Print this page

1935-11-12

EIDA

12-11-’35.

Geliefden – Net bracht de vliegpost jullie brief met de goede tijding dat Anneke zich alweer zo goed voelt, fijn is dat. Dat doet me opeens eraan denken dat Em Lisa net Anneke vond. Hok trouwens ook. Soms is het inderdaad zoals ze kuiltjes trekt en een klein mondje. Ze is overigens net zo’n baby als Axel was, dat vond dokter Christie gister ook. Die kwam gister Lisa controleren, net als indertijd Axel op ons verzoek. Ze was gelukkig enthousiast, had niets dan lof, ze hoeft alleen nog maar ’s nachts een goerita aan, haar buikje is al erg stevig, bovendien vond ze haar al ongelooflijk gegroeid. Ze heeft ook al kuiten en dijen! Ze ried mij alleen aan wat staal te drinken. Dat vond Boon trouwens ook, maar dorst het niet te geven omdat Linn arsenicum gaf. Daar ben ik trouwens niet erg op gebrand. Ik zal hem maar vragen liever staal te geven. – Lisa heeft nu al 3 nachten aan een stuk doorgeslapen tot half 6, 6 uur. Wij worden evenwel steeds nog wakker om een uur of 4 uit gewoonte. Zo gauw als je aan die dingen went. Ik kan ook niet meer ertoe komen vroeg naar bed te gaan, hoewel ik die laatste voeding best om 9 uur zou [2] kunnen geven. We gaan meestal zelf pas tegen half 11 slapen  of 11 uur. – Wat jullie overigens zal interesseren is dat we weer een kinderjuf hebben!, van 21 jaar, die evenwel al een leven van hard werken achter de rug heeft. Ze is nu 3 dagen al (!) bij ons en de tweede dag kocht ze al een speelgoedje voor Axel, zo dol is ze al op hem! Hij is overigens zo’n deugniet, die expres het tegenovergestelde doet van wat je hem vraagt of van hem wil. Die 8 dagen zonder juf, liet ik hem af en toe aankleden door de baboe maar dat gaf altijd zo’n kabaal dat ik er steeds toch zelf aan te pas moest komen om hem te bewerken zodat het vermoeiend genoeg was. Het wende trouwens weer gauw zodat m’n lust tot een kindermeisje weer opgewekt moest worden – Ik ben nu toch allang weer gelukkig dat ik m’n luie leventje weer heb kunnen opvatten. Tegen lopen en staan kan ik nog steeds niet erg goed, ik zou me een mooie pendant voor Anneke zijn! – Ik heb overigens net een modeplaat gekocht voor de mooie Liberty stof en nog 2 andere die ik al in Batavia kocht met Em indertijd. De mode is dunkt me [3] niets veranderd. Ik zie er tenminste niets aan, pofmouwen nog altijd, dus ben ik nog met veel netjes. Hok heeft me evenwel krediet gegeven voor enige nette jurken, klaar gekocht, mits binnen één maand gekocht! Maar tegen passen zie ik vooralsnog op, bovendien heb ik ze nog niet nodig als ik nog niet uitga. Ik ben alweer zo opgeslankt dat ik met fatsoen m’n oude kan dragen, fijn. Kranig dat Hok dat stukje alweer af heeft hè – hij is nu weer zo enthousiast dat hij haast elke middag deze week naar kantoor is gegaan. En nu wil hij zo doorgaan, tenzij ik er een stokje voor steek! Alles met mate, wat jullie! Er zit al sinds begin november een Sinterklaas in een winkel in de stad, bespottelijk gewoon. – Ik zit er overigens over in hoe ik het Axel moet vertellen, hij snapt er nog niks van. – Hok vertelt hem ´s avonds als hij naar bed gaat een verhaaltje over Tommy en Lisa en Axeltje maar voor hem is het hetzelfde als Hok de hond Axel noemt en het jongetje Tommy! –  Het zegt dan ook het laatste woord na, enig is dat. – Hij wil altijd helpen met Lisa, het wiegje naar buiten brengen en het kamerscherm sleept hij dan zelf aan – “heppele” vindt hij heerlijk – als ik mijn drankjes en tabletjes inneem (kalk en vitaminen!) mag hij alles aandragen en ook uit het glaasje drinken, een portglas nl., dat ik dan met water vul! – We hebben altijd veel pret om wat jullie over Wytje’s opmerkingen schrijft, kostelijk. 

[Randje pag. 3]

Emy stuurde een gezellig hansopje en had ook een bijdrage gestuurd voor Cannegieter – bedankt voor het stukje over Van Anrooy. Ik had haar liever als Emma Mesdag!

[Randje pag. 2]

Emma Mesdag is zo vreselijk koel en nuchter, een echte man-vrouw. 

Dag jongens. Omhelsd, Eida [4]

HOK

12/XI ‘35

G. Eidje en Lisa bedachten me met een nieuwe vulpen als herinnering aan de afgelopen maand. Mijn oude deed niet aan de slanke lijn, juist waar ik erg op gesteld ben. Het spijt me dus niet dat de oude met pensioen gaat. De nieuwe wordt nu ingewijd. – Inderdaad was het vliegtuig indertijd te laat, zodat u dus geen blaam treft dat we onze brieven niet op tijd kregen. – Gisteren kwam ik gereed met een nieuwe publicatie, waarover ik erg enthousiast ben, daar zij een nieuw inzicht brengt, dat men uit de reeds honderden geschriften die over de bewuste beestjes geschreven zijn, nauwelijks zou hebben weten te destilleren. De kenners van deze groep hebben steeds systematisch een bepaald kenmerk verwaarloosd. Ik zelf inbegrepen. Totdat ik nu voor een maand begon met het uitwerken van materiaal, dat ik een vier jaar geleden reeds in handen had gekregen, maar door tijdgebrek opzij moest leggen. Weliswaar was ik toen reeds van plan het nader uit te werken, maar ik kon toch niet bevroeden, dat het me de sleutel zou geven voor een nieuwe interpretatie. Het geval is psychologisch interessant. Men zou er zeker niet achtergekomen zijn, indien het geluk me niet had gediend. Het kenmerk valt nauwelijks op, omdat het verborgen ligt in zeer regelmatig gerangschikte vormingen, die volkomen alle aandacht van het bewuste kenmerk afhouden. Ik maakte toevallig een preparaatje, dat minder geslaagd was, wat betreft die regelmatige vormingen, maar daardoor juist kwam het andere kenmerk in al zijn eenvoud te voorschijn. Toen kwam ik op het idee om ook eens bij de andere groepen naar dat kenmerk rond te neuzen, en inderdaad, toen eenmaal mijn aandacht wakker was, toen zag ik ze overal, met de nodige variaties. En alweer kon ik de evolutie van die groep traceren. – Ik ben al doende er erg enthousiast [5] van geworden en heb het stuk binnen twee weken gereed gekregen. De reden van deze haast is, dat er voor het decembernummer van de “Ingenieur” geen kopij was, zodat ik er wel voor op moest draaien, omdat ik de afgezette voorganger niet het genoegen wou gunnen, dat nu hij weg is, plotseling geen kopij meer te krijgen is. Hij zou dit dan zo uitleggen, dat hij de onmiskenbare stuwkracht is en zou zeker niet nalaten, die indruk naar buiten te vestigen. Dat plezier zal hij dus niet smaken, terwijl ik, behalve deze Schadenfreude nog een andere zal hebben, namelijk dat mijn vakgenoten in Holland, die mij liever maar doodzwijgen zouden, indien het aan hen zou liggen, nu weer eens een verrassing bereid wordt. Het stuk verschijnt begin december. Met de mail stuur ik u een ander stukje een polemiek tegen een bioloog in Den Haag, dr. J. Hofker, leraar ergens aan een HBS. Dit stuk is nu in een ander tijdschrift verschenen om mijn voorganger-redacteur te tonen, dat mijn publicaties ook elders kunnen worden opgenomen en ik zijn bemoeienis allerminst behoef. – Nu heb ik geld genoeg voor het publiceren. Merkwaardig, toentertijd kon ik niet aan publiceren denken, omdat het me teveel kostte. Met de vaste dienst gaat het goed. De dispensatie voor mijn ogen is zo goed als verleend, juist gerekwestreerd voor ƒ 1.50! – Onze nieuwe juf is een juweel, veel beschaafder dan Lena. Lena deed haar werk inderdaad goed, maar we kregen van haar toch geen hoogte. Deze is veel vertrouwelijker van aard en ook veel beschaafder. Zij apprecieert ook wat we voor haar doen. We zullen haar nog lang houden. Ook wij zijn van oordeel dat het geld de mens moet dienen en niet omgekeerd, zodat we gaarne wat meer uitgeven, wanneer daardoor de tijd van herstel verkort wordt. 

Dag Hok.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Van Ruysdaelweg 6
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 5
  • Soort: Luchtpostpapier