1929-04-19 / 04-29

HOK

Brugge, den 19den  april ’29.

G. Elke dag schrijven we jullie heel trouw, maar ook getrouw aan ons devies, vooral je niet haasten, waardoor we net niet meer op tijd komen aan het postkantoor, of stukken te laat, is er pas één epistel, en nog wel door een goede conducteur in Roozendaal op de bus gebracht, weggezonden. Brussel was ons veel te klein, we zijn nu maar naar Brugge getrokken om ons te overtuigen of Merema’s ets natuurschoner is.

EIDA

We hebben hier Tante Jacques’ restaurant ontdekt! Dat is een ware prestatie! Maar we lezen ook veel detective romans. Ons pied-à-terre is nog steeds Hôtel Métropole. We zitten nu heerlijk te eten, – buiten – op de markt in Brugge. We komen nu spoedig thuis. We telegraferen wel.

[Randje verso]

We genieten ook af en toe van de snelle taxi’s speciaal als we laat zijn! Zelfs de koning komt ons hier vandaag complimenteren, is dát wat! HokEida – 

 

EIDA

29-4-‘29

Utrecht – 10 min. wachten op liefhebbers uit de trein uit Amsterdam – Onze coupé is bezig vol te stromen, al onze koffers stapelt Hok bovenop elkaar terwijl de witkiel nieuwe aanbrengt en angstvallig over m’n benen stapt, die lekker warm onder de plaid verborgen zijn. We hebben al enige boterhammen verwerkt, zalig. We hebben al weer honger, onze aard wil zich maar niet verloochenen! Het was fraai zoals ik met alle wachtenden achter me aan voortsnelde, de trein bestormende. Maar het was een vrolijk slot, iedereen had het grootste plezier, al hijgende begroette ieder ons. We konden net ieder een hand + wie het toekwam een zoen geven. Ons werden allerhande pakjes in de armen geduwd en het nare is dat ik van één pakje niet weet van wie het komt. Toffees met chocola; Emma zou jij Annie zo terloops kunnen vragen of zij mij ook een pakje in de hand douwde. – De trein begint ellendig te schommelen.[1] M’n man zorgt voortdurend voor me [HOK ik ben te bescheiden!!] De toekomst lacht ons toe –  het zal schitterend [HOK (= schitterend)] gaan! We hebben nog steeds alle bagage bij elkaar. Hok wil toch een nieuw [2] ding kopen voor dat schunnige groene tasje. Erg leuk al die mensen aan de trein. –  We zullen Liesje vragen dit te bussen.

HOK

Emma, hierbij nog in gedachten een hand + nog meer van me. Je was te ver van mij, om je nog de hand te drukken. Enfin, tot de volgende keer, met rente op rente.

Gegroet en omhelsd,

Eida en Hok.

Eida slaapt nu al.

AFZENDER   Papaverhof 32

                        Haag

 

 

[Randje verso]

“LIESJE” in potlood

Beste Schepers, ’t is niet mijn gewoonte briefje/adres bedoel ik, te lezen maar ik bevestig dat de briefkaart die Hok me vroeg te posten voor jullie was. Ben zo blij Eidje even goedendag gezegd te hebben. Dat schattige ommetje om de

[Randje recto]

hoek van ’t postkantoor meerijden. Tot ziens, groeten van Liesje. Em laat me wat horen. Dag.

 



[1] Tot pag. 2: wiebelig handschrift.

Details

  • Plaats: Brugge, Den Haag
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 2