1929-05-07

HOK

Bellagio, 7 mei 1929.

Geliefden,

Zie hier enkele kieken, de rest volgt. We zijn nog in dubio of we al de kieken die we hier gemaakt hebben ook hier zullen laten ontwikkelen en afdrukken. Ze doen het hier niet al te mooi. Eida’s permanent is werkelijk prachtig: voor water is ze niet bang meer. Gisteren ontvingen we Moeder’s brief, waarvan we reusachtig genoten hebben op een bankje aan het meer.

Even iets zakelijks, voordat het mij weer ontschiet. Eida’s tondeuse ligt veilig en wel in een  laatje van onze kast. De noodkreet uit Fluelen was niet nodig geweest. Het ontbijt- en theeservies is reeds betaald: het kostte ƒ 60.-, waarvan  ƒ 25.- op rekening van Mevr. v. Gilse[1] c.s.. Dit geld hebben we reeds ontvangen. De rest,  ƒ 35.- wordt door P.S.[2] betaald. Eida zal hierover schrijven, ze houdt momenteel haar dutje. Het bewijs van ontvangst van onze bagage, zouden we gaarne toegezonden krijgen naar Genua. Vandaag om 12 uur, toen we aan onze copieuze lunch zaten, is de P.C. Hooft uit A’dam vertrokken. Eida vertelde me van Anneke’s brief, waarin zij het had over twee Chinese dames op de Indrapoera, die elk aan een aparte tafel moesten zitten etc. etc. Maakt u zich hierover niet ongerust. Het hoeft niet opgevat te worden als een achteruitzetting, natuurlijk bestaat die mogelijkheid wel, maar waarschijnlijk lijkt me die niet. Er kunnen nog andere redenen daarvoor zijn. Het meest plausibel lijkt me, dat de respectievelijke echtgenoten dat zelf verzocht hebben, omdat Chinese dames die niet gestudeerd hebben – en die zijn te tellen en ik ken ze wel allen – zich niet in gezelschap bewegen kunnen, en verder de tafelgebruiken der Europeanen niet hebben aangeleerd, zodat zij aan boord van een schip of in een hotel steeds op de kamer blijven. In geval er aan boord van een schip van achteruitzetting sprake zou zijn, zouden mijn kennissen het mij verteld hebben. En geen van mijn Chin. kennissen heeft mij er ooit iets van verteld. En waarom die Europeaan aan de jonggezellen tafel kwam, is een andere zaak. In de eerste plaats: wat is hij voor iemand? Dan … zou hij die plaats niet zelf hebben gekozen, omdat hij anders alleen zou moeten eten. De vraag, hoe het mogelijk is dat een Chin. vrouw, die met een Europeaan getrouwd is, de Europese gebruiken, nog niet geleerd heeft, kan alleen dan beantwoord worden, wanneer [2] we weten wat dat voor een huwelijk is.

We hoeven zulk een geval dus niet voor achteruitzetting te beschouwen, en ik beschouw het niet als zodanig, want dat zou een vreemd attest zijn, wat ik de Europeaan in het algemeen zou gegeven hebben.

En mocht het toch een achteruitzetting zijn: we zijn samen heel gelukkig, wij hebben niemand nodig. Wij zijn niet overgeleverd aan de welwillendheid van anderen en wij zouden het heus niet als een eer of een gunst beschouwen wanneer de mensen ons beliefden te ontvangen. Zij ontvangen ons als hun gelijke of geven zichzelf een testimonium van kleinzieligheid en kleinburgerlijkheid!

Over eetlust gesproken: – even weer een uitweiding over eten! Wij krijgen hier té veel, wij eten hier té veel. Vóór het diner hebben wij nooit honger. Dat komt niet omdat wij niet gezond zijn, maar omdat de lunch ons voldoende is voor middag en avond. Vóór het diner moeten wij dan ook flink wandelen, anders zouden wij slechts onze lekkere honger en lekkere dorst bevredigen. Onze lekkere honger, zou die al niet gewekt worden indien men een diner kreeg als volgt:

            Macaroni au gratin met Parmezaanse kaas.

            Heerlijke malse kalfsoester met artisjokken + gebakken aardappelen + griesmeelroompuddinkje.

            Sucre brulé pudding + room +  maïzena.

            Sinaasappels en noten à discrétion.

Zouden wij geen lekkere dorst krijgen indien wij alles naspoelen konden met Chianti bianco, Vino florentino secco, van het beste ras!!

De keuken is hier schitterend, slechts één foutje hebben wij tot nu toe kunnen ontdekken: ongare rijst in de soep.

Over het weer gesproken. U weet dat in een badplaats: weer en eten de hoogtepunten van de gesprekken zijn. Het weer is nu zeer nat. Het stroomt in grote droppels neer. Het meer is grauw, de bergen grauw, de lucht grauw, maar het blijft wel even mooi. We vergenoegen ons met wandelen tussen twee buien in, met eten, lezen, slapen.

Ja, stuurt u de rekening van tante Lous[3] maar naar Genua. Wat een post zullen we daar krijgen, maar fijn voor de eerste dagen aan boord. Eida is treinvast en ook watervast. Zij heeft niets van het schommelen van het schip gemerkt, toen we naar Bellagio voeren.



[1] Mevrouw van Gilse was de hospita van Hok en Houw. Zij is de moeder van Henk Roelofs Heyrmans, een goede vriend van Hok.

[2] P.S. is de V.V.S.L. studentenjaarclub van Eida in Leiden.

[3] Tante Lous, is de verzekeringsagent van Hok en Eida.

Details

  • Plaats: Bellagio
  • Auteur(s): Hok
  • Pagina's: 2
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
  • Bijzonderheden: Niet ondertekend
More in this category: « 1929-05-05 1929-05-10 »