf praat! Ondertussen word ik afgrijselijk gehinderd door een oude kroontjespen, een bewegende lessenaar en een bijna lege inktpot. – Geliefden, heb jullie in de gaten hoe jolig ik ben! Je went er aan ziek te zijn d.w.z. niet opstandig in je bed te blijven liggen, maar het is toch ongelooflijk plezierig als je stappen vooruit doet. Ik heb nu geen verhoging meer en begin kleur te krijgen; vanmorgen mocht ik m’n gezicht en armen voor ’t eerst zelf wassen – groot feest want Zuster Valencia heeft m’n haren naast m’n oren al stijf gemaakt van de zeep. Ik mag nog wel niet m’n bed uit, maar vanmiddag verwacht ik veel van Dr. Kuyer. Hij is nl. gister niet geweest omdat ik te goed ben om elke dag bezocht te worden. Jullie weet nu ook nog niet dat ik elke morgen door 4 djongossen naar onze voorgalerij word gedragen om buiten te zijn. ’T abcesje aan m’n been trekt vanzelf weg, daarom zakt m’n temperatuur ook. – Er komen nog steeds maar bloemen en vruchten. Zus Ortt stuurde me weer goudreinetten, terwijl haar druiven nog niet eens op waren. De enige ramp (!) was een tak witte lelies van de Smitten, dewelke dan ook hun standplaats buiten kregen! Jullie weten nog niet misschien dat ik nu op een echte 2e klas kamer lig met een dame van 65 – niet “pond” maar “jaar”! – die me be“oma”t – ik heb nog steeds geen bezoek, slechts een paar mensen o.a. Jaap Kunst hebben mij een paar minuten bezocht. Hok heeft me anders goed bewaakt en dat is erg prettig, want [2] ook nu nog, word ik erg moe van converseren zoals met mijn kamergenote die hoogst spraakzaam is.

HOK

Even gauw een krabbeltje, over een kwartier gaat de bus. Nu ben ik even vrij van kantoor. Ik doe het elke dag om op bezoekuur een half uurtje bij Eida te zijn. Eida gaat goed vooruit, zoals u ziet. Gisteren op de gemeenteraadsvergadering vroeg iedereen naar haar toestand. – Ik heb nu meer kans om voor de Volksraad gekozen te worden, ik sta nu nummer 2 op de lijst; als ik er in kom, zal mijn tijdsindeling dan wel totaal gewijzigd moeten worden. – Op G.B. heb ik nu een zeer belangrijk werk onderhanden, ik doe alle moeite om er gauw klaar mee te komen, want dat zou voor de geoloog van zeer groot nut zijn. – Door de angstige dagen hebben we absoluut Sinterklaas vergeten. Met Moeder’s verjaardag zullen we het inhalen.

Dag Hok.

ANNEKE

G. Ik ben hier bij Eida al om half 9 gekomen, voorlezen vliegbrief klaar. Ze gaat zelf schrijven – dus dan zal ik het maar laten, dat is welsprekend genoeg. Alleen echter zeggen dat het ons allen goed gaat. Eida is nu ongeveer koortsvrij – dus we gaan goed zo. Ze ligt middenin bloemen en buiten op het voorgalerijtje en lijkt niks meer op de lijdende kiek die de vorige week met de gewone mail weg is gegaan. Ze ziet er weer beter uit door de buitenlucht.

En ik word bepaald dik van het darm-eten voor de ontlasting. –  Weet je ook iets van Latta? Ik krijg wel niets geen antwoord van haar. Blij dat jullie alle eerste berichten zo goed hebt ontvangen. Later schreef ik geen dubbele brieven meer – deze haalt ze toch in.

Anneke

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok, Anneke
  • Pagina's: 2
  • Soort: Luchtpostblad
  • Bijzonderheden: Dubbelzijdig beschreven