1929-08-04

EIDA

Berlageweg 3   4 aug.’29

Geliefden –

Vandaag voor het eerst ben ik om 4 uur al goed en wel aangekleed – ik zeg “ik” want Hok zit lustig in zijn pyjama, zijn geliefkoosde middagdracht, vanwege de warmte – zijn aanstaande boekenkast te tekenen. Alles in het groot met duidelijke cijfers over hoogte-lengte en breedte aan te geven. Ook de lampen zullen eindelijk een afdoende beurt krijgen, volgens onze afspraak althans. Al 14 dagen geleden heeft Hok het plan ervoor opgevat. Maar morgen zullen we “ermee heen”, vast en zeker. Wap Smit bederft voortdurend zijn ogen met in ons schelle licht te kijken! Zij hebben het zij- aanzicht op ons huis en daar hangen nog geen gordijnen. Die van vóór heb ik nu af en van binnen gezien staan ze inderdaad keurig. Passen prachtig bij de donkere meubels en bij hun lichte bekleding. Ze moeten alleen nog gestreken worden, dan zullen ze beter hangen. Het is jammer dat we nog steeds maar geen glasgordijntjes kunnen vinden. We hebben al van 2 soorten wat gekocht, het eerste komt niet uit de slaapkamer, het tweede zal in de studeerkamer blijven. Het is nl. het laatste koorddik  filetwerk, crème, precies wat we feitelijk hebben wilden, maar het hangt zo geweldig stijf, erg jammer. Vooral vóór, zijn glasgordijntjes wel nodig het blauwgroen vloekt nl. erg tegen de kleur van buiten, zoals ik al schreef, maar gelukkig ziet Hok het niet en Trude vindt het niet zo erg. Anneke heeft het nog niet gezien. Ze is nu in een tijd niet hier geweest, ik geloof een week! Wij komen haast elke dag bij hen om speciaal de nieuwste krant op vendu’s na te slaan. Thijs is in ’t geheel pas 3x hier geweest en toch is het vooral nu erg de moeite waard, [2] al is het dan niet om ons, dan toch om de meubels. Gister kwamen buffet en boekenkast, beeldig schoon beide, zie a.s. kiek. Eén kist boeken heeft zijn inhoud al afgegeven. Wij zien o.a. al “onze” Shakespeartjes zoals Hok ze noemt, een verkleinwoord als liefkozing!, verder de Christuslegenden van Lagerlöf, 2 stuks (als in een bibliotheek!). Maar er is er een voor Houw bij hoor! Verder diverse boeken over Kant c.s. en nog razend veel boeken waaraan ik zeker mijn hele leven te lezen heb. De 8 kisten van Houw zijn nu ook gekomen – je begrijpt de haast met Hok’s studeerkamerkasten! Er komen ook 3 stuks van 2 m.10 hoog en 1.25 m breed. Of het genoeg zal zijn………? Ik word al dikke vrienden met mijn kokki, ze is toch wel lief, ze koopt tegenwoordig de groenten voor nette prijzen. Ik bestel tegenwoordig ook het een en ander voor ze. Gister rijst en tabak. Als ze het zelf kopen schijnen ze nl. erg afgezet te worden door hun lieflijke landgenoten! Volgens Ardjo moest ik tabak “warening” bestellen en wat bleek, het was een pak van Van Nelle met achterop in Engels “warning”. Kostelijk! – Ter ere van Koningin Emma wandelden we vrijdag de Tangkoeban Prahoe op, waarna we nú nog met de meest fantastische sleep- en trekbewegingen ons ene been voor het andere zetten! Om half 5 ging de wekker, pikdonkere nacht, heerlijk fris buiten, boterhammen al gemaakt, veldflessen al gevuld, alles ligt al in de Haute Savoie-se rugzak. Een puntstok van Beckenried[1] staat ernaast in afwachting van wat komen zal. Kijker, kiektoestel, plaatsmeter mochten ook van de partij zijn. De auto hoeft maar 5 minuten te wachten, toch sterk!, om ons te zien aankomen: Hok in kakikleur, poeti’s[2], spijkerschoenen, vilthoed (bij gebrek aan een strooien, die vast de volgende keer komt) [3] ik in mijn winterjas, kraag op, o, zaligheid, witte hoedje – ook spijkerschoenen. De auto heeft alleen een zeildoeken bovenkap –  is verder open. Anneke en Thijs met de boterhammen bezig, wij hónen (als wij niet op tijd kwamen zouden ze niet meer meegaan!!!). De auto snelt voort, vele kilometers, het wordt opeens wat lichter om ons heen, telkens meer; na een 20 minuten komt de zon op. Schitterend! We rijden over Lembang naar Wattis. Vele hoogten op en af en een auto lijkt ons onontbeerlijk! We stijgen af, middenin het oerwoud, een koelie[3] komt eraan gesneld, draagt alles, is tevens gids. Als wij zwijgen is alles stil om ons. Het bos is te dicht om wind door te laten, alles staat onbeweeglijk. Hier en daar horen we wat vogels. We lopen langs smalle paadjes, eerst A. en Th. – dan Hok en ik, dan de gids. Het gaat over boomstammetjes, over stroompjes – voorlopig alles gelijkvloers, niet klimmen – de hemel onzichtbaar door het dichte gebladerte – een pijl naar de Kawah (krater) Domas – we vinden nog een veertje van een wilde kip voor Thijs’ tropenhelm – lopen nog een kwartier en zien rookwolken opstijgen uit een grote hoop stenen waarvan een gedeelte geel gekleurd is, alles zwavel! Al sinds Lembang roken we de zwavellucht. Het water bij de rookwolk borrelt. We branden ons aan het daar stromende water en horen een geluid als van een op vertrek staande stoomtrein. We moeten verder, naar één van de grootste kraters (er zijn  er daar 12), de Kawah Ratoes. Dat wordt een klimpartij van een klein uur, het is warm geworden maar hoe hoger we komen, hoe koeler het windje waait. We klimmen nu een eindje tegen de rotswand op, waar veel verkoolde bomen. Deze kunnen [4] nl. geen zwaveldampen verdragen. Ik klim het slechtst, mijn hart heeft nl. in tijden niet zoveel te lijden gehad, maar Hok is voortdurende helper. Anneke en Th. roepen ons al moed toe van een hoog punt en opeens staan we voor de krater, we zien een kuil waar om heen het een uur lopen is! Hok en Thijs gooien met volle kracht stenen naar de overkant die niet ver van ons onze steile kant neervallen, zo wijd is de krater. We nuttigen onze maaltijd en gaan er om heen wandelen. Wel een uur lang voortdurend steil klimmen. Wat mij betreft mocht de tocht toen afgelopen zijn! Maar ziet: nu nog 3 uren langzaam en snel dalen, steeds weer door bos, eindelijk door grasland en daar staat een auto die ons terugbrengt. De schoenen uit en het bed en de maaltijd verfrissen ons. Het is nu 3 uur en een vaste slaap haalt ons tot om half 6 we gewekt worden door het komen van ons buffet en boekenkast!! Nog zijn onze kuiten, dijen en wreven stijf en toch willen we nog wel eens zo’n gezonde wandeling. – Jaap Kunst was vanmorgen hier alleen met Jaapje heel aardig. Hok mag hem graag, ik ook, maar toch niet zo als in Holland. Hij heeft nu kans voor een regeringsopdracht, wij zijn in spanning of niet de concurrent Brandts Buys er nog tussen zal komen. Vanmorgen tevens visite van Hok’s neefje Tjoen, een kleinzoon van “de” Tante, zijn vriendje deed het woord. Hij was te verlegen om zelfs op vragen te antwoorden en zat met gebogen hoofd! – De meubels die we hebben, zijn nu betaald ƒ 397.65! + het bed en 3 kasten, we komen vast over de ƒ 1000.- , maar alles is dan ook een vreugde voor het oog! Tante Lous krijgt het stoffelijke wat haar toekomt. Vaarwel geliefden. Eida

[Randje pag. 4]

HOK

Nu nog de meubels voor onze studeerkamer, maar ze moeten nog getekend worden. Dag, Hok

Woudstra was een leraar van me op de K.W.III school te Batavia.



[1] Beckenried: wintersportplaats in Zwitserland

[2] Poeti’s: kakikleurige beenzwachtel, bescherming tegen insekten.

[3] Koelie: inheemse drager.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida
  • Pagina's: 4
  • Soort: Brief, gelinieerd papier